Hoofdstuk 24
Nashville
16.45 uur
Nog nooit had Taylor zo gewenst dat er een einde aan een dag zou komen als op dit moment. Zelf in elkaar geknutselde griezelfilms, vampiers en nu iemand die beweerde een heks te zijn. Wat er alleen nog aan ontbrak, was een weerwolf die zichzelf aan kwam geven.
Ariadne zat tegenover haar, met kaarsrechte rug, de stoelleuning achter zich niet aanrakend. De vrouw knipperde heel weinig met haar ogen, en Taylor vond haar blik verontrustend. Met een vinger liet ze een paperclip langs de randen van het bureau glijden. ‘Oké, vertel het me nog een keer. U bent dus een heks.’
Ariadne lachte, een muzikaal, tinkelend geluid, dat Taylor bijna deed glimlachen. ‘Ik ben een Dianische heks, ja. Ik heb jarenlang wicca bestudeerd, en mijn hele familie bestaat uit heksen: mijn moeder en haar moeder voor haar. Op mijn vijfentwintigste heb ik mijn pad gevonden, toen ik niet langer de kracht die ik verworven had, kon negeren. Ik veroorzaakte veranderingen, veroorzaakte problemen, eigenlijk, en ik moest een manier vinden om de kracht die zich in mij opbouwde te beteugelen. Door langdurige oefening ben ik in staat mezelf in toom te houden, mijn energie te richten. Normaal gesproken zou ik niet dood willen worden gevonden in het kantoor van een inspecteur moordzaken, maar de godin droeg me op u te helpen. En vertrouw me, u heeft mijn hulp nodig. U heeft te maken met iets heel sterks, heel kwaads, en u heeft een beschermer nodig.’ Ze stopte en keek Taylor peinzend aan. ‘Wie zou ooit gedacht hebben dat ik Athena zou gaan beschermen?’
‘Wat?’
‘U kunt uzelf niet erg goed zien, inspecteur Jackson.’
Taylor hield op met de paperclip te spelen. ‘Luister, ik stel het op prijs dat u wilt helpen. Maar ik geloof niet in toverspreuken en magie, en ik heb een hoop werk te doen.’ Ze maakte aanstalten om op te staan en afscheid te nemen van deze krankzinnige vrouw, die recht door haar heen leek te kijken.
‘Echt niet?’ vroeg Ariadne, die rustig bleef zitten en geen aanstalten maakte om te vertrekken. ‘Bent u niet een heel klein beetje bijgelovig? Gooit u geen zout over uw schouder, of durft u onder ladders door te lopen?’
Taylor sloeg haar armen voor haar borst. ‘Ik ben net zo bijgelovig als iedereen, maar dat betekent niet dat ik in heksen geloof.’
‘Maar u gelooft wel in het kwaad, inspecteur. U heeft het met uw eigen ogen gezien. Ik weet dat het kwaad bestaat, en ik denk dat we elkaar van dienst kunnen zijn, als u dat zou toestaan.’ Ze zweeg en richtte haar aandacht op haar handen, die, bevallig en netjes gemanicuurd, op haar schoot lagen. ‘Ik beloof dat ik geen wrat op uw neus zal toveren.’
Grinnikend keek ze op, en Taylor moest wel terug glimlachen. De vrouw had een charmante lach en kleine witte tanden; ze kwam beslist niet overeen met het beeld dat Taylor van een heks had.
Haar oog ving een glinstering op. Toen ze ernaar keek, zag ze het fijne zilveren kettinkje om Ariadnes nek, en de sierlijke pentakel die precies in de holte tussen haar sleutelbeen en haar keel hing. Zonder na te denken, schoot ze iets achteruit.
‘Meisje, moeder en bes,’ zei Ariadne.
‘Wat?’
‘U dacht dat ik er niet uitzag als een heks. We geloven in incarnatie. Meisje, dat is de jonge heks, dan de moeder, de vruchtbare heks, en dan de bes, de wijze vrouw. Ik sta nog meer aan de meisjeskant, zoals u ziet.’ Ze lachte weer.
Deze keer kon Taylor het niet nalaten om voluit mee te lachen. Ze voelde zich goed, had het gevoel of ze nieuwe energie had gekregen. ‘Hoe wist u wat ik dacht?’
‘Ik kan uw gedachten lezen.’
Meteen kromp Taylor een beetje in elkaar.
