Hoofdstuk 10

Cassie werd nat van het zweet en misselijk wakker. Het was iets wat ze helaas al eerder had meegemaakt. Ze draaide zich op haar buik en drukte zich voorzichtig een eindje omhoog op

haar ellebogen, zodat ze haar hoofd naar beneden kon laten hangen. Het was maanden geleden dat ze voor het laatst zo wakker was geworden. Op de ergste ochtenden had ze overgegeven in bed, omdat ze teveel pijn had om eruit te kunnen komen.

Toen ze het idee had dat de misselijkheid in ieder geval onder controle was, liet Cassie zich van de rand van het bed glijden en strompelde naar de badkamer. Ze had de knoppen van de kraan laten vervangen door lange hendels, zodat ze de kraan kon aanzetten zonder een knop te hoeven vastpakken en omdraaien. Ze zette de koude kraan helemaal open en liet haar hand in de wasbak zakken, zonder de moeite te nemen het verband te verwijderen. De martelende pijn verscherpte eerst door het koude water en nam toen af.

Ze haalde bevend adem. Ze had niet de kracht iets op te tillen met haar rechterhand. Haar linkerhand was in de loop van de nacht zo gezwollen dat hij nutteloos was. Ze keek naar de telefoon aan de muur, naast het lichtknopje. Die was daar geplaatst voor haar veiligheid. De zekerheid dat Jezus bij haar was bood weinig troost toen ze bedacht dat ze over een paar minuten waarschijnlijk bibberend en jammerend in haar nachtpon op de koude tegelvloer zou zitten vechten tegen haar zelfmedelijden.

Heer, ik vind het vreselijk om alleen te zijn. Ze wilde niet om hulp hoeven bellen. Hoe afschuwelijk dit

ook de pijn scoorde slechts een zes op haar pijnschaal van een tot tien. Maar aangezien ze al maanden geen pijn boven het niveau van vier had gehad, was dit martelend.

Ze liet haar hoofd op haar armen zakken, terwijl het water over haar hand altijd bleef stromen. Ze zou hier gewoon een poosje met haar hoofd omlaag blijven staan. Als ze het komende uur niet zou proberen te bewegen, zou het wel weer gaan. U hebt me gevraagd weer een brandend huis in te gaan. Het achtervolgt me. Laat me alstublieft niet overgeven. Dan moet ik huilen. Ik heb de laatste paar jaar al genoeg gehuild. De deurbel ging.

Ze deed haar hoofd te snel omhoog en werd helemaal duizelig. Heer, U hebt gevoel voor humor in Uw timing. Het was echt iets voor God om zoiets te arrangeren - haar hulp sturen en beleefd genoeg zijn om daarmee te wachten tot ze tien minuten uit bed was in plaats van nog met haar hoofd onder de dekens.

Cassie dwong zichzelf overeind te komen en haar badjas te pakken, die aan een haak aan de deur hing. Ze kromp ineen toen ze haar arm te hoog optilde. Als er hulp was, kon ze niet net doen of ze die niet nodig had. Ze schuifelde naar de voordeur en keek door het kijkgaatje Rachel O'Malley. Aan die mogelijkheid had Cassie niet eens gedacht. Ze droeg haar Rode-Kruisjack. Jack was er niet bij. Een momentje.' Cassie wrikte de grendels open en deed de deur van het slot. 'Hallo, Rachel.'

'Jack heeft me gebeld.'

'Dat had hij niet hoeven doen.' 'Hij heeft het wel gedaan.'

Cassie knipperde even en glimlachte. '‘Ja.’, dat zal wel.' Jack, met zijn beschermende aard, had er de avond daarvoor behoorlijk gefrustreerd uitgezien bij het idee haar alleen achter te moeten laten. De hulp van zijn zus inroepen was echt iets voor hem.

