Hoofdstuk 9

 

Jack gebruikte Cassies sleutel om de deur van haar appartement te openen. Vlak naast de deur vond hij het lichtknopje. In het halletje stonden stapels dozen. Was ze aan het verhuizen?

Cassie liep om de dozen heen en ging de eerste kamer aan de linkerkant binnen. Jack deed de deur op slot en liep achter haar aan. Hij liet zijn blik door de zitkamer met de groene leunstoel en sofa, de bank en het cilinderbureau dwalen. Als ze aan het verhuizen was, was ze nog niet begonnen met het inpakken van deze kamer; er hingen nog foto's aan de muur en er lag een legpuzzel op een tafeltje. Ze had was zitten vouwen. De wasmand stond naast de salontafel en overgebleven sokken lagen op kleur gesorteerd op een rijtje, van licht naar donker. Jack hielp haar met het uittrekken van het jack. 'Ga zitten.' Hij liep naar de keuken, knipte ongeduldig wat lampen aan en trok kastjes open tot hij een paar glazen vond. Net als zijn zussen bewaarde ze haar medicijnen bij haar kruiden. Hij

zocht tussen de potjes, vond de pijnstillers en liet twee tabletten in zijn handpalm glijden.

Hij was niet verbaasd over de enorme hoeveelheid verbandmiddelen die hij aantrof, maar het was treurig dat ze ze nu weer zou moeten gebruiken. Hij nam wat spullen voor haar hand mee.

Hij maakte zich geen enkele illusie dat ook maar iets van wat hij de komende paar minuten zou zeggen, zou helpen. Ze dacht dat haar brandweerpartner de branden stichtte. Er was maar weinig wat iemand dieper kon raken. De humor waarop hij normaal gesproken een beroep kon

doen om een gespannen situatie te bezweren, was nu niet aanwezig. En als hij die ooit nodig had gehad, was het nu wel. Haar tranen zaten heel hoog. Hij vond het vreselijk om zich bezig te moeten houden met een vrouw die elk moment in tranen kon uitbarsten. Een van de dingen die hij zich nog het duidelijkst kon herinneren uit zijn jeugd was hoe slecht het hem afging om iemand die huilde te troosten. Had ze het hem maar niet verteld! Waarom had ze niet kunnen wachten tot ze het

Cole kon vertellen? Zijn vriend zou hiermee kunnen omgaan. Ze was niet gaan zitten, zoals hij haar gezegd had. Jack legde de spullen die hij meegenomen had op het mahoniehouten bijzettafeltje naast de lamp, legde zijn handen op haar schouders en drukte haar in de leunstoel. Hij ging op de sofa zitten en gaf haar het glas aan. 'Neem die pillen in. Dit gaat pijn doen.'

Ze legde het ijskompres weg, omdat het warm geworden was. Jack wikkelde het verband dat Neal om de blaren had aangelegd voorzichtig af. Het was niet alleen nat van het water; de blaren scheidden vocht af. Voorzichtig bracht hij brandzalf aan en schoon gaas. Dit kon hij doen. Dit was praktisch en concreet. Hij deed zijn best niet te letten op het feit dat ze af en toe zat te snuffen vanwege dreigende tranen. 'Vertel me eens waarom je denkt dat het Ash was.'

'Hij woont in die buurt.' Jack stopte. Dat had hij niet verwacht. 'Waar?'

'In Quincy Street. Daar is hij ongeveer een maand voordat hij verdween naartoe verhuisd.'

'Waarom?' 'Waarom hij verhuisd is?'

Jack knikte. 'Het had iets te maken met opslagruimte voor een boot. Hij noemde het zijn kleine roeiboot.' 'De manier waarop hij stond en bewoog deed je aan Ash denken. Wat nog meer?'

'Zijn kleren. Jack, de indruk die ik kreeg was die van een zelfverzekerde, rustige, bedachtzame, man.' Ze schudde haar hoofd. 'Het voelt zo ongelooflijk trouweloos om dit te denken.' 'Cassie - het was Ash niet. Hij zou nooit brand stichten en jou naar binnen laten gaan. Dat is onmogelijk.'

'Maar stel dat hij dat wel deed?' fluisterde ze. 'Dan is hij een andere man geworden dan de man die we al jaren kennen.' 'Ik kan de indruk niet uit mijn gedachten krijgen. Ik ben in de fotoboeken op zoek gegaan naar iemand die op Ash leek. Daar schaam ik me zo voor. Ik wenste dat ik iemand kon vinden die op hem leek.'

'Het is aan Cole om erachter te komen wie je zag. Dat kun je gerust aan hem overlaten. De beschrijving geeft hem veel aanknopingspunten.' 'Wil jij voor mij met hem praten?'

