Hoofdstuk 11
'Cole, ik wil weer aan het werk.' Cassie deed de deur van zijn kantoor achter zich dicht en
sloot daarmee de verbaasde blikken buiten van de inspecteurs, onderzoekers en brandweerlieden die ze op haar tocht door het gebouw tegengekomen was. Ze had de woorden eruit gegooid voor ze niet meer de moed had om ze te zeggen. Rachel had haar naar de plaats van de brand gereden, waar
ze Cole net misgelopen waren. Toen had Cassie wel hierheen moeten komen, naar zijn kantoor in de brandweerkazerne. Ze was langs Jack gelopen, die in de garage bezig was met het vervangen van persluchtcilinders in bluswagen 81. Ze was niet stil blijven staan om zijn vragen te beantwoorden, maar had dat aan Rachel overgelaten. Cassie was hier met een doel. Cole zat net zijn brandweerlaarzen uit te trekken boven een dik stuk plastic dat hij had uitgerold om zijn tapijt te beschermen. Hij was de hele nacht op geweest, maar dat was hem niet aan te zien. Zijn gezicht stond alleen iets strenger dan ze zich herinnerde.
Acht uur geleden was ze opgelucht geweest dat ze dit kantoortje kon verlaten en nu sloot ze zichzelf er weer in op. Ze leek wel gek om dit te doen. De spanning in haar maag was onvoorstelbaar. Als ze verstandig was, zou ze zich nu onmiddellijk omdraaien en maken dat ze wegkwam. Cassie zette haar voeten stevig neer en stond zichzelf niet toe zich om te draaien.
Cole keek haar met die ondoorgrondelijke blik van hem aan. 'Ga zitten.'
'Ik meen het.' 'Ik ook.' Hij wees naar de stoel.
Ze gehoorzaamde, maar ging op het puntje van de stoel zitten. Je had geen dokter naar mijn huis hoeven sturen.' Cassie, als ik je weer in dienst neem, zal ik doen wat mij goeddunkt. Je haar is nat.'
'Rachel heeft me geholpen het te wassen.' Ze keek hem kwaad aan vanwege de onderbreking. 'Ik wil weer aan het werk. Wat moet er gedaan worden? Zeg het maar. Ik wil helpen. Jij denkt dat Jack het doelwit is. We moeten iets doen .'
'Word eens rustig.' Ze stond op en begon te ijsberen. 'In dat kantoor van jou krijg ik het gevoel dat ik bij de rector op het matje geroepen word.' Dat was zeker vaak het geval?'
'Cole-'
Hij stak zijn hand op. 'Ik heb geen nee gezegd. Wat vond je van de pompoentaart?'
Daar overrompelde hij haar zo mee, dat ze bleef staan en in de lach schoot. Heb jij hem gemaakt?'
‘Ja.'
'Niet slecht.' Ik mis jouw aandeel in de keuken. Ik heb nog steeds een frambozentaartje van je tegoed.' Dat krijg je nog weleens.'
'Hoe gaat het met je hand?' Rachel had haar hand keurig opnieuw verbonden. Over een week zou het nog wel pijn doen, maar al aan het genezen zijn. Vandaag had ze daar niet veel aan. 'Het doet verschrikkelijk pijn. Kunnen we nu praten?' 'Als het moet.'
'Het moet.' Hij zette zijn laarzen opzij. 'Ik heb Rachel naar je toe gestuurd omdat ik vond dat je het recht had om het te weten.'
Het had niet veel gescheeld of ik had dat woord gezien terwijl het nog in de muur stond te bakken.'
Wees maar blij dat je het niet gezien hebt. Als je weer terug wilt, ben je welkom. Ik heb een spion nodig.' 'Luister.'
'Nee. Het is Ash niet. Het kan me niet schelen wat ik dacht. Hij is het niet. En ook niet iemand anders van Compagnie 65.'
'Je hebt het tegen het voormalige hoofd van Compagnie 65. Ga nu zitten en houd op met het trekken van al die voorbarige conclusies. Ik verdenk je partner niet - nog niet', zei Cole kwaad.
Ze ging zitten. 'Twee grasbranden, twee afvalbranden, twee lege huizen, de laatste met een boodschap. Wie deze man ook is, hij sticht de branden weloverwogen. Hij heeft een escalatieplan, dat hij uitvoert. En bent misschien onze beste kans om hem te pakken te krijgen.'
'Ik kan je geen beschrijving geven, Cole. Ik heb alleen een indruk.'
'Dat begrijp ik. Ik heb iemand nodig die met de Gouden ploeg kan uitrukken en naar hem uitkijkt. We weten dat deze man blijft kijken. Zodra je iemand ziet die het zou kunnen zijn, schakel je de aanwezige politie in. Ik wil van jou weten of je het aankunt om weer in ploegendienst te werken.'
Ze zou eraan onderdoor gaan. Vierentwintig uur op, achtenveertig uur af zou uitputtend zijn. Maar ze zou het doen als dat van haar verlangd werd. 'Het zal me wel lukken.' Ze wreef in haar ogen. 'Moordenaar. Hij geeft de brandweer de schuld van iemands dood.'
