30
Ik ben weer thuis, waar ik meteen onder de douche ben gesprongen. Mijn kleren zitten in de wasmachine op een hoge temperatuur en Joe zit op de wc (volledig gekleed, en met de bril neergeklapt) te speculeren over wat Kate bezielde.
Ik ben nog steeds bibberig en nerveus en ik kan er niet op vertrouwen dat mijn benen doen wat ze moeten doen. Als ik me buig om mijn onderbenen in te zepen, glij ik bijna uit.
Onze douche hangt boven het bad, wat weliswaar handig is als je de honden moet afspoelen nadat ze door de vossenpoep hebben gerold, maar wat ook inhoudt dat we geen antislipprofiel hebben zoals in een echte douchecabine. En zo’n profiel zou ik nu heel goed kunnen gebruiken. Ik heb de badmat verleden week weggegooid toen ik ontdekte dat de onderkant eruit begon te zien als een biologie-experiment.
‘Heeft Fergus Kate bewusteloos gezien?’ vraagt Joe aan mij.
‘Het is me gelukt om hem boven te houden tot de ambulance haar meegenomen had.’
‘Dat arme joch. Die wordt later nog veel vreemder dan hij nu al is.’
‘Joe!’ zeg ik bestraffend.
‘Hoezo? Jij bent degene die altijd zegt dat het zo’n vreemd kind is.’
‘Nou ja, dat is hij ook… maar toch.’ Ik zet het water uit. ‘Geef me alsjeblieft even een handdoek aan.’
Joe staat op, en bekijkt mijn naakte lichaam van top tot teen. ‘Ziet er goed uit, Lise,’ zegt hij zachtjes en hij houdt de handdoek breed voor me op zodat ik erin kan stappen. Dan slaat hij hem om me heen en kust mijn natte voorhoofd. ‘Als jij zoiets maar uit je hoofd laat,’ zegt hij. ‘Ik zou doodgaan zonder jou, Lise. Wij allemaal.’
‘Ik was het niet van plan,’ zeg ik en ik geef hem een zoen op zijn mond. Zijn lichaam reageert onmiddellijk – zoals altijd – en hij fluistert onverwacht: ‘Heb je zin?’
‘We hebben geen tijd.’
‘Tuurlijk wel.’
‘Het zou niet goed voelen als wij het doen terwijl Kate’s maag leeggepompt wordt.’
‘Kate hoeft het niet te weten,’ zegt hij. ‘En trouwens, jij hebt vanochtend haar leven gered. Ik weet zeker dat ze het ons vergeeft… Ze is het je zelfs verschuldigd, als je het zo bekijkt.’
Hij laat zijn vingers onder de handdoek glijden. Ze blijven liggen in de plooien onder mijn billen.
‘Maar ze zou die pillen nooit hebben ingenomen als Lucinda er nog was, Joe, en dat is mijn schuld, en…’
Ondanks mijn protesten raak ik steeds ademlozer.
‘Ik heb je nodig, liefje,’ zegt hij en hij trekt me stevig tegen zich aan, waarbij de handdoek op de grond valt. Zijn tong glijdt tussen mijn lippen. Ik duw me tegen hem aan.
‘Oké,’ zeg ik. ‘Oké, maar wel snel.’
‘Snel,’ antwoordt hij, en hij maakt de riem om zijn spijkerbroek los. ‘Dat moet lukken.’
Hij draait me om zodat ik met mijn gezicht naar het bad sta. Ik til mijn rechterbeen op zodat mijn voet op de rand van het bad balanceert, en omdat ik niet lang genoeg ben voor dit standje, laat ik mijn gewicht naar achteren leunen. Dan wiebel ik met mijn linkervoet tot ik boven op de stalen neus van zijn schoen sta.
Ik voel hem in me en ik adem uit. Ik zucht en val bijna tegen hem aan. De opluchting die ik voel is overweldigend en ik kreun zachtjes terwijl hij me stevig vastgrijpt. Godzijdank wil hij me nog steeds. Godzijdank wil hij me nog steeds na wat ik hem heb aangedaan.
Een paar tellen later bedenk ik dat ik vanuit een bepaalde hoek net een kind moet lijken, een klein kind dat leert dansen op de wreef van haar vaders schoenen.
Of nou ja, zoiets.
Ik ga naar beneden, met wiebeldijen, alsof ik twee uur op de beenstrekmachine in de sportschool heb gezeten, en de telefoon gaat over. Precies op het moment dat het bandje met mijn stem aanspringt, ‘Hallo, wij zijn niet thuis, als u wilt dat…’, neem ik op.
‘Hallo?’ zeg ik hijgend, verhit. ‘Met mij.’
‘Lisa, ik heb het net op je werk geprobeerd, maar ze zeiden dat je er nog niet was.’
Mijn moeder.
Ze wil me nooit op mijn mobieltje bellen, vanwege de kosten. Ze belt liever iedereen die ze kent om mij te lokaliseren dan dat ze twintig pence per minuut aan British Telecom betaalt.
‘Ik ben laat, want –’
‘Laat maar,’ valt ze me in de rede. ‘Heb je het al gehoord? Ze hebben Guy Riverty gearresteerd, en –’
‘Wat?’
