Het Pathologisch Instituut
Ivo Andrić trok de rits naar beneden en opende de grijze plastic lijkzak. De akelige lucht prikte in zijn neus. Na lange tijd in het water te hebben gelegen waren de lichaamsvetten veranderd in een ranzige, bijna kitachtige massa. De jongen had minstens drie weken in het riet bij het eiland Svartsjölandet gelegen en was flink toegetakeld.
De opperhuid van de handen en de voeten van de jongen had zo veel water geabsorbeerd dat die als handschoenen en sokken had losgelaten. De papillairlijnen waren echter nog intact en ze hadden vingerafdrukken kunnen nemen.
Lichamen die in het water liggen, nemen een karakteristieke houding aan waarbij het hoofd, de armen en de benen naar beneden hangen en de romp en de rug naar boven komen en de benen bij de heupen gebogen zijn. Hierdoor verzamelt zich veel bloed in de vaten in het hoofd en begint de verrotting daar.
In de longen van de jongen zat niet de hoeveelheid vocht die je bij een verdrinkingsdood kon verwachten en hij was dus, met grote waarschijnlijkheid, al overleden toen hij in het water was beland.
Na slechts een paar uur in het water was het lichaam aangetast door vliegen en Ivo Andrić zag kleine gele en geelrode korreltjes in de ooghoeken van de jongen en om zijn neus en mond. Dat waren vliegeneitjes, die al na een paar dagen zouden veranderen in larven, of zogeheten maden, die heel beweeglijk zijn en zich diep in de zachte weefsels van het lichaam boren en zich daar voeden. Na een paar weken verpoppen ze zich en zo ontstaat een nieuwe generatie vliegen. Ivo Andrić had ooit een lichaam gezien dat helemaal was bedekt met een dikke, kruipende laag witgele larven.
Het was ook niet ongebruikelijk dat lichamen die in het water waren gaan rotten tekenen vertoonden van aanvallen van vissen. Ook nu was dat het geval.
De ogen van de jongen waren gedeeltelijk opgegeten. In zijn gezicht zaten grote hematomen bij de kaakgewrichten en op de punt van de kin.
Ook de genitaliën van deze jongen waren verwijderd en Ivo Andrić constateerde dat dat met dezelfde precisie was gedaan als de vorige keer.
Hij pakte het lichaam beet en probeerde het om te keren, zodat hij de rug kon inspecteren. Die was los en zacht, en hij moest voorzichtig te werk gaan om niet meer te beschadigen dan strikt noodzakelijk was.
Op de rug zag hij de striemvormige onderhuidse bloedingen die aangaven dat ook deze jongen met de zweep had gekregen.
Het zou hem niet verbazen als bleek dat het lichaam eveneens grote hoeveelheden xylocaïne-adrenaline bevatte en hij hoopte dat Forensische Chemie de monsters die ze hadden genomen snel kon analyseren.