Hoofdstuk 47
Nashville
19.00 uur
Ariadne verkruimelde de kruiden tussen haar handpalmen en rolde ze heen en weer, zodat de geurige twijgjes gelijkmatig in het vuur vielen.
‘Isis, Astarte, Diana, Hecate, Demeter, Kali, Inana.’
Ze herhaalde de aanroeping vier keer, kalm, monotoon, de laatste lange ‘A’ van Inana uitrekkend, en voelde zichzelf een worden met haar pantheon. Haar favoriete en sterkste manier van waarzeggen was met gebruikmaking van vuur, en ze was er zeker van dat ze de bewegingen van de heksenmeester kon volgen, nu de band met zijn kring was verbroken. Hij zou zijn emoties op de wind laten ronddwalen, op zoek naar wegen om hen weer bijeen te brengen, en Ariadne was ervan overtuigd dat ze een verbinding met hem tot stand kon brengen.
De vlammen rezen hoog voor haar op, geparfumeerd met rozemarijn voor herinnering en met jasmijn, omdat dat de geur van de heksenmeester was. Ze liet haar ogen dichtvallen, dieper en dieper in trance rakend. Toen opende ze haar ogen weer en staarde diep in de vlammen, zoekend.
Ze zag een altaar, simpel, primitief zelfs, en een athame met een zwart heft. Twee lichamen, één mannelijk, één vrouwelijk, hielden zich bezig met de Grote Daad. Daarna zag ze de vrouw huilen, en de man verdween. Verder niets.
Ze schoof naar achteren en schetste het altaar dat ze had gezien. Er werd een vrouwelijke godheid aanbeden. Ze probeerde het geheel te doorgronden.
De mannelijke figuur in de vlammen was de jongen die ze in Subversion had gezien. Ze wist alleen niet wie hij was, of welke rol hij speelde. De vrouw leek de sterkste van de twee, maar misschien zag ze dat verkeerd. Soms verborgen mannen hun kracht in de aanwezigheid van een vrouw van wie ze hielden, haar als gelijke behandelend. Toen ze hen in het centrum had gezien, had de jongen de sterkere helft geleken. Eén ding was zeker: hun band was heel intens.
Ze wist niet wat ze nog meer kon doen. Ze had het woord verspreid onder haar broeders en zusters. Ook zij waren op zoek naar de mysterieuze heksenmeester. Uiteindelijk viel ze in een lichte slaap, haar tekenboek bij de hand, in de hoop dat de goden haar in haar dromen de weg zouden wijzen.