***

Mary zat te denken aan professor Williams' tanden. Ze waren vergeeld en scheef, en te kort. Ze waren haar niet opgevallen toen ze vlak bij hem stond, of misschien wel, maar was dat gewoon niet tot haar doorgedrongen. Maar nu waren die tanden het enige waaraan ze kon denken. De manier waarop hij tegen haar had gegrijnsd. Blijf. Eerder een bevel dan een verzoek. Zijn blik geamuseerd en veelbetekenend. Haar op de proef stellend. In Broze stad zat Quinn tegen die tijd voor het hotel, zijn blik op de deur gericht, te wachten tot Stillman naar buiten kwam. Het was het begin van zijn obsessie. Hij stond op het punt zichzelf te verliezen, had professor Kiseley hun die week in het college verteld. Quinn stond op het punt zijn greep op de werkelijkheid kwijt te raken.
Maar hoe zat het met Mary? Hoe ging het met haar? Zij stond niet op het punt haar greep op de werkelijkheid te verliezen zoals Quinn, maar... het ging niet goed met haar. Door haar onverzadigbare behoefte om het raadsel op te lossen, om Williams en zijn werkwijze te doorgronden, had ze zichzelf laten worden tot - wat had hij die dag in het college over die wetenschapper, Milgram, gezegd? Ze had zichzelf toegestaan zich in de cursus te verliezen. Ze liep zich voortdurend af te vragen of ze iets over het hoofd zag. Ze kon niets doen zonder aan Williams te denken. Hij kon inmiddels alles doen, de regels aanpassen zoals het hem het best uitkwam, en zij zou het spel volgen.
Het gevaar, het avontuur waarnaar ze had gehunkerd toen de colleges van start gingen, begon haar te veel te worden. Ze besefte dat ze een manier moest vinden om dit terug te schroeven, om het af te zwakken, om te chillen, zoals haar moeder zou zeggen. Of...
Of wat? Of ze zou net zo worden als Paul Austers Quinn? Of ze zou zichzelf volledig verliezen aan Williams en dermate geobsedeerd raken door het oplossen van zijn raadsel dat ze tot niets anders meer in staat was? Want daar ging het om, toch? De behoefte om de oplossing te vinden. Voor haar gemoedsrust.
Net als met Dennis. Ze had die eenpersoonskamer niet genomen omdat ze zo moeilijk anderen kon vertrouwen, besefte ze nu. Nee, ze had die eenpersoonskamer genomen omdat ze tijd alleen nodig had om er misschien achter te kunnen komen waarom hij haar gedumpt had. Ze vond het tegenwoordig moeilijk om mensen om zich heen te hebben, behalve Summer.
En nu, twee hele jaren later, was door Williams en Polly haar gemoedstoestand weer net als toen. Uitgeput, gekwetst - maar nog steeds vertwijfeld bezig met antwoorden zoeken die haar gemoedsrust zouden schenken. Het ligt niet aan jou, Mary, had iedereen tegen haar gezegd. Het had niets met jou te maken. Ga verder. Het leven gaat door. Ook dit zal voorbijgaan. Maar was dat wel zo?
Wat als je voor altijd bleef vastzitten op een en dezelfde plek, terwijl je geest rondtolt en niet vooruit kan, als autobanden die vastzitten in de modder, omdat de antwoorden zich niet aan je laten zien? De geest heeft antwoorden nodig om bevrediging te vinden. Mary's geest in elk geval wel. Ze verdiende die antwoorden per slot van rekening. Wat had ze gedaan om dit teweeg te brengen? Ingaan op de uitnodiging van een jongen om samen uit eten te gaan, zich inschrijven voor een stomme cursus? Dat was niet genoeg. Ze verdiende dit niet - wat was het? Kwelling. Ja, dat was het. Met Dennis en nu weer met Williams. Kwelling. Kwelling. Dit verdiende ze niet.
Mary had gedacht dat Summer McCoy iets betekende op die foto, maar dat was niet zo. De foto's waren alleen maar referentiepunten. Hoe kon het dat ze zich op een dwaalspoor had laten zetten? Hoe kon het dat ze zich zo had kunnen verliezen? Het was een behoorlijk domme vergissing om te denken dat wat ze deed in werkelijkheid bestond. Het was een oefening. Niets meer, niets minder. Polly was net zo echt als Quinn, en dat wilde dus zeggen: niét. Haar lot was goed beschouwd net zo onbeduidend als Quinns overleven.
Maar toch... Mary had het gevoel dat wat ze deed belangrijk was. Ze voelde Polly - voelde haar instinctief. Dat betekende iets. Het betekende dat ze Polly begon te zien als een bestaand persoon, niet louter als een personage in Williams' spel. Hier was een meisje dat was mishandeld door een jongen, die Mike. En hier was Mary, die op een vergelijkbare manier was mishandeld door Dennis. Er bestond een verwantschap. Mary had het gevoel dat ze Polly iets verschuldigd was. Ze had het gevoel dat ze niet anders kon dan doorgaan met het spel tot het afgelopen was. En toch wist Mary dat ze, als ze zich door de situatie te veel liet meeslepen, door Williams en de rest van de groep in verlegenheid zou worden
gebracht. Ze moest zich gereserveerd opstellen, wist ze nu, en toch Polly vinden.
