110
‘Wat is er in godsnaam gebeurd, Jarvis?’
Beth stond in haar kantoor voor een groot tv-scherm met afstandsbediening dat Burns’ technici voor haar hadden geïnstalleerd. Nadat ze de vorige avond het fbi -kantoor had verlaten, had ze meteen Sam Donnelly gebeld en hem verteld wat er met Roy Kingman was gebeurd. Donnelly had Jarvis Burns gestuurd om te helpen een reddingsoperatie op touw te zetten. Het was allemaal goed gegaan, totdat ze Mace’ spoor bijster waren geraakt. Een man in een pak zat koortsachtig op een toetsenbord te typen, terwijl hij instructies in zijn headset blafte.
Burns bleef strak naar het scherm kijken. Daarop waren livebeelden te zien van een camera die op het landingsgestel van een helikopter was gemonteerd. Het landschap beneden zag er donker en uitgestrekt uit. ‘Dit plan was het beste dat we onder de omstandigheden konden bedenken, Beth. We hadden twee eenheden op de grond om haar te volgen. De tracker zat op haar Ducati. Ze zullen haar wel in een auto hebben gezet, maar onze auto’s hadden in staat moeten zijn haar te volgen.’
Hij wendde zich tot de technici. ‘Roep de grondcommandant op.’
Even later gaf de technicus de headset aan Burns, die een tijdje luisterde, de headset toen naar de man teruggooide en Beth aankeek. ‘Ze zijn in een hinderlaag gelopen. Ze zijn zwaar beschoten en er zijn slachtoffers. Ze doen niet meer mee aan de jacht. We hebben ergens een verrader, Beth. Anders hadden ze het nooit kunnen weten.’
Beth sloeg met haar vlakke hand op het bureaublad. ‘Nu weten we niet waar ze is.’
‘Daar hebben we wel enig idee van,’ zei Burns kalm. ‘We kregen een duidelijk signaal uit die leegstaande boerderij en we hebben twee helikopters als back-up in de buurt.’ Hij tikte zijn technicus op de schouder. ‘Phillips, zeg tegen de commandant van de luchtondersteuning dat hij systematisch moet zoeken tot vijftien kilometer in de omtrek. We moeten allemaal naar de beelden kijken en zien of ons iets opvalt.’
‘Dat duurt te lang!’ snauwde een geërgerde Beth.
‘Niet met die helikopters. Om allerlei tactische redenen zullen ze haar niet al te ver hebben verplaatst. Met een beetje geluk pikken we het spoor weer op.’
‘En als we geen geluk hebben?’
‘Ik doe mijn best, Beth. Vergeet niet dat je directeur Donnelly pas op het laatste moment belde. Ik ben goed, maar ik ben géén tovenaar.’
Beth kalmeerde. ‘Ik weet het. Sorry. Alleen...’
‘Ze is je zus.’ Hij legde zijn hand op Beths schouder. ‘Ik weet het, Beth. Ik zweer je dat we alles doen wat in onze macht ligt om haar veilig terug te brengen.’
‘Dank je, Jarvis.’
‘Om het eerlijk te spelen wil ik jou wel het eerst laten aanvallen,’ zei Bard, die steeds dichter bij Mace was gekomen.
‘En om het eerlijk te spelen ben ik van plan jou te doden, op welke manier dan ook.’
‘Dus je wilt niet de eerste aanval?’
‘Nou, eigenlijk wel. Maar ik wil dat zij uit de weg zijn.’ Mace wees naar de mannen met pistolen om haar heen. ‘Ik wil geen kogel in mijn rug als ik aan de winnende hand ben.’
Bard aarzelde en gaf de gewapende mannen toen met een handgebaar te kennen dat ze weg moesten gaan. Mace liep achteruit tot ze bij de andere muur was aangekomen. Ze hield haar mes voor zich uit.
‘Ik wacht,’ zei Bard. ‘Op de eerste aanval.’
‘En ik denk er nog over na hoe ik dat ga doen.’
‘Dit is belachelijk. Als je...’
Mace deed een uitval en sloeg met haar hand tegen de hendel van het elektriciteitskastje aan de muur. Het werd op slag donker in het gebouw. Met een snelle polsbeweging gooide Mace haar mes. Het flitste door de ruimte en bleef steken in de borst van de dichtstbijzijnde gewapende man. Hij zakte op de vloer met de punt van het mes in zijn linkerhartkamer.
