Het Zeeppaleis
In de bloederige achttiende eeuw gaf koning Adolf Fredrik zijn naam aan het plein dat tegenwoordig het Mariatorget heet, op voorwaarde dat de plek nooit voor terechtstellingen zou worden gebruikt. Sindsdien hebben maar liefst 148 mensen daar de dood gevonden onder omstandigheden die in meer of mindere mate op een executie leken. Daarbij maakte het niet uit of het plein het Adolf Fredriks torg of het Mariatorget werd genoemd.
Een aantal van die 148 moorden had plaatsgevonden op nog geen twintig meter van het pand waar de psychotherapiepraktijk van Sofia Zetterlund was gevestigd, op de bovenste verdieping in een oud gebouw aan de Sankt Paulsgatan, vlak bij een evenementencentrum dat het Zeeppaleis heette. De drie woningen op die etage waren omgebouwd tot kantoorruimten, die werden verhuurd aan twee tandartsen, een plastisch chirurg, een advocaat en nog een psychotherapeut.
De wachtkamer was in een koele, moderne stijl ingericht. Ze hadden een binnenhuisarchitect in de arm genomen die een paar grote schilderijen van Adam Diesel-Frank in dezelfde grijze tint als de bank en de twee fauteuils had gekocht.
In een van de hoeken stond een bronzen beeld van de in Duitsland geboren kunstenares Nadya Ushakove, dat een grote vaas met rozen voorstelde waarvan een paar al aan het verwelken waren. Om een van de stelen zat een gegoten kaartje met de inscriptie: die mythen sind greifbar.
Bij de opening was over de betekenis van het citaat gesproken zonder dat iemand een geloofwaardige uitleg had weten te bedenken.
De mythen zijn materieel.
De lichte muren, het dure vloerkleed en de exclusieve kunstwerken hadden tot gevolg dat alles discretie en geld ademde.
Na diverse sollicitatiegesprekken hadden ze voormalig medisch secretaresse Ann-Britt Eriksson als hun gemeenschappelijke receptioniste aangenomen, met de taak afspraken te maken en wat administratie te doen.
‘Is er iets gebeurd wat ik moet weten?’ vroeg Sofia Zetterlund toen ze ’s ochtends arriveerde, zoals altijd om klokslag acht uur.
Ann-Britt keek op van de krant die ze voor zich had uitgespreid.
‘Ja, het Huddinge-ziekenhuis heeft gebeld om de afspraak met Tyra Mäkelä te verzetten naar elf uur. Ik heb gezegd dat je terug zou bellen om het te bevestigen.’
‘Oké, ik bel ze meteen.’ Sofia liep in de richting van haar kamer. ‘Verder niets?’
‘Jawel,’ antwoordde Ann-Britt. ‘Mikael heeft zojuist gebeld om te zeggen dat hij het vliegtuig van vanmiddag waarschijnlijk niet haalt en pas morgenvroeg op Arlanda landt. Ik moest zeggen dat hij het gezellig zou vinden als je vannacht in zijn appartement slaapt. Zodat jullie morgen samen wat tijd kunnen doorbrengen.’
Sofia bleef staan en liet haar hand op de deurpost rusten.
‘Hm, wanneer is mijn eerste afspraak vandaag?’ Het ergerde haar dat ze haar plannen moest wijzigen. Ze had Mikael willen verrassen met een etentje in Gondolen, maar nu had hij, net als anders, haar planning verstoord.
‘Om negen uur en vanmiddag heb je er nog twee.’
‘Wie komt als eerste?’
‘Carolina Glanz. In de krant staat dat ze een baan als tv-presentatrice heeft gekregen en overal ter wereld bekende mensen gaat interviewen. Is dat niet gek?’
Ann-Britt schudde haar hoofd en zuchtte diep.
