Hoofdstuk 3

 

 

Het kostte niet meer dan een halfuur om de chaos onder controle te krijgen, wat gezien de omstandigheden ongelooflijk was. Taylor had een tijdelijk hoofdkwartier ingericht op de straat voor het huis van de Kings, en ze had elk lid van haar team de leiding gegeven over een groep agenten met specifieke taken. Zo werd elke persoon die het gebied wilde binnen gaan ondervraagd, waarbij de adressen werden genoteerd. Degenen die bevestigden dat ze kinderen hadden, werden apart genomen en door een tweede team verder ondervraagd: weet u waar uw kinderen zijn? Als het kind niet per telefoon bereikt kon worden, werd er een team naar het adres gestuurd. Een vierde groep agenten reageerden op de telefoontjes naar het alarmnummer en rapporteerden wat ze tegenkwamen.

Het dodental stond nu op zeven, in vijf verschillende huizen. Ze kon alleen maar bidden dat ze nu alle slachtoffers ontdekt hadden.

Vier meisjes en drie jongens, allemaal tussen de veertien en achttien jaar oud, waren dood. Al snel werd duidelijk dat alle slachtoffers op Hillboro High School hadden gezeten. Er waren tot dan toe geen leerlingen van een van de vele privéscholen of het uitgebreide thuisonderwijssysteem in de wijk als vermist of overleden opgegeven.

Op twee van de plaatsen delict bevonden zich meer slachtoffers: een stel dat midden in een seksuele handeling was aangetroffen – het condoom hing nog aan het puntje van de penis van de jongen – en twee meisjes die de middag bij elkaar hadden doorgebracht, de vloer bezaaid met natuurkundeboeken en diverse roddelbladen, half studerend, half kletsend.

De buurt was niet blij met haar identificatiesysteem, maar ze kon geen efficiëntere manier verzinnen om de omvang van wat er was gebeurd, te bepalen. Ze moest kalmte, kracht, aanwezigheid uitstralen, beheerst en rationeel overkomen. In haar opleiding was ze getraind om met dit soort crisissituaties om te gaan, en ze kon die training nu ten volle ten uitvoer brengen. Ze hadden de situatie onder controle.

In haar achterhoofd bleef er echter een klein stemmetje schreeuwen – je laat hem ermee wegkomen, je geeft de moordenaar misschien nog meer ruimte – maar dat soort gedachten had geen zin. Pas wanneer ze konden vaststellen dat de eerste golf voorbij was, zouden ze kunnen beginnen om de puzzelstukjes aan elkaar te leggen.

Het eerste slachtoffer dat was gevonden, Jerrold King, was op zijn minst al een paar uur dood geweest. Taylor ging uit van de veronderstelling dat de moorden ergens tussen halfeen en drie uur hadden plaatsgevonden. Om twaalf uur was de school uitgegaan, het eerste lijk was om drie uur ’s middags gevonden. Aangenomen dat de slachtoffers de eerste helft van de dag op school waren geweest, had ze een voorlopig tijdskader waarmee ze kon werken.

Ze huiverde toen ze dacht aan de methodiek die bij deze moorden was gebruikt, en wenste dat ze een dag vooruit kon spoelen, zodat ze een idee had wat hun dood had veroorzaakt. Een of andere drug – de blauwe lippen en kleine pupillen wezen op een overdosis – iets wat ze hadden ingenomen of ingespoten hadden gekregen. Ze had duistere gedachten over massazelfmoord. Maar dat verklaarde de pentakels niet, toch? Konden zeven tieners een massazelfmoord coördineren en pentakels in hun huid kerven terwijl ze stierven?

Nee. Dit was door iemand van buiten gedaan. Iemand die snel, meedogenloos en efficiënt had toegeslagen.

Taylor zag dat Letha King door McKenzie in een politiewagen werd gezet. De auto reed weg met het meisje, dat met een lege blik voor zich uit staarde. McKenzie kwam naast Taylor staan, en ze keken haar beiden na.

‘En?’ vroeg Taylor. ‘Heeft ze je iets verteld?’

‘Ze heeft bijna niets gezegd. Ik dacht dat het het beste was om haar uit het huis te halen totdat haar tante haar kan meenemen. Die heeft een paar minuten geleden gebeld, ze is onderweg.’

