Hoofdstuk 15
Cole had gezegd dat ze vroeg moest komen en Cassie was vroeg. Volgens het klokje op haar dashboard, dat berucht was om zijn creatieve manier van tijd aangeven als het koud was -
en deze donderdagochtend kwam daarvoor in aanmerking - was het een paar minuten over zes. Ze was weer terug in de ploegendienst. Om vijf uur was ze al klaarwakker. De keuze tussen thuis de tijd doden of naar haar werk gaan was niet moeilijk geweest. Ze had zelfs snel ontbeten; de oude gewoon te van uit bed rollen, haar uitrusting pakken en naar de kazerne gaan zat nog in haar geheugen geprent. Parkeren was een probleem geweest. Ze had geen sticker van het departement om het officiële parkeerterrein te mogen gebruiken, maar het risico dat haar auto weggesleept zou worden als ze hem vierentwintig uur op de bezoekersparkeerplaats zou laten staan was groter. Ze vond een tussenoplossing door op Coles parkeerplek te gaan staan. Er was een goede kans dat hij in de auto van het district reed en zijn eigen parkeerplaats niet nodig had. En als dat wel het geval was – dan wist hij haar te vinden.
Hij zou meteen weten dat het haar auto was. Hij had hem niet alleen vanaf de brand naar haar huis gereden, maar had ook een zelfklevend notitieblaadje op haar achteruitkijkspiegeltje geplakt met de opmerking of ze niets beters kon verzinnen dan naar Saules Trie luisteren met de volumeknop op tien. De plaatselijke band maakte naam en na maanden in het ziekenhuis was ze ongewild fan van hen geworden, omdat de dj van het ziekenhuisstation een fan was.
Cassie deed de kofferbak open en schoof een doos boeken opzij zodat ze haar plunjezak kon pakken. Die had ze bij de legerdump gekocht, omdat de canvas tas makkelijk in de was kon.
Ze begon zenuwachtig te worden. Ze trok de manchetten van haar jack naar beneden voor ze de plunjezak optilde. De volgende vierentwintig uur zouden net zo zwaar worden als haar eerste dag op de kazerne. Ze had geprobeerd zich voor te bereiden op de reactie die haar aanwezigheid zou uitlokken. Haar vroegere collega's zouden een overenthousiaste poging doen om haar te laten
merken dat de brandwonden hen niet deerden. Degenen die haar alleen van horen zeggen kenden, zouden pijnlijk gefascineerd zijn. Uiteindelijk zouden ze de moed bij elkaar schrapen om haar te vragen wat er gebeurd was. Ze zouden niet weten wat ze wel en niet konden zeggen aan de keukentafel. Brandweerlieden maakten grappen over de dingen waar ze bang voor waren, en de macabere grappen over vuur waren legendarisch. Ze had er zelf ook jarenlang aan meegedaan. Ze zou zich schrap moeten zetten tegen misplaatste humor.
En ze maakte zich zorgen over haar gehoor. Het was voor haar moeilijk geworden om gesprekken te volgen in een rumoerige omgeving. Het was ronduit gênant om te proberen een gesprek met iemand te voeren en te moeten toegeven dat ze de helft ervan niet verstond. Betonnen vloeren, grote ruimtes, altijd aanwezige achtergrondgeluiden - de brandweerkazerne was bij uitstek een plek waar ze moeilijkheden zou ondervinden.
De meeste jongens hadden geen idee hoe slecht haar gehoor geworden was, vooral in haar rechteroor. De eerste keer dat iemand haar naam riep en zij het niet hoorde... Ze hoopte maar dat ze niet al te onbeschoft zou overkomen als het gebeurde.
Ze had één doel voor deze eerste dag dat ze weer in ploegendienst was: overleven.
'Goeiemorgen, Cassie.'
