Hoofdstuk 2

De zakken met kunstmest lagen hem in de weg. Toen hij voor de vierde keer in de garage was geweest, gaf hij er een schop tegen en bezeerde daarbij zijn voet. De thanksgivingmaaltijd zou vandaag bestaan uit kip van de plaatselijke fastfoodketen en een diepvriestaart die hij in de oven zou schuiven. Het leek totaal niet op de feestelijke, zelfbereide maaltijden uit vroeger jaren, maar sinds de scheiding had hij zich ermee moeten behelpen. De laatste brand was nog maar een week geleden,

maar hij wilde iets in de fik gaan steken. Ze waren bezig hem en zijn gezin kapot te maken. Hij moest hun aandacht zien te trekken, moest zorgen dat er iets veranderde.

De krant had het onderzoek naar de brand naar pagina zeven van het stadskatern verbannen. Een korte verklaring van het hoofd van het onderzoeksteam: de brand is in onderzoek. Een citaat van de huiseigenaar hoe dankbaar zijn gezin was voor de steun van vrienden en familie tijdens deze feest-

dagen. Sentimentele praat, standaardzinnen, geen harde feiten in het artikel. De gemeenschap had zeven branden gehad binnen zeven weken; een brandstichter had het op hun brandweerkorps gemunt en wat deden ze? Geeuwen.

Nou, iemand zou het gaan merken, iemand zou het horen, al was het alleen Jack maar. Hij sloeg de achterbak van de grijze sedan met een klap dicht. Het zou niets veranderen aan dat waar hij mee moest zien te leven, aan dat waar zijn gezin mee moest zien te leven, maar het was een beginnetje. Tegen de tijd dat hij ermee klaar was zouden ze er allemaal aandacht aan besteden.

Hij zou deze keer een boodschap moeten achterlaten.

De telefoon rinkelde vlak naast zijn oor. Jack schrok wakker. Zijn gezicht was maar een paar centimeter verwijderd van de wekker op het nachtkastje, waarop de lichtgevende digitale cijfers 5:40 aangaven. Een week na de brandstichting lag hij eindelijk weer eens lekker te slapen. Hij vond het niet leuk om gewekt te worden uit de droom waarin zijn moeder hem tegen zich aantrok en naar seringen rook. Hij was dol op die herinnering, het was een van de duidelijkste uit zijn kindertijd.

Achter de wekker stond een foto van zijn ouders in een zilveren lijstje, samen met zijn autosleutels, zijn pieper en een versleten portemonnee. Zijn ouders waren omgekomen bij een auto-ongeluk, lang voordat Jack er aantoe was om hen te laten gaan. Hij was elf geweest. Naast de foto stond een leeg lijstje, een van de minder subtiele manieren van zijn zus om te zeggen dat het hoog tijd werd dat hij een vriendin kreeg. Hij had nooit de moed gehad om het lege lijstje in een la te stoppen.

Met tegenzin stak Jack zijn hand uit om de telefoon op te nemen. Thanksgiving ging onvermijdelijk gepaard met mensen die stikten in broodjes kalkoen, keukens waar de vlam in de pan sloeg, kinderen die tijdens het spelen met hun hoofden tegen elkaar sloegen en tanden braken. Het zou een lange dag worden en hij had geen haast om daaraan te beginnen. 'Hallo?'

'Jack, ik heb je nodig', fluisterde Kate.

Hij drukte de telefoon dichter tegen zijn oor. Waarom was zijn zus wakker op dit tijdstip en waarom fluisterde ze? Geen van beide paste bij haar. 'Wat is er aan de hand?'

'Je wilt toch zeker niet dood? Kom, leg het neer. Eet het niet op', zei ze op vleiende toon.

Jack duwde zichzelf overeind. Zijn zus was bemiddelaar bij gijzelingsacties bij de politie, een goede. Ze voerde twee gesprekken. 'Waar ben je?' Waar was de rest van haar team?

Normaal gesproken riep ze hun oudste broer Marcus erbij als ze hulp nodig had.

'Op het dak van mijn appartement. Nee, ga nou niet op dat randje staan. Niet doen.' Haar stem klonk gefrustreerd en dat was zelden het geval bij Kate. Ze stond bekend om haar schijnbare verveeldheid tijdens een crisis.

'Ik heb een paar extra handen nodig. Marvel is er met een kalkoenbot vandoor en als hij dat opeet, zal dat z'n dood betekenen. Ik kan hem niet te pakken krijgen. En jij hebt dat in je vingers. Hij had zijn shirt al half aan. Bij die opmerking bleef hij in zijn beweging steken. Je kat! Heb je me wakker gemaakt voor een kat?'

Jack-' De telefoon kletterde tegen de stenen en hij hoorde het niet mis te verstane geluid van Kate, die een uitval deed. Haar appartement had een plat dak met grind erop en een grote betonnen rand eromheen en dat geluid was afkomstig van opspattend grind. Dat doet de deur dicht! Nu zit hij in de iep met het kalkoenbot in zijn bek naar me te blazen

'Laat hem toch.' 'Dave heeft me die kat gegeven.

