9
Ruim tienduizend meter boven Altona, Pennsylvania, begon Seth Goldman zich eindelijk te ontspannen. Voor een man die de afgelopen vier jaar gemiddeld zo’n drie dagen per week in een vliegtuig had gezeten — ze waren net vertrokken uit Philadelphia, op weg naar Pittsburgh, om over een paar uur weer terug te komen — was hij opvallend gespannen. Elke turbulentie, elke beweging van de rolroeren, elke luchtzak bezorgde hem nog hartkloppingen.
Maar nu, in de luxe Learjet-60, haalde hij wat vrijer adem. Als je toch moest vliegen, dan maar liever in een roomwitte leren stoel met glimmend hout en koper om je heen en een goed voorziene pantry tot je beschikking. Ian Whitestone zat achter in de jet, met zijn schoenen uit, zijn ogen dicht en een koptelefoon op zijn hoofd. Op dit soort momenten, als Seth wist waar zijn baas was, als de agenda van de dag was vastgesteld en de beveiliging geregeld, had hij eindelijk even rust.
Seth Goldman was zevenendertig jaar geleden geboren als Jerzy Andres Kiedrau, in een straatarm gezin in Muse, Florida. Als enige zoon van een uitdagende, zelfingenomen moeder en een agressieve vader was hij een late en ongewenste verrassing geweest. En vanaf het eerste moment had zijn vader hem daaraan herinnerd.
Als Krystof Kiedrau niet bezig was zijn vrouw af te ranselen, reageerde hij zich wel af op zijn enige zoon. Op sommige avonden waren de ruzies zo hevig en gewelddadig dat de jonge Jerzy de stacaravan ontvluchtte naar het struikgewas in de velden rondom het caravan park, om pas tegen het ochtendgloren weer terug te komen, met bulten van de zand-torren en de honderden muskieten.
In die jaren had Jerzy maar één troost: film. Hij deed allerlei klusjes: caravans wassen, boodschappen doen of zwembaden schoonmaken. En zodra hij genoeg geld had, liftte hij naar Palmdale voor de matinee van het Lyceum Theater.
Hij herinnerde zich talloze middagen in de koele duisternis van die bioscoopzaal, waar hij zich kon verliezen in een wereld van fantasie. Al heel jong besefte hij de macht van dit medium om mensen blij te maken, in vervoering te brengen, te verwonderen of angst aan te jagen. Het was een liefde voor het leven.
Als hij terugkwam en zijn moeder nuchter was, praatte hij met haar over de film die hij had gezien. Zijn moeder wist alles van films. Ze was ooit actrice geweest en had in een stuk of tien, vijftien films gespeeld. Eind jaren veertig had ze als tiener haar debuut gemaakt onder de artiestennaam Lily Trieste.
Ze had gewerkt met alle belangrijke regisseurs uit het noir-genre: Dmy-tryk, Siodmak, Dassin, Lang. Het hoogtepunt in haar carrière - een carrière waarin ze voornamelijk in donkere steegjes rondhing en ongefilterde sigaretten rookte in het gezelschap van min of meer knappe kerels met potlood snorretjes en pakken met brede, ingesneden revers — was een scène geweest met Franchot Tone, waarin ze een van Jerzy's favoriete noir-teksten had uitgesproken. Vanuit de deuropening van een goedkoop appartement, waar ze haar haar stond te borstelen, had ze zich omgedraaid naar haar tegenspeler, toen hij door de politie werd meegenomen. ‘Ik ben de hele ochtend bezig geweest jou uit mijn haar te wassen, schat,' voegde ze hem toe. ‘Laat me je nu niet wegborstelen.’
Maar toen ze een jaar of vijfendertig was, nam het aanbod van zulke rollen af. Omdat ze geen zin had de geschifte tante te spelen, was ze naar Florida verhuisd om bij haar zus in te trekken. Daar had ze haar toekomstige echtgenoot ontmoet. Haar carrière was al lang en breed voorbij op haar zevenenveertigste, toen ze Jerzy kreeg.
Krystof Kiedrau was zesenvijftig toen de artsen een vergevorderd stadium van levercirrose bij hem vaststelden, als gevolg van zijn gewoonte om vijfendertig jaar lang elke dag een hele fles goedkope whisky leeg te zuipen. Als hij nog één druppel alcohol dronk, luidde de diagnose, kon hij in een coma raken dat fataal zou kunnen zijn. Die waarschuwing was voor Krystof Kiedrau voldoende om een paar maanden van de drank af te blijven. Maar op een dag raakte hij zijn parttime baantje kwijt, zoop zich een stuk in zijn kraag en kwam stomdronken thuis.
Die avond sloeg hij zijn vrouw bewusteloos. Door de laatste klap sloeg ze met haar hoofd tegen een scherpe handgreep van een kastje, die haar slaap doorboorde en een diepe wond veroorzaakte. Tegen de tijd dat
Jerzy thuiskwam van zijn werk als schoonmaker in de garage van Moore Haven, was zijn moeder al doodgebloed in de hoek van de keuken en zat zijn vader op zijn stoel met een halve fles whisky in zijn hand, drie volle flessen naast zich en het met vetvlekken besmeurde trouw album op zijn schoot.
