Hoofdstuk 41
'Kun je daar naar binnen?' Jack boog zich naar Cassie toe om zich boven het verkeerslawaai uit verstaanbaar te maken. Ze liet haar lamp schijnen over het verfrommelde metaal van de laadklep van de bestelwagen. Ze moest haar ogen dichtknijpen tegen de scherpe stukjes ijs die haar gezicht
striemden. 'Ja, dat lukt me wel.' De bestelwagen was in de flank geraakt door een personenauto en toen van achteren door een taxi. Het was het derde ongeluk waarmee ze te maken had die avond.
'In de deur aan de passagierskant van bluswagen 81 zit een canvastas met klittenbandsluiting. Daar zitten een walkman, een kleine koptelefoon en een paar Sesamstraatbandjes in. Haal die, en een thermische deken. Probeer de jongen stil te houden. Hij zal reageren als we het dak openknippen en ik wil niet dat hij dat been beweegt. Ik weet zeker dat het gebroken is.' Cassie knikte.
Moeizaam krabbelde ze de drie meter terug naar de bluswagen. De plek werd verlicht door de zwaailichten van de wagen en de halogeenschijnwerper. Lopen op ijs was onmogelijk en menig brandweerman was gevallen. Hoe zwaar het ook was, ze genoot ervan weer aan het werk te zijn. Het was fijn om weer nuttig te zijn. Ze raakte aardig vertrouwd met de manier waarop Jack het liefste werkte. Zelfs met handschoenen aan waren haar vingers ijskoud. Ze had moeite om de deur open te krijgen. Sesamstraatbandjes: het had haar niet moeten verbazen, Jack en zijn gewoonte om
op alles voorbereid te zijn kennende, maar het verbaasde haar toch. Ze was hem er dankbaar voor.
Met de deken en de Cassettebandjes baande Cassie zich een weg terug naar de jongen, waarna ze in de kleine wereld van het autowrak stapte. Ash hielp haar naar binnen. 'Hallo, Peter.' De jongen krijste en voor deze ene keer was ze blij dat ze gedeeltelijk doof was. 'Ik ben Cassie.' Ze schoof
de kleurboeken die uit zijn rugzak gevallen waren opzij en vertrok haar gezicht toen haar knie op een metalen Matchboxautootje terechtkwam.
De jongen zat vastgegespt in een autozitje, maar door de botsing was de hele achterbank losgeschoten en in de voorbank gedrongen. De linkervoet van de jongen zat klem. Het was de ambulancemedewerker gelukt een luchtspalk om zijn onderbeen aan te brengen en die op te blazen. Nu moesten ze nog een manier vinden om de jongen uit het wrak te krijgen. Als ze hem eruit probeerden te halen zoals zij zich erin gewurmd had, zou zijn been moeten draaien. Cassie legde zo
goed en zo kwaad als het ging de deken om de jongen heen. Ze zette de walkman aan en bij het geluid van de bekende muziek hield de jongen midden in een gierende uithaal op om haar aan te kijken. 'Dit is voor jou', stelde ze hem gerust, terwijl ze aan de volumeknop draaide en hem de koptelefoon opzette. Met de deken veegde ze zijn natte gezicht en zijn neus schoon. Het gekrijs ging over in gebroken snikken. Ze sloeg haar arm om hem heen en gaf Jack een stille wenk dat hij kon beginnen. Uitgeput en met een stijve nek hield Cassie zich op de achtergrond toen de ambulance wegreed. De jongen had nog wat gejammerd en de beer die hij van de ambulancemedewerker
had gekregen stijf tegen zich aangeklemd. Hij was duidelijk blij dat hij uit de wagen bevrijd was. Zijn moeder was al naar het ziekenhuis gebracht. Hun toestand was stabiel. Op die manier zouden alle ongelukken moeten eindigen. 'Goed gedaan.' Ze keek naar Jack en schonk hem een vermoeide glimlach. 'Bedankt.'
Het was even opgehouden met ijzelen, maar de wind was toegenomen. Ze verschoof het gezichtsmasker en wist nu precies hoe Jack zich op kerstavond gevoeld had, toen hij in de
sneeuw moest werken.
'Ga in de bluswagen zitten om een beetje te ontdooien, terwijl wij de boel opruimen. Ash en ik zijn nog wel een minuut of tien bezig', raadde Jackhaar aan. Achter hem klonk het gierende geluid van de lier van een takelwagen. Cassie knikte, meer dan bereid het aanbod te accepteren. 'Graag'
Ze was dankbaar dat Bruce haar de wagen in hielp. Ze slaakte een zucht van verlichting toen ze het bevroren gezichtsmasker en de koude handschoenen uittrok. 'Koffie, lekker heet.'
'Bedankt, Bruce.' Ze warmde haar handen om de beker terwijl ze de koffie dronk.