Jack deed zijn ogen dicht. Haar verloofde, Dave Richman had haar de kat gegeven. En Kate had geen kat meer gehad sinds iemand haar vorige exemplaar door het raam van haar woonkamer heen had doodgeschoten. Jack kijk spijtig naar zijn kussen en pakte zijn sleutels. Ik kom eraan.' Dank je.

Als een O'Malley belde kwam er een O'Malley. Als er een kat gered moest worden of goten schoongemaakt, dan belden zijn zussen hem. Als ze een echte crisis hadden, belden ze een van de anderen. Jack glimlachte en pakte zijn portefeuille; hij had geen enkele moeite met zijn rol in de familie.  Twee weken daarvoor hadden ze samen Thanksgiving gevierd, omdat verscheidenen van hen dit weekend moesten werken. Hij had veel om dankbaar voor te zijn vandaag en zijn familie stond bovenaan die lijst.

Met zijn zevenen vormden zij een hechte groep, niet door bloedbanden maar door hun eigen keuze. Ze waren allemaal wees. Meer dan twintig jaar geleden hadden ze in  Trevor House besloten hun eigen familie te vormen en later hadden ze hun namen officieel gewijzigd. Het was uniek maar het werkte. Hij had zoveel verloren toen zijn ouders stierven, was zo eenzaam geweest. Tegen de tijd dat alle juridische rompslomp geregeld was, was hij twaalf en was de kans op adoptie verkeken.

Trevor House was zijn thuis geworden. De O'Malleys hadden de enorme leegte gevuld. Ze waren familie, zelfs als er op de meest ongelegen momenten een beroep op hem werd gedaan voor iets wat alleen familie kon begrijpen.

Toen Jack aankwam in het centrum van Chicago, zag hij dat de straat waar Kate woonde afgesloten was. De straat en de trottoirs waren met fluorescerende, rode spuitverf afgebakend en

er lagen grote, nieuwe rioolbuizen op de smalle stroken gras. Er was geen werkploeg bezig met het project, maar ze lieten de straat toch afgesloten. Jack zette zijn auto een paar straten verder en liep terug naar Kates appartementsgebouw, waarna hij via de buitenbrandtrap het dak opging. Kate zat hier vaak 's avonds in een tuinstoel te kijken naar de stad, voor wier bescherming ze haar leven waagde.

Ze zat op haar hurken op de hoek van het dak en leunde over de rand. Jack overzag de situatie in een oogopslag. 'Je kunt wel onderhandelen met een man die een pistool in zijn hand heeft, maar met je eigen kat kun je het niet.'

Ze keek over haar schouder. De opluchting en frustratie stonden op haar normaal zo onverstoorbare gezicht te lezen.

'Help me nou maar om hem te pakken voor hij een botsplinter in zijn ingewanden krijgt en doodbloedt.'

Jack huiverde bij het idee. Hij trok een paar handschoenen aan en deed de canvas rugzak open, die hij speciaal voor het redden van beesten bewaarde. In een brand raakten huisdieren vaak in het nauw en hij had al gauw geleerd om daarop voorbereid te zijn. 'Waarom was je al voor zessen wakker?'

'Heb je enig idee hoe lang het duurt om een kalkoen te braden?' Ja. Jij niet, zo te horen.'

'Ik probeer er op feestdagen voor te zorgen dat ik niet lang in de keuken hoef te staan, zodat het echt een feestdag is. Dave komt vanavond eten. Ik moet vandaag werken en ik heb geen vier uur de tijd om een kalkoen gaar te krijgen. Ik heb hem vannacht om een uur of een in de oven gezet toen ik thuiskwam van een oproep en ben toen op een afschuwelijk tijdstip opgestaan om hem eruit te halen.'

Kate zou er wijzer aan gedaan hebben om gewoon een restje kalkoen uit de vriezer te halen of een kant-en-klaar gebraden kalkoen te kopen bij de traiteur. 'Moest je het vlees van de botten halen?'

'Ik heb nou niet bepaald de ruimte om dat gevaarte in mijn koelkast te zetten.'

Jack ging op de rand staan. 'Laat me raden. Marvel is in de afvalbak gesprongen.'

'Hij griste er een paar botten uit en was verdwenen. Marvel zette zijn tanden in het kalkoenbot, legde zijn oren plat naar achteren en begon dreigend te grommen. De oude, bruin gestreepte kat was geen huiskat, was nooit een huiskat geweest, en alleen iemand als Kate zou proberen er een huisdier van te maken. Dave had medelijden met Kate gehad toen hij haar het zwerfkatje gaf dat regelmatig om zijn huis zwierf. Hij had er waarschijnlijk niet bij stilgestaan hoe Kate en een

koppige vechtjas zouden samengaan.

De oude iep was een van de weinige bomen die niet omgehakt was bij de poging om Chicago te bevrijden van een Aziatische keverplaag. Jack hoopte dat de tak niet zover uitgehold was dat hij onder zijn gewicht zou breken. Hij nam de grote stap van de dakrand naar de boom.

