Gemma
Tot mijn grote verbazing voelde ik me ellendig toen Owen me had gedumpt. Ook al wist ik dat het belachelijk was, toch huilde ik de volgende dag tijdens de rit naar mijn werk, huilde op mijn werk en huilde die avond thuis. Het leek wel of ik weer vijftien was.
Het was iets heel anders dan toen Anton me gedumpt had – dat had me verbitterd gemaakt en me veranderd. Maar ik noemde Owen geen klootzak en ik fantaseerde niet dat hij bij me terugkwam. Ik was niet van plan dat ooit te proberen.
Ik belde Cody en hij nam me mee voor een borrel en wat serieus handje-vasthouden.
‘Ik heb het nooit serieus opgevat, maar stel dat Owen De Ware is?’
Cody snoof minachtend.
‘Nu heb ik niemand meer met wie ik over Anton kan fantaseren.’
‘Pardon?’
‘We verzonnen verhaaltjes waarin Owen terugging naar Lorna en ik naar Anton. En nu is Owen terug bij Lorna en ik heb… ik heb… NIEMAND.’
‘Je verdeed je tijd met je vriendje met fantaseren – hardop – over een hereniging met je vroegere vriend. Hal-lo.’
‘Het was anders dan het klinkt. We troostten elkaar. Ik was zo dol op Owen en nu mis ik hem zo…’
Cody staarde me gefascineerd aan. ‘Allemachtig. Maar het enige wat jullie deden was ruziemaken.’
‘Ik weet het. Ik wéét dat het nergens op slaat.’
‘Wanneer heb je voor het laatst zo gehuild?’
Ik probeerde het me te herinneren. Toen papa was vertrokken? Ik had nauwelijks een traan gelaten. Toen Anton was vertrokken? Nee, toen ook niet, niet zoals nu. Toen had ik me in mezelf teruggetrokken en iedereen gehaat.
‘Ik weet het niet. Nooit misschien. O, Cody, heb ik een zenuwinzinking?’
‘Er is iets aan de hand, dat staat vast. Vertraagde reactie of zo.’
‘Ik denk dat het beter is alles er maar uit te gooien,’ zei ik snikkend.
‘Jaaa,’ zei hij weifelend. ‘Maar probeer het niet in het openbaar te doen.’
‘Dank je, Cody. Je bent een grote steun geweest, voor jouw doen.’
Ik huilde toen ik probeerde de vakantie naar Antigua te annuleren en huilde nog meer toen ze me mijn geld niet wilden teruggeven. ‘Dat je vriend terug is bij zijn oude vriendin wordt niet gedekt door de verzekeringspolis,’ zei de vrouw van het reisbureau. ‘Maar waarom ga je niet zonder hem?’
‘Dat kan ik niet. Ik ben niet in een conditie om in het vliegtuig te stappen.’
Omdat de vrouw medelijden met me had, negeerde ze de reis-voorwaarden en zei dat ik het geld niet kwijt hoefde te zijn maar iets voor hetzelfde bedrag kon boeken als ik ‘me beter voelde’. ‘En ik weet dat je nu denkt dat dat nooit zal gebeuren,’ voorkwam ze me, ‘maar je zult verbaasd staan.’
Ik huilde bij alles. Ik deed het met opzet. Als ik ’s avonds uitging klampte ik mensen aan en dwong ze naar mijn tragedie te luisteren.
Zelfs het werk maakte me diepbedroefd. Ik werkte aan een heel ongewoon evenement – Max O’Neill, een jongeman van pas achtentwintig, had een terminale ziekte en had mij in de arm genomen om zijn herdenkingsdienst te plannen. Aanvankelijk was ik ontroerd en voelde ik me gevleid dat hij mij had gekozen. Elke keer dat ik hem zag en we video’s opnamen waarin hij zijn vrienden zei dat ze niet om hem moesten treuren of als we de drankjes bespraken voor de ‘party’, kwam ik als een wrak terug.
En te midden van al dat gesnotter viel ik bij Johnny binnen. Na een opvallend hartverscheurende bespreking met Max, reed ik langs de apotheek en in een opwelling ging ik naar binnen, op zoek naar troost. Toen we elkaar gelukkig nieuwjaar hadden gewenst, vroeg hij: ‘Wat kan ik voor je doen?’
Ik had er niet over nagedacht. ‘O, eh… een lolly. En – wat is dat? Verbandgaas? Oké, ik neem een pakje.’
‘Weet je het zeker, Gemma?’
‘Nee, nee, eigenlijk niet. Alleen de lolly.’
Zelfs nadat ik geprobeerd had te betalen (Hij wilde geen geld, ‘Alsjeblieft zeg, het is maar een lolly.’), wilde ik nog niet weg.
‘Hoe staat het leven?’ vroeg hij.
‘Goed,’ zei ik uiterst somber. ‘Mijn vader is terug. Hoe gaat het met je broer?’
‘Heel goed, hij komt gauw weer terug in de zaak en dan kan ik weer mijn eigen leven leiden. Je boek komt nu gauw uit, hè?’
‘In mei. En het wordt al eerder op de taxfree-afdeling van de luchthavens verkocht. Ergens in maart.’
