Hoofdstuk 39
Cole werd wakker van de telefoon. Hij schoof wat kussens opzij en zag op de televisie naast zijn bed dat Jay Leno zat te praten met een acteur. Cole wachtte tot Ash de telefoon zou opnemen; zijn logé was degene die die avond de meeste telefoontjes kreeg, omdat er plannen gemaakt werden voor het
oudejaarsfeest op de kazerne.
Toen de telefoon voor de derde keer overging, dwong Cole zichzelf om hem op te nemen. Toen pas keek hij op de klok en drong het tot hem door dat het geen tien uur, maar één uur was en dat er een herhaling van de Tonight Show op televisie was. Hij zette zich schrap voor een bericht over een volgende brand, een grote brand deze keer. 'Met Cole.'
'Met Rachel.'
'Rae-' Hij kwam overeind en knipte het lampje naast zijn bed aan. Wat is er?' Was er iets gebeurd met Jennifer? Ze belde hem zelden en ze had hem nog nooit zo laat gebeld. 'Je brandstichter.'
Cole knipperde van verbazing over het onderwerp. 'Is er iets gebeurd? vroeg hij scherp. Zijn hart maakte een angstig sprongetje bij de gedachte dat zij nu ook te maken had gekregen met de gebeurtenissen. 'Nee, er is niks gebeurd. Ik kon niet slapen, ik lag na te denken over de zaken.'
Ze kon niet slapen - zijn stem kreeg een zachtere klank. 'Je had me moeten bellen in plaats van wakker te liggen.' 'Wat denk je dat ik nu doe'?'
'Maak je niet kwaad. Vertel me waar je aan lag te denken.' 'Het is maar een idee.'
Cole pakte het notitieblok van het nachtkastje, omdat hij wist dat Rachel nooit "stel dat"-ideeën had, maar goed geformuleerde suggesties. Aan haar toon te horen dacht ze dat dit idee belangrijk was.
'Het is overdrijving, Cole. Die muurschildering, dat is meer dan gewoon een manier van schilderen waar hij van houdt. Het is een pompeuze schildering met dingen die buitenproportioneel opgeblazen zijn. De woorden die hij kiest – daar doet hij hetzelfde mee. Feiten blaast hij ook op dezelfde manier
op.'
Cole begon te snappen wat ze bedoelde. Ze was iets op het spoor. Hij wist het zodra ze het zei. En de gevolgtrekkingen waren ontstellend. Hij pakte een pen en zocht naar een leeg vel op zijn aantekenblok. Het papier krulde om en de spiraal werkte tegen. Opgeblazen feiten - Cole begon ze op te noemen voor Rachel, benieuwd naar haar reactie. 'Het woord moordenaar.'
'Denk kleiner', zei ze. 'Misschien is er iemand bijna overleden. Misschien heeft hij datgene wat bijna gebeurd is, veranderd in wat het zou betekenen als die dood werkelijk had plaatsgevonden.'
Een bijna fataal ongeluk - Cole huiverde toen hij dacht aan de grote hoeveelheid ongelukken met persoonlijk letsel die het afgelopen jaar hadden plaatsgevonden in het district. Hij zou alleen al hulp nodig hebben om het rapport dat daarover was opgesteld te categoriseren. 'Lafaard
'Dat is opnieuw een buitengewoon persoonlijke opmerking, een conclusie die hij getrokken heeft. Waarschijnlijk kende hij de mannen die in die kazerne werkten of kent hij in
ieder geval iemand die ze kende. Ze namen waarschijnlijk normale veiligheidsmaatregelen in acht en hij beschouwde dat als lafheid.'
Hij maakte zo snel hij kon aantekeningen. 'Leugenaar'
'De meest persoonlijke van allemaal. Zoek naar iets wat je voor elkaar probeerde te krijgen, maar wat niet doorging. Het moet hem of iemand om wie hij veel gaf geraakt hebben.' 'Heb je daar suggesties voor? Hebben we het over een onderzoek naar brandstichting dat niets opgeleverd heeft? Een persoonlijke beslissing? Een financiële beslissing?' 'Ik weet het niet, Cole. Het impliceert dat jij een bekende figuur voor hem bent, niet alleen een naam. Ik vind het interessant dat hij je afval in brand gestoken heeft. Dat wijst erop dat hij wist dat dat eerder bij je huis gebeurd was.'
'Popcorn.'
'Jouw vermoeden ten spijt, denk ik niet dat het een verwijzing is naar de brand in het verzorgingshuis in de zin van een steek onder water. De man die de brand in dat verzorgingshuis aanstak was een professionele brandstichter. Ik denk juist dat het popcorn erop duidt dat hij bewondering heeft voor de man die de brand stichtte en de reactie die hij kreeg. Zie het popcorn als een manier waarop hij wil zeggen dat hij net zo succesvol kan zijn als die andere brandstichter.'
