Het plastic

kraakte toen de ander zich in zijn slaap omdraaide. De jongen had lang geslapen. Bijna twaalf uur, had Gao uitgerekend. Hij wist inmiddels dat de klok die hij vaag in de verte kon horen één keer per uur sloeg.

Net op dat moment sloeg de klok weer en hij vroeg zich af of het een kerk was.

Hij dacht in woorden, hoewel hij dat niet wilde.

Maria, dacht hij. Petrus, Jacob, Magdalena.

Gao Lian. Uit Wuhan.

Hij hoorde dat de ander wakker werd.

 

de duisternis

vergrootte de geluiden van de andere jongen. Het huilen, het gerammel als hij aan de ketting trok, het gekreun en de klagende, vreemde woorden.

Gao was niet geketend. Hij kon met de ander doen wat hij wilde. Zou ze terugkomen als hij iets met de jongen deed? Hij verlangde naar haar en wist niet waarom ze niet kwam.

Hij merkte dat de ander voortdurend in het donker rondtastte, alsof hij iets zocht. En soms riep hij iets in die vreemde taal. Het klonk als chto, chto, chto.

Gao wilde dat de jongen zou verdwijnen. Hij haatte hem en zijn aanwezigheid in de kamer maakte dat hij zich eenzaam voelde.

Eindelijk kwam ze.

Hij was nu zo lang in het donker geweest dat het licht dat werd binnengelaten pijn deed aan zijn ogen. De andere jongen schreeuwde en huilde en trapte om zich heen. Maar toen hij Gao in het licht zag, werd hij wat rustiger en staarde hem vol haat aan. Misschien was de jongen gewoon jaloers omdat Gao niet geboeid was.

De blonde vrouw stapte de kamer in en liep met een kom in haar handen naar Gao. Ze zette de dampende soep op de vloer, daarna kuste ze hem op zijn voorhoofd en haalde haar hand door zijn haar en hij wist weer hoe fijn hij het vond als ze hem aanraakte.

Na een poosje kwam ze terug met nog een kom, die ze aan de ander gaf. De jongen begon gulzig te eten, maar Gao wachtte tot ze de deur had dichtgedaan en het weer donker was. Hij wilde niet dat ze zou zien hoeveel honger hij had.

Een uur later kwam ze alweer de kamer in. Ze droeg een tas over haar schouder en in haar hand had ze een zwart voorwerp dat op een grote kever leek.

 

het plafond

flitste op toen de andere jongen doodging. Gao voelde zich niet langer eenzaam, hij kon zich vrij bewegen in de kamer en hoefde zich niet voor de ander te verstoppen. Zij kwam nu vaker bij hem, en dat was ook goed.

Maar er was iets wat hij niet prettig vond.

Zijn voeten waren pijn gaan doen. Zijn teennagels waren lang geworden, ze bogen omlaag en waren naar binnen gegroeid, en hij kon bijna niet lopen zonder dat het pijn deed.

Toen hij op een nacht lag te slapen kwam ze binnen zonder dat hij het merkte. Op het moment dat hij wakker werd, zaten zijn handen achter zijn rug vast en waren zijn voeten bij elkaar gebonden. Ze ging schrijlings op hem zitten en hij kon de schaduw van haar rug zien.

Hij begreep meteen wat ze wilde doen. Maar één iemand had dat eerder gedaan, en dat was in het kindertehuis even buiten Wuhan geweest, waar hij was opgegroeid. De oude man met het litteken had hem herhaaldelijk door de gangen achternagezeten. Hij was altijd gepakt en dan haalde de man zijn mes te voorschijn. Hij had Gao’s voeten zo hard vastgehouden dat hij moest huilen, en als de man het mes uit de kleine houten koker pakte, liet hij zijn tandeloze glimlach zien.

Het was niet goed dat zij, van wie hij zoveel hield, dit met hem deed.

Na afloop maakte ze de touwen los en gaf hem te eten en te drinken. Hij weigerde het eten aan te raken en toen ze er genoeg van kreeg om hem over zijn voorhoofd te aaien en de kamer uit liep, bleef hij lang liggen denken aan wat ze had gedaan.

Op dat moment haatte hij haar en wilde niet langer blijven. Waarom deed ze hem pijn als hij zo duidelijk liet blijken dat hij niet wilde? Dat had ze nooit eerder gedaan en het voelde niet goed.

