Het gevoel vanbinnen is zo sterk geworden dat hij weet dat hij zich niet meer kan beheersen. Dit is het fijnste moment. Het moment vlak voor het gebeurt. Precies ervoor.
Daar ligt ze, met open ogen, een glazige blik. Ze kan kijken maar ziet niets. Hij zou best willen dat ze hem echt zou zien, maar dat kan niet. Misschien later.
In dit licht lijkt haar huid bleker. Geen onvolkomenheid te zien, nog geen spatje. Geen hompen vet op haar dijen. Geen zilverwitte strepen over haar buik.
In plaats daarvan steken twee scherpe, hoekige heupbotten de lucht in. Ze lijken eerder op verkeerd geplaatste schouderbladen.
Ze zegt niets.
Hij gaat naast haar liggen. Het katoenen laken glijdt over het zeil eronder, en het krassende geluid past niet bij het serene tafereel dat hij voor zich ziet. Ze beweegt haar hoofd. Ze weet dat hij er is, maar ze is niet bang. Ze wil hem. Haar mond gaat open, maar niet op die sletterige manier. Ze communiceert met hem. Als ze woorden zou kunnen vormen zou ze hem aanmoedigen en zeggen dat het tijd is om te beginnen.
Hij knijpt zijn duim en wijsvinger licht op elkaar en met zijn pols maakt hij kringetjes in de lucht boven haar buik. Hij heeft haar beha al uitgetrokken en zoals hij al vermoedde heeft ze die niet echt nodig. Ze doet haar vriendinnen na. Ze wil erbij horen. Deden ze dat maar niet, denkt hij. Er is nog tijd genoeg om op te groeien. Kennelijk willen ze allemaal zo snel volwassen zijn; wisten ze maar hoezeer ze zich daarin vergisten.
De lucht tussen zijn vingers en haar lijf wordt warmer. De overdracht van energie, een samengaan, hier, in deze ruimte. Heilige ruimte. Ze komen samen op een heel pure manier.
Haar mond fluistert onhoorbare aanmoedigingen en het is tijd zijn kleren uit te doen. Met zijn inmiddels in handschoenen gestoken vingertoppen duwt hij haar benen voorzichtig uit elkaar en hij pakt zijn camera van het bureau. Hij vindt haar verbluffend schoon.
Dan gaat hij op haar liggen en laat zich door haar meevoeren naar de plek waar hij wil zijn.