'Is het nog niet voldoende om Daves alarmsysteem uit te schakelen, in gevechten verzeild te raken en onder het bloed thuis te komen en mijn zus de oren van het hoofd te eten?

Moet je nu ook nog net doen of je een eekhoorn bent en in bomen klimmen', zei hij zachtjes, terwijl hij langzaam over de tak naar de kat toeschoof. De volgende tak was te ver weg voor de kat om met het bot in zijn bek naartoe te springen. De kat kon geen kant meer op.

'Kom hier, wandelende wolbaal.' Jack stak zijn hand uit naar de kat. Hij kreeg een haal met een vettige poot als beloning. De nagels raakten zijn pols net boven de bescherming van de handschoen. Het kalkoenbot viel op de grond.

'Leuk, Marvel. Heel leuk', zei Jack grimmig, terwijl hij hem vastpakte. De diepe halen deden pijn. Het was duidelijk waarom de kat die naam had gekregen. Het was werkelijk een wonder dat hij nog leefde. Jack stopte de kat in de rugzak, draaide hem om en gespte de canvasklep dicht om hem erin te houden. Normaal  gesproken zou hij de tas op het dak gegooid hebben, maar dat zou Kate niet waarderen. Hij klauterde weer uit de boom op het dak.

Hij gaf haar de wriemelende tas. 'Alsjeblieft, één boze kat.' Kate pakte de canvastas aan en liet hem wijselijk dicht. Ze gaf Jack een klopje op zijn borst. 'Kom mee naar beneden, dan maak ik een ontbijt voor je klaar', zei ze, boven het kattengejank uit. 'Zet maar wat koffie voor me, dan neem ik die wel mee. Ik moet naar mijn werk.'

'Al aanknopingspunten omtrent jullie brandstichter?' 'Jazeker. Hij vindt het leuk om dingen in brand te steken.'

Hij werd er wijsgerig van. Het was zijn taak de branden te blussen; het was Coles taak de man te vinden die ze aanstak. En Jack was wel zo verstandig zich niet met Coles taak te bemoeien.

Haar pieper ging af. Kate keek naar het nummer. 'Jack-' Hij nam de kat van haar over voor ze het hem vroeg. Kate was al aan het bellen. Het gesprek duurde maar kort. 'Iemand heeft zojuist een gewapende overval gepleegd op een slijterij aan de Princetonroad.' 'Zo te horen gaan we allebei een lange dag tegemoet.' Ze rende al over het dak naar de brandtrap. 'Wil je hem opsluiten in de badkamer?'

'Ga maar. Ik handel dit wel af. Wees voorzichtig.' 'Ben ik altijd. Ik sta bij je in het krijt.'

'Denk daar maar aan als we weer een potje basketbal spelen.' Ze schoot in de lach en verdween.

Jack floot boven het gekrijs van de kat uit toen hij terugliep naar Kates flat. Haar huis droeg de sporen van een late thuiskomst - haar sporttas was neergegooid in het halletje, haar tennisschoenen stonden in de gang, haar jack hing over een stoel en de post was van het tafeltje in de gang gevallen.

In de badkamer liet Jack Marvel voorzichtig uit de tas. De kat ging verongelijkt op het dekje van het toilet zitten, dat bij de badkamerkleedjes paste. Zo waren die frutsels tenminste nog ergens goed voor. Jack trok de deur stevig achter zich dicht.

Uit gewoonte controleerde hij of de slaapkamerramen goed dicht zaten en of het lampje van het brandalarm knipperde - een teken dat de batterijen nog goed waren. Hij liep terug naar de keuken en zette een pot koffie. Die kon hij in de kazerne ook wel krijgen, maar daar was hij pas over twintig minuten en zo lang hield hij het niet vol. Jack vroeg zich af bij hoeveel ongelukken hij assistentie zou moeten verlenen voor zijn dienst erop zat. Te veel. En waarschijnlijk minstens twee keukenbrandjes. Wat dat betreft waren feestdagen voorspelbaar.

Hij schreef een briefje voor Kate en hing het onder een magneetje aan haar koelkastdeur. Ze zou wel een lolletje kunnen gebruiken tegen de tijd dat haar dag voorbij was. Hij had zo het vermoeden dat haar etentje met Dave niet op tijd en ongestoord zou verlopen. Maar hij begreep dat ze erop hoopte; Hij had ook grote plannen voor deze avond als hij de werkdag onder controle kon houden. Er klonk een klaaglijk gemiauw uit de badkamer. Jack sloot Kates flat af en ging op weg naar zijn werk. De

koffie nam hij mee. Hij was blij dat hij de kat achter kon laten.

