93
Roy overlegde met Mace in een hoek van de kamer, terwijl de kapitein dof voor zich uit staarde en Twinkieresten van zijn mond veegde.
‘Misschien heeft ze gelijk,’ zei Roy. ‘Misschien ben ik een amateur.’
Mace porde hem in zijn arm. ‘Laat één ding duidelijk zijn: Mona heeft nooit gelijk.’
‘De kapitein verdient de beste verdediging, Mace. Ik heb er niet eens bij stilgestaan dat ik ook getuige ben. Toch is dat een levensgroot probleem. Als ik daar morgen heen was gegaan, zou ik meteen zijn afgemaakt. Door Mona én de rechter.’
‘De kapitein wil jóú.’
‘Kom nou, hij weet niet wat hij wil. Afgezien van Twinkies.’
‘Je kunt dit, Roy. Misschien loopt je kennis van strafprocesrecht een beetje achter, en je hebt er niet bij stilgestaan dat je zelf een getuige was, omdat je wist dat je onschuldig was en omdat je de kapitein wilde helpen.’
‘Je kunt geen moordverdachte verdedigen als je achterloopt met je kennis, Mace. Je mag geen fouten maken. Zeker niet tegen Mona. Ik weet dat je de pest hebt aan die vrouw, en ik ook, maar ze is briljant.’
‘En ze is volslagen onethisch. Ze heeft zojuist de kapitein omgekocht met snoep en haar decolleté.’
‘Dat maakt haar des te gevaarlijker.’
‘Weet je Roy, je hebt besloten hem te vertegenwoordigen. Je firma heeft je daarom ontslagen. Wil je nu op hangende pootjes terugkeren en smeken of je je goedbetaalde baan weer mag hebben? En de verdediging van een dakloze veteraan overlaten aan een Perry Mason in spe die het geen moer kan schelen of die man de rest van zijn leven in de bak moet zitten? Wil je dat?’
‘Natuurlijk niet,’ zei Roy fel.
‘Wat is dan het probleem? Mona heeft je zojuist uitgedaagd. Ze gaat je van katoen geven. Oké, maar ik zie niet waarom iemand die zo competitief is ingesteld dat hij de laatste score uit zijn basketbalcarrière als zijn wachtwoord heeft gekozen haar zomaar de andere wang zou toekeren. En deze keer is het niet zomaar een wedstrijd. De kapitein heeft je nodig. Hij heeft jóú nodig, Roy.’
Roy keek Mace aan, keek toen naar de kapitein, keek toen Mace weer aan. ‘Goed, maar dan heb ik hulp nodig om nuttige gegevens boven tafel te krijgen.’
‘Komt voor elkaar.’
‘Jij? Maar jij gaat morgen naar Newark om dat Meldon-spoor te volgen.’
‘Dat Meldon-spoor zou ons naar de moordenaar van Diane kunnen leiden.’
‘Geloof je dat echt?’
‘Ik weet op dit moment niet wat ik moet geloven, maar ik mag niets ongedaan laten.’
‘Daar zit wat in.’
‘Dus je gaat hiermee door?’
‘Ja.’
‘Dan kan ik het je wel vertellen.’
‘Wat?’
‘Op verzoek van Beth heeft Lowell Cassell me gebeld toen ik op weg hierheen was.’
‘En?’
‘Er zat geen dooierbuffer in het sperma dat in Diane is aangetroffen. Het kwam niet van de Potomac Cryobank.’
Hij keek naar de kapitein, die iets tussen zijn tanden vandaan plukte.
‘Oké, laten we even op ons gevoel afgaan. Denk jij dat hij het heeft gedaan?’
Mace keek ook naar de oude soldaat. ‘Ik heb daar met Beth over gepraat. Zij vond ook dat er vreemde dingen aan de hand zijn met Diane en jouw advocatenkantoor, maar ze zei ook dat de moord daar helemaal buiten zou kunnen staan. Dat het gewoon een gelegenheidsmisdrijf zou kunnen zijn.’
‘Dus jij denkt dat hij het heeft gedaan?’
‘Nee, Roy, dat denk ik niet.’
‘Dit is toch volstrekt onbegrijpelijk?’
‘Het is volkomen begrijpelijk. We moeten alleen uitzoeken hoe.’