Rachel knikte naar de handdoek en het natte verband.' Zo te zien kun je wel wat hulp gebruiken.' Ja inderdaad, bedankt.' Cassie had allang geleerd haar trots en onafhankelijkheid, die het accepteren van hulp moeilijk maakten, opzij te schuiven. Ze deed een stap achteruit om Rachel ruimte te geven in het volle halletje. 'Zou je me een plezier willen doen en koffie willen zetten terwijl ik me verder

aankleed? Ik snak naar een kop koffie.'

'Met alle plezier.' Rachel duwde de deur achter zich in het slot.

Cassie liep terug naar haar slaapkamer en voelde zich al beter bij het idee dat er iemand in de buurt was met twee goede handen. 'Heb je Jack gezien?'

‘Ja.’ Ik kom net bij de brand vandaan', riep Rachel, terwijl ze naar de keuken liep. 'Cole en Jack waren daar allebei.' Cassie zocht in haar kast naar iets wat ze kon aantrekken, terwijl ze luisterde naar de geluiden van Rachel in de keuken. Ze vond Jacks zus echt aardig. Ze hadden elkaar voor het eerst

ontmoet bij een reddingsoperatie. Een graafmachine was omgevallen bovenop een paar mannen van de waterleiding en Jack was een van de mannen die de hele nacht bezig waren geweest om de beknelde mannen vrij te krijgen. Rachel was die nacht van onschatbare waarde geweest. Ze had gezorgd voor boterhammen en koffie voor de reddingsploegen en de verslaggevers. Ze had uren gepraat met de vrouwen van de beknelde mannen, naar hen geluisterd, hen gerustgesteld.

Cassie had het grootste deel van die nacht naar de smiley op de rug van Jacks brandweerjas gekeken. Ze hield voor hem in de gaten hoe de grond verschoof, terwijl hij diep in de gleuf bezig was met stutten. Het had Cassie in de positie gebracht opmerkingen van een van de beknelde mannen aan diens vrouw door te geven en omgekeerd. Ze had ook als doorgeefluik gefungeerd voor een langdurig gesprek tussen Jack en Rachel over honkbalwedstrijden, nieuwe bioscoopfilms en

Jacks gewoonte om flauwe grappen in te spreken op haar antwoordapparaat. Aan het eind van dat gesprek was het haar wel duidelijk dat Jack en Rachel heel goede vrienden waren.

Ze had hen erom benijd. Uiteindelijk besloot Cassie een joggingbroek en een ruimvallende blouse met makkelijke knopen aan te trekken. Ze kleedde zich langzaam aan. Ze moest een ijskompres hebben voor haar linkerhand; hij klopte in hetzelfde ritme als haar hart. Ze liep naar de keuken en trof Rachel op haar knieën voor haar koelkast.

'Je hebt eieren en kaas. Heb je trek in een omelet?' Cassie trok met haar voet een stoel onder de tafel vandaan. 'Rooster voor mij maar een paar boterhammen en maak voor jezelf een omelet. Ik wil gezelschap als ik net doe of ik ontbijt.'

Rachel glimlachte haar toe. 'Denk je dat je maag een beetje tot rust komt van een paar crackers?'

Misschien ik denk dat er nog wel een pak in de kast staat.'

Cassie spreidde de handdoek die ze bij zich had uit op de tafel en pakte de brandzalf die ze de avond daarvoor op tafel had laten liggen. Heb jij als kind weleens blikjesvoetbal gedaan?' Rachel maakte een pak crackers open en zette het op tafel. Ja, hoezo?

 

Heb je weleens in plaats van tegen het blikje keihard tegen het asfalt getrapt?

'O heden, ja. Voelt het zo?'

Daar lijkt het wel op. Een soort pijn die maar rondcirkelt en  golven terugkomt.' Cassie bestudeerde de blaar aan de binnenkant van haar duim. 'Ik ben zo blij dat het huis leeg was.

'Jack heeft de teddybeer gered die jij in je handen had toen ze je vonden. Hij vroeg mij of ik ervoor kon zorgen dat hij weer schoon was voor hij aan Tina teruggegeven zou worden.

Wat aardig van hem.' Cassie knabbelde aan een cracker. 'Ik dacht dat het waarschijnlijk een lievelingsknuffel was, gezien de plek waar ik hem vond. Kun je mij een ijskompres aangeven. '

Rachel deed de vriezer open. 'O, Cassie.'

