99

Toen Mace bijkwam, had ze het gevoel dat ze moest overgeven. Vechtend tegen de misselijkheid vroeg ze zich af waarom ze zo’n moeite had met ademhalen. Ze stak haar hand omhoog en voelde een grote bult op haar hoofd. Ze voelde ook het gestolde bloed daar. Iemand had haar een harde mep verkocht. Ze huiverde. Het was koud.

Waar ben ik toch?

Ze wilde overeind komen en besefte meteen dat ze zich in een kleine ruimte bevond. Een erg koude kleine ruimte.

‘O, shit!’

Ze tastte in het volslagen donker om zich heen en stootte met haar hand tegen gladde koude oppervlakken. Ze zocht in haar zak, vond haar zaklantaarntje en deed het aan. Zodra ze zeker wist waar ze was, kreunde ze. Ze duwde hard met haar schouder tegen de deur. Die kwam nauwelijks in beweging. Ze wist waarom. De ketting. Net als bij Diane. Alleen was die al dood geweest.

En dat ben ik ook heel gauw, als ik niet maak dat ik hieruit kom.

Ze greep omlaag en maakte de riem los die ze uit Binders wapenwinkel had meegenomen. Er zat een heel bijzondere sluiting aan. Even later had ze het tien centimeter lange mes uit de houder getrokken die in de verlengde metalen gesp verborgen zat. Ze draaide zich om en stak het mes in de spleet tussen de deur en het frame van het apparaat. Er zaten plastic plankjes in de deur en de verticale stijlen aan de zijkant zaten in de weg. Toch lukte het haar eromheen te werken en ten slotte vond ze de flexibele strip die voor vacuümafsluiting zorgde als de deur dicht was. Ze stak het mes in de spleet tussen de twee strips en bewoog het heen en weer. Als ze genoeg druk uitoefende, voelde ze een kleine luchtstroom. Ze drukte een keer erg hard, en met een zuigend geluid werd de vacuümafsluiting enigszins verbroken. Ze zag nu een streepje halfduister: de iets minder donkere ruimte buiten de dodelijke val waarin ze zich bevond.

Maar met dat streepje redde ze het niet. Het liet niet genoeg lucht binnen. Ze beefde al van de inspanning die het haar kostte om de opening in de afsluiting in stand te houden. Even later liet haar kracht haar in de steek en ging de afsluiting weer dicht. Oké, als ze niet stikte, kwam ze wel om van de kou. Zou Roy haar komen zoeken als ze niet kwam opdagen? Hij wist waar ze was. Maar dat zou tijd kosten. Misschien wel uren, terwijl ze misschien nog maar voor een paar minuten lucht had. Haar borst ging op en neer; haar longen zochten naar elke kostbare molecuul zuurstof. Ze kon niet helder meer denken. Blijkbaar lieten haar hersenen de longen weten dat die paar moleculen bij lange na niet genoeg waren om alles draaiende te houden.

De isolatiestrook!

Met de kleine zaklantaarn tussen haar tanden hakte ze er met haar mes in. Het mes gleed er met gemak doorheen en er kwamen lange repen los. Algauw voelde ze een meer gestage luchtstroom. En als ze haar hoofd tegen de deur drukte, kon ze zelfs naar buiten kijken. Ze stak het mes door de nieuwe opening en bewoog het op en neer. Als ze ermee omlaagging, voelde ze de ketting. Die ketting zou ze nooit binnen een dag met het mes kunnen doorzagen, en misschien wel nooit, maar ze kon tenminste ademhalen. Het probleem was nu de kou; er bestond nog steeds het gevaar dat ze zou sterven aan onderkoeling. Ze keek op en zag de temperatuurschakelaar in de bovenkant van de koelkast. Hij stond op vier. Zeven was het koudst, ontdekte ze algauw. Ze stak haar hand omhoog en zette hem op één, de warmste stand. Ze wist niet hoe ‘warm’ stand één in termen van koeltechniek was, maar ze wilde niet ontdekken dat ze bij die stand nog steeds gevaar liep onderkoeld te raken.

Mace schommelde naar voren en achteren. De Amana-koelkast was een hoog ding, en ze veronderstelde dat er niet veel in het lagere vriesgedeelte zat om hem stevig op de vloer te houden. Voor zover de beperkte ruimte het toeliet, bleef ze schommelen. Ze schopte met haar benen tegen de ene kant en dreunde dan met haar rug tegen de andere kant. Algauw voelde haar hele lichaam aan alsof ze door een auto was overreden, maar ze ging door. Ze voelde dat de koelkast een beetje overhelde, eerst naar rechts en toen naar links. Het ding begon als het ware te lopen, als een wasmachine die op hol sloeg. Daardoor aangemoedigd gooide ze zichzelf met hernieuwde energie heen en weer.

