***
Op dinsdag probeerde Dennis met Elizabeth af te spreken, maar
ze nam haar telefoon niet aan. Toen hij de oude man aan de lijn
kreeg, hing hij snel op.
Hij ging een stuk lopen over de campus, schakelde over op
looppas en trok een sprint door Montgomery Street. Hij droeg een
kakibroek en een blazer. Zijn bril gleed van zijn neus, zijn haar
plakte op zijn voorhoofd. Bij het eind van de straat hield hij
halt, boog zich voorover met zijn hand op zijn knieën en kneep zijn
ogen dicht. Het was lang geleden dat hij had hardgelopen, jaren, en
het gaf hem een goed gevoel. De spieren in zijn benen brandden.
Zijn hart bonkte in zijn borst. Beul jezelf af, Dennis, dacht hij.
Vooruit. Het stoplicht sprong op groen en Dennis maakte aanstalten
Pride Street over te steken toen hij haar achter zich hoorde. 'Ik
was aan het werk.'
Hij draaide zich naar haar om. Ze droeg een beige trenchcoat,
en haar boeken hingen over haar schouder. Het was waar: ze had
gewerkt: haar ogen stonden moe, en hier en daar zag hij een
gesprongen bloedvaatje. Hij wilde haar hand vastpakken, maar ze
deinsde achteruit. 'Er is enorm veel aan de hand,' legde ze
uit.
Dennis wendde zijn blik af. De avond viel en de
straatlantaarns floepten aan. 'Ja,' zei hij.
'Mijn proefschrift is bijna af. Het is niet goed om daar niet
mijn best op te doen na al die jaren werk.'
'Waar gaat het over, Elizabeth?' vroeg hij. Hij keek haar in
de ogen, probeerde haar te peilen. Ze gaf geen krimp.
'Dat weet je best, Dennis. Zorgzaamheid. Hoe mensen voor
elkaar zorgen. Dat dat mensen ingeboren is.' 'Bescherming,' zei
Dennis. 'Ja.'
'Veel succes ermee.' 'Dank je, Dennis.'
'Ik heb één vraag voor je,' zei hij. 'Ja?'
'Is de link San Francisco?' vroeg hij. 'Of Pig?'
Opnieuw geen beweging. Geen samenknijpen van de ogen, niets.
Ze staarde hem aan. Maar toen ze haar mond opendeed om iets te
zeggen zag hij het, ternauwernood, aan de manier waarop ze
eigenlijk niets zei. Aan de manier waarop haar stem amper merkbaar
van toon veranderde. 'Ik weet niet waar je het over hebt.'
Hij knikte. Het was dus voorbij. Even snel als het was
begonnen. Hij draaide zich weer om naar de kruising en toen er geen
auto's aankwamen, zette hij er weer de vaart in en voelde het bloed
in zijn oren razen. Toen hij na dertig meter omkeek om te zien of
ze er nog stond, zag hij haar nog op dezelfde plek staan. Die nacht
zou hij het zich steeds opnieuw afvragen: had ze gehuild? Was die
hand naar haar gezicht gegaan om haar kraag over haar wangen te
trekken tegen de wind of was het iets anders geweest?
Zoals Elizabeth daar stond, deed ze hem denken aan zijn vader.
Dat vreemde. Dat je hem eigenlijk nooit helemaal begreep. Zijn
houding, zijn blikken. Dat je dikwijls achteromkeek als hij je
ergens naartoe "had gebracht - naar school, naar een
voetbalwedstrijd - en je afvroeg wat hij dacht. 'Van lesgeven,' had
hij tegen Dennis gezegd, 'leer je nog het meest.' En dan boog hij
zich weer over zijn papieren. Hij sloot zich urenlang op in zijn
werkkamer en als Dennis' moeder zei: 'Ga even bij je vader kijken',
en hij om de deur keek, zat de man achter zijn bureau, zijn hoofd
op het blad, kwijlend te slapen.
Het was een lange, slapeloze nacht. Dennis had geweten dat het
voorbij was met Elizabeth toen ze hem na het Kingsley Hotel op de
campus had afgezet, maar toch... Nu bleek dat hij er geen vrede mee
had. Had ze hem die dan niet geschonken? Had ze hem dan niet
gegeven wat hij nodig had?
Jawel. Maar het was allemaal zo dubbelzinnig. Achterbaks
zelfs. Verkeerd. Want hij verlangde nog steeds naar haar. Voor hij
haar gisteren op Montgomery Street was tegengekomen, had het voor
hem afgedaan. Nu opeens waren zijn gedachten weer vol van
haar.
Verkeerd. Het was verdomme verkeerd om iets te doen zoals zij
het had gedaan.Er was nog steeds een manier, wist hij; Elizabeth
Orman had hem die in het Kingsley zelf aangereikt. Ze had hem de
troefkaart gegeven, zijn weg terug naar haar. Hij kon haar niet
bereiken via de telefoon, zoals hij zijn vader niet kon bereiken
door op de deur van zijn werkkamer te kloppen en te vragen of hij
binnen mocht komen. Zelfs met al zijn eerlijkheid en charme wist
hij dat hij een andere weg terug naar Elizabeth zou moeten
zoeken.
En dus besloot Dennis de kaart die ze hem had gegeven uit te
spelen.