112

‘Zoals ik al zei, is het me een groot genoegen vandaag bekend te maken dat alle aanklachten tegen mijn cliënt, Lou Dockery, zijn ingetrokken. Hij is uit hechtenis vrijgelaten en de veteranendienst heeft het op zich genomen ervoor te zorgen dat deze onderscheiden soldaat niet langer op straat hoeft te leven.’

Ditmaal had Roy geen moeite met de verslaggevers die op de trappen van het gerechtshof op hem af stormden. Hij was net naar buiten gekomen, met zijn schouder en zij in het verband. Dicht bij hem stond Mona Danforth met een uitdrukking van pure walging op haar gezicht. Ze was er alleen omdat de burgemeester en het ministerie van Justitie haar hadden ‘verzocht’ aanwezig te zijn.

Een van de journalisten riep: ‘Meneer Kingman, hoe bent u gewond geraakt?’

Roy glimlachte. ‘Tijdens de gerechtelijke procedure spietste ik mezelf per ongeluk op een van de legendarische naaldhakken van mevrouw Danforth.’

Het bulderend gelach duurde zo lang dat Mona ten slotte wegliep. Haar gezicht was bijna zo rood als haar lipstick. Toen ze het gerechtsgebouw binnenliep, botste ze tegen iemand op.

‘Hé, Mona,’ zei Mace. ‘Is het niet geweldig als gerechtigheid eindelijk zegeviert?’

‘Loop naar de hel!’

‘Nee, als wij daar allebei zitten, is er te weinig ruimte voor anderen.’

‘Evengoed ga ik aangifte tegen je doen omdat je me in de damestoiletten hebt aangevallen. Je hebt een van mijn tanden beschadigd.’

‘God, wat vind ik dat erg, Mona. Maar er is hier iemand die je iets wil geven.’

Ze draaide zich om en zag Beth met een envelop in haar hand naar hen toelopen.

‘Alsjeblieft, mevrouw Interim.’ Ze stopte de envelop in Mona’s handen.

‘Wat is dat nou weer?’

‘Beëdigde verklaringen van mijn twee rechercheurs die je hebt gedwongen om met je mee te werken. Ze zijn bereid te getuigen dat je met Lou Dockery hebt gepraat zonder dat zijn advocaat erbij aanwezig was, in strijd met een heleboel ethische normen en ook met de wet. Aangezien het Openbaar Ministerie van Washington hier zelf bij betrokken is, word je vervolgd door het ministerie van Justitie.’

Mona’s gezicht werd zo wit als de envelop die ze in haar handen had. ‘Ik? Vervolgd?’

‘Ja,’ zei Beth. ‘Je weet wel, dat gedoe bij de rechtbank dat ermee eindigt dat de tralies achter je dichtslaan. Dus je hoeft geen gordijnen voor je nieuwe kantoor meer uit te zoeken.’

Na afloop van de persconferentie stapten Mace, Beth en Roy in een dienstwagen en reden naar een bijeenkomst die ze het liefst hadden vermeden. Onderweg praatten ze over wat er gebeurd was.

‘Dus er wordt nu echt voor de kapitein gezorgd?’ vroeg Mace.

Roy knikte. ‘De man van de veteranendienst zei dat hij het als zijn persoonlijke missie zag om de kapitein de hulp te geven die hij nodig heeft. En ik ga dat controleren. Maar ik heb ook tegen ze gezegd dat ze een lading Twinkies moeten bestellen.’

‘God, wat was Mona kwaad,’ zei Mace. ‘Denk je echt dat ze haar deze keer te pakken krijgen?’

Beth antwoordde: ‘Ik weet alleen dat ik de beëdigde verklaringen aan de aanklager van het ministerie liet zien en dat hij toen uitriep: ‘‘Dank je, Jezus.”’

‘En Psycho?’ vroeg Roy.

‘Kat in het bakkie. Toen zijn bendeleden de videobeelden van de bewakingscamera in die parkeergarage zagen, verlinkten ze hem. Ik denk dat hij voor een hele tijd achter de tralies verdwijnt.’

‘En Alisha, Tyler en Darren?’

Mace antwoordde: ‘Alisha gaat weer naar school. Tyler wordt onderzocht door een specialist van het Johns Hopkins-ziekenhuis, en meneer Scheermes gaat ook weer naar school. Het schijnt dat hij eindexamen heeft gedaan op high school, maar niet de moeite heeft genomen zijn diploma op te halen. Hij gaat nu aan een college studeren. Over tien jaar leidt hij waarschijnlijk de hele wereld.’

‘En blijf jij nog steeds voor Altman werken?’

‘Ik heb een afspraak met hem. Daar kom ik niet op terug. En jij? Je zou naar Shilling terug kunnen gaan.’

‘Ik heb nog geen besluit genomen. Maar ze hebben die aanklacht tegen me wel ingetrokken.’

‘Hoe gaat het met je wond?’

‘Voorlopig geen basketbal.’

‘Dat weet ik. We kunnen horse tegen elkaar spelen, met één hand.’

‘Afgesproken.’

De auto ging langzamer rijden en ze hielden allebei op met glimlachen. Toen ze voor de bewaakte poort stopten, keken ze uit het raam. De chauffeur liet zijn papieren zien en ze reden door.

‘Wat denk je dat er daarbinnen gaat gebeuren?’ zei Roy. Hij wees naar het gebouw van twee verdiepingen waar ze heen reden. Het stond op een omheind terrein van vele hectaren.