Ze keek verbaasd op. Luitenant Ben Rohr, de chef van de Zwarte ploeg, kwam naar buiten. 'Luitenant.' Hij glimlachte haar hartelijk toe. 'Je boft dat je zo vroeg bent. Er staan zelfgemaakte kaneelbroodjes in de oven.'
'Dat klinkt goed.' Hij droeg twee propvolle vuilniszakken naar de container. Vuilnis wegbrengen was een van de vele huishoudelijke zaken die voor het wisselen van de wacht gedaan werden. Het verbaasde haar niet dat hij meehielp met het huishouden. De beste luitenants toonden hun leiderschap door hun bereidheid alle klusjes aan te pakken. Ze wachtte op hem. Ben had het
korps door heel wat overgangsperioden heen geholpen; ze was benieuwd hoe hij over de brandstichtingen dacht.
'Hoe gaat het met je hand?' Hij bood aan de plunjezak voor haar te dragen.
De zwelling was verdwenen. De blaren begonnen te vereelten. Het was aan het genezen. 'Stijf.'
'Cole is hier ergens.' Hij hield de stalen deur voor haar open. 'Zal ik een kop koffie voor je halen?'
'Graag.' 'We hebben een kastje voor je leeggehaald. Pak je spullen uit, ruim je plekje in en kom dan met ons ontbijten. Dan stel ik je aan iedereen voor.'
Een gesprek aan de ontbijttafel zou ideaal zijn. Bens dienst zat er bijna op. 'Is iedereen al op?' Ze wist hoe kostbaar die laatste uren slaap waren voor de wisseling van de wacht om acht uur. Een brandweerman kon zelden een hele nacht doorslapen. De slaapzalen lagen vlak naast de garages. Als die enorme deuren omhooggingen en de voertuigen hun lampen aanzetten, was het gedaan met de slaap, in elk geval lang genoeg om te zien hoe laat het was. Zelfs in de kleinere kazerne waar ze
gewerkt had, werd er elke nacht wel één of twee keer uitgerukt.
'Rond een uur of vijf werd de hele kazerne wakker van een auto-ongeluk.'
Cassie hing haar jas aan een lege haak in de gang. Op de grond stond een geel waarschuwingsbord om mensen eraan te herinneren dat de gang pas gedweild was.
Ze liepen langs de keuken. Twee brandweermannen stonden te overleggen hoe knapperig de bacon gebakken moest worden en een klein groepje had postgevat bij de koffiepot. De kaneelbroodjes in de oven roken verrukkelijk. De keuken was altijd het middelpunt van het sociale leven in een brandweerkazerne, de plek om te blijven hangen en te praten. 'Bedankt, Ben.' Ze pakte haar plunjezak aan en liep naar de vrouwenslaapzaal.
'Cassie.' Cole kwam uit de garage lopen. 'Ik zag je auto staan. Zet je tas neer en kom mee. Ik wil je even een uitrusting laten passen. Ben, wil je een kop koffie voor haar halen? Met veel suiker, maar niet zoveel als jij.'
Cassie moest lachen. Ze zette gehoorzaam haar plunjezak neer en liep haastig achter Cole aan. Hij was er de baas niet naar om tijd verloren te laten gaan.
'Ik wil eerst je uitrusting op orde brengen en daarna het plan voor vandaag met Frank doornemen. Na het appèl wil ik naar de plaats van de laatste brand en ik wil dat jij met me meegaat om me nog eens precies te vertellen wat er die avond gebeurd is.'
Nou, dat idee van een rustig begin kon ze wel op haar buik schrijven; zo te horen zou ze vandaag de hele dag achter Cole aandraven. Ze aarzelde toen ze de uitrusting zag waar Cole naartoe
liep. Haar brandweerjas had haar leven gered, ook al had hij niet alle brandwonden kunnen voorkomen. Er lag een nieuwe op haar te wachten. Haar oude helm met het insigne van
Compagnie 65 lag er en zo te zien haar oude brandweerbroek. Ze had ooit geholpen bij een ongeluk van een wegwerkersploeg die bezig was met het aanbrengen van heet asfalt en de zwarte teer was aan de linker pijp van haar broek vast gesmolten.
