Hoofdstuk 42

 

 

Taylor nam het tegenstribbelende meisje mee naar het Criminal Justice Center, wees haar op haar rechten, maakte een polaroid van haar en stopte haar in een verhoorkamer. Ariadne haalde Fane onmiddellijk uit het fotovel dat was samengesteld.

Taylor probeerde de zaken van de optimistische kant te bekijken. Ze hadden een positieve identificatie van twee meisjes, een drugsdealer met een hap uit zijn been en een vermiste jongen, mogelijk het meesterbrein achter deze hele zaak. De Specialized Investigative Unit had bevestigd dat Barent Johnson methamfetamine en xtc produceerde, dus wisten ze waar de drugs vandaan kwamen. Maar hoe het allemaal samenkwam… dat was iets waar ze nog aan werkte.

Ariadne hield vol dat Juri Edvin niet de jongen was die ze in Subversion had gezien. Haar tekening van Fane Atilio was perfect, zowel met als zonder make-up, dus misschien had ze gelijk wat die mysterieuze vierde persoon betrof.

Hoe dan ook, Fane Atilio werkte niet mee. De dag liep ten einde en het werd langzamerhand donker

Ze haalde diep adem en probeerde het opnieuw. ‘Fane, waar zijn je ouders?’

Geen antwoord.

‘Fane, waar was je op Halloween?’

Een lege zielloze blik die Taylors ogen nooit ontmoette. Geen antwoord.

‘Fane, je vriendje. Hoe heet hij?’

Op deze manier gingen ze nog zo’n halfuur door, totdat Taylor er eindelijk genoeg van had, opstond en de verhoorkamer verliet.

McKenzie zat in de kamer met de monitors toe te kijken.

‘Koppig kreng,’ zei Taylor.

‘Inderdaad. Maar ze is een ware gelovige. Wil je dat ik het probeer?’

‘Graag. Mij lukt het niet. Eerlijk gezegd krijg ik de kriebels van haar. Waar halen die meisjes zo’n houding vandaan?’

‘Was jij niet zo toen je vijftien was?’

‘Niet zoals zij,’ antwoordde ze, maar ze bloosde. Hij had gelijk, ze was net zo stuurs en tegendraads geweest toen ze op dertienjarige leeftijd werd opgepakt voor alcohol kopen als minderjarige. Maar zij was niet degene geweest die had gedronken, het waren haar vrienden geweest. De agent die hen had gearresteerd, had haar geloofd. Die agent was Fitz geweest, en hij had haar met een waarschuwing laten gaan. Hij had haar met respect behandeld; echt naar haar geluisterd toen ze had gezegd dat ze er niets mee te maken had gehad. Zijn rechtvaardigheid had haar geraakt, en daardoor was ze gaan nadenken. Voor ze het wist, was ze geobsedeerd geraakt door het politiewezen, door rechtvaardigheid en eerlijkheid. Ze had zoiets nog nooit meegemaakt, en het was haar bevallen.

‘Gaat het?’ vroeg McKenzie.

Ze haalde zichzelf weer terug naar het heden, dwong het beeld van Fitz’ oog op een tafel in Noord-Carolina uit haar hoofd. ‘Ja hoor.’

Met zijn hoofd schuin keek hij haar aan, maar ze hield zich bezig met haar paardenstaart totdat hij zei: ‘Lincoln heeft een gerechtelijk bevel voor Fanes telefoon en laptop. Hij staat op het punt daarin te duiken. Ariadne heeft haar herkend, toch? Dat zou genoeg moeten zijn, om te beginnen.’

‘Ja. Hoewel ik je niet kan zeggen dat ik ernaar uitkijk om met deze getuigenis naar de officier van justitie te stappen.’

‘Echt, ze is betrouwbaar, waarin ze ook mag geloven, Taylor. Daar zul je geen problemen mee krijgen. Ik heb net Theo Howell gezien en een stel van wie ik aanneem dat het zijn ouders zijn. Ze wachten op je.’

‘Ik blijf hier nog even, als dat goed is. Ik wil graag je tovenaarskunsten zien.’

Hij glimlachte naar haar. ‘Hoe gaat het met je voet?’

‘Een beetje beurs. Ik overleef het wel.’

‘Mooi. Nou, het zal me benieuwen.’ Hij liep de verhoorkamer in.

Toen McKenzie binnenkwam, ging Fane Atilio rechtop zitten, haar ogen wijd opengesperd. Taylor zag een flauw glimlachje om haar lippen verschijnen, en begreep meteen hoe het zat. Het meisje wierp een blik op de deur, zag dat er niemand anders binnenkwam en begon prompt te huilen. Zo leek ze net een gewond poesje, haar ogen vochtig en rond, de lange zwarte wimpers bedekt met zoute druppels. De manier waarop ze huilde, was mooi, bedeesd en zachtjes, met af en toe een blik omhoog om te kijken wat het effect was.

