***

Milgram.
Ze waren zover in het laboratorium in Linsley-Chittenden Hall op Yale University. Er hing een scherpe lucht - net brandend vlees. Milgram rook het door de gesloten deur heen. Waarom hadden ze dat gedaan? Hij vroeg zich af of dat bewust was gedaan, om meer invloed op zijn proefpersonen uit te oefenen. Het idee was beslist niet van hem afkomstig. Hij dacht bij zichzelf: zal ik ooit weer dezelfde zijn als dit voorbij is? 'Stanley?' vroeg James McDonough, de man die zou optreden als Milgrams leerling. 'Is alles wel goed met je, Stanley?' Hij stelde de man gerust. Milgram keek naar de schokmachine, naar zijn schepping die hem beroemd zou maken. Lichte schok. Matige schok. Sterke schok. Extra sterke schok. Intense schok. Extreem intense schok. Schok met gevaar voor overlijden. Milgram raakte het apparaat aan, streek met zijn hand over het koele oppervlak. Het apparaat leek te pulseren met verborgen leven. Het was een soort wapen geworden. Hij had wekenlang over het vervloekte ding gedroomd. Hij had weer zijn toevlucht gezocht tot mescaline, zodat zijn geest in zijn weerloze slaap het apparaat kon ontwijken. 'Stanley,' zei McDonough. De man was niet zenuwachtig. Op Milgram na leek niemand zenuwachtig te zijn. 'We zijn zover.' Milgram ging naar een achterkamer, waar hij de gebeurtenissen via een doorkijkspiegel kon volgen. Hij zag zijn experimentator, de man die de 'wetenschapper' zou spelen, in de open kamer verschijnen. De experimentator droeg een grijze jas. Niet wit, had Milgram geëist. Beslist niet wit. Wit stond voor artsen. Steriliteit. Om die reden hadden mensen een ingebouwd wantrouwen jegens wit. Milgrams experimentator zou dus grijs dragen, en toen Milgram hem voor het eerst in die jas zag, vond hij hem net een brok graniet. Dat was precies wat Milgram had bedoeld. Toen zag hij zijn proefpersoon de kamer binnen komen, een man van middelbare leeftijd, met rood haar in een licht jasje en met een natte hoed op zijn hoofd, want buiten regende het. De man nam plaats en het experiment begon.
'Ik wil u eerst graag uitleggen wat ons Geheugenproject inhoudt,' zei de experimentator in de grijze jas tegen de man en ook tegen McDonough, die al in zijn rol zat en zenuwachtig zat te draaien op de stoel naast de proefpersoon. Het idee was om McDonough in een apart kamertje te zetten en de proefpersoon hem schokken te laten toedienen. Natuurlijk zou er geen sprake zijn van echte schokken. Er kwam helemaal geen elektriciteit aan te pas. Het apparaat was puur bedrog. Waar het om ging, was dat de proefpersoon de experimentator moest gehoorzamen. De proefpersoon moest het gezag van de experimentator respecteren, alleen maar omdat de experimentator een jas droeg, met een diepe stem sprak en een klembord in zijn hand had.
'Psychologen,' vervolgde de man in de grijze jas, 'hebben diverse theorieën ontwikkeld om te verklaren hoe mensen verschillende soorten stof leren.'
Milgram hield op met luisteren. Hij was afgedwaald en bevond zich op dat andere plan.
'Goed, dan zullen we nu de leerling installeren zodat hij gestraft kan worden,' zei de experimentator. 'Leerling, ik zal je uitleggen wat er gaat gebeuren, wat je moet doen. De leraar zal een lijst met woordparen aan je voorlezen.'
Milgram deed zijn ogen dicht.
'Later leest hij dan bijvoorbeeld voor,' zei de experimentator, 'sterk: rug, arm, tak, duw. En dan moet je deze indrukken...'
McDonough weifelde. 'Nou,' zei hij, zoals hem was opgedragen, 'ik moet u iets vertellen. Toen ik een paar jaar geleden in het West Haven VA Hospital was, werd er een lichte hartaandoening bij me geconstateerd. Niets ernstigs. Maar wat die schokken aangaat - hoe sterk zijn die? Hoe gevaarlijk zijn ze?'
De experimentator negeerde McDonoughs vraag. Hij richtte zich tot de proefpersoon. 'Oké,' zei hij. 'Luister goed naar de instructies. In de eerste plaats genereert dit apparaat elektrische schokken.' Hij streek met zijn hand over de machine; zijn palm maakte een sissend geluid terwijl hij over het zwarte oppervlak gleed.
Milgram dacht aan Eichmann. Hij dacht aan de drukkamers van Mengele. Zijn vader had hem verteld dat Mengele Joden levend had ingevroren tot hun armen en benen van hun lichaam konden worden afgebroken. Een van die Joden, had zijn vader gezegd, had gewezen. Een blijvend wijzend gebaar, een standbeeld op de bevroren grond van Auschwitz. Ze noemden hem zarah, het kompas.
'Voor we beginnen,' zei de experimentator tegen de proefpersoon, 'wil ik u naar uw naam vragen.'
De stem van de proefpersoon kwam door de statische ruis Milgrams kamertje binnen. 'Orman,' zei de man. 'Edward Conrad Orman.'