Beth gaf antwoord. ‘Ik verwacht altijd het ergste. En ik denk dat die verwachting vandaag uitkomt.’

In het geheim
titlepage.xhtml
In_het_geheim_split_0.xhtml
In_het_geheim_split_1.xhtml
In_het_geheim_split_2.xhtml
In_het_geheim_split_3.xhtml
In_het_geheim_split_4.xhtml
In_het_geheim_split_5.xhtml
In_het_geheim_split_6.xhtml
In_het_geheim_split_7.xhtml
In_het_geheim_split_8.xhtml
In_het_geheim_split_9.xhtml
In_het_geheim_split_10.xhtml
In_het_geheim_split_11.xhtml
In_het_geheim_split_12.xhtml
In_het_geheim_split_13.xhtml
In_het_geheim_split_14.xhtml
In_het_geheim_split_15.xhtml
In_het_geheim_split_16.xhtml
In_het_geheim_split_17.xhtml
In_het_geheim_split_18.xhtml
In_het_geheim_split_19.xhtml
In_het_geheim_split_20.xhtml
In_het_geheim_split_21.xhtml
In_het_geheim_split_22.xhtml
In_het_geheim_split_23.xhtml
In_het_geheim_split_24.xhtml
In_het_geheim_split_25.xhtml
In_het_geheim_split_26.xhtml
In_het_geheim_split_27.xhtml
In_het_geheim_split_28.xhtml
In_het_geheim_split_29.xhtml
In_het_geheim_split_30.xhtml
In_het_geheim_split_31.xhtml
In_het_geheim_split_32.xhtml
In_het_geheim_split_33.xhtml
In_het_geheim_split_34.xhtml
In_het_geheim_split_35.xhtml
In_het_geheim_split_36.xhtml
In_het_geheim_split_37.xhtml
In_het_geheim_split_38.xhtml
In_het_geheim_split_39.xhtml
In_het_geheim_split_40.xhtml
In_het_geheim_split_41.xhtml
In_het_geheim_split_42.xhtml
In_het_geheim_split_43.xhtml
In_het_geheim_split_44.xhtml
In_het_geheim_split_45.xhtml
In_het_geheim_split_46.xhtml
In_het_geheim_split_47.xhtml
In_het_geheim_split_48.xhtml
In_het_geheim_split_49.xhtml
In_het_geheim_split_50.xhtml
In_het_geheim_split_51.xhtml
In_het_geheim_split_52.xhtml
In_het_geheim_split_53.xhtml
In_het_geheim_split_54.xhtml
In_het_geheim_split_55.xhtml
In_het_geheim_split_56.xhtml
In_het_geheim_split_57.xhtml
In_het_geheim_split_58.xhtml
In_het_geheim_split_59.xhtml
In_het_geheim_split_60.xhtml
In_het_geheim_split_61.xhtml
In_het_geheim_split_62.xhtml
In_het_geheim_split_63.xhtml
In_het_geheim_split_64.xhtml
In_het_geheim_split_65.xhtml
In_het_geheim_split_66.xhtml
In_het_geheim_split_67.xhtml
In_het_geheim_split_68.xhtml
In_het_geheim_split_69.xhtml
In_het_geheim_split_70.xhtml
In_het_geheim_split_71.xhtml
In_het_geheim_split_72.xhtml
In_het_geheim_split_73.xhtml
In_het_geheim_split_74.xhtml
In_het_geheim_split_75.xhtml
In_het_geheim_split_76.xhtml
In_het_geheim_split_77.xhtml
In_het_geheim_split_78.xhtml
In_het_geheim_split_79.xhtml
In_het_geheim_split_80.xhtml
In_het_geheim_split_81.xhtml
In_het_geheim_split_82.xhtml
In_het_geheim_split_83.xhtml
In_het_geheim_split_84.xhtml
In_het_geheim_split_85.xhtml
In_het_geheim_split_86.xhtml
In_het_geheim_split_87.xhtml
In_het_geheim_split_88.xhtml
In_het_geheim_split_89.xhtml
In_het_geheim_split_90.xhtml
In_het_geheim_split_91.xhtml
In_het_geheim_split_92.xhtml
In_het_geheim_split_93.xhtml
In_het_geheim_split_94.xhtml
In_het_geheim_split_95.xhtml
In_het_geheim_split_96.xhtml
In_het_geheim_split_97.xhtml
In_het_geheim_split_98.xhtml
In_het_geheim_split_99.xhtml
In_het_geheim_split_100.xhtml
In_het_geheim_split_101.xhtml
In_het_geheim_split_102.xhtml
In_het_geheim_split_103.xhtml
In_het_geheim_split_104.xhtml
In_het_geheim_split_105.xhtml
In_het_geheim_split_106.xhtml
In_het_geheim_split_107.xhtml
In_het_geheim_split_108.xhtml
In_het_geheim_split_109.xhtml
In_het_geheim_split_110.xhtml
In_het_geheim_split_111.xhtml
In_het_geheim_split_112.xhtml
In_het_geheim_split_113.xhtml
In_het_geheim_split_114.xhtml
In_het_geheim_split_115.xhtml
In_het_geheim_split_116.xhtml
In_het_geheim_split_117.xhtml
In_het_geheim_split_118.xhtml
In_het_geheim_split_119.xhtml