Carolina Glanz was met donder en geweld doorgebroken in een van de vele talentenshows op de tv. Ze had weliswaar geen echt goede zangstem, maar volgens de jury had ze wel de noodzakelijke x-factor. In de winter en het voorjaar was ze op tournee gegaan langs alle kleine nachtclubs, waar ze een liedje had geplaybackt dat door een meisje met een minder mooi uiterlijk maar een des te betere stem was ingezongen. Carolina had veel aandacht gekregen in de boulevardbladen en het ene schandaal had het andere opgevolgd.
Toen de belangstelling van de media zich vervolgens op iets anders had gericht, was ze zowel aan zichzelf als aan haar carrière gaan twijfelen.
Sofia vond het helemaal niet leuk om pseudosterren te coachen en kon zichzelf tijdens die gesprekken maar moeilijk motiveren, al waren ze in financieel opzicht wel belangrijk voor haar. Ze had het gevoel dat ze haar tijd verdeed, omdat ze wist dat cliënten die werkelijk hulp nodig hadden veel meer aan haar vaardigheden hadden.
Ze wilde met echte mensen werken.
Sofia ging achter haar bureau zitten en belde meteen het Huddinge-ziekenhuis. Doordat de afspraak was verzet, had Sofia maar een klein uur om zich voor te bereiden en na het gesprek pakte ze het materiaal dat ze over Tyra Mäkelä had.
Ze bladerde de mappen door. Doktersverklaringen, politieverhoren en het forensisch psychiatrisch onderzoek, waarbij zij was gevraagd een aanvullende verklaring af te leggen. Alles bij elkaar bijna vijfhonderd pagina’s, een stapel waarvan ze wist dat die minstens twee keer zo dik zou worden voordat de zaak werd afgesloten.
Ze had het onderzoek twee keer van a tot z gelezen en concentreerde zich nu op de centrale delen.
De psychische toestand van Tyra Mäkelä.
Het onderzoeksteam was verdeeld. De psychiater, die het onderzoek leidde, eiste een gevangenisstraf, evenals de maatschappelijk werkers en een van de psychologen. Maar twee andere psychologen waren daartegen en pleitten voor forensisch psychiatrische zorg.
Het was Sofia’s taak ervoor te zorgen dat het team het eens werd over een definitieve beslissing, maar ze begreep dat dat niet makkelijk zou zijn.
Tyra Mäkelä was samen met haar echtgenoot veroordeeld voor de moord op haar elfjarige adoptiefzoon. Een jongen bij wie het fragiele-X-syndroom was vastgesteld, een ontwikkelingsstoornis met zowel fysieke als psychische symptomen. De jongen was een hulpeloos slachtoffer en Sofia voelde zich alleen al bij de gedachte aan de zaak erg verdrietig.
Het gezin had geïsoleerd in een huis op het platteland gewoond. Het technische bewijs sprak duidelijke taal over de wreedheid waaraan de jongen was blootgesteld. Sporen van ontlasting in de longen en de maag, brandwonden van sigaretten, mishandeling met een stofzuigerslang.
Het lijk was in een bos niet ver van de woning gevonden.
De zaak had veel aandacht gekregen in de media, niet in de laatste plaats omdat de moeder erbij betrokken was geweest. Een grotendeels unanieme publieke opinie, aangevoerd door enkele luidruchtige politici en journalisten met aanzienlijke macht, eiste de hoogst mogelijke straf. Tyra Mäkelä moest zo lang mogelijk worden opgesloten in de vrouwengevangenis Hinseberg.
Sofia wist dat forensisch psychiatrische zorg meestal betekende dat de veroordeelde langer werd geïsoleerd dan bij een gevangenisstraf.
Was Tyra Mäkelä psychisch toerekeningsvatbaar geweest in de periode waarin het geweld had plaatsvonden? In het materiaal werd vastgesteld dat het kind minimaal drie jaar was gemarteld.
De problemen van echte mensen, dacht Sofia.
Ze maakte een lijstje van de vragen die ze met de voor moord veroordeelde vrouw wilde bespreken en werd uit haar overpeinzingen gerukt toen Carolina Glanz de kamer binnenschreed in rode over-de-knie-laarzen, een kort rood lakrokje en een zwartleren jack.