Jojo
Vrijdagochtend
Jojo controleerde of de aankondiging van haar partnerschap in Book News stond, ging toen naar Marks kantoor en overhandigde hem een brief. Hij keek er verbaasd naar en vroeg: ‘Wat is dat?’
‘Mijn ontslagbrief. Ik ga weg.’
‘Jojo, in godsnaam… Je bent een partner. Dat was toch wat je wilde?’
‘Alleen omdat mijn vriend zijn invloed heeft gebruikt.’
‘Als je vriend om te beginnen gedaan had wat juist was door voor jou te stemmen, was dat niet nodig geweest. Het spijt me verschrikkelijk.’
‘Je hebt gedaan wat je dacht dat juist was.’
‘Hou op,’ smeekte hij.
Tot haar afschuw besefte ze dat hij op het punt stond te gaan huilen. ‘Je moet een baan hebben.’
‘Ik heb een baan.’
‘Voor wie ga je werken?’
‘Voor mijzelf. Ik ga een eigen agentschap beginnen.’
Mark liet een geluid horen dat half een lach en half een zucht was.
‘Ik kan niet anders, Mark. Ik kan hier niet blijven. Samen met Gant, terwijl ik mijn partnerschap niet via de normale weg kon krijgen? Zo werkt dat niet. En ik ben niet van plan voor een ander agentschap te gaan werken en weer met diezelfde shit te worden opgezadeld.’
Hij lachte verslagen en vroeg toen: ‘Jojo, hoe gaat het nu met ons? Met jou en mij? Ben je van plan persoonlijk zowel als zakelijk zelfstandig te worden?’
Gek, ze had niet echt besloten wat ze zou doen, niet tot op dat moment. Ze keek naar hem, naar zijn geliefde gezicht, zo vertrouwd en knap, ze dacht aan hun liefde en affectie voor elkaar, hun hoop op een gezamenlijke toekomst, de kameraadschap en intellectuele stimulans die ze altijd hadden gedeeld en zouden blijven delen als ze ouder werden.
‘Ja,’ zei ze. ‘Het is over, Mark.’
Hij knikte, alsof hij niet anders verwacht had.
Toen voor de eerste – en laatste – keer deed ze iets wat ze nooit in kantoortijd deed: ze omhelsde hem. Ze drukte zich dicht tegen hem aan, in de hoop zich te blijven herinneren hoe hij voelde, hoe hij rook. Ze sloeg haar armen heel stevig om hem heen, probeerde hem voor eeuwig in haar geheugen te prenten. Toen liep ze weg.
In de gangen van Lipman Haigh werd druk gefluisterd: Jojo haalde haar bureau leeg. Wat was er aan de hand?
Haar telefoon ging en verstrooid nam ze op. Miranda England.
‘Jojo, ik heb eens nagedacht…’
Jojo verkilde.
‘Je hebt geen afdeling buitenlandse rechten in je nieuwe agentschap, hè?’
‘Nog niet, nee. Maar dat komt.’
‘En je hebt nog geen media-afdeling?’
‘Ook die komt er.’
‘Jojo, nu ik een jaar lang geen boek kan schrijven, heb ik het geld nodig van mijn overzeese verkoop. Duitsland betaalt bijna net zoveel als Engeland. En de filmopties brengen ook een hoop geld op.’
‘Miranda, wie heeft je bewerkt? Richie Gant?’
‘Niemand!’
‘Wat heeft hij je geboden?’
‘Niets!’
‘Een lagere provisie? Is dat het? Negen procent. Acht? Zeven?’
Miranda zweeg even en gaf toen gegeneerd toe: ‘Acht. En hij heeft gelijk wat die buitenlandse rechten en de media betreft.’
Manoj danste voor haar op en neer, hield een vel papier omhoog en zei: ‘Gemma Hogan aan de lijn. Het is dringend!’
‘Miranda ik bied je zeven procent, en de afdelingen media en buitenlandse rechten zijn er over drie maanden.’
‘Ik zal erover denken.’