Nog één dreun met haar zware schoenen tegen het plastic, en de koelkast viel eindelijk opzij. Mace zette zich schrap voor de schok, wat niet al te moeilijk was, want ze zat helemaal ingeklemd. Evengoed sloeg haar hoofd, toen de koelkast tegen de betonnen vloer dreunde, tegen de harde binnenwand, precies op de plaats waar ze die bult op haar hoofd had. Ze voelde dat ze heel even het bewustzijn verloor.

Maar ze had haar doel bereikt. Ze hoorde het zachte zoemen van de koelkastmotor niet meer. Het snoer was uit het stopcontact getrokken. Nu had ze lucht, en straks zou ze ook warmte hebben. Ze zat echter nog wel gevangen. Ze had gehoopt dat de ketting van zijn plaats zou schuiven door de klap tegen de vloer, maar dat was niet gebeurd. Dat wist ze zodra ze één duw tegen de deur gaf. Ze keek naar de plastic bodem. Daaronder zat het vriesgedeelte. De ketting kon niet ook om die onderste deur liggen. Ze stampte met haar voeten. De bodem was hard, maar ze voelde dat hij een beetje meegaf.

Ze draaide haar lichaam tot ze bijna ondersteboven lag, nam toen het mes en hakte in het plastic, maar ze kreeg er geen vat op. Het lemmet gleed telkens weg over het gladde oppervlak. Ze draaide zich weer om, zodat ze rechtop zat, en keek om zich heen. Ze pakte een losse plank uit de deur en richtte het mes op de bodem. Vervolgens zette ze haar voet op de bovenkant van het heft en drukte uit alle macht omlaag, waarbij ze haar achterste van de vloer liet komen en met haar rug tegen de bovenkant van de koelkast duwde om meer kracht te kunnen zetten. Twee keer gleed het mes opzij, maar de derde keer stak het in het plastic en bleef daar zitten. Ze pakte het losse plankje en sloeg daarmee op het heft van het mes. Omdat ze niet veel ruimte had, kon ze niet goed met de plank uithalen, maar na enkele minuten zag ze dat het mes nu vijf centimeter diep in de plastic bodem zat. Ze richtte zich op, zette haar voet op het heft en drukte het mes gestaag omlaag, met haar rug tegen het plafond van de koelkast om meer neerwaartse kracht te kunnen uitoefenen. Het mes drong langzaam door de bodem. Toen het lemmet er helemaal in zat, kwam het tot stilstand.

Mace haalde haar voet weg, draaide zich met veel moeite om en zaagde in de bodem. Het mes bewoog zich enkele centimeters door het harde plastic. Ze trok het mes terug en gebruikte dezelfde methode om op vier andere plaatsen net zulke sneden te maken. Daarna stak ze het mes in zijn houder in haar riem, richtte zich weer op en stampte in het midden van de vijf sneden. Haar rug drukte zo hard tegen de bovenkant van de koelkast dat ze het gevoel had dat haar wervelkolom elk moment kon breken.

Ze wist niet hoe lang het duurde, maar ten slotte voelde ze dat de bodem meegaf. Even later barstte het plastic op één plaats open, en toen op een andere plaats. Een minuut later stak een heel stuk van de bodem omhoog. Ze stampte met al haar gewicht op de plek daartegenover en de hele bodem brak en kwam omhoog als een ijsschots. Ze viel door die opening en hield even haar adem in toen een scherp stuk hard plastic in haar dij sneed. Er liep nu warm bloed de koele binnenkant in.

Ze werkte haar lichaam voorzichtig naar beneden en bleef daarbij zo ver mogelijk bij de afgescheurde randen van het plastic vandaan. Haar voet kwam tegen de deur van het vriesgedeelte en ze schopte hem open. Ze bleef omlaagglijden, tot ze door de bodem van het koelkastgedeelte heen was en haar hoofd en bovenlichaam zich in het vriescompartiment bevonden. Toen lagen haar voeten op de betonvloer, en even later de rest van haar lichaam ook.