Met twinkelende ogen boog Ariadne zich naar voren. ‘Ik maak een grapje. Ik heb uw gedachten niet gelezen, hoewel we dat wel kunnen. Niet het gedachtelezen dat u denkt, het is meer een soort trance waardoor je in de gevoelens van mensen kunt doordringen. Het is vertrouwen op je intuïtie, je emoties, wat je kan helpen te concluderen wat een persoon echt denkt. U doet dat zelf vaak, inspecteur. Net als ik, en ik ben er eigenlijk best goed in. Ik moet oppassen om niet te diep te kijken. Dat is niet beleefd. Maar ik had geen reden om in uw hoofd te kijken, uw gezicht is als een spiegel van uw ziel, transparant. U heeft het allemaal zelf gezegd.’
Taylor was van haar stuk gebracht. Ze had altijd gedacht dat haar gezicht ondoorgrondelijk was; het was een van haar sterke punten. Fitz had haar geleerd dat een goede agent ook een halve acteur moest zijn om vertrouwen in verdachten op te wekken. Dat was wat haar zo goed maakte in verhoren. Er ging een pijnscheut door haar heen. Ze ging rechtop zitten, probeerde de pijn weg te laten gaan. ‘Intuïtie is geen gedachtelezen,’ zei ze.
‘Natuurlijk wel. Je neemt de emoties van anderen in je op en plaatst ze in de context.’ De glimlach verdween, en Ariadne fronste haar voorhoofd. ‘Luister, u mag dan niet in heksen geloven, dat is prima. Maar de situatie wat deze moorden betreft is heel, heel serieus. Dit is iets heel anders dan spelen met toverspreuken om de zwaartekracht op te heffen. Dit is echt, en het is gevaarlijk. Er is een grote groep in Nashville die een of andere vorm van paganisme praktiseert. Duizenden, meer dan u zich kunt voorstellen. Het is een vreedzame zachtaardige religie, maar er is altijd een persoon die de macht van de godin wil corrumperen. Dat is waar we hier mee te maken hebben, en u zult mijn hulp nodig hebben om hem tegen te houden.’
‘Hem?’ vroeg Taylor.
‘Ja. Ik ken zijn naam niet, maar hij is machtig, en jong. En hij is niet alleen.’
Taylor liet Ariadne in haar kantoor achter. Voor haar geestelijke gezondheid had ze even pauze nodig.
In de gang vond ze McKenzie en Marcus diep in gesprek.
‘Wat is er aan de hand?’ vroeg ze.
McKenzie trok een gezicht. ‘Barent heeft om een advocaat gevraagd. We moesten de ondervraging stoppen.’
‘Dat is pech. Heeft hij daarvoor nog iets prijsgegeven?’
‘Niet echt,’ zei Marcus, over zijn kin wrijvend. ‘Maar ik denk dat we genoeg hebben voor een huiszoekingsbevel. Aangezien hij beweert de moorden te hebben gepleegd en hij aanwezig was op de plaatsen delict, moet dat geen probleem zijn. Ik ga het verzoek om het gerechtelijk bevel nu opstellen. Hij weet beslist meer over de moorden dan hij zou moeten, maar ik ben er nog steeds niet van overtuigd dat hij de dader is. Hij is een beetje gefragmenteerd, qua persoonlijkheid. Ik heb hem voor de zekerheid in een cel gestopt en proces-verbaal opgemaakt. Ik wilde hem niet naar huis sturen met de kans dat er weer iets gebeurt. Het lijkt erop dat hij iets wil bewijzen, hoewel het me zou verbazen als hij die kinderen heeft vermoord.’
McKenzie leunde tegen de muur. ‘Hij is een echte narcist, dat is zeker. En een ware gelovige. Hij denkt werkelijk dat hij een paranormale, zich met energie voedende vampier is, en dat hij een natie van vampiers leidt. Hij vertelde ons dat hij de afgelopen twee jaar strijd heeft gevoerd met een andere vampierkoning, Laurent. Ze voeren een onlinemediacampagne, waarbij hun volgelingen elkaar gemeen aanvallen. Het is een verrukkelijke nieuwe wereld in de vampieroorlogen: cyberspace.’
Lincoln kwam bij hen staan. Hun kleine vergadering begon de aandacht te trekken van verschillende voorbijlopende agenten, die hun nieuwsgierigheid niet verborgen.
‘Weten jullie zeker dat ze niet met een soort LARP bezig zijn?’ vroeg Lincoln.
‘Een LARP? Wat is dat?’ wilde Marcus weten.
