Hoofdstuk 20

 

 

Nashville

Allerheiligen, 10.00 uur

 

Raven en Fane waren Ember achterna gerend om haar tegen te houden, maar ze was hun te snel af geweest. Ze konden niet naar haar huis gaan; Raven wilde zich niet op de plaats delict vertonen. Hij was niet achterlijk. Hij wist dat als ze daar zouden verschijnen – met hun bleke gezichten en pikzwarte haren – de mensen die het onderzoek leidden, hen zouden opmerken en de puzzelstukjes aan elkaar zouden leggen.

In stilte waren ze het centrum uit gereden. Misschien kon hij een honkbalpet en een kakikleurige broek kopen en op die manier proberen binnen te komen. Dat idee verwierp hij weer. Ook al zou hij zijn best doen om eruit te zien als de rest van de wereld, hij zou altijd anders zijn, altijd afgescheiden. Ze zouden hem in een oogwenk eruit halen als iemand die deed alsof. De schaduwen van de nacht zaten net zo permanent op zijn gezicht geëtst als een tatoeage.

De rest van de nacht brachten ze met zijn tweeën door. Ze sliepen uit, waarna hij Fane met een tedere kus bij haar huis afzette. Weer thuis, voelde zijn eigen huis stil, afwachtend aan. Hij pakte wat melk uit de koelkast en ging naar zijn kamer.

Wat te doen met Ember?

Hij ging naar het kleine altaar dat in een hoekje op de grond stond en dat hij gebruikte voor zijn duisterste padwerk. Op het kleine tafeltje bevonden zich een kelk, zijn athame en een zwarte doos zonder deksel. Zijn gereedschap, zijn instrumenten. Ze wachtten op hem. De energie kwam in golven uit de doos omhoogrijzen.

Dit waren zijn draagbare spullen, die hij meestal in zijn auto had liggen voor zeer dringende zaken. De afgelopen avond had hij ze naar de huizen van zijn vijanden meegenomen, voor kracht. Een veer voor de lucht, een stuk lavaglas voor de aarde, een lucifer voor het vuur en een schelp voor het water. Elk voorwerp was bezield met bezweringsformules, uitgesproken in het maanlicht, om ze kracht te geven en aan hem te verankeren. Hij had geen chique spullen nodig, hoefde zich niet met weelde te omringen. Hij aanbad de aarde, en zijn instrumenten vertegenwoordigden die.

Hij schikte de spullen in de juiste volgorde op het altaar – noord, oost, zuid, west – stak een met jasmijn en ylang-ylangolie geparfumeerde kaars aan, waarna hij op de vloer ging zitten met zijn gezicht naar de vlam, en keek. Hij negeerde de telefoon toen die overging, in de wetenschap dat het Fane zou zijn. Hij had rust en stilte nodig. O, hoe graag zou hij willen dat het buiten donker was. Wanneer er geen zon en licht was, kon hij zich zoveel beter concentreren.

Hij ontspande zich in een diepe bezinning, mediterend over het juiste pad, totdat de vlam van de kaars ten slotte verdronk in de gesmolten was.

Toen hij weer bij zinnen kwam, wist hij wat hij moest doen. Hij opende zijn Boek der Schaduwen, op zoek naar de juiste bezweringsformule om Embers woede te neutraliseren, haar weer naar hen terug te brengen.

Hij vond de formule, ging naar zijn altaar en pakte het poppetje op dat hij twee weken eerder voor de zekerheid had gemaakt. Hoe erg hij het ook vond, hij moest Ember straffen. Ze zou het pad zien nadat ze geleden had. Terwijl hij de was in een vrouwelijkere vorm kneedde, dacht hij na.

De pentakels waren een meesterlijke zet. De politie zou in rondjes achter hun staart aan rennen, op zoek naar verdachten die met hun stomme profielen overeenkwamen, en de struiken en donkere kerken uitkammen op zoek naar satanisten en dat soort figuren. Satanisten. Wat een giller. Ze hadden geen macht in zijn wereld; satan bestond niet. Duistere engelen, verspreiders van het kwaad, zeker, maar met de juiste bezwering, de juiste hoeveelheid controle en kracht van de Eliseïsche Velden en het schimmenrijk konden ook zij gedwongen worden vóór je te werken.