'Ik weet het, ik heb er een paar.'

Zeven is meer dan een paar."Rachel reikte haar er een aan, samen met het eerste kopje koffie. Ik zie hoe het met je hand is, maar hoe staat het met je armen?'

Dat gaat wel. Een beetje stijf.' Ze legde het ijskompres voorzichtig in haar pijnlijke hand. Ze dronk met kleine slokjes van haar koffie en keek toe hoe Rachel voor het ontbijt zorgde. Ze moet Rachel het voordeel van de twijfel geven. De kans was groot dat ze hier voor meer dan één reden was maar ze begon met de praktische zaken. 'Je kunt me gerust de rest van het verhaal vertellen. Cole was erbij. Ik heb het gevoel dat Jack niet de enige was die voorstelde om bij me langs te gaan.'

Rachel deed een boterham in het broodrooster. 'We moeten praten. Maar dat kunnen we doen terwijl we eten.'

Cassie legde zich neer bij het onvermijdelijke. Cole wilde meer informatie omtrent haar vermoeden van wie ze gezien had. Haar hoop dat ze niet meer hoefde na te denken over de brand van de vorige avond was niet realistisch. Cole had in ieder geval iemand gestuurd die de vragen een beetje vriendelijk zou stellen. 'Over Ash?'

Rachel keek haar met een ernstige blik aan. 'Over Jack.' 'Heb je hier ook bij staan kijken tot het afgebrand was?'

 

Jack draaide zich om naar Gage. De beledigende tonen de steek onder water - hij probeerde het niet eens te verbergen. Jack had liever dat de man hem een dreun gaf.

Gage gaf de voorkeur aan woorden en hij wist ze goed te kiezen. Hij had Jack afgekraakt in het artikel dat hij geschreven had na de brand waarbij Tabitha omgekomen was. Jack had dat verwacht, maar in zijn wereld werd een zaak met een goede vechtpartij beslecht. Gage was niet van plan het erbij te laten zitten.

Jack richtte zijn aandacht weer op de brandweerslang die hij aan het legen was. 'Wat wil je, Collier?' Vanaf het moment dat hij op eigen houtje op zoek was gegaan naar Ash, was hij uit de gratie bij Cole. Hij had Ash niet gevonden en Cole was niet alleen kwaad omdat hij naar een mogelijke verdachte gezocht had, maar ook omdat hij hem niet meteen verteld had wat Cassie gezegd had. Jack had het standje geaccepteerd. Wat hij gedaan zou hebben als hij Ash wel thuis had getroffen, wist hij niet en Jack was achteraf blij dat het niet zover gekomen was. Hij werd nu buiten de belangrijker opruimwerkzaamheden in het uitgebrande huis gehouden. Jack vond het een beetje kinderachtig van Cole, maar hij bevond zich niet in een positie om te klagen. Het was nu een plaats delict. Hij vond het niet erg om zich met de gewone opruimwerkzaamheden bezig te houden - het zware tillen en voortdurende bukken - maar door de natte handschoenen ging het allemaal een beetje stuntelig en met toeschouwers vond Jack dat vervelend. Gage zette zijn voet op de bumper van de wagen van de

reddingsploeg. 'Lincoln Park, Ash Street, de Assleybrand-'

Jack dwong zichzelf niet te reageren toen Gage de locaties van verdachte branden in de afgelopen paar weken begon op te noemen. Hij bereidde zich voor op de vraag hoeveel branden er nog meer waren geweest. Cole zou hem vermoorden als hij iets zei tegen een verslaggever.

'Rachel maakt zich zorgen over je.'

Jack kwam hard met zijn knokkels op het asfalt toen de moersleutel waarmee hij de slangen loskoppelde, wegglipte. Met één zinnetje wist Gage hem op te schrikken. Rachel die er met Gage over sprak dat ze zich zorgen maakte over hem... Dat kon hij nou net gebruiken. 'Ik zal met haar

praten.'