Het was die avond erg druk op de parkeerplaats van de Smokehouse Eatery. Jack sloeg de modder van zijn broek, die daar opgespat was toen hij een hond wilde tegenhouden die via een sloot de snelweg wilde oprennen. Hij had zijn rooster omgegooid om hier op tijd te kunnen zijn, ook als dat betekende dat hij met een broek vol modderspatten moest komen. H ij zag Cassies auto niet staan, maar er was altijd een kans dat ze met iemand anders meegekomen was.

Het was een typisch brandweerfeest. Ze gingen allemaal naar het restaurant van Charles en Sandra en namen de Smokehouse Eatery over om samen Thanksgiving te vieren.

De kazerne verderop in de straat was dan wel gesloten na de reorganisatie, maar het restaurant was tientallen jaren hun vaste pleisterplaats geweest en de feestdag bood gewoon een goed excuus om terug te komen. Hij baande zich een weg door de drukke zaak en zag algauw dat Cassie er niet was. Jack bleef even staan om hun gastheer te begroeten en werd met een lach naar het lopend

buffet verwezen. Hij was dankbaar; de lunch was al een hele poos geleden.

Twintig minuten later trof hij Cole. 'Denk je dat Cassie nog komt?' vroeg Jack aan zijn vriend, terwijl hij naar de deur van  het restaurant keek. Cole pakte een tandenstoker en prikte er nog een Zweeds gehaktballetje aan.

'Ze komt niet.' Jack keek zijn vriend aan en hoorde de zekerheid in zijn stem.

'Ze is moe, Jack.'  Ze zou met Thanksgiving niet alleen moeten zijn.' Dat is haar eigen keus. Die moet je haar laten. Ze heeft niet veel te kiezen gehad in  afgelopen anderhalf jaar.' Ze zal geen thanksgivingmaal voor zichzelf bereiden.' Ik heb haar een pompoentaart gebracht', zei Cole. Was ze thuis?'

Ik heb hem achtergelaten in de boekwinkel. Cassie kennende zal ze daar uiteindelijk wel belanden.' Jack verbeet zijn teleurstelling. Hij had echt gehoopt haar vanavond te zien.

Met een half oog volgde hij het lokale nieuws, omdat hij zich nog steeds wat zorgen maakte over Kate. De crisis in de slijterij was rond twaalf uur deze middag opgelost, maar hij wist dat de kans groot was dat ze meteen daarna weer naar een volgende crisis geroepen was. Hij verwachtte elk moment een nieuwsflits te zien waarin een verslaggever een microfoon onder Kates neus duwde.

Als vervanging voor een dag met zijn familie kon dit feestje er best mee door. En hoewel de  feestvreugde niet getemperd werd, was het feest toch ook niet compleet. Ze misten Cassie en Ash. Tony was er wel, in zijn rolstoel. Te wijten aan een val zes jaar daarvoor. Chad was gekomen. Bens neef was tijdelijk arbeidsongeschikt door rookschade aan zijn longen want branden hielden geen rekening met beginnersfouten. Cassie Ellis en Ash Hamilton zouden hier moeten zijn - om te beseffen dat ze er nog steeds bij hoorden, dat ze nog steeds deel uitmaakten van de kring. En Jack wilde Cassie zien om zich ervan te overtuigen dat het nog steeds goed met haar ging. Het zat hem niet lekker dat hij het deze zomer zo druk had gehad dat veel van zijn plannen niet doorgegaan waren en hij voelde zich schuldig. Hij draaide zich om om een handje chips te pakken waar hij eigenlijk helemaal geen trek in had, om de emoties, die in een vloedgolf op hem afkwamen, te verbergen.

Hij had door de jaren heen heel wat felle branden meegemaakt, maar geen van die was te vergelijken met De Brand, zoals ze hem waren gaan noemen. De brand in het verzorgingshuis had zowel patiënten als personeelsleden ingesloten. Na afloop telde het korpsvijftien gewonden, maar twee daarvan waren er heel slecht aan toe: Cassie en Ash.

Het plafond was naar beneden gekomen. Brandend pleisterwerk en balken, stoelen, tafels en archiefkasten van de bovenliggende verdieping waren op hen neergekomen. Cassie was bekneld geraakt en verbrand. Het lukte Ash niet haar vrij te krijgen. Achttien minuten lang hadden ze, bovenop de strijd om patiënten en personeel te redden, in martelende onzekerheid verkeerd over hun vermiste collega's. De uitzinnige kreten van Ash waren door merg en been gegaan en toen was alles stil geworden. Jack had zich aangesloten bij het reddingsteam dat de zoektocht ondernam. Door inktzwarte gangen en giftige rook waren ze tot in het hart van het gebouw doorgedrongen, waarbij ze zich een weg probeerden te banen om het ingestorte gedeelte van de gang heen. De verzengende hitte had alles waarmee het in aanraking kwam, doen smelten. Ze hadden hen iets voorbij de zitkamer gevonden. Cassie lag bekneld, met haar gezicht naar beneden. Haar rechterarm lag in een vreemde hoek en ze had vreselijke pijn. En Ash - hij deelde zijn zuurstof met Cassie, omdat haar cilinders leeggeraakt waren. De tranen stroomden over zijn wangen toen ze in zijn armen leek te sterven.

