2
Uit de kamer van Angus kwam de muziek van Suite in A-klein, het andante, van Telemann, dat de oren bereikte van Mungo op de bovenste verdieping, en van Lucy die zojuist was thuisgekomen uit het ziekenhuis en in de hal stond. In de kast buiten, waar bestellingen werden afgeleverd, de was en grote postpakketten en dergelijke, had ze een groot, vreemd gevormd pakket met het opschrift ‘breekbaar’, bestemd voor Mungo, aangetroffen. Lucy zette het op het haltafeltje. Het leek een soort standbeeldje te zijn en ze hoopte dat ze het niet hier beneden zouden neerzetten. Ze zou tegen Mungo zeggen dat hij het op zijn eigen kamer moest bewaren.
Mungo was de hele middag bezig geweest aan Sterns code, voornamelijk aan de hand van de nieuwste berichten die hij bij het contactpunt op Nevin Square had overgeschreven. Stern maakte zich geen zorgen. Hij moest inmiddels heel goed weten dat Hoofdbureau Londen op de hoogte was van dat punt. Om te beginnen had Philip Perch hen al enige tijd gevolgd voordat hij, Mungo, dat in Ruxeter Road in de gaten kreeg. Perch moest hebben gezien dat hij het bericht uit de hand van Lysander Douglas haalde. Daarna had hij er opnieuw een mededeling gevonden. Ze gebruikten dat punt dus nog steeds. Het was duidelijk dat het hun niet interesseerde hoe vaak Mungo hun berichten las, zoveel vertrouwen hadden ze in de onbreekbaarheid van hun code.
Elk bericht dat hij nu had en dat hij ooit had gezien van Stern, begon met een getal en eindigde met een getal of een reeks getallen. Je wist niet of het laatste één groot getal moest voorstellen of een reeks losse cijfers. Eerst kwam er een getal van één of twee cijfers, bijvoorbeeld 6 of 17, daarna een lange, ononderbroken reeks letters, dan weer een reeks cijfers. Zo had hij nu: 22 nditbhgtyibswonmwps-cswxapnugn 931, bijvoorbeeld, en de tweede boodschap: 24 wqbhtsopmhpstritvcxwtyrn 1003. Het laatste getal in het tweede bericht was hoger dan dat in het eerste, maar daar kon hij kennelijk niets mee doen. Hij probeerde de cijfers op te tellen, negen plus drie plus een is dertien, en hij ging uit van een code die gebaseerd was op een alfabet dat begon met de dertiende letter, de M. Daarna probeerde hij een code gebaseerd op een alfabet dat begon met de letter D. Ze waren geen van beide juist. En dan hield hij trouwens nog altijd die 22 en 24 over.
Het raam stond wijd open omdat het zo heet was. Hij werkte bij het raam, aangezien het weer te stil en loom was om zijn papieren weg te blazen. De muziek van Angus dreef binnen door de openstaande deur. Misschien kon hij Angus zover krijgen dat die de code uitprobeerde op de computer, maar zelfs een computer zou hem niet kunnen vertellen wat die getallen voorstelden, of wel soms? Hij zag Graham in het gezelschap van Ian en Gail Hill Street in lopen. Ze waren naar het gemeentezwembad in Fevergate geweest. Een groene bestelwagen met de naam Mogul Palace stond stil in Church Bar, beneden zijn raam. De chauffeur stapte uit en pakte een stapel ronde aluminium bakjes uit de wagen. Indiaas eten kwam bij Mungo op de tweede plaats, na Indonesische maaltijden, en hij leunde uit het raam in de hoop een vleugje van de heerlijke geur te ruiken, maar de bakjes zaten te goed dicht om iets van wat erin zat te verraden.
Toen de man van de Mogulbestelwagen door de zij-ingang verdween, liep hij naar beneden. Misschien waren de getallen bladzijden uit een boek, dacht hij, hoewel het dan wel een behoorlijk dik boek moest zijn. De bijbel? Een vleugje kip tandoori dat hem nu tegemoetkwam uit de keuken gaf hem het idee dat het zelfs de koran zou kunnen zijn. Had de koran duizenddrie bladzijden?
Het pakje op het hal tafelt je was aan hem geadresseerd. Mungo voelde eraan en wist meteen wat het was. Hij was lichtelijk geschokt en zijn hongergevoel, dat tot op dat moment allesoverheersend was geweest, nam enigszins af. Hij begon het plakband los te maken. Het laatste dat hij had verwacht was dat Draak en Basilisk het echt zouden doen - althans, Draak, mocht je wel zeggen, want hij wist precies wie de stuwende kracht hierachter was geweest. Hij was ervan overtuigd geweest dat Centrale Moskou ruim op tijd op de hoogte zou zijn gebracht en het vissertje verwijderd zou zijn voordat Charles Mabledene ten tonele verscheen. Het was natuurlijk altijd mogelijk dat Rosie dat had geprobeerd, maar er niet in was geslaagd vanwege haar ouders, die niets mochten weten. Maar op de een of andere manier geloofde Mungo dat niet echt.
Angus kwam de trap af gerend en liep de keuken in. Hij wierp Mungo een snelle blik toe, voorhoofd gefronst. Mungo zette het inmiddels uitgepakte vissertje op het gekreukte pakpapier en keek ernaar. Charles Mabledene had opdracht gekregen het te elimineren, maar waarschijnlijk vond hij dat iets te ver gaan. Hij begon te veel pretenties te krijgen. Mungo slaakte een zucht. Hij was er zo zeker van geweest dat het vissertje er niet meer zou zijn dat hij totaal niet had gedacht aan wat er zou gebeuren als het er wel stond. Dit was duidelijk stelen, en daar had hij altijd de grens getrokken. Onwillekeurig dacht hij aan wat Angus had gezegd over tranen en moeilijkheden. Maar hij zou ervoor zorgen dat dit vissende kaboutertje hem geen moeilijkheden bezorgde.
En wat Charles Mabledenes status als verrader betrof, had deze affaire alleen maar bewezen hoe achterbaks en geslepen hij was.
‘Mungo!’
‘Ik kom eraan,’ riep Mungo, maar zijn vader stond al aan de voet van de trap.
Toen Fergus zijn jongste zoon naar een pas uitgepakt gipsen beeldje zag staan kijken, zei hij zorgelijk: ‘Goh, Mungo, hoe ben je op het idee gekomen om dat te kopen? Dat moet een kapitaal hebben gekost. Zo veel geld heb je niet. En we willen dat soort dingen hier helemaal niet. Je moet het terugbrengen.’
‘Ja, pap, dat weet ik,’ zei Mungo. ‘Maak u maar niet ongerust, morgen gaat het terug.’