Hij zond een snel geestelijk bedankje aan Azrael en voelde zijn huid warm worden toen de gedachte vorm kreeg. Azrael was nu bij hem, in hem. Hij had zijn ziel geopend voor de donkere engel, hem toegang gegeven tot de diepste nissen in zijn geest. Nu werd hij nog krachtiger. Door het bloed te vergieten van de ongelovigen had hij nieuw gewicht gekregen. Een moment lang vroeg hij zich af hoe sterk hij zou worden. Daarna zette hij het poppetje neer. Het was klaar. Om middernacht zou hij naar de begraafplaats gaan, de woorden spreken die een einde zouden maken aan Embers verzet en haar weer naar zijn zijde zouden terugbrengen.

De onwetendheid van de lekengemeenschap zou voor verwarring zorgen en hem dus tijd opleveren. Hij had nog slechts een paar dagen nodig om de rest van zijn plan uit te voeren. Thorn was van de aardbodem verdwenen. Raven nam aan dat Ember contact met hem had gehad en hen probeerde uit elkaar te halen. Ember zelf had haar telefoon uitgezet; ze reageerde niet. Hij voelde zijn leven, zijn wereld uit elkaar vallen, maar kalmeerde zichzelf met de wetenschap van wat hij nog moest doen. Hij was almachtig, en hij had Fane. Fane zou hem nooit verlaten, zou hem nooit verraden. Dat wist hij zeker.

Hij startte zijn computer, er met een routing via diverse servers ervoor zorgend dat het adres naar Japan zou leiden, en ging toen naar YouTube. De video was verdwenen.

Hij voelde de woede door zich heen razen, de woede van de donkere engel. Razend tikte hij op de toetsen, zoekend, totdat hij hem weer vond, op een sharing site genaamd Vimeo. Hij wierp een blik op de commentaren. Die liepen uiteen van geschoktheid tot bewondering. Hij slaakte een zucht van opluchting. Het plan had gewerkt. De video verspreidde zich als een virus, precies zoals hij had gewild. Hij keek nog op een paar andere sites. Sommige hadden hem nog, andere hadden hem verwijderd. Dat was prima. Mensen zouden hem er in zijn plaats blijven opzetten, totdat de hele wereld zijn meesterwerk zou hebben gezien.

Zijn lippen krulden zich tot een grijns, en hij liet zijn tong over zijn gekloofde lippen glijden. Ondanks het constante gebruik van Fanes Philosophy Kiss Me-lipscrub, leek de zwarte lippenstift die hij zo graag gebruikte de bovenlaag van zijn lippen aan te vreten, waardoor er voortdurend kloofjes in zaten. Zijn nerveuze gelik maakte het alleen maar erger, en uiteindelijk smeerde hij zijn mond maar helemaal in met Carmex wanneer hij zich niet tussen de mensen bevond. Zonde, want hij had er een hekel aan om in de spiegel te kijken wanneer hij niet in stijl was opgemaakt. De make-up gaf hem kracht, hielp hem zich te verbergen. Hij zette de bureaulamp achter zich uit, zodat hij zijn reflectie niet in het scherm van de laptop zou zien.

Daarna startte hij de film, leunde achterover en keek.

Het had Fane en hem weken gekost om de film te kunnen maken. Er waren zoveel kleine dingen aan te pas gekomen: de scenariocursus die zij op Watkins had gedaan; de digitale filmcursus die hij afgelopen zomer aan The Art Institute had gevolgd; de kosten van de camera en de laptop die hij had moeten kopen zodat hij van de video een samenhangend geheel kon maken. Ze hadden hun geld bij elkaar gelegd en de investering gedaan. Hij was er zeker van dat dat alles zich op de lange termijn terug zou betalen. Movie Maker bleek ongelooflijk simpel in gebruik te zijn. Fane en hij hadden het scenario geschreven en om de beurt gefilmd. Het had hun drie weken gekost om alles perfect te krijgen: de opnames; het inkorten van de scènes; een plan opstellen voor de delen die nog niet goed liepen; de film beeld voor beeld opbouwen. De muziek was moeilijker geweest dan hij had verwacht, maar toen hij eenmaal Audacity had gevonden, een onlinemuziekeditor, was hij in staat om de muziek naadloos in te voegen.