McKenzie antwoordde: ‘Live-action role-playing, een rollenspel. Een moderne versie van Dungeons and Dragons, zeg maar. LARP’s zijn ongelooflijk intens. Het is heel goed mogelijk dat als je al een beetje labiel bent, je door langdurige blootstelling aan LARP helemaal doorslaat. Dat is een uitstekende suggestie. Het zou niet de eerste keer zijn. We hadden in Orlando een kwestie met een verkrachtingsrollenspel genaamd RapeAid, met uitgebreide groepsverkrachtingsscenario’s. Een paar van de mannen besloten het in het echt uit te gaan voeren; ze slaagden erin vier vrouwen te verkrachten voordat we ze te pakken kregen.’
‘Is het mogelijk dat de moordenaar iets van een van deze LARP’s uitvoerde? En dat ze het daarom hebben gefilmd en online gezet?’ vroeg Taylor.
‘Alles is mogelijk,’ zei McKenzie.
‘Ik heb nog een component om aan de mix toe te voegen. Er zit een vrouw in mijn kantoor die beweert een heks te zijn. Haar naam is Ariadne.’
McKenzie keek haar peinzend aan. ‘Ariadne de heks. Dat is geweldig.’
‘Waarom?’
‘Ken je de geschiedenis van Ariadne niet?’ Hij zag drie lege blikken op zich gericht en schudde zijn hoofd. ‘Wat moet ik met jullie aan? Ariadne was de dochter van koning Minos van Kreta. Ze hielp Theseus het labyrint uit te komen zonder door de Minotaurus te worden gedood, en trouwde daarna met Dionysus.’
Taylor trok een wenkbrauw op. ‘Griekse mythologie. Nu begrijp ik het. Ze noemde mij Athena.’
‘Dat past wel.’ Er glinsterde iets geamuseerds in McKenzies blik. ‘Kan ik met haar praten?’
‘Tuurlijk.’ Ze liepen terug naar de kantoren van de afdeling Moordzaken.
‘Met een beetje geluk hebben we voor het eind van de dag deze moordenaar te pakken. Dan kunnen we allemaal uitrusten. Jullie zien er moe uit. Zorg dat je wat slaap krijgt vannacht. Als er niet snel een doorbraak komt, kunnen we er dan morgen weer fris tegenaan.’
‘Dat geldt ook voor jou, inspecteur,’ zei Lincoln.
‘Ik weet het, en ik ga ook mijn best doen. Maar ik moet nog steeds met Juri Edvin praten. Hoe gaat het met de internetvideo?’
Hij stond stil en leunde tegen de muur. ‘Het is een totale nachtmerrie. Elke keer als de video eraf wordt gehaald, wordt hij weer vervangen. Maar het gaat ze wel lukken. Ze zijn er pas een paar uur mee bezig. Ze doen alles wat ze kunnen om hem op alle sites op te sporen. Mijn contact bij YouTube belt me, als het goed is, vandaag nog. Aangezien het zaterdag is, moesten ze een aantal ervaren medewerkers oproepen die het weekend vrij hadden, en dat kostte tijd. Toen we elkaar voor het laatst spraken, dachten ze dat ze misschien een goede aanwijzing hadden waar de eerste upload vandaan kwam.’
‘Mooi. Ik ben blij dat ze zo bereid zijn om te helpen. Dat is voor de verandering wel eens leuk. Ga weer aan de slag, en laat me weten wat er gebeurt. Marcus, zorg dat het huiszoekingsbevel er komt, zodat we kunnen kijken wat Mr. Vampier in zijn kast verbergt. Laat je door niets weerhouden.’
Ariadne zat nog steeds waar Taylor haar had achtergelaten: op de stoel net achter de deur van Taylors kantoor. Taylor stelde voor dat ze naar de vergaderzaal verhuisden, waar ze meer ruimte zouden hebben.
Lincoln, die Ariadne met openlijke nieuwsgierigheid aanstaarde, trok zich met een verontschuldiging terug maar schudde eerst de hand van de jonge vrouw en bleef nog even treuzelen. Ariadne glimlachte naar hem, en Taylor durfde te zweren dat hij bloosde.
Ook McKenzie schudde haar hand met een geïnteresseerde blik, maar die van hem was koel en taxerend, en kwam voort uit pure professionele objectiviteit. Marcus was degene die op een afstand bleef, en dat vond Taylor interessant. Hij mompelde iets over het gerechtelijk bevel en haastte zich de kamer uit.
