Hoofdstuk 38
Nashville
12.30 uur
De vergaderzaal zag er precies zo uit als Taylor prettig vond: whiteboards vol gegevens, met de foto’s van de slachtoffers bovenaan, zodat ze alle informatie over de victimologie daaronder konden invullen. Er was een apart whiteboard met de informatie over de moordenaar. Daar liep Taylor naar toe. Ze ontrolde de tekening die Ariadne haar had gegeven en plakte hem met een magneet vast.
‘Wat is dat?’ vroeg Marcus.
‘Dit is de tekening die Ariadne heeft gemaakt van de jongeren die zij op de avond van Halloween heeft gevolgd. Haar beeld van de moordenaars. Met en zonder make-up. Thorn heeft ze niet herkend, maar ze haalde wel Susan Norwood uit een aantal foto’s. Ik wil dat meisje hier terug hebben. Ze is betrokken bij de moorden en de drugs.’
‘Ik ga meteen aan de slag,’ zei Marcus, en hij liep de zaal uit.
Lincoln zat op zijn laptop te tikken. Ze hoorde hem laag en lang fluiten. Vervolgens stond hij op en bestudeerde de tekening grondig. Hij ging terug naar zijn laptop, tikte nog een paar keer op het toetsenbord, en zei toen: ‘Kom hier eens naar kijken, inspecteur. Ik heb iets gevonden.’
Taylor ging naar hem toe en keek over zijn brede schouder naar het digitale scherm van de laptop. Hij zat op een video-sharingsite.
‘Vertel me alsjeblieft niet dat dit weer de film is,’ zei ze.
‘Nee. Dit is afkomstig van het adres dat onderdeel uitmaakte van de ghost-IP. Een andere upload vanaf dezelfde plek.’
Hij klikte de afspeelknop aan.
Afschuwelijk lawaai kwam uit de luidsprekers gezet, galmende industriële geluiden waar iets van een melodie in te ontdekken viel en een gedempt geschreeuw, de woorden nauwelijks herkenbaar. De titel van de film was: Handleiding voor de make-up van Goths. Het scherm ging even op zwart, waarna het gezicht van een meisje de ruimte vulde. Ze was knap, hoge jukbeenderen, grote ogen die heel, heel erg groen waren. Taylor wist meteen dat het gekleurde contactlenzen moesten zijn. Baldwin had natuurlijk heldergroene ogen die net zo straalden, maar veel mooier. De film versnelde, dubbele snelheid, en het meisje bedekte haar gezicht met parelmoerachtige make-up, bracht rouge aan, maakte haar wenkbrauwen zwart, waarna ze aan haar ogen begon.
De zwarte kringen werden steeds groter. Elke lijn werd met een vaste, geoefende hand aangebracht. Ze bouwde een fundament rond het oog, die door elke streek dieper en breder werd, legde laag na laag mascara aan totdat het groen naar voren kwam als een smaragd en de rest van het gezicht verdween. Ze ging over op haar lippen, omlijnde ze met zwart, waarna ze de zachte kussentjes invulde. Boven de welving van de bovenlip trok ze een smal wit lijntje. Toen ging ze weer terug naar haar ogen om lange zwarte krulvormen op haar wangen te tekenen.
KLAAR, schreeuwde de ondertiteling. Daarna ging het beeld terug naar het meisje, een snelle ervoor-en-erna. Ze glimlachte en haar tanden blikkerden wit tegen hun zwarte achtergrond; de lange geslepen hoektanden deden Taylor denken aan de opengesperde monden in Barent Johnsons slaapkamer. Toen de video afgelopen was, eindigde ook de irritante muziek.
‘Wat denk je daarvan?’ vroeg Lincoln.
Taylor glimlachte naar hem, ging naar het whiteboard en bracht Ariadnes tekening naar hem toe.
‘Dat is haar, hè?’ vroeg ze.
Lincoln knikte. ‘Ik denk van wel. Ze lijkt er beslist op.’
‘Vertel me alsjeblieft dat er een naam bij deze video staat.’
‘Klopt. De aftiteling zegt: “met in de hoofdrol de hogepriesteres Fane, als zichzelf”.’
‘Fane. Fane. Waarom klinkt die naam zo bekend?’ vroeg McKenzie zich hardop af.
Taylor liep naar de vergadertafel, pakte de dossiermap van Hillsboro High School en stak hem triomfantelijk in de lucht. ‘Ze staat hierin. Op de lijst van goths.’
Na de map opengeslagen te hebben, scande Taylor de namen tot ze tegenkwam waarnaar ze op zoek was. ‘Hier. Fane Atilio. Ze zit in het tweede jaar. Hoort bij de goths, haalt hele goede cijfers, blinkt uit in Engels en geschiedenis.’
‘Heeft ze een vriendje?’
‘Dat staat er niet. De informatie over haar is beperkt. Het lijkt erop dat ze zich gedeisd houdt. Ze is nooit in de problemen geweest, heeft nooit straf gehad.’
‘Staat er een adres bij?’ vroeg McKenzie.
‘Ja. Zin in een ritje? Ik neem een paar extra agenten mee, voor de zekerheid. Misschien hebben we geluk.’
‘Reken maar.’