Ze bleef even hijgend zitten. Het bloed klopte in haar oren en haar maag dreigde in opstand te komen. Ze kwam wankelend overeind en keek om zich heen. Ze hield haar kostbare mes in defensieve houding voor zich uit. Ze betwijfelde of degene die haar in die dodelijke kast had gestopt op de finale stond te wachten, want ze had zoveel lawaai gemaakt dat hij in dat geval allang was komen aanrennen om haar onschadelijk te maken. Niettemin was ze maar net aan de dood ontsnapt en liet ze niets aan het toeval over. Toen ze zag hoe het bloed een plas vormde op de vloer, pakte ze een lap en maakte daarmee een primitief verband om de wond in haar been. Ze vond haar telefoon terug waar hij was neergesmeten en belde Roy. Hij was al op weg naar de stad omdat ze niet bij Altman was komen opdagen.

‘Ik ben er over tien minuten,’ zei hij nadat hij naar haar versufte verslag had geluisterd. ‘Bel meteen de politie.’

Ditmaal deed Mace precies wat hij zei. Binnen drie minuten schopten twee politieagenten de deur van de derde verdieping open en riepen ze haar naam. Een paar seconden later voegden zich nog drie agenten bij hen. Twee minuten later kwam Beth Perry de trap op gevlogen. Ze liep recht op haar zus af en sloeg haar armen om haar heen

Mace voelde hoe de tranen over haar wangen rolden toen ze haar zus zo stevig omhelsde als ze kon. Het was alsof ze weer twaalf was. Ze had zich vergist. Ze had er soms nog steeds behoefte aan om vastgehouden te worden. Niet vaak, maar soms. Net als ieder ander.

Beth riep naar haar agenten: ‘Is deze verdieping veilig?’

‘Ja, commandant.’

‘Doorzoek dan de rest van het gebouw. Laat iemand bij deze deur staan. Ik blijf bij haar. En bel een ambulance.’

De man liep weg.

Mace voelde dat haar benen bezweken. Beth voelde dat blijkbaar ook, hielp haar naar een plastic krat die op zijn kop was gezet, en liet haar daarop zitten. Ze knielde voor haar neer, keek naar de resten van de koelkast en keek toen Mace weer aan. De tranen liepen over Beths gezicht. Ze pakte de hand van haar zus vast.

‘Verdomme, Mace,’ zei ze met overslaande stem.

‘Ik weet het. Ik weet het. Het spijt me.’

‘Heb je niet gezien wie het heeft gedaan?’

Ze schudde haar hoofd. ‘Het ging te snel.’

‘We moeten je naar een ziekenhuis brengen.’

‘Ik mankeer niets, Beth.’

‘Je láát je onderzoeken. Je hebt een bult zo groot als een golfbal op je hoofd. En je rechterbeen zit onder het bloed.’

‘Oké, oké. Ik ga wel.’

‘En onderweg daarheen ga je me precies vertellen wat er aan de hand is.’

Even later kwam Roy binnenstormen. De agent die bij de deur was geposteerd, greep hem stevig bij zijn schouder.

‘Mace!’ riep Roy. Hij probeerde op haar af te rennen, maar de agent hield hem tegen.

‘Laat hem maar,’ zei Beth. ‘Ik ken hem.’

De man liet Roy los en hij rende op Mace af en sloeg zijn arm om haar heen. ‘Ben je ongedeerd? Zeg dat je ongedeerd bent.’

Beth stond op en ging een stap terug.

‘Ik heb niets ergs, Roy,’ zei Mace.

‘Evengoed brengen we haar naar het ziekenhuis,’ zei Beth. ‘En jij mag meerijden, Kingman. Ik weet dat jij hier ook tot over je oren in zit. En ik wil alles horen.’

Ze pakte zijn schouders vast en draaide hem om, zodat hij de verwoeste koelkast te zien kreeg.

‘Het scheelde te weinig, Kingman. Veel te weinig, verdomme.’