Taylor en McKenzie gingen aan de tafel tegenover Ariadne zitten, en Taylor gebaarde dat ze kon beginnen. ‘Vertel ons wat u weet. Maar zou u me alstublieft eerst antwoord willen geven op een andere vraag?’
‘O, daar is een gemakkelijk antwoord op. We worden allemaal bedreigd door de acties van deze heksenmeester. Heeft u ooit gehoord van de wiccaraad?’ vroeg Ariadne.
‘Nee,’ antwoordde Taylor.
‘Het is onze ethische code, waar alle goede heksen en tovenaars in geloven. Het is onze versie van de eed van Hippocrates. De Raad zelf is lang en ingewikkeld, bevat onder meer een soort handleiding voor de fijne kneepjes van toverspreuken op feestdagen. Maar het gaat om de laatste twee regels: “These eight words the Rede fulfill – an ye harm none, do what ye will”, ofwel als het niet schaadt, doe dan wat je wilt. We geloven dat je alle magie die je uitzendt, drievoudig terugkrijgt. De wet van drie, zo noemen we hem. Wat betekent dat als je een negatieve bezweringsformule uitspreekt, die negativiteit terug zal keren en je te grazen zal nemen.’
‘Dus waarom zou een heks ooit een negatieve bezweringsformule uitspreken?’ vroeg Taylor.
‘Sommigen denken dat ze het onder controle kunnen houden, anderen kan het niet schelen. Soms is het van wezenlijk belang en noodzakelijk, zoals binden. Dat is wat ik geprobeerd heb; de moordenaar binden om hem te weerhouden nog meer onschuldigen te vermoorden. Maar de grote meerderheid van goede heksen zou zich nooit bezighouden met negatieve toverspreuken. Ze zijn gewoon te onvoorspelbaar.’
‘Dus volgens jou waren de moorden gisteren het werk van een heks?’
‘Of een heksenmeester. Een jonge machtige tovenaar. Eigenlijk geloof ik dat er een hele heksenkring bij betrokken was. Ik zag ze gisteravond in Subversion.’
‘Wat is dat?’
‘Een groep heksen die hetzelfde willen en met elkaar samenwerken, kracht van elkaar krijgen.’
‘Ik bedoelde “Subversion”. Daar heb ik nog nooit van gehoord.’
‘Het is een club op Second Avenue. Ze zijn maar zo’n één keer per maand open, en op speciale dagen, zoals Samhain – sorry, Halloween. Toen ik van de moorden had gehoord, ben ik meteen naar ze op zoek gegaan. Ze leidden me naar de club. Er waren er twee, een jongen en een meisje. Trouwens, niet om u in verwarring te brengen, maar ook de kleine vleermuisjes houden zich bezig met vampirisme. Er voegde zich een tweede meisje bij hen. Ze kregen vreselijke ruzie, waarna zij ervandoor ging. De andere twee, die wat ouder waren, volgden haar. Daarna ben ik ze kwijtgeraakt. Het was een heftige nacht. Zoveel van die jonge goths denken dat ze spirituele vampiers zijn, en ze gaan naar de clubs om zich te voeden. Het zindert van de energie, begrijpt u, vooral op een feestdag. Het berooft je van je eigen energie. Zelfs ik word erdoor beïnvloed, en ik heb een ijzersterk schild. Je zonder uitdrukkelijke toestemming met de energie van anderen voeden is een nare lugubere gewoonte. Wij keuren dat niet goed.’
‘Je noemde ze vleermuizen.’
‘Dat is een bijnaam voor de goths. Vleermuisjes. In het wicca noemen we ze “Fluff Bunnies”. Maar Fluffs zijn een beetje anders: het zijn meer poseurs, ze doen alsof. Deze vleermuizen moet je serieus nemen, ze zijn alleen te jong om in een traditionele heksenkring geaccepteerd te worden. Daarvoor moet je achttien zijn.’
‘Vleermuizen,’ zei Taylor. ‘Hoe zagen ze eruit?’
‘Het meisje was lang, net zo lang als u, zwart haar, bleek natuurlijk, met groene ogen. Die waren erg groen, misschien had ze gekleurde contactlenzen in. Ze had de traditionele dracht aan, haar make-up bestempelde haar als een romantigoth.’
‘Romantigoth? Wat is dat?’ vroeg Taylor.
