Hoofdstuk 41

 

 

Nashville

14.30 uur

 

Taylor en McKenzie stonden stil voor het huis van Fane Atilio. Bob Parks had achter hen aan gereden, en een andere politiewagen was onderweg. Van een vijftienjarig meisje verwachtte Taylor geen problemen, maar als haar vriendje in de buurt was… Ze vroeg zich af op wie of wat ze nu moest vertrouwen. Ariadnes indruk van een stel tieners op een feest? Of haar eigen intuïtie, die haar vertelde dat er nog meer zat aan te komen?

Tot dusver hadden alle kinderen met wie ze had gepraat, tot bepaalde kliekjes behoord. De brave kinderen – de atleten en prestatiegerichten – waren aardig geweest, makkelijk om mee om te gaan en bereid om mee te werken. Waarschijnlijk logen ze dat ze barstten om hun eigen hachje te redden, maar dat deden ze in ieder geval niet op een vervelende manier. De zwarte schapen maakten hun reputatie ook waar; Juri en Susan waren nare, chagrijnige kinderen.

De grote uitzondering was Theo Howell; de keurige jongen die de drugs van zijn vrienden bewaarde om ze te beschermen. Hij werd later in de middag op het bureau verwacht. McKenzie had haar verteld dat Theo’s ouders inmiddels weer in het land waren en hun zoon zouden vergezellen. Ze vroeg zich af wat hij verborg. Ook al hield je er rekening mee dat hij zichzelf probeerde te beschermen, dan nog was hij nog een beetje té behulpzaam geweest. Was hij echt de brave jongen die hij naar buiten probeerde te brengen, of was er een duistere kant, een waarheid die als een zwijgend spook stond te wachten om naar buiten te komen?

Ze schoof het allemaal van zich af. Het huis van de Atilio’s, één verdieping hoog, zag er verlaten uit. Het was gebouwd van geelbruine baksteen en had kobaltblauwe luiken, een vreselijke combinatie.

Taylor stapte uit de auto, keek omhoog naar de ramen. Was dit het? Zou dit meisje de sleutel zijn? Ze liep de vijf treden op naar de voordeur, drukte op de bel en deed toen een stap opzij. Op haar teken namen McKenzie en Parks hun posities aan haar rechter- en linkerzijde in.

Toen ze voetstappen hoorde, greep ze naar haar Glock en maakte het drukknopje van haar holster los, zodat ze het pistool er snel uit kon halen, mocht dat nodig zijn.

De deur zwaaide open. Er klonk een zwoele stem. ‘Sufferd, waarom gebruik je je sleutel niet?’

Taylor stapte in het zicht. In de deuropening stond een jong meisje, met verwarde haren, half gekleed in een bustier en een rok. Lang zwart haar. Groene ogen. Hun meisje.

‘Wie zijn jullie?’ vroeg ze op een toon waaruit zoveel ontzetting sprak, dat Taylor bijna in lachen uitbarstte.

Ze beet op haar lip en zei: ‘Fane Atilio?’

Het meisje rechtte haar rug; ze was even lang als Taylor. ‘Wie wil dat weten?’

‘Inspecteur Jackson, Bureau Moordzaken. Ik –’

Ze kon haar zin niet afmaken. Met een paniekerige uitdrukking op haar gezicht wilde het meisje de deur dichtslaan.

Net op tijd kreeg Taylor de punt van haar laars ertussen, maar daar betaalde ze een prijs voor. Ze zou nog zeker een maand een blauwe plek op haar voet hebben. ‘Au!’ riep ze, de deur met haar schouder openduwend. ‘Blijf staan, Fane.’

Niet verrassend, luisterde het meisje niet. Ze rende met haar lange, elegant bewegende benen de trap op.

Taylor ging achter haar aan. Ze hoorde een deur dichtslaan en arriveerde net op tijd boven aan de trap om het hout nog te kunnen zien trillen. Ze probeerde de knop. De deur zat op slot.

‘Kom uit je kamer, Fane. Nu! Maak deze deur open!’ schreeuwde ze.

Binnen was het stil. Parks en McKenzie stonden nu bij haar. Parks fluisterde: ‘Verder is er niemand.’

Taylor knikte en zei toen: ‘Fane, ik trap deze deur in, als je zelf niet opendoet. Je hebt drie seconden. Drie, twee, één.’

Niets. Taylor deed een stap achteruit en trapte de deur open. Die zwaaide naar achteren, knalde tegen de muur en stuiterde bijna weer dicht. Met haar linkerhand, de Glock de kamer in gericht, duwde Taylor hem weer open.

Fane Atilio was bezig uit het raam te klimmen, één been over de vensterbank en een arm om een tak van een boom, de afstand taxerend om te springen.

Taylor stak haar wapen in de holster, liep in drie stappen de kamer door en greep het meisje bij haar pols. ‘Hou daarmee op en kom meteen weer naar binnen.’

Ze moest het meisje bijna van het raam vandaan slepen. Hoewel broodmager, was ze toch behoorlijk zwaar. Fane liet zich op de vloer vallen, weigerend om op te kijken, terwijl een lage doordringende kreun uit haar keel ontsnapte.

Met de punt van haar laars stootte Taylor haar aan. ‘Trek wat kleren aan. We moeten praten.’

‘Ik heb niets te zeggen,’ was Fanes hooghartige reactie.

‘Echt niet? Nou, wacht maar eens af, meisje. Ik denk namelijk dat je me meer te vertellen hebt dan je je kunt voorstellen.’