43
‘Het stinkt hier als een slachthuis.’
De man was broodmager en zag eruit alsof hij vastzat in de tijd, verdwaald in de geschiedenis. Dat klopte ook. Sammy DuPuis was blijven steken in 1962. Vandaag droeg hij een zwart alpacavest, een blauw overhemd met een boord met lange punten, een grijze glimmende shark-skin-broek en oxfords met puntneuzen. Zijn haar was achterovergekamd met genoeg vet om een Chrysler te smeren. Hij rookte een Camel zonder filter.
Ze troffen elkaar in Germantown Avenue, bij Broad Street. De rook van smeulend hickory op de barbecue, afkomstig van Dwight’s Southern, hing zoet en vettig om hen heen. Kevin Byrne kreeg het water in zijn mond, Sammy DuPuis werd er misselijk van.
‘Hoezo? Hou je niet van soulfood?’ vroeg Byrne.
Sammy schudde zijn hoofd en zoog driftig aan zijn Camel. ‘Hoe kunnen mensen die rotzooi vreten? Het is alleen maar vet en reuzel. Je kunt het net zo goed met een naald in je hart spuiten.’
Byrne keek omlaag. Het pistool lag op een zwartfluwelen lap tussen hen in. Olie op staal had een bepaalde geur, vond Byrne, een luchtje waar een ongelooflijke kracht van uitging.
Byrne pakte het wapen op, controleerde de actie en keek over de loop, zich ervan bewust dat ze zich op een openbare plek bevonden. Sammy opereerde meestal vanuit zijn huis in East Camden, maar Byrne had vandaag geen tijd om de rivier over te steken.
‘Ik kan hem je aanbieden voor zes-vijftig,' zei Sammy. ‘En dat is een koopje voor zo’n prachtig exemplaar.’
‘Sammy...’ zei Byrne.
Sammy zweeg een paar seconden, terwijl hij armoede, wanhoop en honger probeerde te acteren. Byrne was er niet gevoelig voor. ‘Oké, zeshonderd,' zei hij. ‘Maar dan verlies ik er al op.’
Sammy DuPuis was een wapenhandelaar die nooit aan drugsdealers of straatbendes leverde. Als je dat al van een illegale wapenhandelaar kon zeggen, was Sammy DuPuis een man met scrupules.
Het pistool was een SIG-Sauer P-226, misschien niet het fraaiste hand-vuurwapen ooit gemaakt — verre van dat — maar wel accuraat, betrouwbaar en stevig. En Sammy DuPuis was discreet tot op het bot. Vandaag waren dat Byrnes voornaamste zorgen.
‘Ik neem aan dat hij niet te traceren is, Sammy.’ Byrne stak het wapen in de zak van zijn jasje.
Sammy wikkelde de andere pistolen weer in de doek en zei: ‘Hij is zo maagdelijk als een non.’
Kevin Byrne pakte zijn geld en telde zes briefjes van honderd uit, die hij aan Sammy gaf. ‘Heb je de koffer?’ vroeg hij.
Sammy keek meteen weer op en fronste zijn voorhoofd. Meestal liet hij zich niet afleiden als hij geld telde, maar Byrnes vraag was reden genoeg. Wat ze hier deden was al verboden - Byrne kon zeker vijf of zes plaatselijke en federale wetten bedenken die ze overtraden - maar wat hij nu suggereerde ging nog heel wat verder.
Maar Sammy DuPuis wilde niet oordelen. Als hij die neiging had, zou hij een ander vak hebben gekozen. En hij zou evenmin die zilveren koffer in de kofferbak van zijn auto hebben gehad met al die dubieuze instrumenten waarover hij alleen op fluistertoon durfde te spreken. ‘Weet je het zeker?’
Byrne staarde hem zwijgend aan.
‘Oké, oké,' zei Sammy. ‘Neem me niet kwalijk dat ik het vroeg.’
Ze stapten uit en liepen om de auto heen naar de kofferbak. Sammy keek de straat door. Aarzelend prutste hij met zijn sleuteltjes.
‘Bang voor smerissen?’ vroeg Byrne.
Sammy giechelde nerveus en opende de kofferbak, die een hele collectie canvas tassen, koffertjes en plunjezakken bevatte. Sammy schoof een paar van de imitatieleren koffertjes opzij. Hij klikte er een open. Byrne zag een verzameling mobiele telefoons. ‘Wil je echt geen schoon mobieltje? Een PDA, misschien?’ vroeg hij. ‘Ik kan je een BlackBerry 7290 leveren voor vijfenzeventig dollar.’
‘Sammy.’
Sammy aarzelde weer en ritste het koffertje dicht. Toen opende hij een ander, met tientallen amberkleurige buisjes. ‘Pillen, misschien?’
Byrne dacht daarover na. Hij wist dat Sammy amfetaminen had. Hij voelde zich doodmoe, maar de uppers zouden het alleen maar erger maken.
‘Geen pillen.
‘Vuurwerk? Porno? Voor tienduizend dollar heb je een Lexus onder je kont.’
‘Je weet toch dat ik een geladen wapen in mijn zak heb?’ vroeg Byrne. ‘Jij bent de baas,' zei Sammy. Hij pakte een fraai gevormde Zero Halliburton koffer en opende het driecijferige slot, onwillekeurig met zijn rug naar Byrne toe om de code te verbergen. Toen klapte hij het deksel open en stak nog een Camel op. Zelfs Sammy DuPuis keek niet graag naar de inhoud van deze koffer.