‘Mooi. Wanneer alles weer een beetje tot rust is gekomen, moeten we nog een keer met haar praten.’

Ze liepen terug naar het huis van de Kings. Ondanks de vele mensen was de keuken griezelig stil.

Baldwin overhandigde haar een stapel foto’s. ‘Ben je er klaar voor? Simari heeft me haar extra polaroids gegeven, zodat we kunnen reconstrueren hoe de plaatsen delict eruitzagen. Hoewel ik dat niet snel zal vergeten.’

‘Je meent het. Zijn alle slachtoffers geïdentificeerd?’

Lincoln knikte. ‘Voor het grootste gedeelte wel. Morgen zal er voor een paar van hen een officiële identificatie plaatsvinden, wanneer hun ouders zijn ingelicht. Twee daarvan waren op reis.’

‘We kunnen de namen niet aan de media doorgeven totdat we álle families hebben ingelicht. Ik denk dat we het beste kunnen wachten en alle namen in één keer bekendmaken.’

‘Dat kunnen we proberen, maar je weet dat sommige namen uit zullen lekken. Dat is nou eenmaal niet te vermijden.’

‘Natuurlijk, maar doe je best, oké? Vertel me wat de volgorde is, geef me namen om op de gezichten te plakken. Wie werd er na Jerrold King en Ashley Norton het eerst gevonden?’ Ze legde de foto’s op het granieten aanrecht.

Lincoln legde ze op volgorde. ‘We hebben Jerrold, en daarna Ashley Norton. Gevolgd door de twee tweetallen: Xander Norwood en Amanda Vanderwood, dan Chelsea Mott en Rachel Welch. Als laatste hebben we Brandon Scott gevonden.’ De foto waarop hij tikte, toonde het vertrokken gezicht van een jonge man die niet genoeg zonsopgangen had gezien. Prachtige gelaatstrekken, geruïneerd door de dood. Taylor vroeg zich af hoe hij er levend uit had gezien, maar onderdrukte die gedachte. Het had geen zin, hun dodenmaskers zouden eeuwig in haar hoofd blijven spoken.

‘Is er al iets meer bekend over verbanden tussen de slachtoffers? Gezamenlijke vijanden, bijvoorbeeld?’

‘Nee. Niemand weet iets.’

‘Waar werd het eerste stel gevonden?’

‘In het huis van het meisje, Vanderwood.’

‘Laten we daar dan heen gaan.’

De tocht daarheen kostte hun niet veel tijd. Het huis van de Vanderwoods lag niet meer dan een halve kilometer verderop. Het was minder pronkerig dan de vorige twee huizen, kleiner, met witgekalkte muren en een rode voordeur. Alle lichten brandden, en de technische recherche liep in en uit. Met droevige gezichten keek een klein groepje buren vanaf het gazon toe.

De trap leek eindeloos. Boven hing de inmiddels vertrouwde geur van jasmijn in de gang. Amanda’s kamer was de eerste die ze tegenkwamen. Een assistent-lijkschouwer was er foto’s aan het nemen. Het geklik van het apparaat echode in Taylors oren. Het was een van de gebruikelijke geluiden op een plaats delict, maar op die avond klonk het indringend en nieuw.

Xander Norwood lag op de vloer, op zijn rug, naakt. Amanda Vanderwood was ook naakt en ze lag ook op haar rug, maar dan voor het grootste deel op het bed, met haar armen langs de zijkant naar beneden hangend. Taylor merkte op dat Amanda’s wijsvinger Xanders handpalm aanraakte. Het leek erop dat ze met haar laatste krachten zichzelf gedeeltelijk van het bed had weten op te richten, en dat Xander zijn hand naar haar had uitgestoken, in een poging hun lichamen samen te brengen terwijl hun jonge levens tot een einde kwamen. Eeuwige liefde.

Voor het eerst in jaren vol plaatsen delict werd Taylor misselijk.

Zou Baldwins aanraking niet de laatste zijn die ze ooit zou willen voelen? Zou zijn gezicht niet het laatste beeld zijn dat ze zou willen zien, zijn lippen de laatste die de hare zouden aanraken, zijn woorden de laatste die haar oren zouden bereiken? Hand in hand te sterven met degene van wie je hield, dat was mooi, toch?