Eindelijk zei McKenzie iets. ‘Er zijn honderdduizend subgroepen onder de overkoepelende naam goths: fairy goth, cybergoth, neopunk, antiquity, gravediggers. En zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan. Er komen iedere dag nieuwe bij.’
Belangstellend keek Ariadne hem aan. ‘Dus u bent een van ons?’
‘Niet meer,’ antwoordde McKenzie neutraal.
‘Hm,’ zei Ariadne, terwijl ze haar hoofd schuin hield. Ze wendde zich weer tot Taylor. ‘Dat is vooral een Amerikaans fenomeen. De nachtfiguren in de Europese sektes onderscheiden zich niet zo streng. Wij houden ons nog steeds zo vast aan onze etiketten.’
‘Aha. Ga door, alsjeblieft.’
‘De jongen was net zo gekleed, maar droeg in plaats van een rok een zwarte broek. Ze hadden allebei korsetten aan, kniehoge platformlaarzen, zwarte mantels. Zijn haar was kort, gemillimeterd, en zwart geverfd. Ze waren allebei opgemaakt, maar ik zou ze herkennen als ik ze weer zag. Ze vielen op, lieten een sterke indruk op me achter. De jongste was ook opgemaakt, maar haar kleding was eenvoudiger.’
‘Zou je ze herkennen op de foto’s?’
‘Zeker.’
‘Wat is het verschil tussen goths en wicca?’
‘O, daar is een groot verschil tussen. Wicca is een op de aarde gebaseerde religie. Goths zijn… Tja, laat ik het zo zeggen: de meeste mensen vinden het niet prettig om treurig te zijn. De wereld zegt dat je naar geluk moet streven, het beste van je leven moet maken. Maar goths omarmen die duisternis. Ze verkennen hun droefheid, en de droefheid van anderen.’
Taylor keek even naar McKenzie, die knikte, hoewel hij zich zichtbaar gegeneerd voelde. De arme jongen werd voor haar blootgelegd. Ze voelde met hem mee. ‘En de make-up?’ vroeg ze.
‘Een variatie op zelfexpressie. Ze houden ervan te verdwijnen, om de aandacht af te leiden van hun stoffelijke wezen naar hun spirituele kant. De echte goths zijn volleerde heksen en tovenaars. Ze begrijpen het paganisme door en door, in al zijn vormen. Als u deze jongen vindt, zult u ook zijn spreukenboek vinden, dat we ons Boek der Schaduwen noemen. Het is ons intiemste accessoire, vol hoop en dromen, bezweringsformules en aantekeningen, over wat werkte en wat niet. Het is een essentieel onderdeel van ons leven, en het zijne zal vol aanwijzingen voor u staan. Net als zijn altaar.’
‘Het lijkt erop dat ze juist de aandacht op zichzelf vestigen door anders te zijn, in plaats van de aandacht van zichzelf af te leiden,’ zei Taylor.
‘Tja, zo zien buitenstaanders ze. Maar de meesten zijn dolende, zoekende naar hun plaats in de wereld. Ze ontdekken de gothlevensstijl en die blijkt dan hun op het lijf geschreven, net zoals wanneer je je favoriete spijkerbroek aantrekt en weet dat je er fantastisch uitziet. Het is zowel een emotionele als een fysieke reis.’
‘Maar de zwarte kleding, het rondhangen op begraafplaatsen. Wat is daar de zin van?’
Ariadne glimlachte. ‘Dat doen ze omdat ze triest zijn. Maar in tegenstelling tot anderen verwelkomen ze dat gevoel. Als je kon stilstaan, binnen in jezelf kon kijken, aan jezelf kon toegeven wat de echte reden is waarom je ongelukkig bent en daarna jezelf om de juiste redenen, om jezelf sterk te maken, probeert te veranderen, zou je veel beter af zijn. Het is oké om triest te zijn. Je hoeft niet de hele tijd gelukkig te zijn. Het is gezond om een paar deprimerende gedachten in je ziel toe te laten, te denken aan alle slechte dingen die gebeuren zonder dat de maatschappij ingrijpt. Kijk naar de boeddhisten. Het boeddhisme is een leidende kracht achter de meeste gedisciplineerde goths. De boeddhistische leer vertelt je dat je niet aan je emoties gehecht moet raken terwijl je ze ervaart. Dat emoties simpelweg een reactie op prikkels zijn, dat een gevoel je niet definieert. Dat niveau van zelfbewustzijn is de sleutel naar de gothlevensstijl. In wezen rouwen ze om de mensheid.’