'Een auto-ongeluk, een brand, of een medische reddingsoperatie die niet meer baatte. We weten twee dingen: hij noemt de voorzitter van het brandweerdistrict een moordenaar en hij sticht branden aan de randen van dit district. Vermoedelijk richt zijn woede zich op de bureaucratie in dit district.' 'En in het bijzonder op Jack?' 'De Gouden ploeg heeft de eerste vijf branden bestreden. Bij
deze brand ging Jack eerder aan het werk en sloeg de pyromaan weer toe. Daaruit moet ik wel de conclusie trekken dat hij het op de Gouden ploeg en in het bijzonder op Jack gemunt heeft en moet ik de nodige voorzorgsmaatregelen nemen.' Cole trok de la van zijn bureau, die klemde, met een ruk
open. Hij haalde er een nieuw rolletje zuurtjes uit. 'Misschien heeft hij moeite met Jack. Misschien is het het tegenovergestelde. Jack is de beste luitenant die we hebben. Als je branden wilt stichten, maar niet wilt dat er iemand gewond raakt, door wie zou je ze dan het liefste laten blussen?'
Ze schrok van het idee. 'Door de man met de veiligste reputatie.' 'Precies.'
'Hij sticht branden, maar je denkt dat hij niet wil dat er iemand gewond raakt.'
'Ik weet het niet. Deze man stelt me voor een raadsel. De locaties en de tijdstippen van de branden, de manier waarop ze gesticht zijn... Deze pyromaan gaat heel zorgvuldig te werk. Dat lijkt erop te duiden dat hij ergens door gedreven wordt, dat hij een doel voor ogen heeft. Maar volgens mij is hij
geen sensatiezoeker. Het patroon van de branden duidt erop dat hij net zolang zal doorgaan tot hij zijn doel bereikt.' 'Wat wil hij?'
'Rachel denkt dat hij ons dat al verteld heeft, dat hij ongelooflijk gefrustreerd is dat er niemand luistert, en dat hij daarom branden sticht om aandacht te trekken. Rachel is er ook zeker van dat hij mensen gewond laat raken als het moet. Daarom moeten we hem zo snel mogelijk zien te stoppen.'
'Jack heeft geen vijanden.' 'Wel een paar, maar daar zit volgens mij geen pyromaan tussen', verbeterde Cole haar. 'Het is een man die branden sticht uit frustratie en woede of het gevoel heeft dat hij geen stem heeft of dat zijn stem niet gehoord wordt.'
'De man die ik zag was vol vertrouwen, zelfverzekerd.' 'Hij denkt dat we niet zullen doen wat hij wil en probeert het te forceren.' 'Er zal nog een brand komen.'
Cole knikte. 'En snel. Waarschijnlijk op de Gouden ploeg gericht. Het probleem is dat een ongeluk in een klein hoekje zit. Als Jack voor zoveel branden komt te staan is het niet de vraag of hij gewond raakt, maar wanneer. Jack mag jou graag, Cassie. Gebruik dat. Pas op hem.'
Ze wilde zijn veronderstelling dat Jack in haar geïnteresseerd was net afzwakken, toen iets anders tot haar doordrong. 'Je bent niet van plan het hem te vertellen, hè?'
'Wat moet ik vertellen? Van dat woord moordenaar? Of dat die man de volgende keer waarschijnlijk nog harder zal toeslaan? Cassie, je kent Jack. Denk nou eens na.'
'Hij zou het werk waarvan hij houdt vaarwel zeggen, wanneer hij het idee krijgt dat hij verantwoordelijk zou kunnen zijn voor gewonden bij een van die branden.'
'Precies.' Cole wreef over zijn nek. 'In dit geval is Jacks gewoonte om het goede te doen eerder een probleem dan een uitkomst. Jij en ik zullen ervoor moeten zorgen dat het niet eens in hem opkomt om dat besluit te nemen. Jij hebt die man gezien. Ie zult hem herkennen. En als je hem herkent, moet je dat zeggen tegen de dienstdoende agent en het verder aan ons overlaten.'
'Hoe leg ik mijn aanwezigheid uit aan de jongens in de Gouden ploeg?' '
'Sinds de fusie moeten we gedurende het eerste jaar elke drie maanden een efficiencyrapport schrijven. Jij bent zojuist benoemd tot schrijver.' 'Papierwerk.'
'Daar was je altijd al dol op.' 'Ik heb er een gloeiende hekel aan. Ik moet de rapporten van die branden inzien.' 'In de rode map op de tafel. Ik heb de secretaresse al gevraagd de rapporten van de verdachte branden uit te printen. Sommige dingen worden geheim gehouden: de methode
van brandstichten en de specifieke kenmerken; die zijn zwart gemaakt in de rapporten.'
Dat verbaasde Cassie niet; lopende onderzoeken waren altijd vertrouwelijk. 'Hoe weet hij wanneer Jack werkt?'
'Hij heeft op zijn minst toegang tot informatie van binnenuit. Daarom moeten jij en ik hier absoluut geen ruchtbaarheid aan geven. Ik zet je wel op de loonlijst van het administratief personeel in plaats van op die van het personeel in actieve dienst. Doe je het?' De beslissing was al gevallen aan haar keukentafel, toen ze naar het bezorgde gezicht van Rachel keek. 'Wanneer kan ik beginnen?'
'Heb je aan een week genoeg om iets te regelen voor je boekwinkel? De Gouden ploeg heeft aanstaande donderdag weer dienst. Dan ga je mee. De dienst begint om acht uur 's ochtends.'
Ze kreunde. Hij glimlachte. 'Zorg dat je er wat eerder bent.'