Taylor onderdrukte de romantische gedachte en werd klinisch en koel. De lijken werden al stijf, hun lippen waren blauw gekleurd. Hun lichamen waren gemerkt met dezelfde met een mes aangebrachte pentakels als ze bij de anderen hadden gezien. Xander had nog gedeeltelijk een condoom om. De verpakking lag op de vloer naast het nachtkastje. Waren ze bezig, bereidden ze zich voor om seks met elkaar te hebben, of waren ze net klaar toen de moordenaar toesloeg? Het deed er niet toe, dacht ze. Er waren geen tekenen dat ze zich hadden verdedigd: geen verwondingen, geen spullen die in de kamer omver waren gegooid. Het was alsof ze simpelweg in eeuwig onhandige posities in slaap waren gevallen, met een grote opvallende ster in hun vlees gekerfd.

Baldwin liep om de slachtoffers heen, waarna hij het chaotische bureau van het meisje bekeek. ‘Heb je dit allemaal gefotografeerd?’ vroeg hij.

De assistent-lijkschouwer knikte.

Na in de sporttas van het meisje te hebben gekeken, onderzocht Baldwin haar handtas. Uit een binnenzak haalde hij een plastic zakje met vier pilletjes tevoorschijn. ‘Taylor?’ zei hij.

‘Ja?’

‘Moet je dit eens zien.’

De pillen waren blauw, net zo klein als kinderaspirine, met een hartje aan één kant gestempeld.

‘Xtc,’ zei Taylor.

‘Precies.’ Hij overhandigde het zakje aan de assistent-lijkschouwer die zich met het lichaam bezighield. ‘Raak dit niet kwijt,’ waarschuwde hij.

‘Alsof ik dat zou laten gebeuren,’ reageerde de jongen. Hij was nieuw. Taylor herkende hem niet. Ze had het gevoel dat ze hem ergens eerder had gezien maar ze kon hem niet plaatsen. Dat was niet zo gek. Met de toestroom van nieuwe mensen bij Metro waren er vele gezichten waar ze geen naam op kon plakken. Zijn identificatiebewijs hing aan een geelzwart koord rond zijn nek. Ze zag zijn foto en de naam B. Iles. Hij nam het plastic zakje voorzichtig van Baldwin over, nam er een foto van, plakte er een etiket op en legde het bij de rest van het bewijsmateriaal.

‘Zijn ze zo gevonden?’ vroeg Taylor aan de jongeman.

‘Ja, ma’am. Er is niets verplaatst. We wachten op de schouwarts. Er is ons verteld dat elke plaats delict bekeken moet worden door een van de officiële lijkschouwers.’

‘Wie heeft die opdracht gegeven?’

‘Korpscommandant Huston.’

Aha. Kennelijk werkte haar nieuwe baas volgens het boekje. Daar had Taylor geen problemen mee, hoewel ze wist dat Sam vreselijk gefrustreerd zou zijn. Ze zouden de hele staf van het forensisch instituut, alle zes lijkschouwers, in moeten zetten. ‘Oké. Is er nog iets wat je hebt gezien dat ik zou moeten weten?’

‘Nee, ma’am. Ik heb alles gedocumenteerd, op foto’s en video. Er is gezocht naar het wapen, het mes dat gebruikt is, maar voor zover ik weet zijn er op geen van de plaatsen delict messen gevonden. We hebben talloze vezels, vingerafdrukken en andere sporen aangetroffen. Als de moordenaar iets van zichzelf heeft achtergelaten, dan zit dat daartussen.’

‘Waarom zeg je “moordenaar”?’ vroeg Taylor.

Iles bloosde. ‘Ik zou geen overhaaste conclusies moeten trekken, maar we hebben een paar zwarte haren gevonden die duidelijk niet aan deze twee toebehoorden. Er lag er eentje op de borst van de overleden jongen. De haar was kort, ik heb gewoon aangenomen dat hij van een man afkomstig was.’

‘Interessant. Zat er een haarzakje aan?’ Als dat het geval was, zouden ze DNA kunnen verkrijgen.

