Hoofdstuk 20
'Waarom heb je het me niet verteld?' fluisterde Cassie. 'Is er bij al die branden popcorn gevonden?'
'Het is een na-aper. Ik zweer het, Cassie. Een na-aper.' Cole wreef over haar rug, bezorgd om de reactie die hij eerlijk gezegd niet verwacht had. De informatie was geheimgehouden, niet om het voor haar achter te houden, maar omdat het in de dossiers deel uitmaakte van vertrouwelijke informatie omtrent het signalement van de brandstichter. Hij had al uitgemaakt dat het niets met haar te maken had. 'De man die de brand in het verzorgingshuis stichtte, is twee maanden geleden bij een auto-ongeluk in New Jersey om het leven gekomen. Ik heb het bewijs en ik ben naar de politie
in New Iersey gegaan om het te bevestigen.' Zijn gehandschoende hand klemde nog vaster om haar schouder. 'Iemand anders aapt dat popcornsignalement na. Hij tart het team brandstichting, Cassie. Dit is niet tegen jou persoonlijk gericht.'
'Het is wel tegen mij persoonlijk gericht, net zoals de branden tegen Jack gericht zijn.'
'Nee. Het is niet tegen jou persoonlijk gericht. Hij gebruikt het popcornsignalement als een schimpscheut, net zoals hij de locaties aan de rand van het brandweerdistrict gebruikt heeft
als een manier om ons te bespotten. Het popcorn is het symbool van de ergste brand die we meegemaakt hebben. Het is gewoon wreed toeval dat jij degene was die hem tegen het lijf
liep.'
'Weet je dan zeker dat het Ash niet is? Hij was laaiend over de brand in het verzorgingshuis. Hij is weggegaan. En toen begonnen deze branden.'
Dat ze haar partner nu officieel beschuldigde - het popcorn had haar echt helemaal van slag gebracht. Cole duwde haar kin omhoog zodat hij haar gezicht kon zien. 'Het is Ash niet',
antwoordde hij nadrukkelijk. 'Dat weet ik nog niet zo zeker.' 'Ik wel.'
'Weet jij nog iets wat ik niet weet?' Ze vroeg het met zoveel hoop in haar stem dat hij wilde dat hij haar iets kon zeggen. 'Ik geloof wat mijn gevoel mij zegt. Het bestaat niet dat Ash jou nogmaals een aanzwellende brand zou laten binnengaan.'
'Je zei dat deze brandstichter niet wil dat er iemand gewond raakt-'
Cole had geworsteld met de bedoeling van het woord moordenaar en met het gegeven dat Ash een lafaard genoemd was. Het waren honende woorden. Het had veel weg van een ruzie op het schoolplein. Hoe meer hij over deze man te weten kwam, hoe minder hij ervan begreep.
'Hij slaat toe in lege gebouwen, maar hij is nu duidelijk weer van kwaad tot erger gegaan.'
'Wie is het? Heb je enig idee?' Cole wreef met zijn handschoen over haar wang, wensend
dat hij niet hoefde te antwoorden. Wat hij moest zeggen was een conclusie die hij wekenlang niet had willen trekken. 'Ik denk niet dat het Ash is, maar ik ben er nu wel van overtuigd dat het waarschijnlijk een brandweerman is.' Het voelde alsof hij een doodvonnis uitsprak over het brandweerkorps. Als hij gelijk had, zouden de gevolgen ervan nog jarenlang doorwerken.
'Maar wat is de aanleiding? Wat heeft ervoor gezorgd dat hij dit jaar toesloeg?'
'Ik wou dat ik het wist. Kom, Cassie. Dit was zijn werk. Het wordt een lange nacht.' Cole hielp haar overeind.