Coles auto stond voor bluswagen 81, met het zwaailicht aan. Ze zag hoe Cole voorzichtig terugliep van het wrak naar zijn auto.
Jack en Cole vormden een goed team. Er kwam een melding binnen. Hij was voor Compagnie 81,
maar Cole nam hem aan. Ze zag hem in zijn auto duiken en wist dat hij met de meldkamer sprak. Hij kwam uit zijn auto en riep iets naar Jack. Even later klonken de meldtonen voor de blus- en truckploegen. Ze deed de deur open en trotseerde de wind om Cole te verstaan.
'We hebben een melding van rook in een appartementencomplex. We rukken hiervandaan uit om ernaar te kijken. Reddingsploeg 81 rondt het hier af met de taxichauffeur en voegt zich dan bij ons.'
Cassie voelde de angst en ontzetting toenemen. Het was een brandmelding. Ze was blij dat zij niet achter het stuur zat. Een truck met oplegger van een miljoen dollar over spekgladde wegen rijden was geen baan voor bangeriken. Ze boog zich van de achterbank voorover om Jack te verstaan, terwijl ze haar brandweerjas dichtknoopte en haar kraag opzette. 'Zorg ervoor dat je in de gaten houdt waar de blusteams zijn en probeer uit de nevel te blijven.'
Ze knikte. Ze had veel branden geblust in de winter en het advies was haar bekend. Als je doornat van het water in de wind liep, wist je zeker dat je bevroor.
'Denk je dat hij weer toegeslagen heeft?' vroeg ze bezorgd. 'Misschien. Als de omstandigheden het toestaan dat je in de omgeving kunt gaan kijken, moet je bij Cole of Ash blijven. Geen uitzonderingen.' In haar eentje rondlopen was wel het laatste wat in haar opkwam. Ze had geen behoefte om hem alleen tegen het lijf te lopen. 'Zal ik doen.' Ze was dankbaar dat Ash bij haar was.
Haar partner controleerde zijn uitrusting naast haar alsof er niets ongewoons aan de hand was. Een goede man om in de buurt te hebben tijdens een crisis.
Cassie boog zich voorover en tuurde in de nacht. Ze herkende het roodwitte reclamebord aan een wit huis met pilaren. Ze was pas nog in deze buurt geweest en ze waren op weg naar een appartementencomplex... 'Jack, deze straat. Er is hier maar één appartementencomplex.'
Hij knikte en pakte met een grimmige uitdrukking op zijn gezicht de radio om Cole te bellen.
De rook was niet zwaar, er waren geen vlammen te zien, maar het was beslist geen vals alarm. De rook kringelde langzaam omhoog in de donkere lucht alsof hij niet goed wist welke kant hij op wilde, met uitzondering van de oostelijke hoek van het gebouw waar de rookontwikkeling sterker was, wat erop duidde dat daar meer hitte was. Het was ofwel een bof ofwel pech dat het om het gebouw
ging dat zij en Jack bezocht hadden om een van de appartementen te bekijken. Als ze had willen verhuizen, dan had ze waarschijnlijk voor dit complex gekozen. Bluswagen 81 stopte zo dicht bij het gebouw als de auto's op de invalidenparkeerplaatsen toelieten.
Cassie liep snel naar Cole, die een vlugge planning maakte. 'Jack en ik waren nog geen twee weken geleden in dit gebouw om naar een appartement te kijken.' .
'Waar precies?'
'In de oostelijke vleugel, een van de laatste appartementen.' 'Jack- jij, Ash en Cassie controleren de oostvleugel. Bruce en Nate, jullie nemen de westvleugel. Neem geen onnodige risico's. Ik zal hier buiten de personeelsbezetting regelen. Houd me op de hoogte van de temperatuur- en rookontwikkeling, dan zal ik de volgende eenheden aan het blussen zetten. Maar de meldkamer waarschuwde me zojuist dat het nog wel even kan duren voor ze er zijn. Er is een kettingbotsing op
de tolweg, die ze ophoudt.' Cassie keek naar Jack voor verdere aanwijzingen. 'We gaan naar binnen met persluchtcilinders. Zorg dat je daar ogenblikkelijk op kunt overschakelen.'
Ze liep voorzichtig over de gladde straat. Ash had de persluchtcilinders al gehaald. Cassie pakte ze van hem aan. Het gewicht maakte het makkelijker om op de gladde ondergrond op de been te blijven. Daar hield Cassie zich maar aan vast toen ze het tuig over haar hoofd liet zakken en het masker eraan vastgespte. Ze wilde er niet over nadenken dat de kans groot was dat ze de zuurstofuitrusting deze keer zou moeten gebruiken. 'Rustig maar, Ash.'
'Blijf tussen Jack en mij.' Hij maakte zich zorgen om haar en deed geen moeite dat te verbergen.