‘Nee. De haar was afgebroken.’

‘Jammer. Blijf zoeken, er kan nog meer zijn. Als je iets vindt waarmee hij ze bewerkt kan hebben, laat het me dan onmiddellijk weten. We moeten alle spullen van de kinderen doorzoeken: hun sporttassen, rugzakken en handtassen. Ga ook op zoek naar hun mobieltjes en agenda’s, oké? Geef het door aan de andere assistent-lijkschouwers en de technische rechercheurs. En vraag hun op te letten of ze nog meer drugs tegenkomen.’

‘Daar zal ik meteen voor zorgen.’

‘Bedankt. Hé, wat is je voornaam?’

‘Barclay. Barclay Iles.’

‘Oké, Barclay. Ik ben Taylor Jackson, en dit is speciaal agent John Baldwin.’

‘Dat weet ik,’ zei hij.

De eerbied die in zijn toon klonk, deed haar ineenkrimpen. Nou ja, beter eerbied dan hoon.

‘Aan het werk,’ zei ze. De assistent haastte zich de kamer uit. Taylor hoorde hem in de gang zwaar ademen. Dit zou voor hen allemaal heel moeilijk worden. De helft van het onderzoeksteam was verdorie zelf nog maar net uit de schoolbanken.

Ze bekeek het tafereel nog een keer, de aanraking, het snijwerk, de stille pijn die Xander en Amanda hadden ondergaan. Ze wenste dat ze hun dag kon terugdraaien en dit had kunnen voorkomen. Het was een zinloze wens. ‘Wat denk je dat hier gebeurd is, Baldwin? Zie ik iets over het hoofd?’

Hij liep voorzichtig door de kamer, alles in zich opnemend. Ze kende die blik. Hij was aanwezig maar tegelijkertijd volledig in gedachten verzonken, nadenkend over de gebeurtenissen die tot de moorden zouden kunnen hebben geleid.

‘De timing is me een raadsel.’

‘Halloween, bedoel je?’

‘Nee, het tijdstip waarop ze zijn omgekomen. Alle slachtoffers zijn rond dezelfde tijd gestorven. Als de moordenaar in elk huis is geweest…’

‘We moeten wachten totdat Sam het tijdstip en de doodsoorzaak heeft bepaald, maar ik denk dat je gelijk hebt. Het zijn te veel doden voor één persoon. Is dat waar je heen wilt?’

Hij schonk haar een waarderende glimlach. ‘Precies.’

‘Hoeveel moordenaars, schat je?’

‘Dat weet ik niet.’ Hij wendde zich van haar af en liet zijn in handschoen gestoken vinger over de rug van een boek glijden.

Taylor zag dat het een van haar favorieten was, Wuthering Heights, en voelde een steek. Amanda Vanderwood zou het nooit meer lezen.

Beneden was er commotie ontstaan, en ze hoorde luide stemmen. ‘Wat is er nu weer aan de hand?’ vroeg ze, de neiging weerstaand om haar haar los te trekken en haar vingers erdoorheen te halen om zo beter na te kunnen denken. Dat gebaar was zo dwangmatig, zo ingebakken dat ze haar handen in haar zakken moest steken, waarbij de nitril aan de stof van haar spijkerbroek bleef haken.

Baldwin boog zich naar de open deur, waar de stemmen nog luider werden. ‘We kunnen maar beter even gaan kijken.’

‘Ik weet het.’ Taylor zuchtte. Alsjeblieft, niet nog meer lijken.

Beneden troffen ze Lincoln aan in een heftige discussie met een ouder echtpaar. Taylor was verbaasd. Ze had in de veronderstelling verkeerd dat de Vanderwoods de stad uit waren. Maar toen Lincoln hen voorstelde, begreep ze het, en ze was meteen op haar hoede.

‘Inspecteur, dit zijn Laura en Aaron Norwood, Xanders ouders.’

Taylor deed haar handschoenen uit en schudde hen de hand. De Norwoods waren van middelbare leeftijd. De man was nog steeds gekleed voor zijn werk, in een blauw pak met een lichtblauwe das, zijn vrouw had een bruin fluwelen joggingpak aan dat strak om haar weelderige borsten spande. Ze had gehuild. Haar ogen waren opgezet en rood, maar op dat moment waren ze droog.

