14
Toen Lesley Lattimores levensondermijnende feest voorbij was, kon ik me concentreren op mijn boek, dat goed opschoot. Ik meende dat ik driekwart al af had. Ik was bezig met andere opdrachten, en het enige minpunt – een heel groot minpunt – was mijn moeder. Ik vermoedde dat ze nooit haar goedkeuring zou hechten aan de publicatie van mijn boek.
Ik mailde naar Susan om haar advies te vragen. ‘Wees gewoon eerlijk tegen je moeder,’ zei ze. ‘Het kan nooit kwaad om het te vragen.’
Maar daarin vergiste ze zich.
Ik begon erover tijdens een tv-reclame. ‘Mam?’
‘Hmmm?’
‘Ik denk erover een boek te schrijven.’
‘Wat voor boek?’
‘Een roman.’
‘Waarover?’
‘Eh… Zet die tv even uit, dan zal ik het je vertellen.’
AAN: Susan-inseatlte@yahoo.com
VAN: Gemma343@hotmail.com
ONDERWERP: Bekendmaking van het nieuwsLieve Susan,
Ik heb je advies opgevolgd en het haar verteld. Ze noemde me een kreng. Ik kon het niet geloven, en zij ook niet. Zelfs Colette had ze nog nooit een ‘kreng’ genoemd.
Toen mam de plot hoorde, viel haar mond steeds verder open en haar ogen puilden steeds meer uit.
‘Jij… jij…’ – er volgde een lange, dramatische pauze – ‘KRENG!’ Het was of ze me een klap in mijn gezicht had gegeven – en toen besefte ik dat ze dat daadwerkelijk had gedaan. Een harde klap met de palm van haar hand. Ze raakte mijn oor met haar ring en dat deed echt pijn.Ik probeerde uit te leggen dat het niet over haar en papa ging, althans niet meer. Maar ze pakte de stapel papieren die ik voor haar had uitgeprint. ‘Is dit het?’ snauwde ze. Ze probeerde ze doormidden te scheuren, maar de stapel was te dik, dus verdeelde ze die in kleinere stapeltjes en ging er toen op los. Ze gromde, en ik was bang dat ze erin zou gaan bijten. Of ze zelfs opeten.
‘Zo!’ verklaarde ze toen elke pagina in snippers was gescheurd. ‘Geen boek meer!’
Ik had het hart niet haar te vertellen dat het allemaal in de computer was opgeslagen.
Mijn oor doet nog steeds pijn. Ik ben echt een gekwelde artiest.
Liefs
Gemma
Het verstoorde de sfeer tussen mij en mijn moeder. Ik voelde me schuldig en beschaamd – maar ook rancuneus. En ik weigerde te stoppen met schrijven. Je mag het egoïstisch noemen, maar ik heb veel opgegeven, en een inwendige stem zei steeds weer: En ik dan?
Het was een normale werkdag. Ik was bezig me aan te kleden en ze zette me klem. ‘Hoe laat kom je thuis vanavond?’
‘Laat. Rond elf uur. Ik ga eten in het nieuwe hotel op de kade. Waar ik de conferentie wil houden.’
‘Waarom?’
‘Daarom,’ zei ik zuchtend, mijn panty omhoogtrekkend, ‘ik moet het eten van het hotel uitproberen om te zien of het goed genoeg is voor de conferentie. Je kunt met me mee als je me niet gelooft.’
‘Ik zeg niet dat ik je niet geloof, ik wil alleen niet dat je gaat.’
‘Dat is jammer dan, want ik heb geen keus. Ik moet mijn werk doen.’
‘Waarom?’
‘Omdat ik een hypotheek moet betalen.’
‘Waarom verkoop je die ouwe flat niet en komt hier wonen?’
OOOOOEEEEEIIIII! Mijn grootste angst.
Er knapte iets in me.
‘Ik zal je vertellen waarom,’ zei ik luid. ‘Stel dat papa met Colette trouwt en we moeten dit huis uit? Dan zullen we blij zijn dat we mijn flat hebben om in te wonen.’
Ik betreurde mijn woorden onmiddellijk. Ik dacht dat ze weer een zogenaamde hartaanval zou krijgen. Ze snakte naar adem en tussen het gehijg door zei ze: ‘Dat gebeurt nooit.’
Ze bleef nog wat hijgen en toen, tot mijn grote verbazing, zei ze: ‘Het zou kunnen gebeuren. Het is zes maanden geleden en hij heeft niet één keer de telefoon beantwoord. Hij heeft geen belangstelling voor me.’
En weet je? – de volgende dag, met een bijna griezelige timing, kwam er een brief van papa’s advocaat, waarin hij vroeg of we bijeen konden komen om een permanente financiële regeling te bespreken.
Ik las hem en gaf hem toen aan mam. ‘Wil dat zeggen dat hij mijn huis gaat verkopen?’
‘Ik weet het niet. Misschien. Of misschien geeft hij het aan jou, als je afstand doet van alle verdere eisen.’
‘Wat voor eisen?’
‘Op zijn inkomen, zijn pensioen.’
‘En waar moet ik dan van leven? Van de lucht?’
‘Ik zal voor je zorgen.’
