Hoofdstuk 22

 

 

Nashville

11.00 uur

 

Taylor en McKenzie verlieten Hillsboro High School met de dossiers van verschillende studenten, waaronder dat van Juri Edvin, en een lijst van kinderen die de leerlingenbegeleiders als goth hadden bestempeld. Het verbaasde haar toen ze een van de namen op die lijst herkende. Letha King maakte onderdeel uit van de alternatievelingen. Taylor kon het niet nalaten zich af te vragen of ze bij deze zaak betrokken was.

Kon een meisje haar eigen broer vermoorden? Het antwoord was helaas: ja. Ze belde Marcus om hem te vragen voor later een afspraak met Letha te maken.

Taylor wilde rechtstreeks naar het ziekenhuis, met Juri Edvin praten. Daarna wilde ze een vel met foto’s laten samenstellen, die ze aan Theo Howell zou voorleggen om te zien of hij de drugsdealer Thorn eruit kon halen. Het idee dat Thorn en Juri Edvin een en dezelfde persoon waren, klonk Taylor heel logisch in de oren. En misschien kon Theo wat licht werpen op de relatie tussen zijn vriend Jerry en Jerry’s zusje Letha, en wist hij waar Jerry en Brandon Scott ruzie over hadden gemaakt.

Maar toen ze terugreden naar het centrum, ging haar mobiel. Het was Marcus. ‘Dat was snel. Zeg het eens,’ zei ze, met één hand aan het stuur. Ze waren in Hillsboro Village, en toen ze langs het Vanderbilt University Medical Center reden, zond ze een schietgebedje omhoog voor Brittany Carson.

‘We hebben de man die op de plaatsen delict was, Keith Johnson. Om te beginnen staat hij erop King Barent te worden genoemd. En hij beweert verantwoordelijk te zijn voor de moorden.’

‘O, echt. Waarom klink je totaal niet overtuigd?’ Ze hoorde hem zuchten.

‘Ik weet het niet. Hij kent een paar details die niet vrij zijn gegeven, maar hij kan ook de video online hebben gezien.’

‘We komen dan eerst daarheen. Kun je Juri Edvins status voor me checken? Ik ben er meer dan ooit van overtuigd dat hij de jongen genaamd Thorn moet zijn die op Hillsboro drugs heeft verkocht. Zorg ervoor dat zijn kamer bewaakt wordt. Als hij Brittany Carson al een keer heeft geprobeerd te vermoorden, wil ik niet dat hij ideeën krijgt omdat ze zich nu in een nog veel kwetsbaarder positie bevindt.’

‘Komt in orde. Hé, daarover gesproken – het huis van de Carsons? Er is een klein beetje sperma gevonden op de stenen buiten het erkerraam van de studeerkamer.’

‘Sperma, hè? Dat dacht ik al. Ik durf te wedden dat Mr. Edvin masturberend door de ramen aan het gluren was naar Brittany Carsons naakte lichaam, terwijl ze stierf. Die akelige kleine schoft. Ik had hem door Max aan stukken moeten laten scheuren.’

‘Wil je dat ik dat ook naar Private Match stuur en DNA van Edvin verkrijg, om het te laten vergelijken?’

‘Ja, graag.’

‘Nog één ding. De brief? Tim Davis zei dat ik je moest vertellen dat hij denkt dat het bloed van verschillende bronnen afkomstig is. Mogelijk van alle slachtoffers. De bloedtypes komen overeen. Een aantal duidelijke monsters, zei hij.’

‘Mijn hemel. Dus de symbolen waren met het bloed van de slachtoffers getekend?’

‘Daar ziet het naar uit.’

‘Wauw. Oké. Ik zie je zo.’

Ze hing op en bracht McKenzie op de hoogte. Ze waren nu bijna bij Broadway, nog maar een paar minuten van het CJC vandaan.

‘Je ziet er moe uit, inspecteur.’

‘Ik bén moe. Jij niet?’

‘Tuurlijk. Maar dit is een ongelooflijk fascinerende zaak. Heksen en vampiers en goths, tieners die mogelijk hun leeftijdgenoten vermoorden, allemaal bij elkaar gegooid in een psychotische smeltkroes. Hoe zou ik dat nou niet leuk kunnen vinden?’

Ze lachte snuivend. ‘Ik ben blij dat jij het zo fascinerend vindt. Ik wil deze zaak alleen oplossen en erachter komen wie er verantwoordelijk voor is. Laten we maar eens kijken of de vampierkoning weet waarover hij het heeft.’

