Monumentet

’s Avonds was het gaan regenen en alles zag er plotseling viezer uit. Sofia Zetterlund pakte haar spullen bij elkaar en verliet de praktijk.

Als het weer al een domper was, dan was het etentje met Mikael niet veel beter. Ze had echt haar best gedaan, omdat dit voorlopig hun laatste avond samen zou zijn. Mikael was gevraagd om op het hoofdkantoor in Duitsland te komen werken en hij zou een paar maanden wegblijven. Na een tam gesprek was hij na het toetje waar Sofia bijna anderhalf uur mee bezig was geweest – worteltaart met roomkaas en rozijnen – op de bank in slaap gevallen, en toen ze, begeleid door zijn gesnurk uit de woonkamer, de glazen stond af te wassen, merkte ze dat ze zich niet goed voelde.

Het ging niet goed op het werk. Ze ergerde zich aan iedereen die met het onderzoek van Lundström te maken had gehad. De curatoren, de psychologen en de forensische psychiater. En ze ergerde zich aan haar patiënten in de kliniek. Carolina Glanz hoefde ze in elk geval een poosje niet te zien, die had de laatste afspraken afgezegd en Sofia wist dankzij de boulevardbladen dat ze tegenwoordig in haar onderhoud voorzag door in erotische films te spelen.

Ook Victoria Bergman kwam niet langer bij haar. Dat was een verlies. Nu vulde ze haar dagen met managers coachen in hun leiderschap en lezingen geven. Het meeste ging op routine en vereiste vrijwel geen voorbereiding, en uiteindelijk was het zo enorm saai dat ze zich afvroeg of het het wel waard was.

Ze besloot de rest van de afwas te laten staan en liep met een kop koffie naar de werkkamer, waar ze de computer aanzette. Ze pakte de kleine memorecorder uit haar tas en legde die op het bureau.

Victoria Bergman worstelde met een meisje dat naar het zich liet aanzien Victoria als kind was.

Was een afzonderlijke gebeurtenis misschien doorslaggevend geweest?

Tijdens het eerste jaar op de middelbare school was er iets voorgevallen waar Victoria telkens op terugkwam, maar wat het precies was wist Sofia niet, omdat Victoria niet in details was getreden toen ze erover vertelde.

Het kon ook iets meer zijn dan een afzonderlijke gebeurtenis. Een kwetsbaarheid die lang geduurd had, misschien haar hele jeugd.

Was ze een paria geweest, de zwakke?

Sofia was geneigd te denken dat Victoria zwakheid verachtte.

Ze bladerde tot ze bij een leeg vel in haar notitieblok kwam en besloot het blok altijd bij de hand te houden als ze naar de opgenomen gesprekken luisterde.

Toen ze op het cassettedoosje keek, zag ze dat het gesprek nog geen maand geleden had plaatsgevonden.

Victoria’s droge stem:

en toen stond ik daar op een dag met mijn handen achter mijn rug vastgeplakt en de handen van alle anderen waren los en konden doen wat ze wilden hoewel ik geen zin had. Wilde niet huilen als zij niet huilden, want dat zou echt pijnlijk kunnen worden, vooral als ze zo ver hadden gereden om bij mij in slaap te mogen vallen en niet bij hun vrouw. Ze vonden het waarschijnlijk best fijn dat ze niet thuis hoefden te zijn en de hele dag karweitjes moesten uitvoeren, en geen wonden op hun armen en benen kregen van al het gesleep…

Sofia stak haar hand uit naar het koffiekopje. Ze hoorde dat Mikael wakker was geworden en in de woonkamer liep te rommelen.

Ze voelde zich verward, moe en neerslachtig.

Het geruis van de tv.

Een fysieke vermoeidheid, als spierpijn.

En dan die onbarmhartig malende stem.

De regen tegen het raam.

Mikael.

Moest ze stoppen met luisteren?

de mannen wilden ’s ochtends weg en daarna thuiskomen voor het eten, dat altijd gezond en voedzaam en vullend was, hoewel het naar seks smaakte en niet gekruid…

Sofia hoorde dat Victoria begon te huilen. Ze vond het vreemd dat ze zich niets van deze gebeurtenis kon herinneren.

Als niemand keek, kon je met je mond boven de pannen gaan hangen en er dingen in laten druppelen die eigenlijk weggespoeld zouden moeten worden. En daarna bleef ik achter met oma en opa. Dat was fijn omdat er dan geen ruzies met papa waren en zonder hem was het makkelijker om in slaap te vallen zonder de wijn of de pillen die je kon pikken als je een prettig gevoel in je hoofd wilde krijgen. Ik wilde alleen de stem tot zwijgen brengen die steeds maar bleef zeuren en vroeg of ik vandaag durfde…

 

Sofia werd om halfeen met een onbehaaglijk gevoel in haar lijf voor de computer wakker.