'Die man stichtte branden voor geldelijk gewin.'
'Ik denk dat je veilig kunt aannemen dat deze man financiële problemen heeft. Ie slaat alleen zo van je af als je onder ondraaglijke spanning leeft.'
Cole dacht na over het beeld dat ze schetste. Het profiel dat ze van deze man hadden, werd steeds duidelijker. Cassie had hem een ruwe schatting van de leeftijd en het uiterlijk gegeven; de locaties en het soort branden dat hij stichtte waren goede indicaties van zijn achtergrond; Rachels suggestie gaf een goed beeld van de manier waarop de man dacht. Hij moest deze man vinden voor er iemand gewond raakte. 'Is er nog iets wat je opvalt? Dit is goed, Rachel.' Het bleef stil aan de andere kant van de lijn. Hij draaide met zijn pen en gaf haar de tijd om na te denken. Het verbaasde hem dat ze hierover had nagedacht toen ze niet kon slapen, maar het was duidelijk dat ze niet zomaar wat bedacht had.
'Wat dan ook', drong hij aan. 'Ik ben niet op zoek naar professionele conclusies.'
'De muurschildering zonder woorden.' Cole sloeg nog een blaadje van zijn aantekenblok om.
Rachel zocht aarzelend naar woorden. 'Dat is heel ernstig, Cole. Hij zei niets meer.'
'Hij veronderstelt dat hij niet langer gehoord zal worden', stelde Cole vast, begrijpend wat ze vreesde. En als de man uitgepraat was, dan hield dat in dat er een uitbarsting zou komen.
'Wat betekent het dat die boodschap in het huis van Ash achtergelaten is?'
'Het betekent dat hij wist dat Ash weg was en waarschijnlijk een poosje weg zou blijven. Een muurschildering moet in lagen geschilderd worden en tussendoor steeds drogen, zodat de verf niet door elkaar loopt. Zelfs spuitbusverf moet een paar uur drogen. En je moet het plannen. Ik denk dat hij eerder in het huis van Ash geweest is, want dat spoor van vuur in de schildering wijst erop dat hij er lang over nagedacht heeft om het huis ook daadwerkelijk in brand te steken, maar hij
heeft uiteindelijk besloten om alleen zijn handtekening achter te laten.'
Zijn huis was overhoop gehaald, in dat van Ash was alleen een schildering achtergelaten - wilde de brandstichter geen huizen van brandweerlieden in brand steken? Cole maakte een aantekening om daar nog eens goed over na te denken.
'Hoe groot is de kans dat hij Ash ook kent?' 'Heel groot.'
'Dat woord lafaard in zijn e-mail?' 'Een gemene schimpscheut, zoals jongens op het schoolplein doen.' Cole aarzelde, maar moest het vragen. 'En Jack?' 'Het is altijd om Jack en de Gouden ploeg gegaan.' 'Zal hij een doelwit worden?' 'Wanneer moet hij weer werken?'
'Vandaag.' 'Kun je hem van die dienst afhalen?' 'Rae-'
'Alsjeblieft.' 'Dat kan ik niet.' 'Je moet.'
'Rae - dat kan ik niet.' Dat had hij weken daarvoor al geaccepteerd. Hij kon Jack beschermen, maar niet ten koste van zijn baan. 'Ik zal met hem praten', stelde hij haar gerust. 'Ik zal alles doen wat ik kan, behalve hem zijn werk ontnemen.' 'Doe dat niet, Cole. Haal hem uit die dienst voordat hij
gewond raakt.' Ze zou het hem nooit vergeven als er iets gebeurde. 'Het spijt me.'
Ze legde zonder iets te zeggen de hoorn op de haak.
Cassie spande zich in om Ash te volgen door de met rook gevulde gangen van het verzorgingshuis. Ze had acht bewoners naar buiten geholpen en er moesten er nog meer gered worden. Ze konden nu niet meer opschieten vanwege de toenemende hitte en rook. Over de radio kwamen de beknopte mededelingen van reddingsploegen die door het hele gebouw heen kamers ontruimden.
Ze liet haar lamp over de kamernummers glijden: 1613, 1614, 1615. Allemaal kamers die zij hadden helpen ontruimen. Het vuur woedde boven hen, in meer oostelijk gelegen gangen. Ze zou blij zijn als ze hier weg kon zodra de laatste kamers gecontroleerd waren. Ash' zaklantaarn schoot naar boven en zijn hand duwde haar ruw opzij. Ze viel tegen de muur aan, luttele seconden voor iets met een harde klap op haar schouder terecht kwam. Ze viel op de grond en kroop zoals haar geleerd was tegen de muur, met haar handen ter bescherming in haar nek. Er viel iets op haar persluchtcilinder en toen explodeerde de wereld om haar heen. Overal waren vlammen en het neerstortende puin viel op haar neer, begroef haar, pinde haar vast. Ze stond in brand. Ze gilde toen ze besefte dat ze zich niet kon
bewegen. Ze zat bekneld onder het puin. De brandwonden raakten haar zenuwbanen en ze kromp ineen van de martelende pijn. Ze ging dood. Ze vocht tegen de paniek en de pijn. Ze wilde leven.