 

Taylor was verbaasd over het uiterlijk van de man die zichzelf de vampierkoning noemde. Hij was stevig, op een ongezonde manier, en had zijn roodblauw gestreepte rugbyshirt strak over zijn buik zitten. Zijn muiskleurige bruine haar werd bovenop al dunner en viel in vettige strengen over de kraag van zijn shirt. Zijn huid was bleek en op een vreemde manier verstoken van beharing; er was geen enkel teken van een baard of wenkbrauwen. Bruine, niet-onintelligente, ogen vormden het hoogtepunt van zijn maanronde gezicht.

Ze zag hem op de monitor met de beelden van de video die in verhoorkamer één werden opgenomen en probeerde hem in te schatten. Hij leek niet nerveus of opgewonden, alleen maar verveeld. Eén lange vinger gleed over zijn kin nonchalant zijn neus binnen. Met een steelse blik naar de deur peuterde hij ongegeneerd in zijn neusgat, waarna hij het uiteinde van zijn vinger bestudeerde. Enigszins misselijk wendde Taylor zich af.

McKenzie en Marcus keken met interesse toe. ‘Die tanden. Niet te geloven. Hij heeft ook van die geslepen hoektanden. Hoewel ik niet kan zien of het de mond van de video op het internet is. Wat denk jij, Taylor?’

‘Zit zijn vinger in zijn mond?’ vroeg ze, haar gezicht nog steeds afgewend.

‘Nee,’ antwoordde McKenzie lachend.

Ze draaide zich terug en keek weer naar de video.

‘Ik zou de film nog een keer moeten zien om er zeker van te zijn, maar het zou kunnen. Hoewel volgens mij het gezicht in de film smaller was, met een veel scherpere kin. Ik zal eerst alleen met hem gaan praten. Jullie kunnen vanuit hier observeren.’

Verhoorkamer één bevond zich pal naast de ruimte waarin ze zich bevond. Ze liep naar binnen, en Barent sprong overeind. De beweging was zo plotseling, zo verrassend dat haar hand naar haar wapen ging. Ze maakte de veiligheidspal los met haar middelvinger. Sissend liep hij achteruit van haar weg.

‘Ga zitten, sir,’ zei ze, een diepe autoritaire klank in haar stem leggend.

Hij haalde naar haar uit, eerst rechts, toen links, nog steeds dat afschuwelijke geluid makend, als een kat die gewurgd wordt. De kamer was klein. Om te ontsnappen zou hij eerst langs haar heen moeten zien te komen. Ze hoorde de deur opengaan maar wendde haar blik geen seconde van Barent af. Hij staarde in haar gezicht, alsof ze een mes tegen zijn keel hield. Eindelijk dwaalden zijn ogen af, en op dat moment had ze zitten wachten. Ze sprong naar hem toe en duwde hem met zijn gezicht tegen de muur. Hij hapte naar haar. Ze trok haar gezicht weg en boog zich naar achteren, terwijl hij worstelde om los te komen. Toen stond Marcus naast haar. Plotseling had Barent handboeien om, en hij werd zwaar op zijn stoel neergedrukt. Hij hijgde, de frustratie sloeg in golven van hem af. Op adem gekomen, deed Taylor een stap van hem vandaan, het aan Marcus overlatend om Barent onder controle te krijgen.

‘Wat is er mis met jou?’ schreeuwde ze.

‘Hou haar bij me weg, hou haar bij me weg, hou haar weg.’ Barent was in paniek. Het zweet droop van zijn voorhoofd, en ze wist niet wat ze kon doen behalve gehoor geven aan zijn smeekbede.

‘Rechercheur Wade, ga samen met mij de gang op,’ zei ze, waarna ze zich omdraaide. Het gehijg achter haar hield op, de deur sloeg dicht. Twee seconden later kwam Marcus naar buiten. De blik op zijn gezicht maakte dat ze zin had om te giechelen, en de adrenaline vloeide weg.

McKenzie liep hen tegemoet in de gang.

‘Wat was er in vredesnaam aan de hand?’ vroeg ze.

‘Ik weet het niet. Hij had een volkomen echte, lichamelijke reactie op jou.’

‘Hij bezorgde me zowat een hartaanval. Toen hij me aanviel, heb ik die idioot bijna neergeschoten. Marcus, heeft hij zich zo eerder gedragen?’

‘Nee. Hij was compleet normaal. Nou ja, zo normaal als iemand die beweert een vampier te zijn, kán zijn.’

Ze gingen terug naar de monitor in de ruimte naast de verhoorkamer. Inmiddels was Barent gekalmeerd. Het enige wat bewoog, waren zijn ogen, die constant schichtig de kamer door schoten.

‘Stond er iets in zijn dossier over geesteszieken in zijn familie?’

Marcus schudde zijn hoofd. ‘Niet dat ik heb gezien. Waarom laat je mij niet met hem praten? Tot nu toe heeft hij op mij nog niet slecht gereageerd.’

‘Voel je je daartoe in staat?’

‘Jawel, hou alleen de tasers bij de hand, voor het geval hij weer door het lint gaat.’