'Heeft iemand iets van Ash gehoord?' Cole schudde zijn hoofd. 'Hij is verdwenen na Cassies laatste operatie en wil niet gevonden worden. Hij heeft geen postadres achtergelaten.' 'Hij is al drie maanden weg.' 'Hij komt wel terug', antwoordde Cole. 'Ash kennende trekt hij op zijn fiets het land door om de muizenissen uit zijn hoofd te verdrijven. Hij zal geen gekke dingen doen.'

Jack kende dat. Hij verdween zelf af en toe tijdens zijn twee vrije dagen en fietste dan zo ver hij kon komen. Maar drie maanden was wel erg lang. 'Ik dacht dat Rachel vanavond met je mee zou komen?' vroeg Cole langs zijn neus weg.

'Jack keek zijn vriend opmerkzaam aan toen deze een rolletje kalkoenfilet aan zijn prikkertje stak. Hij was er nog steeds niet achter of er nu iets gaande was tussen die twee of niet. 'Ze besloot Gage op te sporen', antwoordde Jack, zonder zijn ongenoegen daarover te verbergen. Rachel zou gekwetst worden in die relatie, maar er viel niet met haar te praten. Hij wachtte op een reactie, maar Cole keek hem alleen maar aan. 'Kan Gage je bloed nog altijd drinken?'

'Wat denk je?' 'Ik denk dat je heel veel op Ash lijkt. Je hebt een schuldgevoel omdat je vindt dat je dat verdient.' Jack incasseerde de opmerking door zijn glas te heffen, maar pareerde hem met de waarheid. 'Hij kan mijn bloed echt drinken.'

'Zijn vrouw is dood. Hij heeft zoveel schadevergoeding geëist van het bedrijf dat de verwarmingsketel gerepareerd heeft, dat het nu failliet is. Geld zal de pijn niet oplossen. Hij weet zich onder andere te redden door zijn haat op jou te richten.' 'We hebben ons teruggetrokken van het vuur. We waren te laat.'

'Tabitha was al dood voordat jullie je zuurstofcilinders om hadden', zei Cole zachtjes. 'Voordat de melding binnenkwam. Op een dag zal hij het rapport van de lijkschouwer accepteren.' 'Het is niet makkelijk om over het woord zwanger heen te lezen.'

'En jij geeft mij een standje dat ik me schuldig voel over Cassie omdat ze gewond is geraakt terwijl ik de leiding had.' Cole wees naar een leeg tafeltje. 'Ga zitten. Dan praten we over onze popcornman en laten we het verleden waar het voor ons beiden hoort. In het verleden.'

De boekwinkel was gesloten vanwege Thanksgiving. Daardoor kon Cassie ongestoord boeken ordenen en haar inventaris bijwerken. Ze was een maand te vroeg begonnen met het draaien van kerstmuziek. Terwijl de rest van de wereld van Thanksgiving genoot, richtte Cassie haar hart op het kerstfeest en neuriede ze mee met 'Stille Nacht'.

Kerst zou haar keerpunt worden. Er wachtte haar een nieuw begin - waarvan wist ze nog niet, maar het zou in ieder geval een nieuw begin zijn. Ze was uit het ziekenhuis en zou nooit meer teruggaan. Ze was dankbaar voor de kans om verder te gaan met haar leven. Het afgelopen jaar had niemand verwacht dat ze binnen een jaar door de operaties heen zou komen.

Ze miste reddingsploeg 65. Meer dan ze zeggen kon. De reddingsoperaties. Mensen uit de klauwen van de dood redden. Mensen uit autowrakken bevrijden. Als eerste de rook binnengaan, terwijl spuitgasten bezig waren de brand te blussen. Dat werk was voor altijd verleden tijd. Ze koesterde geen enkele illusie dat ze ooit genoeg zou herstellen om weer in actieve dienst te gaan. Cole wilde dat ze voor hem kwam werken. Het was een serieus aanbod, maar ze kon er geen enthousiasme voor opbrengen. Aan de zijlijn staan terwijl reddingsploegen uitrukten zou teveel van haar vergen. Ze kon beter verdergaan met haar leven. Maar het leven was saai zonder reddingsploeg 65.

Ze had er een hekel aan om zich te vervelen. Als een lafaard verschool ze zich voor haar vrienden om Thanksgiving door te brengen zoals zij dat wilde: alleen en aan het werk. Ze had behoefte aan de rust en de vrede van muziek, het opruimen van boeken en het doen van haar administratie. Ze had behoefte aan tijd om na te denken.

