Hoofdstuk 23
'Was dit nog maar een keer af', zei Cassie. Jack deed snel een stap achteruit om de plons te ontwijken. Het was al het derde glas dat Cassie in de afgelopen twintig minuten weigerde en weer in het hete sop teruggooide. Er was niets mis met zijn manier van afwassen. Hij had keukendienst
en hij had het al vanaf het ontbijt zwaar van haar te verduren. Jack schepte een handvol zeepsop en blies het naar haar toe. Cassie schoot in de lach en gooide de theedoek in de gootsteen, met als gevolg een plons water die hij niet kon ontwijken. 'Bied de volgende keer alsjeblieft niet aan om te helpen.' Er werd een handdoek over zijn schouder gegooid. 'Geef het maar op, Jack.'
'Ik pieker er niet over', riep Jack terug naar Peter. Hij viste het glas uit het sop en spoelde het onder de warme kraan af. De mannen vonden het leuk om Cassie om zich heen te hebben en gaven haar beslist het gevoel dat ze welkom was. Jack wachtte tot Cassie zijn kant op keek voor hij begon te
praten. Het was lawaaierig in de keuken en het was zijn gewoonte geworden daarop te letten en te wachten tot hij haar aandacht had voor hij iets tegen haar zei. 'Heb je-' Zijn pieper ging. Jack zette het glas in het afdruiprek en keek naar het nummer.
Zijn zus Jennifer O'Malley. Het was haar alarmcode. Jacks gezicht trok wit weg toen hij het zag. Hij greep de handdoek, droogde zijn handen af en pakte zijn mobiele telefoon. Door de jaren heen waren de noodtelefoontjes van zijn familie op één hand te tellen geweest.
'Jack-'
Hij stak zijn hand op en legde Cassie het zwijgen op terwijl hij met zijn duim de nummers intoetste. Hij hoopte dat hij het netnummer van Houston goed had. Het werd stil in de grote keuken toen de mannen beseften dat er iets aan de hand was, maar Jack liep toch naar buiten, waar de ontvangst beter zou zijn. Het werd al donker op deze decemberdag. Zijn natte shirt werd ijzig in de koude lucht.
De telefoon werd al na één keer overgaan opgenomen.
'Jennifer, wat is er aan de hand?' 'Het spijt me - van de noodoproep.'
Hij kon haar amper verstaan. 'Rustig maar. Praat wat langzamer en kom eerst op adem.'
'Ik ben gevallen.' Ze huilde. En aan de andere kant van het land raakte Jack in paniek. Gevallen? Of was haar ruggengraat bezweken? De kanker rond haar ruggengraat, de bestraling... 'Waar ben je? Is er hulp in de buurt?'
'Ik ben gevallen.' Ze was helemaal van slag. Jennifer was arts en hij had haar nog nooit zo in de war gehoord. Jack haalde diep adem en concentreerde zich op één ding. 'Jen, waar ben je?' Ze had hem om hulp gebeld vanaf de andere kant van het land. Het verlamde hem. Cole kwam naar buiten met een extra jack. Jack wees naar hem en maakte een driftige cirkelbeweging met zijn vinger om aan te geven dat hij een telefooncirkel wilde.
Cole gooide hem het jack toe en trok de deur weer open. 'Breng me twee telefoons. Snel.'
Jen moest of thuis of op haar werk zijn. Maar blijkbaar was er niemand in de buurt.
'Wasgoed', hoorde Jack Jennifer zachtjes fluisteren. In haar huis, in de kelder, een betonnen vloer - ze was gevallen, of wat waarschijnlijker was: van de trap gevallen. Ze woonde in Texas, maar het was nog koel in deze tijd van het jaar. De kille, vochtige kelder was nu niet bepaald de plek waar hij haar in deze shocktoestand wilde zien. 'Probeer niet te bewegen, Jennifer. Ik zorg dat Tom komt.' Hij zou haar echtgenoot op de een of andere manier opsporen. Cole kwam terug met telefoons.
'Rachel', fluisterde Jack. 'En dan het alarmnummer van Houston in Texas.'
Cole trok een wenkbrauw op en begon de nummers in te toetsen. Op ieder ander moment zou Jack het feit dat Cole Rachels nummer uit zijn hoofd kende interessant gevonden hebben; nu was hij alleen maar opgelucht. 'Toms autotelefoon', fluisterde Jennifer. 'Ik weet het nummer niet meer. Jij stond in het geheugen.'
'Echt? Dat vind ik lief.' Jack was ervan overtuigd dat haar man Tom ook in het geheugen stond, maar dat zei hij niet uit angst dat Jennifer in deze verwarring zou ophangen om Tom
te bellen. Hij hoopte dat haar mobieltje opgeladen was. Ze moest blijven praten. 'Wat wil je voor Kerst?' vroeg hij, het eerste het beste onderwerp aangrijpend. 'Dat is al snel.'
'Dat weet ik, Jen. Wat voor cadeautje wil je? Je hebt me geen lijstje gegeven', zei hij.
'Een jas.' Ze had het koud. 'Dat kan. Wat nog meer? Wat wil je voor je kinderen?' Haar patiëntjes lagen haar na aan het hart en ze dacht altijd aan hen met Kerst. Cole kwam naar hem toelopen. 'Ze verbinden me door met het alarmnummer. Ik heb Rachel', zei hij zachtjes. 'Wat heb je het eerst nodig?' 'Spoor Tom op. Jen-' hij dwong zichzelf zijn angst onder woorden te brengen- 'heeft rugletsel, een shock, een hersenschudding. In de kelder van haar huis.'
Cole nam dat allemaal met een lange blik in zich op. 'Goed. Cole nam de andere hoorn op. 'Alarmcentrale? Jullie moeten inbreken voor een noodsituatie.'
Jack begon te ijsberen. Jennifers raspende ademhaling maakte hem doodsbang. 'Heb je Toms kerstcadeau al gekocht?'