Ze had geweten dat Cole haar niet als toeschouwer zou laten meerijden. Ze zou mee uitrukken naar branden en voor de veiligheid een uitrusting aan moeten hebben om bij de kapitein te kunnen blijven. Ze dacht dat ze erop voorbereid was, maar de emoties kwamen met een grotere heftigheid op haar af dan ze gedacht had. Moeilijke reddingen, uit de hand gelopen branden, talrijke oefeningen - er zaten zoveel jaren van haar leven in die uitrusting.
'Ik wist niet meer welke maat laarzen je had. Ik heb verschillende maten laten komen.' 'Maat negen', zei ze afwezig, met haar aandacht bij wat ze zojuist gezien had. Cole had de persluchtapparatuur tevoorschijn gehaald. De nachtmerrie flitste voorbij. Sinds de brand had ze geen masker meer gedragen. Ze was bijna gestikt omdat haar zuurstoftank leeg was geraakt.
Ash had haar leven gered en het zijne in gevaar gebracht door zijn zuurstof met haar te delen, in de hoop dat er hulp zou komen voor hij ook waarschuwingspiepjes zou horen. Ze wist niet of ze het aankon om weer via een masker te moeten ademen. Het gebruik van persluchtapparatuur was niet zo makkelijk als de mensen vaak dachten.
'Je moet in staat zijn het te gebruiken in geval van nood', zei Cole zachtjes. 'Je gaat op branden af.'
'Dat weet ik.' Ze stond voor de keus of ze de brandweerjas met haar nog niet geheel genezen linkerhand of haar zwakkere rechterarm zou oppakken. Ze koos voor haar rechterhand. Hij was zwaar
en stijf en de stof voelde aan als dik rubber. Ze trok hem aan en greep automatisch naar de clips bij de kraag. Ze deed de kraag omhoog en knoopte de jas van boven naar beneden dicht. Ze trok de riem strak aan. Als deze jas ingedragen was, zou ze er niet meer zo mee hoeven worstelen. Het gewicht van de uitrusting zou het materiaal uitrekken, zodat het uiteindelijk zou meegeven.
'De manchetten. Laat mij die maar doen.' Cole verstelde de riempjes zo, dat de mouwen strak om de handschoenen zouden passen. Haar armen zouden er niet tegen kunnen om nog een keer aan hitte blootgesteld te worden. 'Is deze jas goed?'
'Hij past goed.' Cassie ging zitten en trok de persluchtapparatuur over haar hoofd. De beste manier om de zenuwen de baas te blijven was terugvallen op training en veiligheidsprocedures. Cole had
een zestigminutencilinder voor haar klaargezet. 'Heb je je doos met recepten meegenomen?'
Ze glimlachte terwijl ze de cilinder omdraaide om de metertjes te controleren. 'Denk je nog altijd aan je frambozentaartje?' Ze controleerde de hydrostatische testdatum en de vuldruk. Achtentachtig kubieke voet perslucht zou de druk opgevoerd moeten hebben tot vijfenveertighonderd pond per
vierkante inch.
'Als je meerdere ga ik je in een van de komende diensten indelen bij de keukenploeg.'
'Bedankt voor de waarschuwing.' Ze controleerde de overdrukplug. Het kleine metalen plaatje zou verbroken worden als er meer lucht in de cilinder geperst werd dan toegestaan.
Je lievelingstoetje is bekend, wat zijn je wensen voor het diner?' Ben kwam binnen met de koffie. Ze was zo verdiept in haar bezigheden dat ze die met een gemompeld bedankje aanpakte, er een slokje van nam en weer wegzette. 'Lasagne bolognese, een beetje pittig, niet zo flauw als Bruce lekker vindt.' 'Dat is niet moeilijk. Ik was bang dat je om gebraden kip zou vragen.'
