14
‘Wat doe je hier nog?’ vroeg Roy terwijl hij naar haar toe liep.
‘Hoe weet je of ik ooit weg ben gegaan?’
‘Ik kan vanuit mijn kamer de ingang zien. Ik heb er de afgelopen uren naar gekeken.’ Hij keek naar de Ducati. ‘En die motor zou me niet zijn ontgaan.’
‘Zeg, ik weet dat we op de verkeerde manier van start zijn gegaan. En ik ben teruggekomen om het nog een keer te proberen.’
Roy keek niet alsof hij haar aanbod met graagte accepteerde, maar hij zei: ‘Ik heb je naam niet gehoord.’
‘Ik heet Mace.’
‘Mace? Dat is toch een wapen?’
‘Ja, dat ben ik,’ zei ze vlug.
‘Kom nou, hoe heet je?’
‘Eerlijk waar, ik heet Mace.’
Hij haalde zijn schouders op. ‘Oké.’
Mace keek naar het gebouw. ‘Ik zag je met de bewaker praten. Wat zei hij?’
Roy keek door de ruit naar Ned. ‘Niet veel. Ned is niet zo’n licht.’
‘Tolliver kan in de lift hebben gestaan met degene die haar heeft vermoord. Ned was zich waarschijnlijk ergens aan het volstoppen. De moordenaar deed zijn werk en liep toen naar buiten of ging naar zijn kantoor in het gebouw. Misschien wel bij jouw advocatenfirma.’
‘Dat is een theorie.’
‘Ik zal je er nog een geven. Jij was degene die met Tolliver in de lift stond en ze gebruikte haar sleutelkaart, zodat jouw komst niet werd geregistreerd. Je vermoordde haar en stopte haar in de koelkast. Je sloop de trap af en wachtte tot de bewaker terugkwam. Toen kwam je het gebouw in vanaf de kant van de garagelift, alsof je voor het eerst binnenkwam. Zodat hij zou onthouden hoe laat je kwam. Je ging naar je kantoor, zat een tijdje aan je bureau te lummelen, ging naar de keuken, maakte de koelkast open, ving de arme dame op – dat zou verklaren waarom er sporen van haar op jouw lichaam zaten en andersom – en belde toen met een paniekstem de politie.’
Roy keek haar met steeds duisterder trekken aan. ‘Is dat jouw manier om opnieuw van start te gaan? Door me opnieuw te beschuldigen?’
‘Ik beschuldig je niet. Maar je bent advocaat. Je weet wat er gaat komen. Je was daar alleen met een dode vrouw. Op een gegeven moment volgt de politie ditzelfde spoor, en dan kun je maar beter een antwoord klaar hebben. Je kunt op mij oefenen.’
‘Waarom? Zodat jij de politie vertelt wat ik heb gezegd, en zij naar zwakke punten in mijn verhaal kunnen zoeken?’
‘Ik heb je al gezegd dat ik niet van de politie ben. En als je de waarheid spreekt, zal het niet meevallen om jou voor moord veroordeeld te krijgen.’
‘Oké, ik speel mee. Ik ben met mijn kaart in de garage gekomen. Daaruit blijkt dat ik om ongeveer halfacht aankwam. Ik nam de lift naar mijn kamer en deed daar wat werk. Ik ging koffiezetten en vond Diane. Ik belde om twee minuten over acht naar 911. Uit de gegevens blijkt dat ze anderhalf uur eerder op kantoor was dan ik. Ik wist niet eens dat ze er was.’
‘Dat is niet goed genoeg. Je kunt in de straat hebben geparkeerd. Je liep de garage in, wachtte tot ze aankwam, nam samen met haar de lift naar boven, vermoordde haar, ging weg, reed je auto de garage in, en dan verder hetzelfde scenario.’
‘Ned zei dat hij Diane iemand gedag hoorde zeggen. Dat past niet in jouw scenario.’
‘Politie en rechters hechten niet veel waarde aan de getuigenverklaringen van stomkoppen. En het is een feit dat je kunt zijn binnengekomen op het tijdstip dat je zelf noemt, om halfacht dus, om vervolgens met de lift naar boven te gaan, Tolliver te vermoorden, haar in de koelkast te stoppen en de politie te bellen. Je had tijd genoeg.’
‘Oké, maar wat is dan mijn motief?’
‘Als het op een rechercheonderzoek aankomt, ben ik een purist. Ik bedoel dat ik altijd eerst kijk wie in de gelegenheid waren. Het motief komt meestal later wel. Maar als het er is, zal de politie het vinden.’