Hij zou inderdaad met Cole gaan praten en hem onder druk zetten omdat deze pyromaan er nu een persoonlijke zaak van had gemaakt. Het was één ding om hem op te sporen, maar als Cassie gewond raakte... Wie het ook was die deze branden stichtte, wat zijn motief ook was, hij had een vriendin

verwond. 'Ik zal met hem praten', stelde Jack haar gerust. Dat was nog iets concreets wat hij voor haar kon doen. Hij zette het verband vast met een stukje verbandpleister. 'Zo moet het blijven zitten vannacht. Maak je hand morgenochtend nat.'

'Dat zal ik doen.' Hij liet haar hand niet meteen los. 'Cassie-' Hij zweeg en probeerde de juiste woorden te vinden. 'Ik vind het niet prettig om je vannacht alleen te laten. Is er iemand die ik voor je

kan bellen?' 'Amy woont in het appartement tegenover me. Ga nu maar, Jack. Ik red me wel en  moet weer aan de slag.' Ze voelde met haar goede hand aan haar haar. 'Ik moet trouwens mijn haar

wassen.'

'Ga eerst wat slapen.'

'Dat zou wel logischer zijn, ja.'  De enige juiste reactie daarop was een glimlach. 'Die pijnstillers zullen je wel een poosje vloeren. Doe de deur achter me op slot.' Ze drukte zichzelf omhoog uit de stoel en liep met hem mee naar de deur. 'Ben je aan het verhuizen?'

Ze duwde met haar voet tegen een van de dozen. 'Mijn extra voorraad boeken voor de boekwinkel.'

 

Ze had acht dozen met boeken in haar halletje staan. 'Ik zal ze morgen voor je naar de winkel slepen.'

'Dat zou ik fijn vinden. Bel je me als je meer weet van Cole?' 'Om een uur of twaalf', beloofde Jack. Hij pakte zijn sleutels terwijl hij over de drempel stapte. 'Cassie?' Ze hield de deur tegen.

'Controleer morgen de batterijen van je rookmelders.' Het duurde even, maar toen verscheen er een lach in haar ogen. 'Zal ik doen. Welterusten, Jack.' Hij liep de trap af.

Waar zou hij nu heen gaan? Cole zou nog wel een paar uur aanwezig blijven bij de opruimwerkzaamheden van de brand om bewijsmateriaal te verzamelen en te verzegelen. Hij moest

Cole spreken. Dit nieuws zou inslaan als een bom. Jack startte zijn auto, dacht even na en reed toen naar Quincy Street. De eerste brand was een week na Ash verdwijning uitgebroken. Dat was een te verontrustend feit om te negeren. Het kon hem niet schelen wat hij tegen Cassie gezegd had. Zijn gevoel zei hem iets anders. Ash die branden stichtte - het kon haast niet. Maar Jack kon zich de gesprekken op de gang in het ziekenhuis nog herinneren. Ash had zich erg kwaad gemaakt over de bezuinigingen die volgens hem een rol hadden gespeeld bij Cassies ongeval. De jaarlijkse inspectie van het verzorgingshuis was uitgesteld omdat het aantal inspecteurs verminderd was. Toen de beslissing was gevallen dat de brandweerkazernes moesten samengaan uit oogpunt van bezuiniging, had Ash luidkeels zijn afschuw daarover kenbaar gemaakt.

Hij was er zo op gebrand geweest om Cassie te helpen . Jack kon zich gewoon niet voorstellen dat Ash die betrokkenheid abrupt zou afkappen om plotseling voor lange tijd uit beeld te verdwijnen. Maar het sluiten van de kazernes - stel dat hij van mening was dat hij daar iets aan moest doen? Er moest een reden zijn dat hij verdwenen was. Was Ash terug?

 

Het werd al bijna licht toen Rachel haar portier dichtsloeg en verder ging lopen, omdat ze haar auto drie straten van de brand had moeten parkeren.

Blus- en ladderwagen 81 waren nog bezig met opruimen en nablussen. Er stonden twee politieauto's en drie wagens van de pers. Aan de overkant van de straat stonden groepjes toeschouwers naar het werk van de brandweer te kijken. Vier van hen hadden tuinstoelen meegebracht om van het gebeuren te genieten. Het was een droevig schouwspel. Cole moest hier ergens zijn. Het zou een hele klus worden om hem te vinden. Rachel zocht zich voorzichtig een weg door de wirwar van brandweerslangen. Omdat ze in haar officiële hoedanigheid met haar Rode-Kruisjack kwam, werd ze zonder problemen doorgelaten bij de politieafzetting. De brandweerlieden waren nog bezig met het nablussen van wat eens de garage was geweest. Het water dat van het huis wegstroomde had riviertjes gevormd in de tuin. Het was één grote modderpoel.