'Dat zou ik op prijs stellen.' 'Word je het zat om mijn naam te horen?' Jack zag iets wat op een glimlach leek toen Gage zijn voet van de bumper haalde en wegliep. 'Ik gebruik alleen ingewijden als ik geen rechtstreekse bron kan vinden.'

Jack verontschuldigde zich in stilte voor zijn veronderstelling dat Gage inlichtingen over de branden bij Rachel had proberen los te krijgen. 'Praat met Cole.'

'Heb ik al gedaan', antwoordde Gage. 'Hij was vandaag ook buitengewoon mededeelzaam.'

Jack fronste zijn voorhoofd. Had Cole vrijwillig met een verslaggever gesproken? Dat was helemaal niets voor hem. Als je uit de gratie was, wist je ook niet precies wat er gebeurde, dat was logisch, maar als er nieuws was, hoorde hij dat te weten. Rachel was hier geweest. Jack begon er opnieuw over te tobben waarom. Hij had er niets achter gezocht toen ze zei dat ze naar hem op zoek was geweest, maar hij had zich moeten realiseren dat ze hem dan net zo goed had kunnen bellen.

Rachel was hier geweest. Nu was Gage hier. Er was iets aan de hand waarvan Jack niet wist.

Gage bleef staan en keek achterom. 'Waar is Rachel trouwens?'

Jack zou Cassies naam er liever buiten houden, maar Gage zou er evengoed achter komen als hij zijn zus belde. 'Bij Cassie.'

 

'Echt? Moedig van die vrouw om een brandend huis binnen te gaan na wat er gebeurd is in het verzorgingshuis. Jack hoorde aan zijn toon dat Gage Cassie wilde opzoeken, wist dat dat onvermijdelijk was. Andere nieuwsdiensten zouden haar allang opgespoord hebben. Dat ze met haar geschiedenis een brandend huis binnengegaan was, leverde een goed human interest-verhaal op, iets waar verslaggevers rond de feestdagen naar snakten. 'Gage, wees vriendelijk.'

Gage stoorde zich aan het verholen dreigement, maar dat was ook Jacks bedoeling. Als Gage Cassie zou kwetsen met een hard interview, zou Jack hem met gelijke munt terugbetalen. Iemand moest haar beschermen en die rol had hij zichzelf zojuist toebedeeld. Jack legde het werk waar hij mee bezig was neer en keek de man aan. 'Is er iets gaande tussen jullie?' Jack zei hem waar het op stond. 'Ze is één van ons.' Uiteindelijk knikte Gage. 'Dat is niet onredelijk.'

 

'De brandstichter schreef het woord moordenaar op de muur.' Alleen al bij het uitspreken van het woord kreeg Cassie het koud. Tegenover haar aan de keukentafel zat Rachel met haar koffiemok rondjes te draaien om haar servet. 'Met rode spuitverf. Reusachtige letters. Hij is een poosje in die kamer geweest voordat hij er brand stichtte.'  Cassie schoof het bord met geroosterde boterhammen opzij en pakte weer een cracker. Haar misselijkheid was in alle hevigheid terug.

'Cole vond het belangrijk om het jou te laten weten. Niet alleen dat, maar dat hij Rachel stuurde in plaats van te wachten tot hij zelf kon komen - dat was een buitengewone stap. Wie het ook was die ze gezien had bij de brand, hij was heel erg kwaad... Cassie wilde er niet over nadenken wat dat

kon betekenen. 'je zei dat we over Jack moesten praten.' 'Heb je weleens meegemaakt dat Cole bang was?' 'Nee.' 'Nu is hij bang.' Rachels hand trilde een beetje, terwijl ze haar koffiebeker optilde.

 

De brandstichter was duidelijk gevaarlijk, hij ging van kwaad tot erger en Jack had alle zes de branden bestreden - Cassie verstijfde. Jack is de schakel bij de branden.' Wie heb je gezien, Cassie?'

Ze wilde dat ze die vraag kon beantwoorden. De waarheid was pijnlijk. 'Ik weet het werkelijk niet.'