Ze sloot het document en ging naar de keuken om een glas water te halen, maar veranderde van gedachten en liep naar de hal, waar ze haar sigaretten uit haar jas pakte.

Terwijl ze onder de afzuigkap stond te roken dacht ze na over Victoria’s verhalen.

Alles hoorde als het ware bij elkaar en hoewel het in het begin onsamenhangend leek, waren er eigenlijk geen leemten. Het was één lange gebeurtenis. Een uur als een taai elastiek uitgerekt tot een leven.

Hoe lang kun je blijven trekken tot het knapt, dacht ze en ze legde de brandende sigaret in de asbak.

Ze liep terug naar de werkkamer en keek naar haar aantekeningen. Daar stond: sauna, vogeljongen, stoffen hond, oma, rennen, plakband, stem, kopenhagen. De woorden waren in haar eigen handschrift geschreven, zij het een beetje onregelmatiger en slordiger dan anders.

Interessant, dacht ze en ze nam de memorecorder mee naar de keuken. Ze schoof een stoel bij het fornuis.

Terwijl ze het bandje terugspoelde, pakte ze de sigaret uit de asbak. Ze stopte het bandje halverwege en liet het toen lopen. Het eerste wat ze hoorde, was haar eigen stem: ‘Waar gingen jullie heen als jullie zo ver reden?’

Voor haar geestesoog zag ze dat Victoria anders was gaan zitten en haar rok had rechtgetrokken, die over haar dijen omhoog was gekropen.

‘Ik was toen natuurlijk niet zo oud, maar volgens mij reden we naar Dorotea en Vilhelmina in Zuid-Lapland. Maar misschien zijn we nog verder gereden. Ik mocht voor het eerst voorin zitten en voelde me volwassen. Hij vertelde van alles en daarna overhoorde hij me om te zien of ik het nog wist. Eén keer had hij een encyclopedie op het stuur liggen en vroeg me naar alle hoofdsteden in de wereld. In het boek stond dat Quezon City de hoofdstad van de Filippijnen was, maar ik zei dat het Manilla was en niet anders. Hij werd boos en we wedden om een paar nieuwe skischoenen. Toen ik later gelijk bleek te hebben, kreeg ik een tweedehands paar van leer dat hij op een rommelmarkt had gekocht en dat ik nooit heb gebruikt.’

‘Hoe lang bleven jullie weg? En was je moeder ook mee?’

Nu Sofia naar hun gesprek zat te luisteren, vond ze zichzelf veel te dwingend klinken. Ze stak een nieuwe sigaret aan met de oude, die ze vervolgens in de asbak drukte.

Ze hoorde dat Victoria begon te lachen.

‘Nee zeg, zij ging nooit mee.’

Ze zwegen bijna een minuut; toen hoorde ze zichzelf zeggen dat Victoria iets over een stem had gezegd.

‘Wat is dat voor stem? Hoor je stemmen?’

Sofia ergerde zich aan haar herhalingen.

‘Ja, soms, toen ik klein was,’ antwoordde Victoria. ‘Maar in het begin was het meer een intens geluid dat langzaam in volume en toonsoort toenam. Een luider wordend gehum als het ware.’

‘Hoor je dat nog steeds?’

‘Nee, dat was lang geleden. Maar toen ik zestien, zeventien was veranderde de eenvormige toon in een echte stem.’

‘En wat zei die stem?’

‘Meestal vroeg die of ik het vandaag zou durven. Durf je? Durf je? Durf je, vandaag dan? Ja, dat was af en toe behoorlijk vermoeiend.’

‘Wat bedoelde die stem volgens jou als die vroeg of je het zou durven?’

‘Zelfmoord plegen! Verdomme, je moest eens weten hoe ik met die stem heb geworsteld. En toen ik het eenmaal deed, stopte die.’

‘Je bedoelt dat je geprobeerd hebt zelfmoord te plegen?’

‘Ja, ik was zeventien en had met een paar vriendinnen door Europa getrokken. Ik geloof dat we elkaar ergens in Frankrijk waren kwijtgeraakt en toen ik in Kopenhagen kwam, was ik helemaal kapot en heb ik geprobeerd me in de hotelkamer op te hangen.’

‘Je hebt geprobeerd je op te hangen?’

Toen ze haar eigen stem hoorde, vond ze dat die onzeker klonk.

‘Ja… Ik kwam met mijn ceintuur om mijn nek bij op de vloer van de badkamer. De haak aan het plafond had losgelaten en ik was met mijn mond en mijn neus op de tegels gevallen. Er zat overal bloed en een klein stukje van mijn ene voortand was afgebroken.’

Ze had haar mond opengedaan en Sofia laten zien dat er iets aan haar rechtervoortand was gedaan. Die had een iets andere kleur dan de linker.