‘Het moet wel heel opwindend zijn.’
‘Mmmm.’
‘Ik verheug me erop het te lezen.’
‘Ik zal je een gratis exemplaar geven.’ Mijn bezorgdheid dat hij over zichzelf zou lezen was verminderd, weggespoeld door mijn tranen.
Ten slotte vroeg hij: ‘En hoe gaat het met je non-vriend?’
‘O, dat is voorbij. Hij is terug bij zijn oude vriendin. Het was allemaal zuiver vriendschappelijk.’
De tranen sprongen in mijn ogen en Johnny gaf me een tissue.
Later, in de rust van mijn eigen flat, besefte ik dat het vriendelijke gebaar met het zakdoekje de oorzaak was van de daaropvolgende waanzin. Ik bette mijn ogen en hoorde mezelf zeggen: ‘Weet je, misschien moeten we samen eens een borrel gaan drinken, jij en ik.’
Ik hield mijn hoofd schuin. Had ik dat werkelijk gezegd?
Toen zag ik zijn gezicht. Je had het moeten zien. Hij leek echt beledigd.
‘O, jee, het spijt me,’ zei ik en liep haastig weg. ‘Het spijt me heel erg.’
Ik kon niet vermoeden dat mijn leven op het punt stond in hoge mate te veranderen.
Het begon met een telefoontje van Jojo.
‘Ik heb geweldig nieuws,’ zei ze. ‘Ik heb een telefoontje gehad van een productiemaatschappij, Eye-Kon. Ze willen een optie op Chasing Rainbows voor een tv-film. Ze zijn er erg happig op, maar ze hebben geen geld. Maar ze spreken over een coproductie met de BBC. Anton zegt -’
‘Anton?’
‘Ja, Anton Carolan. Hé, hij is Iers, dus waarschijnlijk ken je hem wel.’
‘Ik ken hem.’
Stilte. ‘Ik maakte maar gekheid. Je kent Lily, dus natuurlijk ken je hem.’
‘Ik kende hem voordat ik Lily kende.’ Maar ik wilde niet echt scoren. Ik was te verbijsterd: Ik had iets dat Anton wilde hebben. Zelfs in mijn wildste fantasieën had ik dat niet kunnen dromen. Ademloos drong ik aan: ‘Jojo, vertel wat meer.’
‘Ik heb je alles verteld wat ik weet. Zij hebben geen geld, maar de BBC wél. Dus in principe ben je geïnteresseerd?’
‘Natuurlijk!’
‘Ik zal het ze vertellen. Deze dingen nemen tijd, dus wees niet ongeduldig. Ik hou je op de hoogte.’
‘Maar -’
Ze had opgehangen en ik zat naar de telefoon te staren, te verbluft om zelfs maar op te staan. Anton! Die mijn boek wilde!
Jojo had gezegd dat zijn bedrijf Eye-Kon heette, dus keek ik onmiddellijk op internet. Ik kon mijn ogen niet geloven: ze zaten diep in de problemen. In een recent artikel in een vakblad stond dat Eye-Kon al langer dan een jaar geen fatsoenlijk programma had gehad of enig geld had verdiend, en dat ze als ze er niet snel bovenop kwamen, binnenkort failliet zouden zijn. Het klonk alsof Chasing Rainbows een laatste redmiddel was, een alles of niets. Ik kon me vergissen, maar als ik eens gelijk had? Hoe graag zou Anton het willen hebben? Voor het eerst in lange tijd dacht ik aan hem en Lily. Lily zal op het ogenblik niet erg gezellig zijn, dacht ik, nu haar nieuwe boek een flop is. Misschien had Anton wel genoeg van haar, misschien wilde hij deserteren.
Wat moet ik doen? vroeg ik me af. Moest ik die optie via de officiële kanalen laten gaan of moest ik rechtstreeks contact met hem zoeken? Per slot zijn we oude vrienden…
Toen belde Jojo weer. ‘Met Jojo. Kun je vrijuit praten? Ik heb een voorstel.’
‘Nog een? Ga je gang.’
‘Ik heb besloten,’ ze klonk opgewonden, ‘om mijn eigen bedrijf op te zetten en ik zou jou graag meenemen.’
De bofkont. Ik zou dolgraag voor mezelf willen beginnen.
‘Nou, wat zeg je? Doe je mee of niet?’
Dit was de vrouw die me zestigduizend pond had bezorgd. Waarom zou ik niet bij haar blijven? ‘Je kunt op me rekenen. Welke auteurs gaan nog meer met je mee?’
‘Miranda England, Nathan Frey, Eamonn Farrell…’
‘Lily Wright?’’
‘Ik heb haar nog niet gesproken, maar ja, ik hoop van wel.’
‘Ook al heeft haar laatste boek het niet erg goed gedaan.’ Rampzalig. In het laatste Book News had weer een artikeltje gestaan dat het een flop was. Ze had geen contract meer met Dalkin Emery en het artikel suggereerde dat ze geluk had als ze ooit nog een ander contract zou krijgen.
‘Het heeft prachtige recensies
gehad,’ zei Jojo.
O ja? Nou, ik had er niet één van gezien.