Mace kon goed zien in het donker, want ze droeg de allernieuwste contactlenzen, die in feite geavanceerde nachtkijkers waren en zich aanpasten aan elk niveau van licht of duisternis. Ze had ze van de fbi gekregen met het oog op een situatie als deze. Door haar eerdere observaties wist ze dat er vier schutters op deze verdieping waren en nog drie op de loopbrug. Ze hadden Heckler & Koch ump ’s en mp5 ’s. En ze had dringend behoefte aan een vuurwapen, voordat de bandieten kans zagen het licht in het gebouw weer aan te krijgen. Ze gleed over de vloer naar de dode man en greep zijn machinepistool en twee extra magazijnen.
Mace opende het vuur. Een van de mannen die van dichtbij op haar schoot, maakte een schokkende beweging zodra twee van haar kogels zijn hals en bovenlijf troffen. Hij wist in het wilde weg nog een paar schoten te lossen, zakte toen op de vloer en bleef daar liggen. Mace rolde meteen twee meter naar links, want het regende kogels op de plaats waar ze voor het laatst had geschoten: de bandieten mikten op de vuurflitsen die uit haar loop waren gekomen. Met een volgend salvo trof ze een van de mannen in beide knieën. Hij zakte schreeuwend in elkaar, maar bleef schieten. Haar volgende kogel trof zijn gezicht, en toen zweeg zijn ump .
Er werd nu vanaf de loopbrug geschoten. Zware kogels ketsten over de betonvloer. Mace dook weg achter een tafel met een fabrieksmachine en schoot de rest van haar magazijn leeg. Ze liet het vallen en schoof een nieuw magazijn in het wapen, terwijl de kogels waarmee haar vuur werd beantwoord overal om haar heen insloegen. Een stuk hout vloog weg van het eind van de tafel waar ze achter zat. Ze voelde dat splinters zich in haar schouder boorden en in haar wang sneden. Warm bloed liep over haar gezicht. Een volgend salvo maakte een groef in haar linkerdij, de kogels schroeiden door haar broek en maakten een zwarte tatoeage op haar huid.
Ze vuurde op de loopbrug, maar zelfs met haar bijzondere contactlenzen kon ze niet veel zien door de rook van al die schoten. De overgebleven schutters hadden ook dekking gezocht. En ze bevonden zich op een hoger punt en beschikten over superieure vuurkracht. Mace kon geen kant op. Logistiek gezien was het deprimerend simpel. Als ze geen hulp kreeg, was het alleen maar een kwestie van tijd voordat ze dood waren.
‘Mace!’
Ze keek achter zich en zag Roy naar zijn zij grijpen, zijn gezicht verwrongen van pijn. Zelfs op deze afstand en in haar wazig groene gezichtsveld kon Mace zien dat er bloed door zijn overhemd sijpelde. Mary Bard stond over hem heen gebogen. Ze haalde met haar mes uit voor de laatste steek, terwijl hij koortsachtig naar haar schopte.
‘Roy!’
De explosie wierp de beide schuifdeuren aan de voorkant minstens drie meter over de vloer naar achteren. Uit de rook kwam iets wat Mace nooit zou vergeten.
Twintig leden van het fbi -gijzelingsteam, met kogelvrije vesten en tot de tanden bewapend, doken op uit de rook. Alleen al de aanblik van die kerels was genoeg om iemand, hoezeer ook in de strijd gehard, de stuipen op het lijf te jagen. Omdat ze wist wat er ging komen, liet Mace zich meteen vallen. Ze trok proppen uit haar schoenen en stopte ze in haar oren. Even later barstten de flashbang-granaten los.
Terwijl het gijzelingsteam, dat met nachtbrillen was uitgerust, de vijandelijke posities systematisch onder vuur nam, draaide Mace zich om en rende ze naar Roy toe. Bard lag op haar zij, verdoofd door de flashbang-granaten. Er liep bloed uit haar oor. Toen ze overeind wilde komen om Roy een dodelijke messteek toe te brengen, sprong Mace op haar af en sloeg ze de vrouw keihard met de kolf van haar ump op haar slaap. Bard zakte op de vloer in elkaar.
Een minuut later werd het sein gegeven dat alles veilig was. Iemand reed een generator naar binnen en het interieur van het gebouw explodeerde van licht.
‘Een gewonde,’ riep Mace. In het donker had ze Roys overhemd opengescheurd en de stof gebruikt om een eind aan het bloeden te maken. Terwijl het ondersteunend medisch personeel, dat met elke operatie van het gijzelingsteam meeging, naar voren kwam rennen, zei Mace tegen Roy: ‘Je redt het wel.’
‘Zo voel ik me niet.’
‘Je mag niet doodgaan, Roy.’
‘Waarom niet?’
‘Ik heb sterk het gevoel dat ik een steengoede advocaat nodig heb, en jij bent de enige die ik ken.’
Hij wist een zwak glimlachje te produceren, en toen namen de ziekenbroeders het over. Een paar minuten later vertrok de helikopter met hen naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis.