Hoofdstuk 30
Middernacht
Ariadne wierp een blik op de politieauto die voor haar huis geparkeerd stond en zuchtte. In ieder geval hadden ze haar naar huis laten gaan. Even had ze gedacht dat de inspecteur haar zou arresteren en haar de nacht in een cel zou laten doorbrengen. In plaats daarvan was ze naar huis gebracht en had men haar verteld niet te vertrekken, tenzij dat haar gevraagd werd. Dat was prima; ze had meer dan genoeg te doen.
Ze deed de lichten in het huis uit en startte haar voorbereidingen door een lang heilzaam bad te nemen en zich met aromatische kruiden in te wrijven, waardoor haar geest zich zou openen. Toen het rituele bad achter de rug was, ging ze naar haar zitkamer. Ze maakte vuur in de open haard, stak de kaarsen aan, opende haar Boek der Schaduwen en knielde neer voor haar altaar.
‘Wees mij trouw zoals ik u trouw ben. Eer dat wat ik heb gecreëerd zoals ik u eer. Godin, hoor mijn gebeden aan. Zonder dat er iemand schade wordt berokkend, laat het zo zijn.’
Ze zweeg even om de impact van de woorden door haar lichaam te kunnen voelen stromen. Haar godin, de Godin van de Maan, Diana, was altijd aanwezig, en ze antwoordde. De kloppende energie die haar vulde, maakte dat ze naar adem hapte.
Ze was al vroeg uitverkoren, toen Diana zich had geopenbaard tijdens een voorspellingsspreuk. Zodra Ariadne eenmaal haar pad had leren kennen, was ze sterker geworden. Sterk genoeg om de positie van Hoge Priesteres van haar heksenkring te bereiken, voordat ze was vertrokken.
Voor haar was het beter om alleen te werken. Ze hield ervan anderen de Oude Religie bij te brengen, dus onderhield ze een blog, met duizenden dagelijkse volgelingen, het gekonkel negerend waarmee de anderen van haar soort zich bezighielden.
De gebeurtenissen van de afgelopen twee dagen waren echter te belangrijk voor haar om te negeren. Terwijl de rest van haar volgelingen roddelde of bad, voelde zij zich verplicht te helpen.
Eerlijk gezegd werd ze gefascineerd door de inspecteur. Die had geen idee hoe krachtig ze in werkelijkheid was. Kon ze maar meer tijd met deze vrouw doorbrengen, haar scepsis wegnemen. Maar nee. Taylor Jackson was een empirisch wezen. Zelfs als ze bewijs zou krijgen dat er een andere wereld bestond, zou haar geest een rationele verklaring bedenken.
Ariadne stak een kaars aan, staarde in de flikkerende vlam en riep een geestelijk beeld van Taylor Jackson op. Haar ogen waren het opvallendst. Athena’s ogen, met het grijs van een stormachtige middag, van wolken die door de lucht dreven. De iris van het rechteroog was donkerder dan van het linker, wat nog duidelijker te zien was als ze boos werd. Haar neus, een beetje scheef, en die brede beweeglijke mond. Er lag kracht verborgen onder de dikke donkere wimpers. Kracht waarvan de vrouw zichzelf niet bewust was. Ze was eerlijk zonder een oordeel te vellen, sceptisch maar bereid om hulp te aanvaarden. Dat kwam je zelden tegen bij een persoon, laat staan bij een politieagent.
Ariadnes poes kronkelde om haar benen, aangetrokken door de energie die ze uitstraalde. Ze pakte het beest op, knuffelde haar even, en blies daarna de kaars uit. Ze had haar onderbewustzijn in het bed uitgenodigd, en haar dromen zouden haar vertellen wat ze moest weten. Die middag had ze angst gevoeld, krachtig en levendig, en ze was bang voor de gevolgen.
Toch moest ze het proberen.
Dat moest ze.