Heer, U hebt me niet voor niets in leven gehouden en het enige wat ik op dit moment doe, is in kringetjes ronddraaien en wachten op- ja, waarop eigenlijk? Wat hebt U voor mij in gedachten voor de toekomst? U hebt me dit afschuwelijke jaar niet laten meemaken zonder er iets tot Uw eer mee van plan te zijn. Daarvoor houdt U teveel van me. De vragen die ze voor zich uitgeschoven had tot het einde van het jaar stonden nu levensgroot voor haar en ze moest beslissingen nemen. De elpees waren dertig jaar oud, maar er zat nog geen krasje op. De muziek was prachtig. De boeken die ze op de Sandoval-veiling had gekocht waren pareltjes. De administratie - die kon ze nog wel even laten liggen. Cassie verschoof wat boeken om een exemplaar van Tom Swift in the Caves of Ice uit 1911 op de tweede plank van de glazen vitrine te zetten. De winkel was van haar. Ze had hem twee maanden geleden gekocht.

Ik vind het niet erg om boeken te verkopen, maar is dit het? Het is uitdagend genoeg, maar niets vergeleken bij wat ik had. Ze verkocht al jaren zeldzame boeken via internet als hobby. Maar het was nooit haar bedoeling geweest er meer van te maken dan een hobby waarmee ze wat extra's  verdiende. Ze hield van boeken, maar niet genoeg om er haar leven van te maken. Voorlopig was dit een compromis, een plek om haar groeiende collectie boeken op te slaan en zichzelf bezig te houden, terwijl ze erachter probeerde te komen wat ze met de rest van haar leven wilde doen.

Ze was dertig, alleenstaand en verbrand. De droom om ooit een schoonheidswedstrijd te winnen kon ze schrappen. Haar gevoel voor humor was venijnig als ze een slecht humeur had.

Haar rechterhand verkrampte toen ze zich bukte om nog een boek te pakken. Cassie sloot haar hand tot een vuist en zag de littekens op haar onderarm samentrekken. Vuur deed vreemde dingen met een huid. Ze was dankbaar dat ze nog leefde. Ze wilde voor de rest geen medelijden. Deels kwam dat door het onafhankelijke trekje in haar karakter waarmee ze de risico's van haar beroep accepteerde. Ze had de pech gehad als een van de gewonden in de statistieken terecht te komen. Erover klagen dat zij die pech had en niet Ash was niets voor haar. Ze had negen mensen uit dat verzorgingshuis gered en was op weg naar de tiende, toen het plafond naar beneden was gekomen. Ze had geen spijt van de beslissing die ze had genomen.

Als ze lange mouwen droeg, was er niets te zien van de littekens van de operaties van de afgelopen anderhalf jaar. Met een sterke bril kon ze in ieder geval lezen. Dat was een grote vooruitgang vergeleken met de tijd waarin ze zich afvroeg of ze haar arm ooit nog zou kunnen gebruiken of ooit nog zou kunnen zien.

Ze werd beter. Vrienden wilden dat ze beter werd. Dat was niet altijd even makkelijk. Ze kon nog niets doen tegen de verpletterende vermoeidheid die haar overviel als ze zich in een grote groep meelevende mensen bevond. Het was de juiste beslissing geweest om Thanksgiving alleen door te brengen, een noodzakelijke beslissing. Maar niet iedereen had zich voor de gek laten houden.

Cassie wist bijna zeker dat de pompoentaart van Cole afkomstig was. Slechts een handjevol mensen had een sleutel van de winkel. De taart stond op haar bureau in een witte doos met een blauwe strik erop. Dat was echt iets voor haar vroegere kapitein.

Ze moest hem eigenlijk bellen. Cole zou het niet erg vinden om thuis gebeld te worden en het zou haar goed doen om te praten met een vriend die begreep dat feestdagen extra spanning met zich meebrachten. Ze belde niet.

Ze was niet de enige die verder moest met haar leven. Cole ook. En Ash. Cassie dwong zichzelf het volgende boek op te rapen. Haar partner was bij haar gebleven tijdens de operaties, had ervoor gezorgd dat ze haar verstand niet verloor van de pijn, maar zodra ze ontslagen werd, was hij verdwenen. Dat hij weggegaan was zonder haar te vertellen waar hij heenging..

Ze kende Ash. Hij had het gebeurde persoonlijk opgevat. Maar hij hoefde niet onder die schuld gebukt te gaan, net zo min als zij. Ze moest Ash zien met Kerst. Na een omhelzing zou ze hem de mantel uitvegen omdat hij haar zo in de rats had laten zitten. Alstublieft, Jezus. Die twee woorden vormden haar hele gebed. De emoties zaten te diep voor meer woorden. Ze moest Ash echt zien.

Tot anderhalf jaar geleden was ze een mooi weer christen geweest. Maar in de donkere tijd die achter haar lag was ze diep in de put geraakt en had ze gemerkt dat God er nog steeds was. Dat Hij nog altijd groter was dan haar problemen. Ze had op Hem ingebeukt met haar woede en haar pijn en Hij had het begrepen en haar geen koekje van eigen deeg gegeven. Cassie klampte zich vast aan die vrede die ze gevonden had. Het leven was hard, maar God was sterker.