Ze bevestigde de cilinder .in het tuig. De hogedrukslang die de lucht van de cilinder naar het regulatiemechanisme liet stromen, waar hij verlaagd zou worden naar een natuurlijke druk, zat strak vast. Zonder haar hand te laten trillen, pakte ze het masker. De apparatuur was zo ontworpen dat de luchtdruk binnen het masker hoog bleef, zodat er geen rook binnen kon komen. Een schakelaartje sloot de luchttoevoer naar het masker af als ze het opdeed. Ze maakte het uitblaasventiel van het masker schoon. Vanwege de hoge luchtdruk was het nodig krachtig uit te ademen.
De veiligheidscontrole was klaar. Ze keek naar Cole. Zijn uitdrukking was zoals altijd ondoorgrondelijk. Ze kon niet zien of hij vond dat ze treuzel de of de juiste aandacht schonk aan alle details.
Terwijl ze zichzelf uitschold voor lafaard, keek ze weer naar de uitrusting en liet haar jarenlange training het heft in handen nemen. Ze pakte de rugplaat met de cilinder met beide handen beet, tilde hem boven haar hoofd en liet de riempjes van het tuig over haar schouders zakken. Het tuig en de persluchtcilinder gleden op haar rug in een vloeiende beweging, die ze in het verleden honderden keren verricht had. Alleen vergde de vijftien kilo deze keer het uiterste van haar rechterarm. Ze
maakte de riempjes vast en trok ze strak aan om het gewicht goed te verdelen over haar schouder- en rugspieren. Ze spreidde de spinvormige riempjes van het masker uit, haalde diep adem en trok het vanaf de kin over haar gezicht. Daarna trok ze de riempjes in haar nek, bij haar slaap en bij
haar kin strak. Ze voerde die bewegingen snel uit, omdat ze nu op perslucht ademde.
Door de mond inademen, door de neus uitademen. Snel inademen, langzaam uitademen. Ze hoorde de litanie in haar hoofd en gebruikte die om de adrenaline die door haar lijf joeg, te blokkeren. Ze had nog nooit eerder last van claustrofobie gehad, en het was alsof ze een klap in haar gezicht kreeg. Ze concentreerde zich volledig op haar taak om ertegen te vechten en maakte de veiligheidscontrole af. Toen ze er zeker van was dat ze niets vergeten had, keek ze naar Cole, vermoedend dat er iets ging komen. 'Je regelslang is net losgeschoten.'
Ze keek hem kwaad aan en voerde met snelle bewegingen de noodprocedures uit. Cole was meedogenloos met de oefeningen. Het kostte haar veel moeite om bij riempjes en slangen
te komen. Ze bereidde zich voor op de mogelijkheid dat hij zou willen dat ze de handelingen met een kap op, in volslagen duisternis, zou doen. De procedures waren al moeilijk genoeg; in een echte noodsituatie zou ze ze in het donker moeten uitvoeren. .. Ze richtte haar frustratie op een geconcentreerde poging om rustig te blijven ademhalen ondanks de inspanning. Cole zou het haar tot vervelens toe laten herhalen en ze was te koppig om dat te laten gebeuren. 'Ingerukt.'
Opgelucht dat het bijna voorbij was, dwong ze zichzelf systematisch te werk te gaan bij het verwijderen van de uitrusting. Ze liet de cilinder voorzichtig op de grond zakken.
Ze was drijfnat van het zweet door de zenuwen en de warme jas.
'Goed gedaan. Ga wat eten en kom dan naar me toe.' Cole liep weg en liet het aan haar over om haar uitrusting op te bergen in het lege kastje, waar nu haar naam op stond. Twee woorden. Goed gedaan. Het had haar als groentje drie maanden gekost om die eindelijk te verdienen. Ze hadden
nog nooit zo mooi geklonken als deze keer. 'Laten we beginnen met het appèl.'
Cassie stond naast Cole tegen de muur, terwijl Frank om acht uur de ploeg bij elkaar riep. De spanning van de afgelopen uren brak eindelijk. Dit was bekend terrein.
