Jojo
Jojo werd wakker – dacht de twee gedachten van elke ochtend — en wist dat vandaag de dag was dat er iets moest veranderen.
In de eerste twee weken nadat ze bij Lipman Haigh was vertrokken, had ze het heel druk gehad. De telefoon ging voortdurend – auteurs die haar vertelden dat ze haar in de steek lieten en zich achter Richie Gant schaarden, Mark die haar smeekte terug te komen, uitgevers die dringend wilden weten wat er precies aan de hand was – en toen, of er een knopje werd omgedraaid, een plotselinge doodse stilte. Het leek wel een samenzwering. De stilte was oorverdovend en de tijd begon – heel langzaam – te verstrijken.
Er kwam geen geld binnen – totaal niets – en ze werd er gek van.
Dertien weken lang was het elke ochtend de tweede gedachte die haar plaagde. In februari, maart, april. Nu was het begin mei en er was nog niets veranderd.
Ze had nieuwe auteurs nodig, maar niemand wist van haar nieuwe bestaan, en Lipman Haigh stuurde haar geen enkel manuscript door dat aan haar persoonlijk gericht was.
Een artikel in The Times, dat er doorgedrukt was door Magda Wyatt, had tot gevolg gehad dat een paar boeken hun weg naar haar gevonden hadden. Voor het merendeel waren ze vreselijk, maar het betekende dat ze nog steeds meespeelde.
Tot dusver had ze er echter niet één van weten te verkopen.
De dagen waarin ze opgesloten zat in haar flat, en zat te wachten terwijl er niets gebeurde, leken oneindig lang. Uitgevers gingen niet meer zo vaak met haar lunchen in dure restaurants en ze had met opzet grote bijeenkomsten vermeden waar ze de kans liep Mark tegen het lijf te lopen. Maar ze kon ze moeilijk allemaal omzeilen, want ze moest uitgevers laten weten dat ze nog leefde.
Toch deed ze haar best om weg te blijven omdat Mark elke ochtend nog steeds haar eerste gedachte was.
Zelfs nu nog, meer dan drie maanden sinds ze hem voor het laatst gezien had, waren er momenten waarop het verdriet zo groot was, dat ze het benauwd kreeg en snakte naar adem.
Maar vandaag was de dag dat er iets moest gebeuren.
Er was geen geld meer; ze had haar kleine effectenbezit verkocht, haar pensioenpolis te gelde gemaakt en had de limiet op haar bankrekening en creditcards overschreden. Ze had alles opgemaakt, ze moest de hypotheek betalen en wat er ook gebeurde, ze zou haar flat niet opgeven.
Ze had twee opties – ze kon een tweede hypotheek nemen op haar flat of weer gaan werken voor een groot agentschap. Het zou moeilijk (zo niet onmogelijk) zijn een tweede hypotheek op haar flat te nemen zonder vast inkomen. Dus bleef er maar één ding over.
Ze moest eten. En handtassen kopen.
Sinds het bekend was geworden dat ze weg was bij Lipman Haigh had ze van vrijwel elk literair agentschap een baan aangeboden gekregen, die ze allemaal beleefd had afgewezen. Ze had zelfs gezegd dat ze binnen niet al te lange tijd hun een baan zou kunnen aanbieden.
Goed, misschien was ze wat al te zelfverzekerd geweest, maar als haar auteurs bij haar waren gebleven, zou er geen vuiltje aan de lucht zijn.
Met een beetje raar gevoel, een beetje bedroefd, nam ze de telefoon op en belde het agentschap dat boven aan haar lijst stond, Curtis Brown. Degene die ze wilde spreken was niet beschikbaar, dus liet ze een boodschap achter.
Toen de telefoon ging dacht ze dat het iemand van Curtis Brown was die terugbelde, maar dat was niet het geval.
‘Jojo, met Lily. Lily Wright. Ik heb een manuscript voor je. Ik denk, ik bedoel, je kunt er nooit zeker van zijn, maar ik denk dat je het prachtig zult vinden. In ieder geval goed.’
‘Denk je? Oké, laten we het eens bekijken!’ Jojo had er weinig hoop op.
‘Ik woon in de buurt,’ zei Lily. ‘In St. John’s Wood. Ik zou het nu bij je kunnen brengen. Ema en ik zouden het prettig vinden een eindje te wandelen.’
‘Natuurlijk! Waarom niet!’
Lily en Ema kwamen, Lily dronk een kop thee, Ema brak het oor van een beker en hing die over haar eigen oor als een oorbel, toen gingen ze weer weg.
In de middag belde de vrouw van Curtis Brown terug en maakte een afspraak met Jojo later in de week. En traag, traag, ging de dag voorbij. Om half twaalf ’s avonds besloot ze dat het tijd was om naar bed te gaan. Ze zocht iets te lezen en haar blik viel op de stapel papier van Lily Wright. Ze kon net zo goed dat manuscript maar eens doornemen.
Twintig minuten later
Jojo zat rechtop in bed, haar handen zo stevig om de pagina’s geklemd dat ze kromtrokken. Ze had nog niet veel ervan gelezen, maar ze wist het. Dit was het! Het manuscript waarop ze gewacht had, het boek dat haar carrière nieuw leven in zou blazen. Het was Mimi’s Remedies nummer twee, alleen beter. Ze zou het voor een vermogen kunnen verkopen.
Ze keek op de klok. Middernacht. Was het te laat om Lily nu nog te bellen? Waarschijnlijk wel. Verdomme!
Hoe laat stond Lily op? Vroeg. Ja, ze had een jong kind, ze zou vroeg opstaan.