22
Het is bijna vijf uur ’s middags en Joanne heeft de afgelopen uren een profiel van Guy Riverty opgesteld. Het plan is om naar Troutbeck te gaan om hem te ondervragen, zodra McAleese hen daar zijn goedkeuring toe verleent. McAleese wil eerst dat de huizen van Guy rondom Troutbeck worden doorzocht, en pas als dat niets oplevert wil hij het breder trekken.
Ron Quigley is aangewezen om het register te doorzoeken – het register met plegers van geweld en zedendelicten – en daar is hij niet zo blij mee. Hij zit maar te mokken en te hoofdschudden en af en toe mompelt hij: ‘Viezeriken.’ Maar dat vindt Joanne heel begrijpelijk.
Zedendelinquenten moeten zich elk jaar melden bij het register. Dat houdt in dat ze de politie op de hoogte moeten houden van alle veranderingen in hun persoonlijke omstandigheden – hun adres, baan enzovoort. Als ze dat niet doen kunnen ze tot vijf jaar gevangenisstraf krijgen. Dat zou hen moeten stimuleren.
Maar of het werkt?
Melden zedendelinquenten daadwerkelijk al hun bewegingen aan de politie? Joanne denkt van niet.
Ron is op zoek naar de bewegingen van individuen in het gebied rond Cumbria gedurende de afgelopen zes maanden. En zo te horen raakt hij afgeleid door de aard van hun misdrijven. Guy Riverty staat uiteraard niet in het register, maar McAleese heeft tegen Ron gezegd dat hij er toch doorheen moet, mocht deze nieuwe aanwijzing met betrekking tot Guy niets opleveren.
Joanne duwt haar stoel onder haar bureau vandaan en zegt: ‘Ik ga koffie halen, Ron. Wil jij ook?’
‘Ja, oké. Je hebt niet toevallig Rennies in je handtas, hè? Ik voel me niet zo lekker.’
‘Dat krijg je ervan als je ontbijt met een pasteitje. Laat je vrouw voortaan maar een bord havermout voor je maken.’
Ron kijkt haar aan. Hij is geen havermouttype. ‘Voor ik me met deze zieke geesten moest bezighouden was er niets aan de hand.’
‘Daar zeg je wat. Ik zal eens zien of ik iets kan vinden.’
Joanne loopt het kantoor uit en Ron moppert: ‘Dit is zoeken in een hooiberg vol Gary Glitters.’
Ze loopt de gang door, langs het kantoortje van inspecteur Pete McAleese, waar hij tegen iemand zit te schreeuwen door zijn telefoon. Ze neuriet Gary Glitters hitje ‘Rock and Roll Part 2’, waarschijnlijk iets te hard. Zoiets hoor je niet te doen als je werkt aan een kinderverkrachtingszaak.
Toch jammer dat die Gary zo’n viezerik bleek te zijn, overpeinst Joanne. Ze vond zijn muziek altijd heel leuk.
Ze drukt op de knoppen van de koffieautomaat voor twee koffie met melk en denkt aan Guy Riverty. Ze komt maar niet los van het gevoel dat hij hier op de een of andere manier iets mee te maken heeft en dus heeft ze online gecontroleerd welke huisjes momenteel bezet zijn. Niet veel. De meeste staan leeg, en de volgende boekingen zijn voor vlak voor de kerstdagen.
Hij heeft mooie huisjes. Allemaal van alle gemakken voorzien. De dagen van goedkope bed & breakfasts waar je voor vijftien pond per nacht inclusief een Engels ontbijt kon slapen zijn voorbij. Die bestaan niet meer. Het Lake District trekt inmiddels heel ander publiek. De wandelaars en outdoorsporters komen nog wel, maar de toeristen zijn vooral veel mensen die voor de landelijke chic komen. En die willen marmeren badkamers zo groot als Joannes hele huis. En restaurants met Michelinsterren. Ze willen nachtelijke boottochtjes met roze champagne.
Guy Riverty’s vakantiewoningen hebben allemaal vijf sterren. Hij is kennelijk dol op een moderne uitstraling, en vloerverwarming is standaard. Die middag had Joanne even zitten dromen over haar ideale leven in een van zijn cottages in de buurt van Hawkshead. Hoe ze daar op blote voeten door het huis kon lopen over de eiken vloer en haar hand over het ingebouwde espressoapparaat zou laten glijden, tegenover de in de muur verzonken televisie. Nergens irritante bedrading te zien. Een onbekende, naamloze, knappe adonis die boven in bed op haar zou liggen wachten…
En toen trok ze zich met geweld los uit haar fantasiestand en ging weer aan de slag.
Ze troggelt een paar Rennies voor Ron los van Mary, de schoonmaakster van het bureau, en als ze terugkomt met de koffie treft ze Ron aan met een ernstig gezicht.
‘Wat wil je eerst horen, het slechte nieuws, of het slechte nieuws?’
Ze gaat op het randje van zijn bureau zitten. ‘Kom maar op.’
‘Er is nog een meisje verdwenen.’
‘Shit. Hoe?’
‘Nog geen details, ik heb het net pas gehoord. Dus dat betekent…’
‘Dat betekent dat hij Lucinda Riverty nog niet heeft laten gaan. Dat betekent dat ze waarschijnlijk al dood is.’
‘Wil je het andere slechte nieuws nog horen?’
‘Toe maar.’
‘Ze zijn bij de receptie bezig de boulevardpers de deur uit te werken. McAleese wil dat jij erbij bent als hij een verklaring aflegt, want hij denkt dat het beter staat als er een vrouwelijke rechercheur bij aanwezig is… en,’ zegt hij en hij slaakt een lange, ongelukkige zucht.
‘Is er nog meer dan?’
‘Ja. Jouw meneer Riverty was niet in de buurt toen deze werd meegenomen. Sorry, Joanne, maar hij heeft hier niets mee te maken.’