54
‘Dit heeft niets te maken met meneer Diamond of zijn films. Ik ben rechercheur bij Moordzaken.’
Cedric had even geaarzeld toen hij het zendertje ontdekte. Hij had haar ruw gefouilleerd en het van haar lichaam gerukt. Het was duidelijk wat er nu komen ging. Hij drukte de revolver tegen haar voorhoofd en dwong haar op haar knieën.
‘Je bent wel verdomd sexy voor een smeris, weet je dat?’
Jessica staarde hem zwijgend aan. Ze lette op zijn ogen en zijn handen. ‘Wil je een rechercheur met een gouden penning vermoorden op de plaats waar je werkt?’ vroeg ze, in de hoop dat haar stem niet verried hoe bang ze was.
Cedric grijnsde. Hij droeg een beugel, vreemd maar waar. ‘Wie zegt dat we je lijk hier achterlaten, kreng?’
Jessica ging haar mogelijkheden na. Als ze overeind wist te komen, zou ze één keer kunnen toeslaan. Het zou een goed geplaatste stoot moeten zijn, tegen zijn keel of zijn neus, en zelfs dan hield ze misschien maar een paar seconden over om weg te komen. Ze hield de revolver scherp in de gaten.
Cedric deed een stap naar voren en knoopte zijn broek los. ‘Weet je, ik heb nog nooit een smeris geneukt.’
Terwijl hij dat deed, wees de loop van de revolver heel even een andere kant op. Als hij zijn broek liet zakken, zou dat haar laatste kans zijn om iets te doen. ‘Denk goed na, Cedric.’
‘O, dat doe ik wel, schat.’ Hij ritste zijn gulp omlaag. ‘Ik denk er al over sinds je hier binnenkwam.’
Voordat hij de rits omlaag had, gleed er een schaduw over de vloer. ‘Laat dat wapen vallen, smeerlap.’
Het was Nicci Malone.
Aan Cedrics gezicht te zien hield Nicci een pistool tegen zijn achterhoofd
gedrukt. Hij was opeens doodsbleek en van zijn dreigende houding bleef weinig over. Langzaam legde hij het wapen op de grond. Jessica raapte het op en richtte het op hem. Het was een .38 Smith & Wesson revolver. ‘Goed zo,' zei Nicci. ‘Leg je handen op je hoofd, met je vingers in elkaar gestrengeld.’
De man weigerde en schudde langzaam zijn hoofd. ‘Jullie komen hier nooit vandaan.’
‘O nee? En waarom dan niet?’ vroeg Nicci.
‘Ze kunnen me elk moment gaan missen.’
‘Waarom? Omdat je zo’n schatje bent? Hou toch je smoel. En leg je handen op je hoofd. Ik zeg het niet nog een keer.’
Langzaam, met tegenzin, gehoorzaamde hij.
Jessica kwam overeind en hield de .38 op de man gericht. Ze vroeg zich af waar Nicci haar wapen vandaan had. Ze waren met een metaaldetector gecontroleerd toen ze binnenkwamen.
‘En nu op je knieën,' zei Nicci. ‘Doe maar alsof het een date is.’
Met heel wat moeite liet de grote man zich op zijn knieën zakken. Jessica kwam achter hem staan en zag dat Nicci helemaal geen pistool in haar hand hield, maar een stalen handdoeken rek. God, die meid was goed!
‘Hoeveel bewakers zijn er nog meer?’ vroeg Nicci.
Cedric zei niets. Misschien omdat hij zichzelf veel meer vond dan een bewaker. Nicci sloeg hem met de buis tegen de zijkant van zijn hoofd. ‘Au! Jezus.’
‘Beter nadenken, knul.’
‘Verdómme, takkewijf. Ik ben de enige.’
‘Wat zei je daar?’ vroeg Nicci.
Cedric begon te zweten. ‘Ik... ik wilde niet...’
Nicci stootte hem aan met de buis. ‘Kop dicht.' Ze draaide zich om naar Jessica. ‘Alles oké?’
‘Ja,' zei Jessica.
Nicci knikte naar de deur. Jessica stak de ruimte over en wierp een blik door de gang. Verlaten. Ze liep terug naar Nicci en Cedric. ‘De kust is veilig.’
‘Goed,' zei Nicci. ‘Laat je handen maar zakken.’
Cedric dacht dat ze hem liet gaan. Er gleed een zelfgenoegzame grijns over zijn gezicht.
Maar Nicci had heel andere plannen. Ze wilde alleen maar genoeg ruimte om uit te halen. Toen Cedric zijn handen liet zakken bracht Nicci de buis omhoog en ramde die tegen zijn achterhoofd. Hard. De klap galmde tegen de vuile tegelwanden. Jessica wist niet of het wel hard genoeg was, maar na een seconde zag ze de ogen van de man naar achteren draaien. Hij zakte in elkaar. Binnen een minuut hadden ze hem in een hokje gesleept, met een flinke prop papieren handdoeken in zijn mond en zijn handen op zijn rug gebonden. Het was alsof ze met een eland liepen te sleuren.
‘Wat zonde om een Jill Sander-riem in deze dump achter te laten,' zei Nicci.
Jessica moest bijna lachen. Nicolette Malone was haar nieuwe rolmodel. ‘Klaar?’ vroeg Jessica.
Nicci gaf de gorilla voor alle zekerheid nog een dreun op zijn hoofd en zei: ‘Wegwezen.’
Zoals bij alle surveillances was de adrenaline na de eerste paar minuten wel verdwenen.
Ze hadden het pakhuis verlaten en waren de stad doorgereden in de Lincoln Town Car, met Bebe en Nicci op de achterbank. Bebe gaf aanwijzingen. Pas toen ze bij het adres waren aangekomen maakten ze zich bij Bebe bekend als rechercheurs. Bebe was verbaasd, maar niet geschokt. Cedric en Kildane zaten nu in voorlopige bewaring in het Roundhouse, waar ze moesten blijven tot de operatie voorbij was.
Het aangegeven adres lag in een donkere straat. Ze hadden geen huiszoekingsbevel, dus konden ze niet naar binnen. Nog niet. Maar als Bruno Steele een groep pornoactrices hier had uitgenodigd voor middernacht, was er een redelijke kans dat hij terug zou zijn.
Nick Palladino en Eric Chavez zaten in het busje, een halve straat verderop. Bovendien waren er nog twee patrouillewagens in de buurt, elk met twee agenten in uniform.
Terwijl ze op Bruno Steele zaten te wachten trokken Nicci en Jessica hun werkkleren aan: jeans, T-shirt, gympen en kevlarvest. Jessica voelde zich geweldig opgelucht toen haar Glock weer aan haar heup hing.
‘Ben je ooit eerder partners geweest met een vrouw?’ vroeg Nicci. Ze zaten alleen in de voorste auto, een meter of zestig vanaf het adres. ‘Nee,' zei Jessica. In al haar tijd op straat, van haar instructeur tot aan
de ervaren diender die haar de kneepjes van het patrouilleren in South Philly had bijgebracht, was ze altijd partners geweest met een man. Bij Voertuigen hadden maar twee vrouwen gewerkt, en de ander deed bureau dienst. Dit was een heel nieuwe ervaring, die - dat moest ze toegeven - haar goed beviel.
‘Ik ook niet,' zei Nicci. ‘Je zou denken dat meer vrouwen belangstelling zouden hebben voor Narcotica, maar na een tijdje gaat de glamour er wel van af.’
Jessica wist niet of Nicci dat serieus bedoelde. Glamour? Ze kon zich nog voorstellen dat een man zich een cowboy voelde in dat soort werk. Verdomme, ze was er zelf met een getrouwd. Ze wilde net antwoord geven toen het schijnsel van een paar koplampen door hun achterruit viel.
‘Jess,' meldde de radio.
‘Ik zie het,' antwoordde ze.
Ze zagen de auto langzaam naderen in hun spiegeltjes. In dat licht en van die afstand kon Jessica niet onmiddellijk het merk of type van de auto vaststellen, maar het leek een middenklasser.
De auto reed voorbij. Er zat niemand in, behalve de bestuurder. De auto reed langzaam de straat uit, sloeg de hoek om en was verdwenen. Zouden ze zijn ontdekt? Dat leek niet waarschijnlijk. Ze wachtten. De auto kwam niet terug.
Ze zakten weer onderuit. En wachtten.