 

Ze zocht naar Jack, omdat hij ook een boodschap op haar antwoordapparaat had ingesproken, maar zag zijn opvallende helm nergens. Jack had een gele smiley achterop zijn helm en achterop zijn brandweerjas geschilderd. Hij zei dat het daardoor makkelijker was om met bange kinderen om te gaan bij een auto-ongeluk, maar Rachel kende de waarheid. Het was Jacks levenshouding. Hij verdeed zijn tijd niet met tobben over iets wat hij niet kon veranderen.

Cole kwam de voordeur uitlopen met een kettingzaag in zijn handen. Hij zag haar de oprit oplopen en knikte naar haar. Ze bleef staan tot hij bij haar was. 'Bedankt dat je wilde komen.'

Ze probeerde van zijn gezicht af te lezen wat er aan de hand was, maar hij gaf niet veel prijs. 'Je zei dat het belangrijk was.' Het verzoek had haar verbaasd, maar dat wilde ze niet laten merken. Ze werd regelmatig gevraagd om een inschatting te geven hoe slachtoffers en getuigen een trauma verwerkten, hoe de politie het beste een antwoord kon vinden op wat er gebeurd was. Maar voorzover ze kon zien hadden ze hier geen behoefte aan dat soort hulp.

'Ik wil je mening ergens over weten.' Cole legde de kettingzaag naast het zwarte afdekplastic op de stoeprand. Hij deed de deur van bluswagen 81 open en haalde een brandweerjas uit de achterbak.

Rachel zag Gages collega Jeffrey in geanimeerd gesprek met de brandweerkapitein. Ze hoopte dat Gage er niet was. Het was niet wijs geweest de hoorn zomaar op de haak te gooien.

Het zou gegarandeerd enkele scherpe vragen opleveren bij hun volgende ontmoeting.

'Rachel.' Ze pakte de jas van Cole aan.

'Dit blijft onder ons.' Het irriteerde haar dat hij haar daaraan herinnerde. Ze was niet alleen beroepsmatig aan een gedragscode onderworpen, maar ook in moreel opzicht. 'Ik zal het niet tegen Gage vertellen.'

'Dat kefferige handlangertje van hem valt ons al de hele tijd lastig.' Ze moest op haar tong bijten; dat was Jeffrey ten voeten uit. 'Jij hebt het nooit zo op verslaggevers begrepen.' 'Dat is een vaststaand gegeven.' Ze worstelde zich in de jas en keek vol weerzin naar de brandweerhelm die hij haar aanreikte. 'Het gaat nu niet om de laatste mode, dame. Niemand hier zal een foto van je nemen.'

'Ik mag me best een beetje druk maken om hoe mijn haar zit zo vroeg in de morgen.' En dan te bedenken dat ze vanmorgen inderdaad voor haar kast had staan dralen omdat ze niet wist

wat ze aan moest trekken voor haar ontmoeting met hem. Natuurlijk had ze oog voor de praktische kant van de zaak. Ze droeg een blouse van zware kakistof, een makkelijk zittende spijkerbroek en stevige schoenen. Maar de accessoires waren allesbehalve praktisch. De sjaal was duur, de riem

gevlochten, de armband breed en opvallend. Cole had het niet eens opgemerkt en nu was ze een beetje nijdig dat ze er überhaupt moeite voor gedaan had. 'Is Jack in de buurt?'

Verbaasd keek ze naar de geërgerde blik op zijn gezicht.

'Die praat met de man die de brand gemeld heeft.' Hij veranderde van onderwerp voor ze kon vragen wat Jack deze keer gedaan had. 'Als we het huis binnengaan, wil ik dat je loopt waar ik loop.'

 

'Er is toch niemand dood daarbinnen, hè?'

'Ik zou je niet eens in de buurt laten komen als we een slachtoffer hadden. Er was niemand thuis.'

'Was dit brandstichting?' ’Ja.’

Geen aarzeling of voorbehoud. 'Laat het me maar zien.' In plaats van haar voor te gaan naar het huis, stak Cole zijn handen in zijn zakken, haalde er een rolletje snoep uit en bood haar met zijn duim de bovenste aan. 'Heb je laatst de verloren Gage nog gevonden?'

’Ja.’