‘Gecondoleerd met uw verlies,’ zei Taylor automatisch, in de wetenschap dat de woorden geen troost konden bieden.

Mr. Norwood knikte bruusk. ‘We zijn meteen gekomen nadat we het hoorden. We wilden bij hem in de buurt zijn. We willen onze zoon zien. Wie heeft dit gedaan?’

‘Dat proberen we uit te vinden, sir. Excuseer ons even.’ Samen met Lincoln en Baldwin stapte ze de gang in, waarna ze op zachte toon tegen Lincoln zei: ‘We hebben pater Victor en nog wat andere hulpverleners nodig. Kun je ervoor zorgen dat hij hierheen komt?’ De priester die voor het bureau werkte, werd er altijd bij gehaald wanneer mensen over de dood van een familielid werden geïnformeerd, en Taylor was er zo aan gewend geraakt, dat ze zich niet op haar gemak voelde om zonder hem met de Norwoods te praten.

Lincoln fluisterde: ‘Hij is op een andere plaats delict. We hebben om hulpverleners van buiten gevraagd, en die krijgen we morgen, maar op dit moment moeten we het zelf klaren. Norwood staat trouwens op ontploffen. Toen hij hier binnen kwam, heb ik hem fysiek in bedwang moeten houden. Nu is hij kalm, maar ik weet niet hoelang dat gaat duren.’

Taylor liet zich eindelijk gaan, bevrijdde haar haren en wreef met haar vingers over haar hoofdhuid voordat ze haar knot weer opnieuw opstak. Ze kon niet naar de Norwoods teruggaan en dan zeggen: het spijt me, ik kan niet met jullie praten zonder mijn favoriete zielzorger om me te beschermen tegen jullie leed.

Baldwins mobiel ging. Hij stak een verontschuldigende hand op, mompelde: ‘Ik moet dit telefoontje even beantwoorden,’ en verdween naar buiten.

Taylor keek hem na. ‘Ik kan het hem niet kwalijk nemen. Ik heb ook een vreselijke hekel aan dit onderdeel. Maar goed, we gaan ertegenaan.’

Samen met Lincoln liep ze terug de kamer in, en werd vol geraakt door de pijn in de ogen van de ouders. Ze hadden zich teruggetrokken in een hulpeloze toestand, vol ongeloof, geen weerstand biedend. De werkelijkheid van hun zoons dood moest nog steeds tot hun bewustzijn doordringen. Ze had niet veel tijd. De ouders zouden óf wegzinken in een verdriet dat zo diep was dat niets hen eruit zou kunnen halen, óf ze zouden totaal hun zelfbeheersing verliezen en heel moeilijk gaan doen. Het was beter om ze in het hier en nu te houden, als dat al mogelijk was.

‘Mr. en Mrs. Norwood, kunt u me meer over Xander en Amanda vertellen?’

Mr. Norwood schudde zijn hoofd, herhaalde zijn verzoek. ‘We willen Xander zien. Dat is ons goed recht. We hebben recht op de mogelijkheid om afscheid van onze zoon te kunnen nemen.’

Voor het geval ze besloten haar te negeren, kruiste Taylor haar armen voor de borst en leunde tegen de deurstijl, op die manier de weg naar de trap blokkerend. ‘Het spijt me, maar dat kan helaas niet. We moeten de plaats delict onderzoeken, en ik zal heel eerlijk tegen u zijn, het ziet er niet fraai uit. U wilt echt niet dat dit beeld van Xander in uw hoofd geprent zit. Daarop moet u me vertrouwen. Ik beloof dat ik goed voor hem zal zorgen.’

Een lang moment keek Mr. Norwood haar recht in de ogen. Zonder te knipperen verdroeg ze het.

‘Ik zal hem met respect behandelen. Ik zal alles doen om ervoor te zorgen dat zijn moordenaar wordt gestraft.’

Na een lange minuut liet de vader zijn blik naar de vloer zakken en knikte. Ze greep de kans aan om het nog een keer te proberen.

‘Het zou ons erg helpen als u een paar vragen zou willen beantwoorden. Kunt u me wat over Xander vertellen? En over Amanda?’