‘Wat moet ik nu doen? Het eerste het beste vliegtuig nemen naar een land dat geen uitleveringsverdrag met de Verenigde Staten heeft?’
‘Nee, waarschijnlijk komt het wel goed.’
Roy keek geschrokken. ‘Waarschijnlijk?’
‘Ik heb een fijne neus voor moordenaars, en die reageert niet op jou. Hé, waar basketbal je?’
‘Hoe weet je dat ik basketbal? Alleen vanwege die ring op de deur van mijn kamer?’
‘Voor een deel door je lengte, en je manier van lopen en je eerdere analyse van de manier waarop ik vroeger speelde.’
‘En het andere deel?’
‘Ik zag een stel Audi-sleutels op je bureau liggen. Ik heb hier in de garage gekeken. Er stond een Audi dicht bij de ingang, dus die zal wel van jou zijn, aangezien je hier zo vroeg was. Op de achterbank lagen een plunjezak, drie basketballen en vier paar dure basketbalschoenen, het soort schoenen waarvoor alleen spelers op hoog niveau het geld overhebben.’
‘Ik speel voor de University of Virginia Cavaliers.’
‘Dat wist ik eerlijk gezegd al, want je hebt ook zo’n mooie oranje sticker op je achterbumper.’
‘Weet je, jij lijkt op de korpscommandant.’
‘Zij is veel groter dan ik.’
‘Ik bedoelde je gezicht, je ogen. Jullie hebben allebei groene ogen met bronzen vlekjes.’ Hij keek nog eens wat beter naar haar. ‘En een klein vlekje magenta in het rechteroog.’
Mace bekeek haar ogen in het zijspiegeltje van de Ducati. Ongelooflijk genoeg zag ze voor het eerst die bronzen vlekjes en dat vlekje magenta.
‘Ik ken geen mannen die zelfs maar weten dat magenta een kleur is.’
Hij wees naar haar. ‘Ik wist wel dat ik je herkende. Je bent haar zus, Mace Perry. Dat had ik me moeten herinneren zodra je je naam noemde.’ Hij zweeg even. ‘Volgens de kranten heet je oorspronkelijk Mason Perry.’ Hij keek haar vragend aan. ‘Mason Perry, Perry Mason de tv-advocaat? Is dat toeval?’
‘Mijn vader was officier van justitie, maar eigenlijk wilde hij aan de andere kant staan. En dus werd het Mason Perry. Maar ik noem mezelf Mace, niet Mason. Ik heb mijn naam zelfs officieel laten veranderen.’
‘Wat vindt je vader daarvan?’
‘Dat weet ik niet. Hij is vermoord toen ik nog jong was.’
‘Neem me niet kwalijk, Mace. Dat wist ik niet.’
‘Je hoeft je niet te verontschuldigen.’
‘Maar zat je niet in...’
‘Ik ben net vrijgekomen.’
‘Oké.’ Hij stak zijn handen in zijn zakken en keek gegeneerd om zich heen, terwijl Mace aan de riempjes van haar helm frommelde.
‘Voor wat het waard is: ik vind dat je rottig bent behandeld,’ zei hij ten slotte.
‘Dank je. Voor wat het waard is: ik denk dat je gelijk hebt.’
‘Weet je, ik geloof alleen in reïncarnatie vanwege Mona Danforth.’
‘Wat bedoel je?’ vroeg ze nieuwsgierig.
‘Hoe kun je anders verklaren dat Jozef Stalin als een meisje is teruggekomen?’
‘Heb je aanvaringen met haar gehad toen je pro-Deoadvocaat was?’
‘Ik was niet belangrijk genoeg voor een rechtstreekse confrontatie, maar haar medewerkers hebben me meer dan eens met mijn gezicht door de juridische stront gewreven. En onder pro-Deoadvocaten doen legendarische verhalen over haar de ronde.’
‘Zullen we ergens gaan lunchen? Dan kunnen we om beurten martelmethoden verzinnen om op Mona toe te passen.’
‘Waar wil je heen?’
‘Ben’s Chili Bowl. Ik heb twee jaar van Benny’s gekruide worstjes gedroomd.’ Ze schoof het dek van de bijrijdersplaats. ‘Spring erop.’
‘Ik heb geen helm.’
‘Zorg dan dat je niet op je hoofd terechtkomt als je valt. Ik denk niet dat ik nog verzekerd ben.’
Enkele seconden later spoot de Ducati weg.