Hoofdstuk 22

'Ik haat die kerel.'

'Zet het van je af, Cassie.' Ze duwde de deur van haar flat open en Jack kwam achter haar aan. 'Geen enkele brandweerman in dit district is een lafaard.' 'Hij heeft een gevoelige snaar bij je geraakt.'

'Doe niet zo verbaasd. Ik heb het recht om kwaad te worden over wat hij impliceert; zeg niet dat ik dat niet mag.' 'Aangezien de zaken meestal andersom liggen en ik meestal degene ben die niet kwaad mag zijn, vind ik het een interessante ervaring om eens aan de andere kant te staan', antwoordde Jack rustig. 'Waar zal ik je uitrusting laten?'

'In de slaapkamer graag. Daar pak ik het wel uit.' Jack bracht de spullen naar de slaapkamer. Cole had hen om twee uur 's middags laten gaan, lang na het officiële einde van hun dienst, lang voordat Cole er zelf mee ophield. Jack had haar een lift naar huis gegeven en haar plunjezak naar binnen gedragen. Cassie liep naar de keuken om haar antwoordapparaat af te luisteren.

'Haalt Linda je morgen op? Of wil je dat ik je morgenochtend een lift naar je auto geef?' vroeg Jack toen ze terugkwam. 'Ik denk dat we wat kerstinkopen gaan doen. Als ik om de een of andere reden een lift nodig heb, dan bel ik je wel.' 'Oké. Zorg dat je nog wat slaap krijgt.'

'Jij ook.' Hij was tenslotte de hele nacht op geweest. Er verscheen een vermoeide glimlach op Jacks gezicht. 'Ik denk dat ik de eerste achttien uur niet wakker word', gaf hij toe.

 Ze liet Jack uit en deed de deur achter hem op slot. Cassie liep terug naar de slaapkamer. Het was halverwege de middag, maar zij ging naar bed. Ze liet de jaloezieën zakken. Ze overwoog de plunjezak gewoon van het bed op de grond te schuiven, maar dwong zichzelf om hem netjes uit te

pakken. Ze scheidde het wasgoed van de kleren die ze de volgende keer weer zou meenemen.

Ze zette de tas op de grond. Jack had zijn speelgoedmuis J.J. achtergelaten op haar kussen. Ze glimlachte toen ze het zag. Hij had beloofd dat J.J. ergens zou opduiken en ze had erop gewacht. Ze stak haar hand, uit om de witte muis op te pakken - toen schoot hij weg.

Cassie gaf een gil en viel achterover op de vloer. De muis verdween in haar inloopkast.

Ze ging verhuizen. En iemand anders mocht haar kast uitruimen.