Laura Norwood slaakte een beverige zucht. Er speelde een glimlach van herinnering rond haar lippen. ‘Wat wilt u weten? Ze waren onafscheidelijk. Ze waren twee jaar bij elkaar en van plan om voor altijd bij elkaar te blijven. U kent dat wel, zo’n stel dat elkaar jong ontmoet en geen oog meer heeft voor een ander. Dat waren Xander en Amanda. De grote grap was dat ze hun namen in Woods zouden veranderen, omdat hun achternamen zoveel op elkaar lijken. Zo noemden hun vrienden ze: de Woods. Amanda’s bijnaam was “Woodie” voordat ze Xander ontmoette, en haar vriendinnen plaagden haar daarmee door haar Woodie Woodpecker te noemen. Xander en Amanda vonden het allebei prachtig. Ze zat in het cheerleaderteam, en er was net aangekondigd dat ze het volgende jaar aanvoerder zou worden. Mijn hemel, ik kan niet geloven dat het echt is gebeurd.’

Haar handen begonnen te trillen, en haar echtgenoot pakte ze vast, ze stevig tussen zijn eigen handen klemmend. ‘Kom nou, Laura, dat is niet echt de informatie waarop de politie zit te wachten. Ze willen weten of ze vijanden hadden, waar ze zich mee bezighielden, of ze drugs of alcohol gebruikten. De politie wil alleen de slechte dingen weten. Ik heb het allemaal op tv gezien. Alleen de slechte dingen…’ Zijn stem brak.

Taylor legde haar hand op zijn arm. Zacht zei ze: ‘Nee, sir. We willen alles weten. Alles wat u ons kunt vertellen, is relevant. Alles doet ertoe, de slechte en de goede dingen. Hoe meer informatie we vandaag kunnen verzamelen, hoe sneller we de persoon kunnen pakken die uw zoon heeft vermoord. Maar als hij vijanden of problemen had, moeten we dat zeker weten.’

Terwijl ze dat zei, realiseerde ze zich dat ze dit gesprek met zeven gezinnen moest gaan voeren, en door die gedachte begaven haar benen het bijna. Wie deed zoiets? Wie kon zomaar zeven kinderen ombrengen?

Professioneel blijven, Taylor.

Ze keek de kamer rond. ‘Waarom gaan we niet even zitten? Dat is comfortabeler, en dan kunt u mij alles over uw zoon vertellen wat in u opkomt. Het klinkt alsof hij een hoop vrienden had. Was dat ook zo?’

Ze namen aan weerskanten van een walnoothouten koffietafel plaats op twee comfortabele zachte banken, de perfecte setting voor een gesprek. De Vanderwoods hadden duidelijk vaak mensen over de vloer. In het huis bevonden zich diverse plekken waar groepjes zich even konden terugtrekken.

Mrs. Norwood veegde met een verfrommeld zakdoekje over haar ogen. ‘Zeker. Xander was heel populair. Aanvoerder van het worstelteam, diverse medailles, erelid van de leerlingenvereniging. Onze jongen was slim. Hij was al vroeg op Vanderbilt geaccepteerd, zodat hij het eerste jaar thuis kon blijven totdat Amanda haar eindexamen achter de rug had en bij hem kon gaan wonen. Amanda is… O, mijn hemel, wás, zo’n lief meisje. We waren erg trots dat ze onderdeel van onze familie ging uitmaken. Zelfs Xanders zus leek Amanda te mogen, en meestal is ze niet zo dol op de vriendinnen van haar grote broer.’ Terwijl ze sprak, begonnen haar ogen te glanzen. De herinnering had haar even uit haar verdriet getrokken. Net zo snel barstte ze weer in tranen uit.

Mr. Norwood probeerde het over te nemen, maar zijn stem trilde ook. ‘Xander was een goeie jongen. Een beetje roekeloos, soms, zoals elke knul van die leeftijd. Hij had een hele reeks boetes voor te snel rijden. Waarschijnlijk zou hij zijn rijbewijs zijn kwijtgeraakt als hij die lessen niet was gaan volgen waartoe ze je verplichten. Hij was gek op autorijden.’