Ze articuleert langzaam, alsof we een slechte verbinding hebben: ‘Ze… hebben… Guy… gearresteerd…’
‘Ja, ja, ik hoorde je wel. Waarom? Waarom hebben ze hem gearresteerd?’
Ze neemt een lange trek van haar sigaret. De eerste woorden van haar zin klinken gesmoord terwijl ze de rook uitblaast en tegelijk wil praten. ‘Dat weet ik niet. Marjorie Clayton bracht een half varken bij de overburen en zij zag dat ze hem meevoerden. Als ik moest gokken zou ik zeggen dat ze denken dat hij iets te maken heeft met de verdwijning van zijn dochter.’
‘Nee, dat kan niet kloppen. Ik –’
Ze valt me weer in de rede terwijl ik haar wilde vertellen dat ik Kate vanochtend heb gevonden. ‘Het is altijd de vader,’ zegt ze op een triomfantelijk toontje. ‘Ik snap niet waarom de politie hem niet meteen heeft vastgezet, in plaats van zo veel tijd te verspillen. Dan hadden ze vaart kunnen zetten achter…’ Haar stem sterft weg.
Ze heeft geen idee waar de politie vaart achter had moeten zetten, maar dat weerhoudt haar er niet van een mening te hebben.
‘Allemachtig!’ zeg ik. Dan hoor ik Joe de trap af komen.
‘Wat is er gebeurd?’ mimet hij terwijl hij nog bezig is zijn broek dicht te doen. Hij heeft die wazige, intens tevreden blik die hij alleen heeft na seks. Ik zou hem nu van alles kunnen vragen, en hij zou er meteen mee instemmen.
Mijn moeder is blijven steken in haar zin. ‘Wacht even, mam, Joe is er…’ Ik leg mijn hand over de hoorn. ‘Ze hebben Guy gearresteerd,’ zeg ik tegen hem en zijn wenkbrauwen schieten omhoog.
Ondertussen zegt mijn moeder: ‘Joe? Wat doet die thuis? Moet die niet werken?’
‘Nee,’ zeg ik ongeduldig. ‘Wat had Marjorie nog meer te vertellen?’
Marjorie heeft een boerderij in Troutbeck. Ze is zo iemand die voortdurend klaagt over hoe zwaar het tegenwoordig voor boeren is, maar ze rijdt desondanks in een gloednieuwe Land Rover Discovery. Mijn moeder heeft zelf echt geen cent maar toch gelooft ze Marjories geklaag dat ze in armoede moet leven.
Mijn moeder zegt: ‘Marjorie zei dat Guy Riverty heel kwaad keek.’
‘Vind je het gek… Jemig!’ zeg ik ademloos hoofdschuddend.
‘Wat?’ mimet Joe.
Ik dek de hoorn weer af. ‘Hij is kwaad,’ fluister ik en Joe slaat zijn ogen ten hemel alsof hij wil zeggen: ‘O, echt, Lise?’
‘Die vrouw van hem zal wel niet erg in haar nopjes zijn,’ zegt mijn moeder.
‘Die heeft vanochtend een overdosis genomen. Ik heb haar gevonden.’
Mijn moeder maakt een geschokt geluid. Het duurt even voor ze zegt: ‘Dan zal het dus wel waar zijn.’
‘Wat zal dan wel waar zijn?’
‘Dat hij zijn eigen dochter heeft ontvoerd. Waarom zou ze zichzelf anders van kant willen maken?’
‘Misschien omdat er gisteren nog een meisje verdwenen is? Misschien omdat ze daarom dacht dat haar dochter niet meer terugkomt?’ Mijn toon is wrevelig. ‘Je moet niet zo snel oordelen, mam.’
‘Ze zou haar zoon toch niet zonder moeder achterlaten,’ reageert ze bijtend.
‘Hoe weet jij wat ze wel en niet zou doen? Hoe kunnen wij dat nu weten?’
‘Ze zou zoiets gewoon nooit doen.’
‘Ik weet dat ik het niet zou doen, maar ik weet niet wat zij zou doen, en jij ook niet. Eerlijk gezegd zijn jouw roddels wel het laatste waar ik nu trek in heb.’
‘Waarom heb jij haar eigenlijk gevonden? Waarom heeft haar man dat niet gedaan?’ vraagt ze.
Ik blijf even stil. Met tegenzin zeg ik: ‘Omdat hij er niet was.’
‘Waar was hij dan?’
‘Dat weet ik niet.’
Mijn moeder maakt een honend geluid. ‘Nou, als ik je een advies mag geven: ik zou me niet meer in de buurt van dat huis wagen. En ik zou er al helemaal niet meer in mijn eentje naartoe gaan. Je weet niet wat ze daar allemaal verborgen houden.’ Als ik niet reageer, voegt ze eraan toe: ‘En trouwens, volgens Marjorie is Guy Riverty onbeschoft en arrogant.’
‘Marjorie is zelf onbeschoft en arrogant.’
‘Ik hang op.’
Dat doet ze ook, en ik sluit mijn ogen. Ik kan niet helder nadenken, ben niet meer in staat mijn gedachten in afzonderlijke, behapbare porties onder te verdelen. Het lijkt vrijwel onmogelijk.
Kate heeft een overdosis genomen.
Guy is gearresteerd.
Lucinda wordt nog altijd vermist.