Jack trok een wenkbrauw op toen ze zich niet bij de andere brandweerlieden van ploeg 81 voegde. Ze glimlachte terug en bleef staan waar ze stond. Ze was absoluut niet van plan officieel voorgesteld te worden tijdens een appèl. Ze had in de loop der jaren teveel van die bijeenkomsten meegemaakt om daarin te trappen.
Je werd vriendelijk voorgesteld, maar was vervolgens de pineut om alle vragen te beantwoorden over de gang van zaken op de kazerne. Het was een efficiënte, maar hardvochtige manier om een nieuweling duidelijk te maken dat een eerste werkdag geen excuus was om niet volledig voorbereid te zijn.
De oproepen van de laatste achtenveertig uur werden geëvalueerd. Cassie bladerde snel door het dikke rapport. Veertig procent was een oproep voor medische bijstand. Acht procent was vals alarm. Er waren vijf auto-ongelukken geweest, waarvan twee met gewonden. De enige brand was een keukenbrandje, dat al geblust was voordat ze gearriveerd waren. Met de feestdagen voor de deur en het invallen van de winter zouden deze aantallen drastisch veranderen. Cassie zag vreselijk op tegen de eerste sneeuw. Winter en branden - het water vroor vast aan de grond, aan de uitrusting.
De plaats van de brand veranderde in een ijsbaan. Ladders moesten met uiterste voorzichtigheid gebruikt worden. Voor de brandweerlieden, die gehuld waren in een waternevel, was
bevriezing een serieuze bedreiging. Als er wind stond, kon een brand in de winter een levensbedreigende situatie worden. 'Hoe staan we er intern voor? Problemen met het wagen-
park? Met de uitrusting? vroeg Frank. Er werden wat problemen en vermoedens daarvan
genoemd met startkabels, pompventielen, slangkoppelstukken, remmen, schijnwerpers. Alles werd op een whiteboard geschreven en achter elk probleem kwam de naam van een man, die ervoor moest zorgen. Als een probleem niet meteen na deze bijeenkomst opgelost kon worden, zou het doorgesluisd worden in de hiërarchie.
Frank ging verder met het oefenschema voor die dag. Dat was pittig. De nadruk zou komen te liggen op procedures voor noodevacuatie. Cassie was opgelucht. Hij deed al het mogelijke om ervoor te zorgen dat de Gouden ploeg voorbereid was op aangestoken branden. 'En omdat het beste nieuws altijd tot het laatst bewaard wordt: oefenen met gewichten is zojuist verplicht gesteld. Ik wil dat jullie op zijn minst een uur per dag in de sportzaal doorbrengen.' De aankondiging werd hier en daar met goedaardig gekreun ontvangen. Het appèl eindigde met een bevel dat ze in het verleden heel vaak had gehoord. 'Luitenants, controleer jullie uitrusting.' Voor ieder genoemd probleem dat verholpen zou worden, werden twee nieuwe problemen verwacht. Het leven van de mannen zou niet op het spel gezet worden door technische storingen als de uitrusting geïnspecteerd of getest was.
Cole sloeg zijn aantekenblok dicht. 'Pak je jas en je laarzen en een aantekenblok en kom dan naar mijn auto. Ik zal voor ons allebei koffie halen.'
Zijn mededeling doorkruiste haar plannen om even een praatje te maken met Jack na het appèl. Ze trok zijn aandacht, wees naar Cole en haalde haar schouders op. Het was een vierentwintiguurdienst. Voor de dag voorbij was zou er wel een moment komen dat ze allebei vrij waren. Jack knikte. De teleurstelling stond op zijn gezicht te lezen. Daar schonk ze hem een glimlach voor, blij dat het hem niet onverschillig liet. Ze liep haastig weg om haar spullen te pakken en naar de auto te gaan, vastbesloten om Cole niet te laten wachten.