Er plofte een volgende plaat op de draaitafel en ze hoorde de eerste klanken van 'Do You Hear What I Hear?' Ze had nooit eerder de tijd genomen om echt kerstfeest te vieren. Ze had de diepere betekenis ervan laten ondersneeuwen door de kerstdrukte. Ze wist niet eens zeker of ze de voorgaande jaren wel begrepen had wat Kerst nu eigenlijk inhield.

Het ging niet alleen over een baby'tje in een kribje, hoewel de wereld het daar graag tot wilde beperken. Het was een dag die de uiteindelijke confrontatie tussen goed en kwaad had ingeluid.

Jezus had overwonnen. In het afgelopen jaar had Cassie Hem ontmoet. Niet de zachte Jezus die het vercommercialiseerde kerstgebeuren opvoerde, maar een Jezus die zo zeker was van Zijn gezag dat Hij gekomen was om satan op diens eigen terrein het hoofd te bieden. Jezus had ervoor gekozen de macht waar Hij recht op had af te leggen, om te komen als dienstknecht, nederig en toegankelijk. De mensen beschouwden dat als zwakheid; Jezus deed het vanuit kracht. Hij had niets anders te bewijzen dan de liefde van Zijn Vader.

Het zou fijn zijn dit kerstfeest te vieren met een dieper besef van de betekenis ervan. Wat ze zou gaan doen was nog een open vraag. Ze wilde de kerstdagen niet alleen doorbrengen, maar ze had ook geen zin om bij de festiviteiten van de brandweerkazerne betrokken te zijn. Ze had geen familie in de buurt - haar ouders waren jaren daarvoor overleden en vorig jaar had ze haar broer overgehaald een baan in Florida te accepteren. Ze zou met alle activiteiten van de kerk mee kunnen doen, maar dat zou energie vergen die ze eigenlijk nog niet had.. Er was geen goede oplossing, alleen een heleboel mogelijkheden met verschillende bezwaren.

Ze pakte een volgend boek. Wat ze echt wilde was Kerst vieren met een aantal goede vrienden. Ash stond bovenaan. En als ze Kerst moest vieren zonder hem, zou ze zijn cadeau aan een goed doel geven.

 'Gage, waar ben je nu weer heen?' mompelde Rachel O'Malley in zichzelf, toen haar aanhoudende gebel geen reactie opleverde. Ze pakte haar tas in haar andere hand, haalde haar sleutels tevoorschijn, zocht aan de ring naar de sleutel die gemerkt was met een gouden halvemaantje en liet zichzelf binnen in Gages huis.

Ze schond zijn privacy, maar ze had wel ergere dingen gedaan in het verleden. Hij had haar uiteindelijk een sleutel gegeven, nadat hij haar een keer om één uur 's nachts op zijn stoep had aangetroffen, waar ze vanaf acht uur had zitten wachten tot hij thuiskwam. De schrik had hem genoeg ontnuchterd om haar de huid vol te schelden dat ze zichzelf in gevaar gebracht had. Daar had ze niet van terug gehad, maar toch had haar bezorgdheid hem geraakt.

Sinds die tijd had hij altijd zijn pieper en een telefoon bij zich als hij wat ging drinken en wist dat ze in de stad was. Hij wilde niet dat anderen zich zorgen om hem maakten; hij wilde zich alleen langzaam dooddrinken. Rachel vond het niet prettig om zich zorgen te moeten maken om vrienden en nu maakte ze zich zorgen om Gage. Als hij Thanksgiving al niet aankon, dan zou hij Kerst zeker niet aankunnen. Ze wist wat het was om verdriet te hebben; Tabitha was haar beste vriendin geweest. En aangezien hij zijn vrouw op zo'n gruwelijke manier verloren had, was er veel reden tot verdriet, maar Gage leefde nog. Op een dag moest hij daar weer aan gaan denken.

Hij was een fijne vent. Als succesvol verslaggever van de Chicago Tribune voerde hij zijn strijd met de kracht van zijn woorden.-Hoewel het een acceptabele reactie was om zichzelf te begraven in zijn werk, zou het op de lange termijn niet werken. Hij had de hulp in de huishouding weer ontslagen. Rachel wist het zodra ze de keuken inliep en het doffe linoleum en het overvolle afdruiprek zag. Gage was te netjes om vuile vaat te laten staan. Maar hij had geen oog voor de overige dingetjes die van een huis een thuis maakten; hij zou er pas erg in hebben als het zich opstapelde.

Ze deed de koelkast open om de slagroomspuitbus en de kersentaart op te bergen die ze meegenomen had. Gage was een zoetekauw. De melk was zuur. Ze hoefde er niet eens aan te ruiken; ze zag het zodra ze de plastic vier liter kan oppakte. Het waren juist die kleine dingen die het verdriet zo groot maakten: dat je melk per halve liter moest kopen in plaats van per vier liter, dat je voor één persoon moest koken. Haar hart deed pijn bij het zien van de tekenen van dat aanhoudende verdriet.

