Hoofdstuk 37

 

'Charlie kan het niet zijn. Die is ouder dan de man die ik zag.' Cassie gooide de blauwe map in de kartonnen doos met mappen van mensen die ze uitgesloten hadden. Ze probeerde wat gemakkelijker in haar stoel te gaan zitten en gooide bijna haar glas frisdrank om, dat op de grond naast de doos stond. 'Hoeveel mensen heb je opgeleid in de loop der jaren, Ash?'

Naast haar op de tafel stond nog een wankele stapel mappen die ze moesten doornemen en elk uur kwamen er nog meer bij uit het archief. Aangezien zij de man gezien had die volgens hen de brand gesticht had, had zij de opdracht gekregen als eerste door de mappen te gaan. Als zij iemand absoluut kon uitsluiten, betekende dat weer een map minder voor Ash.

Ash haalde zijn voeten van de hoek van Coles bureau, zodat Cole weer in zijn stoel kon gaan zitten. 'Een stuk of driehonderd; het ligt eraan hoeveel je er meetelt van het jaar dat ik assistent was op de brandweeracademie.' Cassie wist dat  veel trainingen gegeven had. Zoals de meeste brandweerlieden had hij een specialisme binnen het district en het zijne was toevallig brand binnen gebouwen. Ze had niet geweten dat hij zóveel trainingen had gegeven. Ash bladerde door een rooster van een klas van zes jaar geleden. Toen hij hoorde wat voor iemand Cole verdacht, had

Ash het lesmateriaal en oude roosters opgediept uit een doos op zijn zolder. 'Cole, herinner jij je een Larry Burcell?'

'Die werkt bij de bosbrandweer in Montana.' 'Dat is iemand van wie ik me kan voorstellen dat hij een

brand sticht.'  'Ash, je bent cynisch geworden tijdens je reizen', protesteerde Cassie.

 

Cole schoot in de lach. 'Kom je er nu pas achter dat je partner een verstokte cynicus is? Waar heb je al die jaren gezeten?' Ash lachte. 'Dat heet loyaliteit, Cole. Ik roep dat meer op dan  Cassie denkt nog altijd dat ik op water kan lopen.' 'Mijn naam wordt door het slijk gehaald hier.' Cole pakte

een van de mappen die Ash hem zonder iets te zeggen had aangegeven. De twee mannen hielden elkaar voortdurend voor de gek tijdens het werk, maar waren tegelijkertijd bloedserieus.

Het ging Cassie allemaal een beetje boven de pet. Zij en Ash waren partners geweest; ze hadden voor Cole gewerkt. En hoewel Cole zowel haar vriend als haar baas was geweest, had ze niet beseft dat hij ook zo goed bevriend was met Ash. Ze hoorde voor het eerst dat ze een gezamenlijk verleden hadden.  'Cassie, waar is die lijst die  gemaakt hebt van alle zaken die teer verkopen?

Ze wierp Cole een nijdige blik toe bij het idee die lijst te moeten gaan zoeken. Hij lag niet voor het grijpen, dat wist ze zeker. Cole lachte alleen maar om haar blik. Voorzichtig zette ze de stapel mappen van haar schoot op de grond, waarbij ze haar uiterste best deed om te voorkomen

dat hij omviel. De laatste keer dat ze die lijst gezien had, had hij ergens op de ronde tafel gelegen met wat krabbels van Cole en drie gele plakbriefjes met correcties erop. 'Je zou hem opnieuw kunnen uitprinten.'

'Dat is werk.' Ze begon te zoeken. 'Hier is de telefoonlijst van advocaten, die je vorige week kwijt was.' Ze keek in de aktetas en vond het blad met de notulen van de begrotingsvergadering. Ze

keek vluchtig naar een lijst met nummers van afhaalrestaurants. Cole moest toch eens beter gaan eten. Uiteindelijk vond ze de uitdraai die hij gevraagd had en gaf hem aan Cole. 'Ik kon er een paar wegstrepen, omdat ze niet van belang waren voor datgene waar jij naar zocht.'

'Kun je je herinneren of een van deze zaken schilders benodigdheden voor kunstenaars verkocht?'

'Verfspuitbussen kun je net zo goed bij een doe-het-zelfzaak kopen als bij een zaak voor schilder benodigdheden.'

'Die vent moet ergens werken. We weten dat hij van kunst houdt.'

 

'Hij is een amateur', bracht Ash in het midden. 'Ik denk dat je bij lijstenmakerijen of zo moet kijken.' Cassie sorteerde de dossiers en probeerde een manier te  bedenken om ze grofweg in chronologische volgorde op leeftijd te krijgen. Jack had dat voor haar zitten doen, maar hij was twintig minuten daarvoor weggegaan om iemand terug te bellen. 'Volgens mij is Jack verdwaald.' Ze waardeerde de hulp, ook al had Jack haar deze morgen gek gemaakt met zijn geplaag.

'Ik heb hem gevraagd om te kijken of het rooster voor de vergaderzaal verzet kan worden, zodat we al deze spullen daarheen kunnen brengen', antwoordde Cole. 'Het is een beetje veel voor jouw kantoor', stemde Cassie in. Ash gaf Cole nog een dossier van een mogelijke verdachte.

'Toch denk ik dat die woorden ons iets moeten vertellen', zei Ash, terugkomend op een gesprek dat ze die hele dag met tussenpozen gevoerd hadden. 'Als iemand jou een leugenaar noemt, impliceert dat dan niet dat jij iemand een belofte gedaan hebt?'

'En dat iemand jou een lafaard noemt, betekent waarschijnlijk dat diegene in botsing is gekomen met jouw veiligheid - voor-alles-trekje.'

'Ik wil weten hoe hij aan mijn e-mailadres is gekomen.' Cassie bukte zich naar het rode melkkrat met klemmetjes die als tijdelijk tabblad dienden. Ze zag de cursuscatalogus van het jaar daarvoor liggen, die naar alle korpsen in de omliggende regio's gemaild was. Ze bladerde erdoorheen, vond wat

ze zocht op de achterkant van de catalogus en gooide het blad op Ash' schoot. 'Zo dus.'

'Met foto en al? Man, ik zie eruit als een vogelvrijverklaarde uit de jaren zeventig.'

'Zo zie je er nog steeds uit.'

'Au- gemeen, Cassie. Je kwetst me.'

'Als je weer aan het werk gaat, moet je je haar laten knippen', zei ze. Ze stak haar hand in de zak chips naast haar op de grond. Geschrokken trok ze haar hand terug en keek toen omlaag. 'Jack!'

Cole en Ash bulderden van het lachen. Heel voorzichtig viste ze J.J., de reizende muis, uit de zak

chips.