Taylor zette het geluid harder. Ze had vrouwen zoals Fane, die mannen bespeelden, die zich compleet afhankelijk opstelden om aandacht te krijgen, eerder meegemaakt. Ze had veel sterke mannen over hun voeten zien struikelen om zulke meisjes, die het ogenschijnlijk heel moeilijk hadden en het niet alleen af konden, te hulp te schieten.

Zelf was Taylor zo niet. Ze was altijd iemand geweest die vond dat je een grote meid moest zijn en je eigen broek moest kunnen ophouden. Het idee dat een man haar zou moeten redden, stuitte haar tegen de borst. Dat was gedeeltelijk de reden waardoor de onenigheid tussen Baldwin en haar was ontstaan: zijn verlangen om haar te beschermen en haar koppige weigering dat toe te staan.

Terwijl ze toekeek, besefte ze al snel dat Fane volkomen tegenovergesteld aan haar was. Vijftien en al heel bedreven in de kunst van verleiding door je als hulpeloos slachtoffer op te stellen. Ze gluurde vanonder haar wimpers om het effect te peilen dat haar tranen op McKenzie hadden. Mijn hemel, het meisje was net Taylors moeder, Kitty. Ze wás Kitty, haar evenbeeld.

McKenzie trapte er, gelukkig, geen seconde in, maar gebruikte het in zijn voordeel. Fane werd bespeeld door een sterkere speler en had het totaal niet door.

‘Dat is me er eentje.’

Taylor draaide zich om. Joan Huston stond achter haar de beelden op de videomonitor te bestuderen.

Het knikje van Taylor was een tikje zuur. ‘Ja, inderdaad. Maar in ieder geval is ze begonnen met praten. Ik ben er een halfuur binnen geweest, en ze heeft niets meer gedaan dan brommen.’

‘Is dit uw verdachte?’ vroeg Huston.

‘Een van de verdachten. We kunnen haar ouders niet vinden, en ze werkt op geen enkele manier mee, dus zullen we haar een tijdje moeten bewerken totdat het duidelijk wordt wat er is gebeurd. We missen er nog een, maar ik ben er vrij zeker van dat ze allemaal met elkaar hebben samengewerkt. Onze ooggetuige heeft een tekening van dit meisje en Susan Norwood gemaakt, en die kwamen precies overeen.’

‘Welk belang heeft zij hierbij?’

‘Dat is een goede vraag. Daar ben ik nog naar op zoek. Ze heeft een goed verhaal, maar wie weet? We hebben de dealer van de drugs kunnen traceren. Ik wacht nog op de labresultaten van wat we gisteren bij Howell hebben gevonden. Als er een match is, kunnen we Keith Barent Johnson en Juri Edvin aanklagen voor moord met voorbedachten rade op Brittany Carson. Wat ik probeer uit te puzzelen is hoe deze meisjes – Fane Atilio en Susan Norwood – in het plaatje passen, en wat de andere zeven slachtoffers ermee te maken hebben.’

‘Susans broer was een slachtoffer, toch?’

‘Ja. Hij werd aangetroffen met zijn vriendin, Amanda Vanderwood. Toen ik de ouders op de plaats delict sprak, zeiden ze dat hun dochter thuis was met de oppas. Ze leken niet te weten dat ze het huis uit was gegaan. En Xanders beste vriend is Theo Howell. Hij was de laatste persoon die met Xander heeft gesproken. Ik ben bang dat we nog een heleboel losse draadjes hebben.’

‘Over de Norwoods gesproken, ze zijn hier nu en maken een hoop stennis. Ik stel voor dat u naar ze toe gaat en probeert ze te kalmeren.’

‘Ik ga zo. Ik wil graag dat McKenzie erbij is. Hij begrijpt deze kinderen. Zijn indrukken zijn heel waardevol gebleken.’

‘Hij is een goede rechercheur, hè?’

‘Zeker.’

Huston grijnsde breed. ‘Vertel me eens, inspecteur. Klopt het dat u een waarzegster aan boord hebt gehaald bij deze zaak?’

‘Een waarzegster? Dat zou ik niet weten. Haar naam is Ariadne. Ze kwam gisteren opdagen en heeft deze kinderen als daders aangewezen. Ik weet niet zeker of ik haar geloof, maar ze beweert een heks te zijn.’

‘Hm,’ zei Huston. ‘Misschien zou ik haar mijn toekomst moeten laten voorspellen.’

Taylor besefte dat ze haar aan het plagen was en glimlachte. ‘We zijn warm, ma’am. Heel warm.’

‘Mooi. Hou me op de hoogte. Goed werk, inspecteur.’

Ze beende weg, en Taylor draaide zich om naar de beelden van de verhoorkamer. Ze zette het geluid weer harder. McKenzies gezicht had een gealarmeerde uitdrukking; ze had iets gemist. Fane was aan het woord.

Toen Taylor hoorde wat ze zei, voelde ze haar bloed bevriezen.

‘Je weet helemaal niets. Hij gaat ze vermoorden. Hij gaat ze allemaal vermoorden.’