‘Dat hoort niet nodig te zijn.’ Ze staarde uit het raam en zag er minder verbijsterd en verslagen uit. ‘Ik heb mijn leven lang voor hem gezorgd,’ zei ze peinzend. ‘Ik was zijn kokkin, zijn schoonmaakster, zijn concubine, de moeder van zijn kind. Heb ik geen rechten?’
‘Ik weet het niet. We zullen een advocaat moeten raadplegen. Dat had ik al eeuwen geleden moeten doen, maar ik had gehoopt dat het niet zover zou komen.
Weer viel er een stilte. ‘Dat boek van je? Hoe komt je vader daarin naar voren?’
‘Slecht.’
‘Ik heb er nu spijt van dat ik het verscheurd heb.’
‘Hoeveel spijt?’ Kalm aan.
‘Je kunt het zeker niet nog eens schrijven?’
AAN: Susan-inseattle@yahoo.com
VAN: Gemma343@hotmail.com
ONDERWERP: Ze heeft ja gezegd!
Ze zegt dat ze wil dat papa met naam en toenaam te schande wordt gemaakt. En raad eens? Mijn boek is af! Ik heb tot zes uur vanmorgen zitten schrijven. Oké, het eind lijkt een beetje op een sprookje en in het boek van een ander zou ik erom lachen, maar zoals alles in het leven, is het iets anders als het van jezelf is.
Liefs,
Gemma
Ik belde papa om erachter te komen wat die definitieve regeling inhield. Het was wat ik gevreesd had: hij wilde het huis verkopen, zodat hij een nieuw huis kon kopen voor Colette en die rotkinderen van haar. Mam en ik gingen naar een advocaat voor familierecht, Breda Sweeney.
‘Mijn vader wil het huis verkopen. Mag hij dat?’
‘Niet zonder jullie toestemming.’
‘En die krijgt hij niet,’ zei mam.
Ik was aangenaam verrast, want ik had altijd vermoed dat de wet in dit soort gevallen de vrouwen achterstelde. Dit leek integendeel heel beschermend…
Te overhaast. Breda was nog aan het woord. ‘Maar als de scheiding een jaar heeft geduurd, kan hij naar de rechter stappen en zijn zaak bepleiten.’
‘Hoe?’
‘Dat hij nu twee gezinnen moet onderhouden en dat een groot deel van het vermogen vastligt in het vroegere familiehuis. Meestal zal de rechter beslissen dat het huis verkocht moet worden en de opbrengst gedeeld.’
De angst greep me bij de keel en mam vroeg: ‘Wil dat zeggen dat ik mijn huis kwijtraak?’
‘U krijgt geld om een nieuw huis te kopen. Misschien niet vijftig procent van de opbrengst, dat moet de rechter bepalen, maar u krijgt toch íets.’
‘Maar het is mijn thuis. Ik heb daar vijfendertig jaar gewoond. En de tuin?’ Ze dreigde hysterisch te worden. Ze was niet de enige. De huizenprijzen in Ierland waren zo hoog dat zelfs als ze de helft van de opbrengst kreeg, ik wist dat mam nooit iets zou kunnen kopen dat ook maar enigszins in de buurt kwam van dit huis.
Het werd erger en erger. Mam was tweeënzestig, een vrouw in de herfst van haar leven, en ze stond op het punt verjaagd te worden uit het huis waar ze meer dan de helft van haar leven had doorgebracht, veroordeeld tot een woning voor starters halverwege Cork.
‘Maar mijn vader zal verplicht zijn haar te blijven onderhouden?’
‘Niet noodzakelijkerwijs. Volgens de wet heeft Maureen recht op zoveel hij kan afstaan om haar levensstijl te handhaven zonder dat hij tot armoede vervalt.’ Breda maakte een machteloos gebaar. ‘Er is maar een beperkte hoeveelheid geld beschikbaar.’
‘Ik heb bijna geen tranquillizers meer,’ zei mam toen we thuis waren. ‘Ik wil niet zonder zitten. Niet nu, na dit nieuws. Wil jij voor me naar de apotheek gaan?’
‘O. Goed.’ Ik merkte dat het me een raar gevoel gaf. Ik had Johnny een paar weken niet gezien, niet meer sinds onze flirtpartij.
Waarom zag ik ertegen op hem weer te zien? vroeg ik me af. Per slot was hij een heel aardige, knappe man. Maar ik wist dat het verkeerd was wat ik deed. Owen – hoe dan ook – was mijn vaste vriend en het was niet eerlijk tegenover hem om met Johnny te flirten. Niet tenzij ik van plan was er iets aan te doen: Bijvoorbeeld er een eind aan maken met Owen en doortastend de apotheek binnen te lopen voor meer dan het afhalen van een recept. En zou ik dat doen?
Het was tot daaraan toe om vaak hardop met Owen te fantaseren over Anton, maar Johnny was iets anders. Hij was reëel. Hij was dichtbij.
Hij was geïnteresseerd.
Ik wist dat ik de mogelijkheid had en al gaf het me vlinders in mijn buik, toch was ik bang. Ik wist niet waarom, ik wist alleen dat ik bij Owen niet bang was.