O, ze wilde zo graag blijven leven. Uit alle macht probeerde ze zich te bewegen.
'Cassie!'
De schreeuw was het heerlijkste geluid dat ze ooit gehoord had. Ash-' Ze kon niet meer denken van de pijn. 'Haal me hieruit.' 'Houd vol. Ik kom eraan, Cassie.' Er werden brokstukken verwijderd van haar gezicht. Ash trok uit alle macht aan de balk, die haar neerdrukte. Martelende minuten verstreken. Hij kreeg er geen beweging in. Ze duwde met haar vrije hand uit alle macht tegen alles wat ze kon
bereiken. Ze kon zich niet uit het puin naar buiten wurmen en hij kon het niet wegkrijgen.
'Wacht, ik kan het omhoog krikken.' Er volgde een moment waarop ze het gewicht voelde bewegen en toen viel het weer terug. Ze zou hier sterven. Ze hapte naar lucht. Haar partner zou hier ook sterven, omdat hij haar niet in de steek zou laten, omdat ze niet de kracht had om zich te bevrijden.
Haar persluchtcilinder begon te piepen. Haar zuurstof raakte op. Ash begon te schoppen tegen de balk die haar vastpinde. Een goed leven, en ze had er lang niet genoeg van genoten. Ze was
te druk bezig geweest om vooruit te komen. Haar zuurstof was op. Ze kon haar hand niet meer bewegen, ze raakte buiten bewustzijn. Haar masker werd afgerukt. De rook en de hitte sloegen haar in het gezicht en Ash drukte wanhopig zijn masker tegen haar gezicht. 'Ademhalen, Cassie, ademhalen', gelastte hij, terwijl hij zelf naar adem snakte. Hij bleef zo laag mogelijk bij de grond.
Ze haalde adem en leefde weer op. Ash trok het masker weg en nam zelf een teug lucht. Toen drukte hij zijn masker weer stijf tegen haar gezicht.
Ze zouden hier allebei sterven. Zijn zuurstofflessen hadden maar een paar minuten meer lucht dan de hare. Ze wilde zo graag afscheid van hem kunnen nemen. De tranen verstikten haar zo erg dat ze geen woord uit kon brengen. Jezus, laat me niet sterven... Haar partner greep haar vrije hand. Ze gebruikte alle kracht die ze had om erin te knijpen.
De schel rinkelende telefoon maakte haar wakker. Cassie boog haar hoofd over' de rand van het bed en worstelde om adem te halen. Heer, de brand... Ze probeerde uit alle macht los te komen van de oude paniek. De herinnering was zo levendig, de paniek zo reëel dat ze de bitterheid van de rook kon
proeven. Ze tastte naar de telefoon. 'Hallo', bracht ze er hijgend uit.
Het bleef stil en toen: 'Cassie, wat is er aan de hand?' 'Jack, zorg dat je niet naar de hel gaat. Ga alsjeblieft niet naar de hel. Het is afschuwelijk.' Ze had de grootste moeite om de hoorn vast te houden en rilde. Ze sloot haar ogen tegen de herinnering aan de vlammen.
'De brand.' Ze stootte een wanhopig lachje uit. 'De brand.' 'O, lieverd.'
'Beloof me dat je niet naar de hel zult gaan.' 'Cassie-'
'Kom hierheen en ga een eind met me lopen. We moeten praten.' Hij aarzelde heel even. 'Ik kom eraan.'
Cassie had haar jas en wanten aan en haar sleutels in haar jaszak en stond in de hal van de flat te wachten toen ze Jacks auto de parkeerplaats op zag rijden. Ze liep hem tegemoet. Hij trok haar tegen zich aan en zij sloeg haar armen om hem heen en leunde tegen zijn sterke schouders.
Zijn jas was koud tegen haar wang en zijn armen sterk om haar heen. 'Stil maar, alles is goed', fluisterde hij, terwijl hij over haar rug wreef. 'Ik wilde een held zijn die dag. Ik werd bijna een slachtoffer.'
'Brand maakt geen onderscheid tussen goede en slechte mensen; hij grijpt en doodt iedereen die hij te pakken kan krijgen.'
'Satan is precies zo, Jack.'