Ze glimlachte en pakte zijn onderarm stevig vast, waarbij ze een dun laagje ijs van zijn jas verwijderde. 'Mij best. Als jij de bijl neemt, dan neem ik de extra lamp.' De stroom mensen die uit het gebouw kwam, werd minder. Cassie huiverde toen ze zag dat twee vrouwen de tijd hadden genomen om niet alleen hun jas en hun tas mee te nemen; de een had een fotoalbum bij zich en de ander ingelijste foto's. Bruce sloeg een wigvormig stuk hout onder de voordeur als deurstop. Hij liep achter Nate aan het gebouw in. Overal snerpte nu het brandalarm. Cassie volgde Jacknaar binnen. Een golf warme lucht sloeg haar in het gezicht. Het licht was aan in het gebouw en er waren geen mensen meer in de brede gangen. Het rook naar brand, maar er was geen rook te zien. Het was een geur die
niet veel verschilde van die van een barbecue in de tuin van de buren, een zwakke lucht van aanstekerbenzine. 'We hebben een extra watervoorraad', wees Jack, terwijl hij met zijn zaklamp op de sprinklerkoppen aan het plafond wees. 'Kijk uit voor hittepunten die hem plotseling in werking
kunnen stellen.'
Ash maakte met de brandweerloper het stalen kastje open waar de lopers van het gebouw inzaten. Hij gaf Bruce en Nate een sleutel. Cassie sloot haar handschoen om de hare. Het was een vreemde sleutel, T-vormig voor de grip en geschikt om elke deur in het gebouw mee te openen. Ze knikte en schoof het bandje om haar handschoen.
Jack ging hen voor naar de gang van de oostvleugel. 'Wedden dat het een in brand gevlogen kerstboom is? Ik ruik dennennaalden', zei Ash.
'Er zit een scherpere geur onder.' Jack bleef even staan. 'Wat is dat?'
Ash gebruikte de steel van de bijl om het pakje om te draaien. 'Iemand heeft een kerstcadeautje laten vallen toen hij naar buiten rende.'
Cassie schoof het pakje met haar voet opzij, zodat er niet op getrapt zou worden.
Achter hen klonk het geluid van stemmen, toen Bruce iemand dringend aanraadde naar buiten te gaan, ook al was er geen rook te zien en was het slecht weer. Ze kwamen bij de hoek waar de eigenlijke gang van de oostvleugel begon. Vlak onder het plafond en rondom de lampen hing rook, waardoor het net leek of er mist naar beneden kwam. Het was warm, bijna heet in de gang, maar er waren nog altijd geen vlammen te zien. Cassie speurde de muren en het plafond af naar een aanwijzing voor de bron. Jack wees haar op de deur van het eerste appartement aan de linkerkant, Ash liep naar het eerste aan de rechterkant. Zo gingen ze met zijn drieën de gang door. Ze openden het ene appartement na het andere en controleerden of iedereen weg was. Bij het vierde appartement aan de rechterkant kwamen rookpluimpjes onder de deur door. De rook brandde in haar ogen.
Jack sloot voorzichtig zijn handschoen om de deurknop en probeerde die om te draaien. De deur zat op slot. 'Schakel over op perslucht. Cassie, blijf binnen handbereik.' Ze knikte, deed haar helm af en zette het masker op. Haar adem siste binnen het masker en haar handen werden klam bij de gedachte aan wat ze aan het doen was. Jack stak zijn hand uit en legde hem op haar schouder,
waarmee hij de maximale afstand aangaf. 'Ash, maak de deur open. We zoeken met de klok mee.'
Ash knikte en draaide het slot open. Met een zacht geruis zoog de ruimte lucht naar binnen. Het
was een angstaanjagend gevoel. Het appartement was donker. Cassie voelde de angst in zich opspringen. De luchtstroom was een goede indicatie dat het vuur een kanaal voor de hitte
had gevonden. Cassie scheen met haar lamp naar binnen en zag alleen maar dikkere rook. Het was moeilijk te zeggen of die afkomstig was van een brand in het plafond of van een brand in de
vloer; de rook hing gewoon in het midden. Ze keek naar Jack en liet hem de doorslaggevende beslissing nemen. Hij knikte en gebaarde dat Ash het plafond in de gaten moest houden. Jackstapte over de drempel en ze liepen achter elkaar naar binnen. Cassie was dankbaar dat ze tussen Jack en Ash inliep.
Een kat stoof tussen hun voeten door naar buiten. Cassie schrok en Ash deed een stap achteruit. Het was een bewoond appartement. De meeste bewoners zouden de tijd genomen hebben om hun huisdieren mee naar buiten te nemen. De kans dat er nog iemand binnen was, was zojuist toegenomen tot vijftig procent.
Het appartement had dezelfde indeling als het appartement dat ze bekeken had toen ze nog plannen had om te verhuizen. Jack liep door de rook voor hen uit naar de slaapkamers.
Ze kon het vuur horen.