Polly vinden zonder uit het oog te verliezen dat Polly, jammer genoeg, niet echt was. Polly vinden.
Ze logde in op haar account en las de laatste e-mail van Williams.
Omstandigheden
Jullie weten nu waar Polly was op de laatste avond dat ze is gezien. En jullie weten wie het feest voor haar gaf: de ruwe, zij het goedmoedige Pig, die voor Polly een vaderfiguur was. Jullie weten dat ze naar huis is gegaan, naar haar vader, dat ze tv heeft gekeken en vroeg in de ochtend van 2 augustus is gaan slapen. In feite zijn jullie al volledig op de hoogte van de omstandigheden van Polly's verdwijning. Maar hoe zit het met Polly's omstandigheden: de feiten van haar leven die misschien, maar misschien ook niet, een rol spelen in haar verdwijning en mogelijke moord?
Ten eerste weten we dat Polly het huis uit ging om te gaan studeren. Ze was van plan een opleiding voor verpleegkundige te volgen op Grady Technical College in Piercetown, zo'n zestig kilometer van de plaats waar ze is opgegroeid. De universiteit staat aan het eind van een weg en kijkt uit op de I- 64. Ze had al een deel van haar spullen opgeslagen in de opslagfaciliteit naast de campus. Ze had een appartementje gehuurd waar ze met haar vriendin Nicole zou gaan wonen. In de afgelopen twee weken waren Polly en Nicole een paar keer naar Piercetown gereden om de campus te bekijken. Ze hadden daar met een paar mensen feestgevierd en hadden zich uitstekend vermaakt. Polly verheugde zich op de universiteit; dan zou eindelijk haar leven beginnen. Nicole ging om met een man die Lawrence Tripp heette. Iedereen noemde hem Trippy omdat hij altijd high was van het een of ander. Polly vertrouwde hem niet, maar ze maakte zich niet te veel zorgen om Trippy, omdat Nicole en hij de laatste tijd constant ruzie hadden. Polly was er vast van overtuigd dat Trippy zou verdwijnen als ze eenmaal in Piercetown woonden.
Dan was daar ook nog de omstandigheid van Polly's moeder: voor het eerst in lange tijd maakte Polly's moeder weer deel uit van het verhaal. Haar moeder was bijna een jaar weggeweest; ze was met een lithograaf naar San Francisco gegaan. Maar nu had ze weer telefonisch contact gezocht en Polly was bang dat haar moeder zou terugkomen en het, zoals altijd, voor haar zou verpesten.
En hoe zit het met Polly's vader, Eli? Eli was leraar op een basisschool, de Butler School in During Street. Dat deed hij al bijna dertig jaar en hij stond vlak voor zijn pensioen. Hij deed zijn werk met plezier, maar de afgelopen paar jaar was het hem zwaar gaan vallen. Toen Polly verdween, nam hij verlof op. Hij kon zich niet voorstellen dat hij ooit nog voor de klas zou staan. Om de zaak nog verder te compliceren, had hij een week voor Polly's verdwijning een woordenwisseling gehad met een woedende vader, waardoor hij een onprettig gevoel had gekregen over de huidige leiding van Butler. De man had hem op een dag na school opgewacht op de parkeerplaats en hem bedreigd. Blijkbaar had Eli de zoon van de man 'zonder enige reden', zoals de vader het onder woorden bracht, naar het kantoor van de directeur gestuurd. Zoals Eli het zich herinnerde, had de jongen op het bord een naakte vrouw getekend, haar benen gespreid. De vader was razend en Eli, voor het eerst in lange tijd, bang. Hij was een grote man en had de vader makkelijk aangekund, maar hij was schuchter, verlegen. Terughoudend. Mensen noemden hem 'stil'. En hier stond dit opgefokte onderdeurtje met zijn vinger voor Eli's gezicht te zwaaien terwijl hij hem beschuldigde van iets wat hij niet had gedaan. Eli zei niets tegen de man en liep gewoon door naar zijn auto. Hij stapte in en sloeg het portier dicht, maar de man volgde hem en keek hem aan door het raam, schuimbekkend van woede. Eli reed het parkeerterrein af en zag de man in zijn achteruitkijkspiegel steeds kleiner worden. Toen hij op 4 augustus door het meisje werd gebeld, het meisje in de put, dat had gezegd: Ik ben hier', was het eerste wat in hem opkwam: de vader van die jongen heeft haar.
Mary controleerde haar inbox een tweede keer. Er stond nog een bericht in, getiteld Studiegids. Mary klikte erop.
Het was een foto van een hond, een van die grote, blije rassen die je in reclamespotjes op tv ziet. Onder de hond had Williams getypt: 'Dit is Pigs hond, Lady.'
Lady was een zwarte labrador.