‘Had hij een eigen auto?’

‘Ja, een Volvo. Toen we zagen hoe hij reed, hebben we de veiligste auto voor hem gekocht die we konden vinden. Amanda had een Jeep, en ik maakte me altijd zorgen dat hij daarmee over de kop zou slaan.’

De Norwoods wisselden een glimlach uit. Ouders konden zich zelden zo snel vermannen. De pantsering zat weer op zijn plaats; de koele, kalme, rationele mensen kwamen tevoorschijn. Het was vreemd. Sommige ouders werden hysterisch en waren niet meer in staat om te praten, andere gingen zitten en vertelden je in detail over hun kind. Ze wist nooit wat ze kon verwachten. Gelukkig vielen de Norwoods in de laatste categorie. Ze had deze informatie nodig om een victimologie van hun zoon te kunnen samenstellen.

‘Is dat zijn Volvo die op de oprit staat?’

‘Ja.’

Taylor knikte naar Lincoln, hem zonder woorden duidelijk makend dat de technische recherche de auto moest onderzoeken. Hij knikte terug. O, het was zo fijn om haar team weer bij elkaar te hebben. Ze probeerde haar volgende vraag zo kies mogelijk te stellen. ‘Was het… gebruikelijk voor Xander en Amanda om samen alleen te zijn?’

Mrs. Norwood snoot haar neus, waarna ze zei: ‘Vraagt u of we wisten dat ze seks hadden, inspecteur?’

‘Inderdaad, ma’am.’

Ze zuchtte diep. ‘U moet zich toch zeker ook herinneren hoe het voelde om een verliefde tiener te zijn. We probeerden hen ervan af te houden, natuurlijk, maar er was geen beginnen aan. We hebben uitgebreid met Xander gepraat. Hij zwoer dat ze voorzichtig waren. Ik geloof dat Amanda aan de pil was, maar dat moet u aan haar moeder vragen. We hebben haar ouders gebeld. Die bevinden zich in het buitenland. Het gaat hun een dag kosten om hiernaartoe te komen. Dat moet vreselijk voor hen zijn. Wij zijn tenminste hier, zodat we Xanders zus kunnen bijstaan.’

‘Waar is uw dochter?’

‘Susan? Thuis, samen met onze huishoudster. Aaron, we moeten nu echt naar haar terug.’

Uit de bewegingen die ze maakten, maakte Taylor op dat het gesprek voorbij was. ‘Voordat u gaat… kunt u me nog iets meer over Amanda vertellen?’

‘O, Mandy was… een zonnestraaltje. Mooi. Slim. Ze was ook erelid van de leerlingenvereniging, zat in allerlei commissies, je kunt het zo gek niet bedenken. Haar ouders komen uit een oude, vooraanstaande Nashville-familie, maar ze wilden dat ze zo normaal mogelijk werd opgevoed. Ze hadden geld genoeg om haar naar de meest prestigieuze scholen te sturen, maar ze hadden allebei op een openbare school gezeten en dat vonden ze ook het beste voor haar. Zo denken veel van ons erover. Echt, Xander en zij waren het perfecte stel.’

Een perfect stel dat het doelwit was geworden van een gek. Er moest iets niet kloppen, daar was Taylor van overtuigd. Geen enkel kind is perfect, en Taylors achtergrond bewees dat degenen die er aan de oppervlakte het meest rooskleurig uitzagen de grootste geheimen verborgen.

‘Weet u of er drugs- of alcoholgebruik in het spel was?’

‘Daar gaan we,’ mompelde Mr. Norwood.

‘Het spijt me, sir. Ik moet het vragen.’

‘Niet meer dan normaal. Xander was een achttienjarige jongen. Maar hij hield het netjes, dat moest ook wel vanwege het worstelen.’

Mrs. Norwood schudde haar hoofd. ‘Hij is een paar keer met een biertje betrapt, maar niet meer dan dat. We hebben hem iedere keer huisarrest gegeven. Het bleef niet ongestraft, maar u weet hoe dat gaat. Soms is het makkelijker om ze te laten doen wat ze anders toch wel doen op een plaats waar je ze in de gaten kunt houden.’