Maar even later, toen ze weer bij hem kwam en hij zag dat ze huilde, voelde hij dat zijn voeten geen pijn meer deden en dat ze ook niet bloedden, zoals ze altijd hadden gedaan wanneer de oude man erin had gesneden.

Toen sprak hij voor het eerst tegen haar.

‘Gao,’ zei hij. ‘Gao Lian…’

Het kraaienmeisje
x9789023468202.html1.xhtml
x9789023468202.html2.xhtml
x9789023468202.html3.xhtml
x9789023468202.html4.xhtml
x9789023468202.html5.xhtml
x9789023468202.html6.xhtml
x9789023468202.html7.xhtml
x9789023468202.html8.xhtml
x9789023468202.html9.xhtml
x9789023468202.html10.xhtml
x9789023468202.html11.xhtml
x9789023468202.html12.xhtml
x9789023468202.html13.xhtml
x9789023468202.html14.xhtml
x9789023468202.html15.xhtml
x9789023468202.html16.xhtml
x9789023468202.html17.xhtml
x9789023468202.html18.xhtml
x9789023468202.html19.xhtml
x9789023468202.html20.xhtml
x9789023468202.html21.xhtml
x9789023468202.html22.xhtml
x9789023468202.html23.xhtml
x9789023468202.html24.xhtml
x9789023468202.html25.xhtml
x9789023468202.html26.xhtml
x9789023468202.html27.xhtml
x9789023468202.html28.xhtml
x9789023468202.html29.xhtml
x9789023468202.html30.xhtml
x9789023468202.html31.xhtml
x9789023468202.html32.xhtml
x9789023468202.html33.xhtml
x9789023468202.html34.xhtml
x9789023468202.html35.xhtml
x9789023468202.html36.xhtml
x9789023468202.html37.xhtml
x9789023468202.html38.xhtml
x9789023468202.html39.xhtml
x9789023468202.html40.xhtml
x9789023468202.html41.xhtml
x9789023468202.html42.xhtml
x9789023468202.html43.xhtml
x9789023468202.html44.xhtml
x9789023468202.html45.xhtml
x9789023468202.html46.xhtml
x9789023468202.html47.xhtml
x9789023468202.html48.xhtml
x9789023468202.html49.xhtml
x9789023468202.html50.xhtml
x9789023468202.html51.xhtml
x9789023468202.html52.xhtml
x9789023468202.html53.xhtml
x9789023468202.html54.xhtml
x9789023468202.html55.xhtml
x9789023468202.html56.xhtml
x9789023468202.html57.xhtml
x9789023468202.html58.xhtml
x9789023468202.html59.xhtml
x9789023468202.html60.xhtml
x9789023468202.html61.xhtml
x9789023468202.html62.xhtml
x9789023468202.html63.xhtml
x9789023468202.html64.xhtml
x9789023468202.html65.xhtml
x9789023468202.html66.xhtml
x9789023468202.html67.xhtml
x9789023468202.html68.xhtml
x9789023468202.html69.xhtml
x9789023468202.html70.xhtml
x9789023468202.html71.xhtml
x9789023468202.html72.xhtml
x9789023468202.html73.xhtml
x9789023468202.html74.xhtml
x9789023468202.html75.xhtml
x9789023468202.html76.xhtml
x9789023468202.html77.xhtml
x9789023468202.html78.xhtml
x9789023468202.html79.xhtml
x9789023468202.html80.xhtml
x9789023468202.html81.xhtml
x9789023468202.html82.xhtml
x9789023468202.html83.xhtml
x9789023468202.html84.xhtml
x9789023468202.html85.xhtml
x9789023468202.html86.xhtml
x9789023468202.html87.xhtml
x9789023468202.html88.xhtml
x9789023468202.html89.xhtml
x9789023468202.html90.xhtml
x9789023468202.html91.xhtml
x9789023468202.html92.xhtml
x9789023468202.html93.xhtml
x9789023468202.html94.xhtml
x9789023468202.html95.xhtml
x9789023468202.html96.xhtml
x9789023468202.html97.xhtml
x9789023468202.html98.xhtml
x9789023468202.html99.xhtml
x9789023468202.html100.xhtml
x9789023468202.html101.xhtml
x9789023468202.html102.xhtml
x9789023468202.html103.xhtml