Ze keken toe, terwijl hij de kamer in liep. Barent begon weer te sissen, maar ontspande toen hij Marcus zag.

‘Alsjeblieft, alsjeblieft, alsjeblieft, laat haar hier niet weer naar binnen.’ Met van doodsangst trillende lippen bracht hij de woorden uit, zijn lichaam smekend gebogen.

‘Ze is buiten, ze observeert alleen,’ zei Marcus. ‘Wat is het probleem?’

‘Herken je haar niet? Natuurlijk niet, hoe zou je dat kunnen? Je bent niet een van ons, je begrijpt het niet. Ze is de Bruxa. Ze is Lilith, Lilitu. Ze kwam naar me toe in de nacht en dronk mijn bloed, en veranderde me zo in een van haar soort. Ze was mijn moeder. Ze doodt me, in al mijn levens.’

Behoedzaam nam Marcus plaats.

‘Al je levens?’

Dit was duidelijk zijn favoriete onderwerp, en vol vuur begon Barent de vraag te beantwoorden.‘Wij zijn de gereïncarneerden, jongeman. We weten elkaar te vinden, onze geesten bewegen zich door de eeuwen heen om een veilige haven in stoffelijke lichamen te vinden. Traditioneel gezien zijn we instrumenten van destructie, maar sommigen van ons hebben een krachtig ontwaken meegemaakt en zijn erachter gekomen dat liefde een compensatie vormt voor onze sadistische aard. Maar Lilitu maakt daar een einde aan. Zij wil dat we terugkeren naar de Oude Religie, dat we ons te goed doen aan het bloed van de kinderen en ons ontdoen van de ethische code en die vervangen door het sanguinarium.’

‘Het sanguinarium?’

‘Dat is hetgene wat ons leidt. Onze kerk. Alle spirituele en bloedvampieren volgen een specifieke ethische code. We zijn geen bloeddorstige monsters die gedreven worden door ons verlangen naar dood en destructie. Tenminste, niet iedereen van ons. Ik leid de Vampyre Nation, zoals ik je eerder heb verteld. Wij vormen maar één onderafdeling van het sanguinarium; er zijn vele families over de hele wereld.’

‘Spirituele versus bloedvampieren? Wat wil dat zeggen?

Barent werd nog enthousiaster. Zijn ogen glansden, terwijl hij sprak. ‘Spirituele versus bloedvampieren. Energie versus bloed. Velen van ons drinken geen bloed meer, we zijn geëvolueerd. We kunnen ons voeden met energie. Maar sommigen geven nog steeds de voorkeur aan bloed. Tenslotte zijn goede voorbeelden ons voorgegaan.’

Marcus wierp een blik omhoog naar de camera met een stille boodschap naar Taylor en McKenzie. Gek. Freak, beduidde die blik.

Buiten de verhoorkamer draaide Taylor het geluid van de monitor af en wendde zich tot McKenzie. ‘Dus ik ben Lilith?’

‘De incubus. Dus kennelijk zijn die geruchten over jou waar! Ik had alleen niet door dat mannen dat uit je aura konden aflezen.’

‘O, wat ben jij weer grappig. Wat doen we met deze kerel?’

‘Naar hem luisteren. Het kan allemaal onzin zijn, maar je weet maar nooit.’

‘Praat jij dan met hem, aangezien jij de taal spreekt. Ik blijf hier. Ik voel me niet zo geweldig.’

‘Wat is er dan?’

‘Ik heb het gevoel… dat… al mijn… energie is… verdwenen.’ Ze barstte in lachen uit en voelde zich onmiddellijk beter. Er bestonden geen vampiers. Er waren rare mensen op de wereld, en ze was er bij deze zaak een aantal tegengekomen. Punt, einde verhaal.

‘Je bent een giller, inspecteur.’ Hij ging de verhoorkamer binnen, en zij liep terug naar haar kantoor.

Op de stoel voor Taylors deur zat een jonge vrouw. Er waren verschillende andere mensen in de kleine ruimte, rechercheurs die zich met hun dagelijkse werk bezighielden. Allemaal bleven ze op veilige afstand van de vrouw. Zijdelingse blikken, een hoop geschraap van kelen. Toen Taylor binnenkwam, stond de vrouw op, waarbij haar lange zwarte rok heen en weer ritselde. Zwart dik glanzend haar golfde bijna tot aan haar middel. Ze was klein, niet langer dan een meter achtenvijftig, en keek naar Taylor omhoog met blauwe ogen met de kleur van de zee. Taylor voelde zich op een vreemde manier gehypnotiseerd. Ze stond stil, zoekend naar woorden.

Glimlachend stak de vrouw haar hand uit. ‘Ik ben Ariadne,’ zei ze. ‘Ik ben hier om te helpen.’