Dat was de truc. Geef je kind thuis drank, zodat je een oogje op hen kunt houden. Bij Taylor thuis had er altijd alcohol op tafel gestaan, maar als ze erop betrapt werd dat ze ergens anders iets dronk, mocht ze een aantal weken niet meer uit. Heel gewoon dus, afgezien van het feit dat daarmee zo’n vijftig wetten waren overtreden.

Taylor knikte. Hier hoefde ze zich op dit moment niet mee bezig te houden. ‘Oké. Dus de school ging om twaalf uur uit. Heeft u deze middag met Xander gesproken?’

Mrs. Norwoods gezicht betrok. ‘Nee, ik ben bang van niet. De laatste keer dat ik hem heb gezien, was toen hij vanochtend de deur uit wandelde, helemaal opgetogen omdat het Halloween was. Er zou vanavond een feest worden gehouden.’

Dat trok Taylors aandacht. ‘Waar?’

‘Bij zijn vriend, Theo Howell. Evelyn en Harold zijn vrienden van ons. Op het moment zijn ze samen met Amanda’s ouders op reis. We kennen ze goed. We hebben er altijd op vertrouwd dat Xander zonder toezicht in hun huis kon verblijven.’

Taylor maakte een aantekening. Met een beetje geluk was het feest nog steeds aan de gang, of bevonden er zich in ieder geval jongeren die een beter inzicht in de slachtoffers hadden. Het lukte haar niet om de gedachte dat zij ook een doelwit waren uit haar hoofd te krijgen. Dat risico kon ze niet nemen, maar ze wilde de Norwoods niet ongerust maken. ‘Heeft u het adres? Ik zou graag met Theo praten, als dat mogelijk is.’

‘Natuurlijk. Ik heb ook Theo’s telefoonnummers, zowel van zijn vaste telefoon als van zijn mobiel. Ik zal ze pakken. Ze zitten in mijn handtas.’ Mrs. Norwood stond op uit haar stoel en verdween. Een tel later keerde ze terug met een handgeschreven briefje en nog meer papieren zakdoekjes. Toen ze weer ging zitten, viel het Taylor op dat de vrouw grauw was weggetrokken. Het werd tijd om er voor dit moment een punt achter te zetten. Het gezin had de mogelijkheid nodig om te rouwen, en Taylor wilde erg graag iemand naar het feest sturen zodat ze meer informatie uit de levenden konden verkrijgen. Ook om die, als dat nodig was, te kunnen beschermen. Ze stond op en nam afscheid. ‘Ma’am, sir, ik moet nu gaan. Als u zich nog iets herinnert wat relevant zou kunnen zijn, aarzel dan niet om ons te bellen.’

De Norwoods leken kleiner, minder zelfverzekerd dan toen Taylor hen voor het eerst had gezien. Zo ging het altijd. Als de werkelijkheid eenmaal tot hen was doorgedrongen, zoog dat hun kracht, hun lucht, hun wezen uit hen.

Mr. Norwood, zo wit als een geest, keek zijn vrouw aan, en vroeg: ‘Kunnen we hem echt niet zien?’

Zacht en geruststellend klopte Taylor hem op de schouder. ‘Echt, het is beter van niet, geloof me maar. Ik denk dat jullie nu het beste terug naar huis en Susan kunnen gaan.’

Verslagen stonden ze op en sloegen hun armen om elkaar heen om zich staande te houden. ‘Als u nog iets nodig heeft, kunt u ons thuis bereiken.’

Taylor was enorm opgelucht. Soms had ze veel meer problemen met familieleden; ze stonden erop op de plaats delict te blijven en gingen zelfs zo ver dat ze stiekem een laatste blik op het slachtoffer wilden werpen. Dat was nooit een goed idee. In het mortuarium was er in ieder geval enige afstand tussen de ouders of geliefden en de overledene. Dat kon helpen. Soms.

Lincoln begeleidde de Norwoods naar de voordeur. Zodra ze zich buiten gehoorsafstand bevonden, belde Taylor McKenzie en gelastte hem naar het huis van de Howells te gaan en daar vier agenten neer te zetten. Zo kon ze in één klap hun zaak en onschuldige levens beschermen.

Ze hoopte maar dat ze niet te laat was.