Gelukkig voor de jonge Jerzy was Krystof Kiedrau al te ver heen om nog te kunnen opstaan om de jongen aan te vallen.
Die avond schonk Jerzy zijn vader het ene glas whisky na het andere in, urenlang. Soms hielp hij de man zelfs om het vuile glas naar zijn lippen te brengen. Tegen middernacht, toen er nog twee flessen over waren, raakte Krystof half in een stuip en kon hij het glas niet meer vasthouden. Jerzy goot de whisky nu rechtstreeks in de keel van zijn vader. Tegen halfvijf 's nachts had Krystof vier hele flessen whisky in zijn lijf. Om precies tien over vijf die ochtend raakte hij in een alcoholisch coma. Een paar minuten later blies hij zijn laatste smerige adem uit.
Een paar uur later, met zijn beide ouders dood in de caravan, belaagd door vliegen die al op het ontbindende vlees afkwamen in de benauwde ruimte, belde Jerzy de politie.
Na een korte ondervraging, waarbij Jerzy niet veel zei, werd hij overgebracht naar een opvanghuis in Lee County, waar hij alles leerde over intriges en sociale manipulatie. Op zijn achttiende ging hij naar Edison Community College. Hij was een snelle, briljante student die zich op zijn studie wierp met een honger naar kennis die hem zelf verbaasde. Twee jaar later, met zijn diploma in de hand, verhuisde hij naar North Miami, waar hij overdag auto’s verkocht en ’s avonds zijn bachelor haalde aan Florida International University. Ondertussen maakte hij promotie tot verkoopleider.
Toen, op een dag, kwam er een heel bijzondere man de showroom binnen: slank, somber, met donkere ogen en een baard. In voorkomen en houding deed hij Jerzy denken aan een jeugdige Stanley Kubrick. Die man was Ian Whitestone.
Jerzy had Whitestones onafhankelijke lowbudget film gezien. Het was een commerciële flop geweest, maar Jerzy wist dat Whitestone het nog ver kon schoppen.
Ian Whitestone bleek ook een grote fan te zijn van noir. Hij kende het werk van Lily Trieste. Bij een paar flessen wijn hadden ze een boom opgezet over het genre en tegen de ochtend was Jerzy door Whitestone aangenomen als productieassistent.
Jerzy Andres Kiedrau was natuurlijk geen naam waar je ver mee kon komen in de showbusiness, dus besloot hij een andere aan te nemen. De achternaam was makkelijk. Hij beschouwde William Goldman als een van de belangrijkste scenarioschrijvers en bewonderde zijn werk al jaren. En als mensen het verband legden en veronderstelden dat Jerzy op de een of andere manier familie was van de schrijver van Marathon Man, Magie en Butch Cassidy and the Sundance Kid, zou hij geen moeite doen om hen uit de droom te helpen.
Hollywood leefde immers van illusies.
Goldman was dus snel gevonden. De voornaam was lastiger. Hij besloot een Bijbelse naam te kiezen om de joodse illusie te versterken. Hoewel hij net zo joods was als Pat Robertson, kon dat bedrog geen kwaad. Op een dag pakte hij de Bijbel, sloot zijn ogen, sloeg een willekeurige bladzij op en zette zijn wijsvinger op het papier. De eerste naam die hij tegenkwam moest het worden. Helaas leek hij niet op een Ruth. En Methusalem kwam ook niet in aanmerking. Maar de derde poging had succes: Seth. Seth Goldman.
Seth Goldman zou wel een tafeltje krijgen in L’Orangerie.
De afgelopen vijf jaar was zijn ster snel gerezen bij White Light Pictu-res. Hij was er begonnen als productieassistent, een baantje waarin hij van alles moest regelen: het vervoer, de figuranten en lans schone was. Daarna had hij Ian geholpen bij de ontwikkeling van een script dat alles zou veranderen, een bovennatuurlijke thriller met de titel Dimensions. Ian Whitestones scenario deed de ronde, maar vanwege het geringe commerciële succes van zijn vorige films was niemand geïnteresseerd. Totdat Will Parrish het onder ogen kreeg. De superster, beroemd geworden met zijn actiefilms, wilde wel eens iets anders. De gevoelige rol van de blinde professor sprak hem aan en binnen een week kreeg de film groen licht.
Dimensions werd een wereldwijde sensatie en bracht meer dan zeshonderd miljoen dollar op. Ian Whitestone behoorde onmiddellijk tot de A-categorie en Seth Goldman promoveerde van eenvoudig productieassistent tot lans rechterhand.
Niet slecht voor een schoffie uit Glades County.
Seth bladerde zijn mapje met dvd's door. Wat wilde hij zien? Wat hij ook koos, hij zou het einde niet halen voordat ze landden, maar als hij een paar minuten over had bekeek hij graag een film.
Zijn keus viel op Les Diaboliques uit 1955, met Simone Signoret, een film over verraad, moord en vooral geheimen; iets waar Seth alles van afwist.
Voor Seth Goldman was Philadelphia vol geheimen. Hij wist waar het bloed de aarde had bevlekt en waar de botten begraven lagen. Hij wist waar het kwaad rondsloop.
Soms sloop hij zelf mee.