Hij zweeg en zij boog haar hoofd achterover om hem aan te kijken. 'Jezus leeft. En als je je vertrouwen niet op Hem stelt, zul je op een dag vast komen te zitten in een hels vuur dat nooit ophoudt.' Hij sloeg zijn arm vaster om haar schouder en wees naar het trottoir. 'Kom, laten we een eindje wandelen.' Ze koos deze avond niet voor een tactvolle aanpak, maar sprak recht uit haar hart. Als ze hem beledigde, dan moest dat maar. Haar angst had iedere aarzeling om dit gesprek te force-
ren weggenomen. Als er iets met Jack zou gebeuren tijdens het onderzoek naar deze brandstichtingen, zou ze zichzelf nooit meer in de ogen kunnen kijken. 'Toen we jou en Ash vonden in het verzorgingshuis, was je nauwelijks meer bij kennis. Weet je nog watje toen zei?'
Ze schudde verbaasd haar hoofd. Ze had nooit meer over die dag willen praten, omdat ze de gebeurtenissen niet onnodig opnieuw had willen beleven. 'Ik legde een kussen onder je hoofd toen we je op een brancard legden. Je fluisterde een zinnetje uit een psalm: "De Heer is mijn herder", telkens opnieuw.' 'Ik strekte me die avond uit naar Hem en Hij was er.' 'Jennifer zei eigenlijk hetzelfde, toen ze het had over de avond waarop ze Jezus ontmoette.'
Ze pakte zijn hand steviger beet. 'Wacht niet zoals ik tot je iets ergs overkomt, Jack.'
'Heb je God nooit gehaat voor wat er gebeurd is, toen je de brandwonden zag?'
'Een man die ik kende heeft ze met een kusje beter gemaakt', fluisterde ze.
Hij veegde vlug met een handschoen over zijn ogen. 'Ik heb zoveel aan mijn hoofd dat het moeilijk is om het allemaal op een rijtje te krijgen, Cassie. Hemel en hel, de opstanding – het is een enorme stap om het allemaal te accepteren.' 'Vertrouw op Jezus. Vertrouw op wat je niet begrijpt. De
rest komt vanzelf. Ik ben bang om je, Jack.' Hij wreef met zijn gehandschoende duim over de rug van
haar hand. 'Dat waardeer ik, Cassie. En ik beloof je dat ik erover zal nadenken.'
Ze keek hem onderzoekend aan, verlangend naar een teken dat hij het meende. Wat ze zag stelde haar gerust. Ze kneep in zijn hand. 'Dank je.'
'Ik vind het zo erg voor je dat je over die brand in het verzorgingshuis droomt. Ik droom ook over de branden, en het is moeilijk om met die beelden in je hoofd wakker te worden.'
'De angst. En het geluid van de brand-'
'Het besef dat het gaat gebeuren en dat je het op geen enkele manier kunt tegenhouden', maakte hij de zin voor haar af. ‘]a.’
'Ze zullen mettertijd verdwijnen.' 'Dat hoop ik maar.' Hij hield haar tegen toen ze naar het flatgebouw terugliepen. De deur van de flat stond een beetje open.
Ze greep zijn hand beet. 'Jack.' 'Blijf hier.'
Ze luisterde niet, maar liep achter hem aan. De hal lag bezaaid met popcorn. 'Hij stond naar ons te kijken, naar haar te kijken', zei Jack tegen Cole, nog vol woede en machteloosheid. Dit werd zo persoonlijk dat het leek of ze middenin een nachtmerrie zaten. Hij wist niet wat hij met de angst aan moest. Als hij vanavond niet teruggekomen was, zou er dan behalve het popcorn ook een brand geweest zijn? Hij keek naar Cassie, die in zijn auto zat om warm te blijven, en hij was doodsbang om haar.
Politieagenten zochten de omgeving af, maar ze hadden nog niets gevonden.
'Ga maar vroeg naar je werk, neem haar met je mee, blijf in de kazerne slapen en laat mij de boel hier uitzoeken.' 'Cole-' Jack wilde het niet zeggen, maar hij moest wel. 'Als ik naar mijn werk ga, zal hij toeslaan. Die vent escaleert. Misschien is het beter dat ik niet ga, dat we onze plannen veranderen.'
Zijn vriend kneep even in zijn schouder. 'Ik denk niet dat het hem nog wat uitmaakt of je er bent of niet.' 'Ik kan er niet mee leven als er iemand gewond raakt.'
'Het beste wat je kunt doen is accepteren dat het een uitgemaakte zaak is en klaarstaan om te reageren als hij opnieuw toeslaat. Voor het geval je het nog niet doorhad, hij heeft zojuist dichtbij de kazerne toegeslagen en niet aan de rand van het district. De kans is groot dat we niet lang hoeven te wachten voor hij weer toeslaat. Breng Cassie naar de kazerne. Ik kom zodra we hier met het onderzoek klaar zijn.'