Hoofdstuk 42
De slaapkamers lagen aan de linkerkant en de keuken en de woonkamer aan de rechterkant van de flat. Jack ging de hoek om naar de slaapkamer, waarbij de gang tot zijn afschuw smaller werd. Twee slaapkamers aan de linkerkant, een badkamer aan het eind van de gang. Jack putte uit zijn herinnering. Hij bleef staan bij de deur van de grootste slaapkamer en voelde een ongelooflijke hitte. Hij deed zijn hand naar achteren om. Cassie te laten stoppen, omdat hij niet wist wat ze tegemoet gingen. Zijn lamp verdween in de rook en raakte iets wat de rand van een bed zou kunnen zijn, maar wat hij niet kon zien in de rook. Zijn lamp scheen kriskras over de vloer en stopte toen. Iemand had de deur proberen te bereiken en was ongeveer een meter daarvandaan in elkaar gezakt.
'Cassie, blijf bij mij. Ash, kijk of je een raam kunt openbreken.'
Hij liep naar het slachtoffer. Een volwassen man. Cassie scheen hem bij toen ze hem omdraaiden. 'Chad.' Jack was geschokt dat het iemand was die hij kende. Hij had verwacht dat de man onwel was geworden door de rook en stond op het punt hem naar buiten te dragen, maar toen drong het tot hem door dat er bloedvlekken op zijn borst zaten. Wat eens een donkerblauw shirt was, was nu één grote vlek.
'Nee'
Jack greep Cassie stevig vast om te voorkomen dat ze viel. De stijfheid van de man was beginnende lijkstijfheid. Zijn lamp scheen op het pistool waar de man op had gelegen. Zelfmoord? Moord? Hij wist het niet. Glas versplinterde. Ash sloeg allebei de ruiten kapot en de rook en de hitte stroomden als een warme wind uit de nieuwe opening. Alle ruiten hadden in de sponningen gezeten, de
voordeur was op slot, er waren geen sporen van braak. Jack somde het voor zichzelf op, aangezien hij probeerde te besluiten of ze de brand konden blussen, zodat ze de sporen niet zouden uitwissen. Het duidde op zelfmoord. De brand duidde op iets veel kwaadaardigers. Ash kwam teruglopen. Zijn
lamp drong nu door de optrekkende rook heen. Jack zag iets wat hem deed schrikken. Hij greep zijn zak-lamp en scheen ermee op de muur achter het brede hoofdeinde van het bed.
Er stond een muurschildering op de slaapkamermuur. Een muurschildering van vlammen. Grote, forse, rode vlammen. Het schokte hem.
Cassie stond op, pakte zijn schouder en scheen hem bij. Het woord boven de geschilderde vlammenzee was enorm. Brand.
Jack voelde de angst langs zijn ruggengraat omhoog kruipen. Het enorme woord flakkerde.
De verf bladderde af. Hij duwde Cassie naar de open ramen. 'Naar buiten!'
De muur explodeerde en viel over hen heen. 'Er zitten vijf mensen vast. Roep drie ploegen op', droeg Cole de meldkamer kalm op. Hij had geen tijd voor emoties. Om hem heen werd gegild en probeerden mensen weg te rennen, waarbij ze op het gladde wegdek vielen. De reddingsploegen
zouden hier niet op tijd zijn. Hij had hulp nodig. Helaas had hij alleen zichzelf.
De meldkamer volgde zijn bevel vlug op. Aardgas, dat was zijn eerste idee. De explosie had de
achterkant van de oostvleugel uiteengereten. Hij kon de muur niet zien die aan de achterkant van het gebouw was ingestort, maar het effect ervan wel. De nok van het dak brak af en de eerste verdieping helde naar achteren. Heer, ontferm U. Cole vertrouwde op die genade. Hij deed
zijn persluchtcilinder op zijn rug. Vijf mensen. Hij beschikte niet over de wijsheid van Salomo, maar nu had hij die nodig. Twee van hen bevonden zich in de westvleugel; die zaten hopelijk alleen vast. De drie in de oostvleugel waren hoogstwaarschijnlijk gewond. En hij kon maar één kant op.
De politieagent die de bewoners op afstand probeerde te houden, kreeg een korte boodschap van Cole. 'Als de brandweer arriveert, zeg dan tegen hen dat er drie mensen in de linkervleugel zitten en twee in de rechter. Doe wat je moet doen om andere mensen buiten te houden. Aan onervaren hulp hebben we niets, hoe goed het ook bedoeld is.' Hij keek de man doordringend aan om te zorgen dat die boodschap overkwam. 'Dit gebouw kan elk moment instorten.' Hij hoefde niet te zeggen dat vijf brandweerlieden misschien hun leven zouden verliezen als dat zou gebeuren, maar hij zou niemand anders toestaan zich bij hen te voegen.
De agent knikte grimmig. Cole liep het gebouw in om te proberen Bruce en Nate te bereiken. In zijn eentje zou hij geen enkele kans hebben de anderen te redden.