Goed, hij had tot gisteren zitten prutsen aan de achtergrondmuziek, maar dat was meer vanwege het effect, om de echte namen die werden geschreeuwd eruit te halen en te vervangen door die van de personages. Hij moest toegeven dat hij briljant werk had afgeleverd. Fane had ook geholpen. Ze waren zo goed met de software geworden, zo perfect, dat ze, toen ze de echte moordscènes hadden moeten uploaden, in staat waren geweest dat in minder dan een uur te doen. Nou ja, anderhalf uur; ze waren halverwege gestopt om wild de liefde te bedrijven. Het was het diepste samenzijn dat ze ooit ervaren hadden en had hen beiden ademloos en trillend achtergelaten, hun handen nog steeds onder het bloed van de ongelovigen.

Ja, de kwaliteit was niet helemaal honderd procent, op bepaalde stukken was het beeld wat trillerig, maar tenslotte waren ze horror aan het filmen. The Blair Witch Project was een enorm succes geweest, en hun camera had gedurende de hele film op-en-neer gestuiterd. Het zou prima in orde komen. Wanneer de film eenmaal door een studio was opgepikt, zou een nieuwe producent misschien iets met de slechtere stukken willen doen, maar Raven was ervan overtuigd dat zijn genialiteit gewaardeerd zou worden. En hij had gelijk gehad. Dat de film zich als een virus verspreidde, zou het eerste deel van het plan ondersteunen.

Hij leunde achterover in zijn stoel. Altijd al had hij geweten dat het lot meer voor hem in petto had dan anderen. Veel, veel meer.

Aangezien hij zich al op jonge leeftijd bewust was geweest van zijn anders-zijn, had Raven er alles aan gedaan om zichzelf te begrijpen. Filosofie gaf hem rust. Door de zware taak van zelfverwerkelijking had hij zijn ware drijfveren gevonden. Hij kon het niet helpen dat hij duistere gedachten had. Dat was zijn aard. Hij kon het niet helpen dat hij een natuurlijke leider was. Dat was zijn rol in het universum. Hij verslond Sartre en Nietzsche, Jung en Freud. Plato, Aristoteles, Socrates. Hij vulde zijn geest met grote werken, dook in de mythologie, en kwam er zo achter dat hij grote affiniteit voelde voor de concepten van het pantheïsme, de polytheïstische religies. Eén god voldeed niet, dat was hem al snel duidelijk geworden. Hij stopte met televisiekijken en verslond boeken. Hij begon bij het begin, bij Hesiodus’ Theogonia en Bullfinches Mythologie en bouwde het van daaruit op. Zijn boekenverzameling was enorm uitgebreid. Hij voelde affiniteit met de aarde, met de natuur, de maan en de cycli van de planeet, en was zich al vroeg in zijn tienerjaren openlijk met paganisme gaan bezighouden.

Terugdenkend gleed hij met zijn vinger over de rug van het Italiaanse heksenboek dat hij altijd bij de hand hield op zijn bureau. Hij voelde een sterke verwantschap met de Stregheria, de Italiaanse versie van wicca. Dichter bij de Oude Religie, dichter bij de oorsprong van de berg Olympus, bij het begin der tijden, kon hij niet komen. Hij hield van de wijze waarop ze hun geloof beleden, en was van mening dat de moderne versies van wicca, de gardneriaanse en alexandriaanse methoden, lang niet zo mooi waren. Nooit had hij het gevoel gehad dat het verkeerd was om in de Oude Religie te geloven, nooit had hij gevonden dat hij zich voor de rest van de wereld zou moeten verbergen, voor de strenge blik van de oudere heksen die in Nashville praktiseerden. Hij gaf er de voorkeur aan om iedereen in zijn vreugde te laten delen, maar de ouderwetse heksenkringen wilden hem niet accepteren. Te jong, te controversieel. Dat maakte niet uit; hij had zijn eigen kring gevormd.