‘En toen werd de stem stil?’

‘Ja, daar lijkt het op. Ik had bewezen dat ik het durfde en toen had het kennelijk geen zin meer om te blijven zeuren.’ Victoria lachte.

Sofia hoorde dat ze zeker een paar minuten niets zeiden en alleen maar ademhaalden. Vervolgens het geluid toen Victoria haar stoel over de vloer schoof, haar jas pakte en de kamer uit liep.

Sofia doofde haar derde sigaret, deed de afzuigkap uit en ging naar bed. Het was nu bijna drie uur in de nacht en het regende niet meer.

Wat had ze gedaan waardoor Victoria met de therapie was gestopt? Ze waren immers samen op weg geweest ergens naartoe.

Ze realiseerde zich dat ze de gesprekken met Victoria Bergman miste.

Het kraaienmeisje
x9789023468202.html1.xhtml
x9789023468202.html2.xhtml
x9789023468202.html3.xhtml
x9789023468202.html4.xhtml
x9789023468202.html5.xhtml
x9789023468202.html6.xhtml
x9789023468202.html7.xhtml
x9789023468202.html8.xhtml
x9789023468202.html9.xhtml
x9789023468202.html10.xhtml
x9789023468202.html11.xhtml
x9789023468202.html12.xhtml
x9789023468202.html13.xhtml
x9789023468202.html14.xhtml
x9789023468202.html15.xhtml
x9789023468202.html16.xhtml
x9789023468202.html17.xhtml
x9789023468202.html18.xhtml
x9789023468202.html19.xhtml
x9789023468202.html20.xhtml
x9789023468202.html21.xhtml
x9789023468202.html22.xhtml
x9789023468202.html23.xhtml
x9789023468202.html24.xhtml
x9789023468202.html25.xhtml
x9789023468202.html26.xhtml
x9789023468202.html27.xhtml
x9789023468202.html28.xhtml
x9789023468202.html29.xhtml
x9789023468202.html30.xhtml
x9789023468202.html31.xhtml
x9789023468202.html32.xhtml
x9789023468202.html33.xhtml
x9789023468202.html34.xhtml
x9789023468202.html35.xhtml
x9789023468202.html36.xhtml
x9789023468202.html37.xhtml
x9789023468202.html38.xhtml
x9789023468202.html39.xhtml
x9789023468202.html40.xhtml
x9789023468202.html41.xhtml
x9789023468202.html42.xhtml
x9789023468202.html43.xhtml
x9789023468202.html44.xhtml
x9789023468202.html45.xhtml
x9789023468202.html46.xhtml
x9789023468202.html47.xhtml
x9789023468202.html48.xhtml
x9789023468202.html49.xhtml
x9789023468202.html50.xhtml
x9789023468202.html51.xhtml
x9789023468202.html52.xhtml
x9789023468202.html53.xhtml
x9789023468202.html54.xhtml
x9789023468202.html55.xhtml
x9789023468202.html56.xhtml
x9789023468202.html57.xhtml
x9789023468202.html58.xhtml
x9789023468202.html59.xhtml
x9789023468202.html60.xhtml
x9789023468202.html61.xhtml
x9789023468202.html62.xhtml
x9789023468202.html63.xhtml
x9789023468202.html64.xhtml
x9789023468202.html65.xhtml
x9789023468202.html66.xhtml
x9789023468202.html67.xhtml
x9789023468202.html68.xhtml
x9789023468202.html69.xhtml
x9789023468202.html70.xhtml
x9789023468202.html71.xhtml
x9789023468202.html72.xhtml
x9789023468202.html73.xhtml
x9789023468202.html74.xhtml
x9789023468202.html75.xhtml
x9789023468202.html76.xhtml
x9789023468202.html77.xhtml
x9789023468202.html78.xhtml
x9789023468202.html79.xhtml
x9789023468202.html80.xhtml
x9789023468202.html81.xhtml
x9789023468202.html82.xhtml
x9789023468202.html83.xhtml
x9789023468202.html84.xhtml
x9789023468202.html85.xhtml
x9789023468202.html86.xhtml
x9789023468202.html87.xhtml
x9789023468202.html88.xhtml
x9789023468202.html89.xhtml
x9789023468202.html90.xhtml
x9789023468202.html91.xhtml
x9789023468202.html92.xhtml
x9789023468202.html93.xhtml
x9789023468202.html94.xhtml
x9789023468202.html95.xhtml
x9789023468202.html96.xhtml
x9789023468202.html97.xhtml
x9789023468202.html98.xhtml
x9789023468202.html99.xhtml
x9789023468202.html100.xhtml
x9789023468202.html101.xhtml
x9789023468202.html102.xhtml
x9789023468202.html103.xhtml