'Dat vroeg ik me af. Hoe gaat het met hem?' 'Vraag het hem zelf', antwoordde ze. Ze was niet in de juiste stemming om over een vriend te praten. De twee mannen waren beleefd tegen elkaar, er was

zelfs sprake van onwillig respect, maar Rachel was niet van plan tussen hen in te gaan staan. Cole hield niet van verslaggevers die hun neus in lopende onderzoeken staken en zij maakte zich omtrent Gage geen enkele illusie. Die kon een heilige nog irriteren. 'Je was laat thuis.'

Ze trok een wenkbrauw op. 'Ik heb je gebeld', zei Cole gewoon.

Hij ging er niet verder op in en Rachel durfde er niet goed naar te vragen. Hij had een doordringende blik en er lag een warme gloed in zijn bruine ogen. Maar ze vond dat ze hem wel enige uitleg verschuldigd was. 'Ik heb bij Gage een stuk taart gegeten en ben daarna nog een uurtje bij Kate langs geweest. Waarom zoek je uitvluchten om me datgene te laten zien waarvoor je me geroepen hebt?'

Het is verontrustend, Rachel.'

'Ik ben weleens een hamburgerrestaurant binnengelopen waar een man acht mensen had neergemaaid met een automatisch geweer. Verontrustend is een relatief begrip.' 'Dit is verontrustend.' 'Cole.'

'Ik wil je er alleen op voorbereiden. Als het niet nodig was geweest, had ik je er niet bij geroepen. Als dit betekent wat ik vermoed dat het betekent, dan zullen jij en ik moeten praten.' Dat klonk niet best. Ze volgde Cole over de oprit naar het huis, langs houten werkbladen op schragen en met geel tape

afgezette vellen plastic. Binnen in het huis was de rooklucht overweldigend. Haar ogen begonnen onmiddellijk te tranen. 'Was de rook giftig?' Cole keek achterom en schonk haar een meelevende glimlach. 'Uien. Er is een zak uien in de bijkeuken verbrand.'

Ze onderscheidde de verschillende geuren en besefte dat hij gelijk had. Ze wilde hier zo snel mogelijk vandaan. 'Zeg me alsjeblieft dat we naar boven gaan.' 'Dat gaan we ook. Blijf vlak bij me.'

Op de overloop was zwaar plastic uitgerold.  Rachel was verbaasd over de enorme schade die de brand had aangericht. Normaal gesproken verwoestte een brand de inhoud van kamers, de persoonlijke spullen die een brand tot zo'n tragedie maakte voor mensen, maar liep het huis zelf

slechts enkele littekens op. Deze brand had muren uitgehold. Er waren gaten in het plafond gehakt om bij de zolder te kunnen komen.

Rachel keek de kamers in terwijl ze door de gang liepen en kreeg zo een indruk van de bewoners. In de badkamer hing een gesmolten douchegordijn met zeemeerminnen erop. 'Hadden ze kinderen?'

'Een dochter.'

Cole bleef bij de derde deur staan. 'Hier is de brand begonnen.' Hij knipte zijn zaklamp aan en stapte voorzichtig langs de deur, die scheef in zijn scharnieren hing. Rachel liep achter hem aan.

'Wat denk je hiervan?' Cole bescheen de boodschap. Hij had de muur schoongeveegd om het te onthullen. Er was hier en daar wat pleisterkalk weggevallen, maar de letters waren heel groot en het woord was leesbaar. Het lichtte op in fluorescerend rood. Moordenaar.

Ze drong haar emoties terug en vocht tegen de overweldigende reactie die haar de adem benam. 'Is dit de ouderslaapkamer?' ’Ja.’

 

De reusachtige letters deden een aanval op haar zintuigen. Ze volgde de lijn van de spuitverf en onderging de sensatie die de man die de spuitbus vasthield ook gevoeld moest hebben.

Hij had met uitgestrekte arm vlak langs de muur gelopen. 'Hij heeft de meubels verplaatst voordat hij dit schreef.' 'Goed gezien.'

Aan het eind van het woord waren de letters kleiner en stonden ze dichter op elkaar; de verf was veel dikker bij de laatste R. Opwinding in het eerste stuk van het woord en opgekropte woede aan het eind. Het woord was heel groot, de muur een reclamebord in de gedachten van de pyromaan.

Hoeveel branden?' vroeg ze, het antwoord vrezend.

Dit is nummer zes. Zeg me wat je ervan denkt, Rachel.'

Hij rechtvaardigt zijn daden. Hij is niet alleen kwaad, het is een deel geworden van wie hij ís. Hij probeert de moed op te brengen om ook te doden.' Ze keek naar Cole toen deze niets zei. Toen ze zag dat hij slechts met uiterste krachtsinspanning zijn woede bedwong, deed ze een stap opzij. 'Cole?' 'Rae, ik denk dat hij het op Jack gemunt heeft.'