Hij was een evangelist voor de strega. Tweehonderd jaar geleden zou hij op de brandstapel gestorven zijn, geroosterd onder de aanmoedigende kreten van lokale dorpelingen, verdoemd voor het bezitten van een vooruitziende blik.

Maar nu niet meer. De strega waren machtig, en hij was trots dat hij op hun manier de goden aanbad.

Het lag voor de hand dat zijn duistere pad, zijn nachtelijke traditie, de zelfinwijding waarmee hij zijn band met het goddelijke versterkte, hem de weg naar de goths had gewezen. De gotische levensstijl – de echte gotische levensstijl, niet het opsmeren van make-up en dragen van zwarte kleren omdat dat er cool uitzag – werkte via een pad van zelfbewustzijn, toegewijde observatie, aanbidding, het bewenen van de rest van de wereld die aan kapitalistische hebzucht ten onder ging, en een voorkeur voor individuele uitoefening. Het sprak hem allemaal aan. Eindelijk had hij zijn plaats gevonden.

Hij had de naam Raven aangenomen en was heel geworden.

Dat was het punt waarop zijn ware bewustwording was begonnen. Zonder een moment te twijfelen was hij op zoek gegaan. Hij had zijn Boek der Schaduwen met bezweringsformules en toverspreuken, ideeën en recepten gevuld. Het boek was een in leer gebonden dagboek dat hij in een boekenzaak had gevonden, met een koord van ongelooid leer die het geheel bij elkaar hield. Liefdevol wond hij het koord om het boek, in de wetenschap dat alleen hij de krachten kende die zich erin bevonden. De schaduwen van de bezweringsformules, de ideeën die glinsterden op het lege perkament, dat was waar zijn echte macht lag.

Door onderzoek wist hij zijn vorming te vervolmaken. Hij maakte zichzelf tot een deskundige in zijn bezweringsformules, lyrische woorden gebruikend om dingen te veranderen waar hij niet tevreden mee was, schreef zijn eigen versies van de traditionele, en niet zo traditionele, aanroepingen. Hij oefende zich in orakelen – gedachtelezen; padwerk – zijn weg zoekend onder de voorouders, hen toelatend in zijn eigen wereld. Hij geloofde oprecht dat als hij openstond en volgzaam was, de goden en godinnen zichzelf op talloze manieren aan hem bekend zouden maken. En dat deden ze. Tekenen van acceptatie in hun wereld waren overal.

Helderziendheid, manieren om de toekomst te voorspellen met behulp van verfijnde bezweringsformules, kwam daar vlak achteraan. Ten slotte begon hij te spelen met de gedachten om anderen erbij te betrekken. Hij trok gelijkgestemden aan en koos daar tenslotte de sterksten uit: zijn drietal, zijn Onsterfelijken. Hij onderwees hen in de Oude Religie, en ze aanbaden hem.

Het pad was juist en goed. Het pad zou hem naar grootsheid leiden. Het pad zou hem laten zien hoe hij net zo machtig kon worden als de cycli van de aarde, als het rijzen van de maan, als de godin Diana.

Het begon zo simpel. Hij beraamde plannen en zwoer samen, in het besef dat hij het woord moest verspreiden, anderen moest rekruteren. De Onsterfelijken waren nu slechts met zijn vieren, maar hun aantal zou groeien. Zijn eigen leger, geleid door volmaakte liefde en volmaakt vertrouwen. Samen zouden ze de wereld veranderen. Samen zouden ze iedereen die hen met spot en minachting tegemoet trad hun zonden betaald zetten.

Hij realiseerde zich dat de film opgehouden was. Zich voornemend deze keer beter op te letten, startte hij hem opnieuw. Het was moeilijk om zo’n magnifiek werk te zien en je niet in het verhaal erachter te verliezen. Hij vroeg zich af of hij er niet een soort aantekeningen bij moest zetten, moest uitleggen wat de bedoeling was. Maar de brief was voorlopig voldoende.

Uit zijn laptop kwam schril geschreeuw, leven dat werd genomen terwijl hij erbij stond, zich voedend met de zielen van de verachtelijken.

Hij vroeg zich af wat er zou gebeuren als iedereen op aarde zou sterven.