In het geheim
titlepage.xhtml
In_het_geheim_split_0.xhtml
In_het_geheim_split_1.xhtml
In_het_geheim_split_2.xhtml
In_het_geheim_split_3.xhtml
In_het_geheim_split_4.xhtml
In_het_geheim_split_5.xhtml
In_het_geheim_split_6.xhtml
In_het_geheim_split_7.xhtml
In_het_geheim_split_8.xhtml
In_het_geheim_split_9.xhtml
In_het_geheim_split_10.xhtml
In_het_geheim_split_11.xhtml
In_het_geheim_split_12.xhtml
In_het_geheim_split_13.xhtml
In_het_geheim_split_14.xhtml
In_het_geheim_split_15.xhtml
In_het_geheim_split_16.xhtml
In_het_geheim_split_17.xhtml
In_het_geheim_split_18.xhtml
In_het_geheim_split_19.xhtml
In_het_geheim_split_20.xhtml
In_het_geheim_split_21.xhtml
In_het_geheim_split_22.xhtml
In_het_geheim_split_23.xhtml
In_het_geheim_split_24.xhtml
In_het_geheim_split_25.xhtml
In_het_geheim_split_26.xhtml
In_het_geheim_split_27.xhtml
In_het_geheim_split_28.xhtml
In_het_geheim_split_29.xhtml
In_het_geheim_split_30.xhtml
In_het_geheim_split_31.xhtml
In_het_geheim_split_32.xhtml
In_het_geheim_split_33.xhtml
In_het_geheim_split_34.xhtml
In_het_geheim_split_35.xhtml
In_het_geheim_split_36.xhtml
In_het_geheim_split_37.xhtml
In_het_geheim_split_38.xhtml
In_het_geheim_split_39.xhtml
In_het_geheim_split_40.xhtml
In_het_geheim_split_41.xhtml
In_het_geheim_split_42.xhtml
In_het_geheim_split_43.xhtml
In_het_geheim_split_44.xhtml
In_het_geheim_split_45.xhtml
In_het_geheim_split_46.xhtml
In_het_geheim_split_47.xhtml
In_het_geheim_split_48.xhtml
In_het_geheim_split_49.xhtml
In_het_geheim_split_50.xhtml
In_het_geheim_split_51.xhtml
In_het_geheim_split_52.xhtml
In_het_geheim_split_53.xhtml
In_het_geheim_split_54.xhtml
In_het_geheim_split_55.xhtml
In_het_geheim_split_56.xhtml
In_het_geheim_split_57.xhtml
In_het_geheim_split_58.xhtml
In_het_geheim_split_59.xhtml
In_het_geheim_split_60.xhtml
In_het_geheim_split_61.xhtml
In_het_geheim_split_62.xhtml
In_het_geheim_split_63.xhtml
In_het_geheim_split_64.xhtml
In_het_geheim_split_65.xhtml
In_het_geheim_split_66.xhtml
In_het_geheim_split_67.xhtml
In_het_geheim_split_68.xhtml
In_het_geheim_split_69.xhtml
In_het_geheim_split_70.xhtml
In_het_geheim_split_71.xhtml
In_het_geheim_split_72.xhtml
In_het_geheim_split_73.xhtml
In_het_geheim_split_74.xhtml
In_het_geheim_split_75.xhtml
In_het_geheim_split_76.xhtml
In_het_geheim_split_77.xhtml
In_het_geheim_split_78.xhtml
In_het_geheim_split_79.xhtml
In_het_geheim_split_80.xhtml
In_het_geheim_split_81.xhtml
In_het_geheim_split_82.xhtml
In_het_geheim_split_83.xhtml
In_het_geheim_split_84.xhtml
In_het_geheim_split_85.xhtml
In_het_geheim_split_86.xhtml
In_het_geheim_split_87.xhtml
In_het_geheim_split_88.xhtml
In_het_geheim_split_89.xhtml
In_het_geheim_split_90.xhtml
In_het_geheim_split_91.xhtml
In_het_geheim_split_92.xhtml
In_het_geheim_split_93.xhtml
In_het_geheim_split_94.xhtml
In_het_geheim_split_95.xhtml
In_het_geheim_split_96.xhtml
In_het_geheim_split_97.xhtml
In_het_geheim_split_98.xhtml
In_het_geheim_split_99.xhtml
In_het_geheim_split_100.xhtml
In_het_geheim_split_101.xhtml
In_het_geheim_split_102.xhtml
In_het_geheim_split_103.xhtml
In_het_geheim_split_104.xhtml
In_het_geheim_split_105.xhtml
In_het_geheim_split_106.xhtml
In_het_geheim_split_107.xhtml
In_het_geheim_split_108.xhtml
In_het_geheim_split_109.xhtml
In_het_geheim_split_110.xhtml
In_het_geheim_split_111.xhtml
In_het_geheim_split_112.xhtml
In_het_geheim_split_113.xhtml
In_het_geheim_split_114.xhtml
In_het_geheim_split_115.xhtml
In_het_geheim_split_116.xhtml
In_het_geheim_split_117.xhtml
In_het_geheim_split_118.xhtml
In_het_geheim_split_119.xhtml