34
Seth Goldman werd zwetend wakker. Hij keek naar zijn handen. Schoon. Toen sprong hij overeind, naakt en gedesoriënteerd. Zijn hart bonsde in zijn keel. Hij keek om zich heen en kreeg dat paniekerige gevoel dat je bestormt als je geen idee hebt waar je bent, niet in welke stad, niet in welk land, niet op welke planeet.
Eén ding was zeker.
Dit was niet het Park Hyatt. Het behang krulde in lang, droge vellen van de muren en er zaten diepbruine watervlekken in het plafond.
Hij keek op zijn horloge. Het was na tienen.
Shit.
Het schema. Hij vond het en zag dat hij geen uur de tijd meer had om naar de set te komen. En hij ontdekte ook dat hij de dikke map bij zich had met de regisseurs kopie van het script. Van alle taken van een regieassistent - secretaris, psycholoog, cateraar, chauffeur, drugs runner - was de belangrijkste toch het bewaken van het draaiboek. Er waren geen duplicaten van deze versie van het script, en buiten de ego’s van de hoofdrolspeler en -speelster was dit de gevaarlijkste tijdbom in die hele, van de werkelijkheid losgezongen wereld van de filmproductie.
Als het draaiboek hier was, en Ian niet, dan kon Seth Goldman het wel schudden.
Hij pakte zijn mobieltje...
Ze had groene ogen.
Ze had gehuild.
Ze had willen stoppen.
... en belde het productiekantoor om zijn excuses te maken. Ian was woedend. Erin Halliwell was ziek en de pr-persoon van het station in 30th Street had niet meer teruggebeld over de laatste details van de opname. De belangrijkste scène van The Palace moest over minder dan tweeënzeventig uur worden gefilmd in het grote spoorwegstation tussen 30th en Market Street. Er was drie maanden planning aan voorafgegaan en het was verreweg de duurste opname uit de hele film: driehonderd figuranten en een ingewikkelde cameravoering met special effects tijdens het filmen. Erin had de onder handelingen gevoerd en Seth zou de zaak nu rond moeten maken, naast al het andere werk dat nog op hem wachtte.
Hij keek om zich heen. De kamer was een puinhoop.
Wanneer waren ze vertrokken?
Hij pakte zijn kleren, ruimde de kamer op en verzamelde alles wat weg moest in de plastic zak van het afval mandje in de kleine badkamer van het motel. Hij wist zeker dat hij iets over het hoofd zou zien. Hij zou zelf de rommel meenemen, zoals altijd.
Voordat hij de kamer verliet inspecteerde hij de lakens. Gelukkig. Over één ding hoefde hij zich in elk geval geen zorgen te maken.
Geen bloed.