‘Het zijn tieners. Hoe zelfbewust kunnen die zijn?’
‘Heel erg. U zoekt naar een ongelooflijk intelligent persoon, inspecteur, iemand die belezen is, heel veel afweet van mythologie, de natuur en van botanie. Iemand die een expert is, die een natuurlijke leider kan zijn. Iemand die heeft geleerd dat de duisternis elektriciteit bezit, die denkt zich te kunnen voeden met de energie van de nacht en iedereen die ernaar streeft voor het goede te werken, doodsangst kan aanjagen. En u zou zijn athame op bloedsporen moeten onderzoeken. Ik neem aan dat hij hen daarmee bewerkt heeft.’
‘Wat weet je daarover?’
‘De wonden? De pentakels? Het nieuws stond er vol mee. Het is iets om opwinding te veroorzaken, om te prikkelen. Om zich ervan te verzekeren dat er alleen dáárover wordt gepraat. De moordenaar is buitengewoon egocentrisch. Hij wilde zijn handtekening achterlaten.’
Ariadne verschoof op haar stoel. Haar toon werd serieuzer. ‘Dit was niet een of andere kerel die vanaf een hoog gebouw om zich heen schoot, inspecteur. Dit was systematisch, gepland, en het zou nog wel eens niet voorbij kunnen zijn. U moet zoeken naar iemand met een aantal zeer speciale technieken.’
‘Iemand zoals jij,’ merkte McKenzie op.
Kalm reageerde Ariadne: ‘Ja. Iemand zoals ik. Maar ik zou nooit moorden om dichter bij mijn doel te komen. Dat is strikt verboden. U zou dat moeten weten. Daarbij druiste het in tegen mijn eigen persoonlijke code.’
‘Je weet ongelooflijk veel hierover, Ariadne,’ zei Taylor. ‘Ik kan niet nalaten me af te vragen hoe. Dit komt niet uit de boeken. Je kent details, en je hebt je actief bemoeid met een officieel politieonderzoek.’
‘Dat is waar.’ Er speelde een klein glimlachje om haar lippen.
‘We hebben een man in hechtenis zitten die zegt dat hij de moorden heeft gepleegd,’ zei McKenzie. ‘Hij beweert ook dat hij de koning van de vampiers is.’
Ariadne stak haar handen in de lucht, waarbij haar haren als een gordijn om haar lichaam zwierden. ‘Pff. De Vampyre Nation is een lachertje. Het zijn parasieten, ongedierte. Deze zogenaamde vampierkoning liegt. De heksenmeester die dit heeft gedaan, is te slim om zichzelf aan te geven.’ Even zweeg ze, waarna ze vervolgde: ‘Hoewel hij natuurlijk wel wil opscheppen. Heeft hij u al een brief gestuurd? Ik dacht dat ik gisternacht woorden oppikte.’
McKenzie wierp haar een lange blik toe. ‘Je zou een goede agent zijn, Ariadne,’ zei hij ten slotte.
Met vernauwde ogen leunde Taylor achterover in haar stoel. Wat gebeurde hier precies? Ja, dit was een opvallende zaak die iedereen die erbij betrokken was, diep raakte. En het was niet geheel ongebruikelijk dat mensen zichzelf aangaven, bekenden van een misdaad af te weten. Ze had in het verleden zogenaamde mediums gehad die zich bij zaken probeerden op te dringen, mensen die beweerden dat ze de vermisten konden zien, met hun ziel konden communiceren als ze al dood waren. Uiteindelijk bleken het altijd charlatans te zijn, op zoek naar beroemdheid, die het onderzoek een andere richting wilden opsturen voor hun eigen verknipte doeleinden. Dat risico mocht ze niet lopen, niet bij een zaak die zo groot was als deze. Ze besefte dat ze haar besluit al genomen had.
‘Ariadne, ik ga je op je rechten wijzen. Je begrijpt dat ik je als een verdachte zal moeten behandelen. Je hebt me echt geen keus gelaten. Dit is net zo goed voor jouw veiligheid als de mijne.’
Ariadne knikte instemmend. ‘Doe wat u nodig acht, inspecteur. Ik heb niets te verbergen. Mijn hart is zuiver. U moet doen wat uw pad u vertelt. Ik ben totaal niet beledigd. In feite zou ik wantrouwig zijn geworden, als u dit niet had gedaan.’
‘En waarom, als ik vragen mag?’
‘Omdat ik nu weet dat u me gelooft.