Ze was zelf half verliefd op Gage, had zichzelf erbij neergelegd daarmee te moeten leven. Onder een stress zoals van de afgelopen twee jaar liepen vriendschappen stuk of werden mensen juist aan elkaar gesmeed en Rachel had het gevoel dat haar hart aan het zijne gesoldeerd was. Ze zou hem hier doorheen helpen, al zou ze er zelf aan onderdoor gaan. Dat was ze Tabitha verschuldigd. Later zou ze wel met haar eigen emoties worstelen, als het tijd was om verder te gaan.

Ze draaide de dop los en spoelde de melk door de gootsteen. Het zou moeilijker worden dan ze dacht om Gage voor de tweede keer door de feestdagen te helpen. Ze pakte zijn telefoon op en zag dat er zes berichten op zijn antwoordapparaat stonden. Aangezien ze wist dat vijf ervan van haar afkomstig waren, ergerde ze zich nog meer. Het minste wat hij kon doen was luisteren naar haar bezorgdheid voor hem.

Tot haar verbazing trof ze haar zus thuis. Ze had verwacht een boodschap op het antwoordapparaat achter te moeten laten. 'Kate, zou je mijn grijswitte koffer kunnen redden en in een kast kunnen zetten?' Ze was van plan geweest terug te gaan naar Washington DC en had al een ticket voor een vroege vlucht vanaf O'Hare. Omdat Kate had aangeboden haar naar het vliegveld te brengen, was Rachel van plan geweest de nacht bij haar zus door te brengen en had ze haar bagage alvast in Kates kofferbak gezet.

Die plannen kon ze beter even opschorten. Als traumaconsulente in dienst van het Rode Kruis en het rampenteam van de nationale hulpdiensten reisde Rachel zoveel, dat ze zowel in Chicago als in  Washington een appartement had. Langer in Chicago blijven zou problemen opleveren, omdat ze volgend jaar in de presidentiële commissie over geweld op school zou zitten. Het voorbereidende werk hoopte zich op, maar daar zou ze zich op de een of andere manier wel doorheen werken.

'Is het zo erg?' vroeg Kate. 'Als hij niet zoveel van haar gehouden had, zou hij ook niet zoveel verdriet hebben. Maar hij verdrinkt erin.' 'Drinkt hij?' Rachel keek in Gages vuilnisbak en zag geen drankflessen.

'Zo te zien niet.' Hij had haar beloofd de drank te laten staan en hij was een man van zijn woord. 'Maar hij kan wel een vriendin gebruiken. Ik blijf tijdens de feestdagen maar een beetje in de buurt.' 'Fijn dat je blijft. Als ik er niet ben als je langskomt, maak dan wat eten voor jezelf klaar. Ik kom om in de kalkoen; Dave en ik hebben er amper een hap van gegeten. Dan hoef je vanavond niet meer langs de winkel.' 'Bedankt.'

'Geef je Gage een zoen van mij? Ik mag hem wel.' Dat was dan tenminste iemand in de familie die hem aardig vond. Gages aanhoudende vijandigheid ten opzichte van Jack had haar familie in tweeën gespleten. 'Zal ik doen.' Rachel hing op en keek toen besluiteloos om zich heen in de keuken. Ze had zich erop voorbereid dat Gage de deur open zou doen, dat ze zou moeten glimlachen en haar emoties voor zich houden. Ze had zelfs de televisiegids doorgenomen voor het geval hij geen zin had om te praten. Voor hem zou ze een footballwedstrijd verdragen.

Gage noemde haar lastig, soms als compliment, soms met enige irritatie in zijn stem. Ze bleef, hoe hardnekkig hij ook probeerde haar van zich af te schudden. Hij dacht dat het kwam doordat haar sterke weldoenersgevoel haar niet toestond hem met rust te laten. Ze vertelde hem maar niet dat hij in feite een niet-betalende patiënt was.

Hij zou er kwaad om worden en ze had geen zin hem uit te leggen dat ze uit gewoonte aantekeningen over hem bijhield. Hoe moest ze uitleggen dat ze zich gewoon zoveel zorgen maakte dat ze in de buurt wilde blijven, zonder paranoïde over te komen?

Ze had Gage nodig. Ze was vijfendertig, en de laatste paar jaar hadden haar meer uitgeput dan ze wilde toegeven, zelfs tegenover haar familie. De nare dingen uit haar kindertijd, die ze diep weggestopt had, kwamen terug in haar dromen. De kanker van haar zus Jennifer had haar weer geconfronteerd met het onderwerp sterfelijkheid en ze wilde gewoon een kans hebben om even stil te staan en op adem te komen. Bij Gage had ze een reden om stil te staan. Hij hielp haar net zoveel als zij hem. Hij luisterde.

Ze pakte zijn jasje van de stoel bij de keukentafel, rook de vage geur van zijn aftershave en wreef met haar hand over de stof toen ze naar de garderobekast liep om het op te hangen. Waar was hij?      Zijn auto stond niet in de garage. Gage kennende was hij niet de stad uit. Rachel pakte haar sleutels en sloot zijn huis af. Met haar handen in haar zakken begon ze een zoektocht.