66
Jack Armstrong rende die avond zoals hij nooit eerder had gerend. Niet op het footballveld en zelfs niet op het slagveld, toen zijn leven afhankelijk was van pure snelheid. Hij trok zijn voeten hoog op om door golven van meer dan een meter hoog te stappen, dicht bij de rotsen waarop de vuurtoren stond. Een huizenhoge golf kwam opzetten uit het donker en gooide hem om. Hij stootte met zijn hoofd tegen een plank die door de storm op het zand was gegooid. Verdoofd krabbelde hij overeind en waadde verder. Hij zag het licht, een felle, dunne straal, maar hij kon Mikki niet zien. Koortsachtig rende hij op de lichtstraal af.
‘Mikki! Mikki!’
Er sloeg weer een golf over hem heen. Hij stond weer op en braakte zout water uit dat diep in zijn keel was terechtgekomen. Hij rende door en vocht tegen regen die zo hard door de storm werd voortgejaagd dat hij aanvoelde als het steken van een miljoen insecten.
‘Mikki!’
‘Papa!’
Het was zwak, maar Jack zag het licht naar links bewegen. En toen zag hij het: een hoofd dat in nog dieper water dobberde. Mikki werd onverbiddelijk naar zee getrokken.
‘Papa. Help me.’
Als een aanstormende neushoorn stortte Jack zich door het ergst van de storm. Een naderende golf verhief zich hoog boven hem, maar hij ontweek de meeste energie van de golf door er op het allerlaatste moment onderdoor te duiken. Hij kwam in water terecht dat tot boven zijn hoofd kwam. De normale getijdenstroom was tien keer zo hevig gemaakt door de kracht van de storm, maar Jack vocht zich erdoorheen. Hij ging onder en kwam boven en riep: ‘Mikki.’ Elke keer riep ze terug, en Jack zwom uit alle macht op het geluid van de stem af.
Bliksem en donder flitsten en bulderden boven hen. Een bliksemstraal sloeg zo dichtbij in dat de haartjes op Jacks armen en hals overeind gingen staan. Hij haalde vlug adem en ging weer onder doordat de volgende schuimende golf zich over hem heen stortte. Hij kwam boven. ‘Mikki!’
Ditmaal kwam er geen antwoord.
‘Mikki!’
Niets.
‘Michelle!’
Even later hoorde hij een zwak ‘Papa’.
Jack verdubbelde zijn inspanningen. Ze verzwakte. Het was een wonder dat ze nog leefde. Als dat stuk wrakhout van haar weg werd geslagen, zou het allemaal voorbij zijn. En toen zag hij haar. De krachtige lichtstraal bleef als een gouden koord op de tiener gericht. Mikki slaagde erin boven op de hoge golven te blijven door zich vast te klampen aan het stuk wrakhout dat ze op de een of andere manier te pakken had gekregen, maar ze zou het niet lang meer redden. Jack zwom uit alle macht. Hij vocht tegen golf na golf en vloekte toen een ervan hem uit zijn koers sloeg en hij daardoor kostbare seconden verloor. Maar hij hield voortdurend zijn blik op zijn dochter gericht.
En toch besefte hij dat ze met elke seconde die verstreek verder bij hem vandaan dreef. Het kwam door de storm, de getijdenstroom, de wind – alles. Hij zwom nog harder, maar nu was hij vijftien meter bij haar vandaan in plaats van tien. Hij haalde diep adem en dook onder water om na te gaan of hij dan sneller vooruit kon komen, maar zelfs dicht onder de oppervlakte was het pikkedonker, en de stroming was daar even sterk.
Toen hij weer boven kwam, kon hij haar niet zien. Hij vervloekte zichzelf omdat hij zijn blik van zijn dochter had weggenomen. Zijn ledematen en longen voelden loodzwaar aan. Jack keek naar de kust en toen naar de woedende hemel. Hij werd nu ook naar zee getrokken. En hij wist niet of hij de kracht had om weer aan land te komen. Het deed er niet toe.
Ik ga niet terug zonder haar.
Jack was aan het watertrappelen. Hij keek in alle richtingen, en intussen beukte de storm met al zijn gewicht tegen de kust van South Carolina.
Hij beefde van woede en angst en... verlies.
Het spijt me, Lizzie. Het spijt me zo.
Als ik nu eens ophoud met zwemmen? Als ik nu eens gewoon ophoud?
Dan zou hij naar de bodem zinken. Hij keek naar de kust. Hij kon de lichten zien. Daar was zijn gezin – wat ervan over was. Bonnie zou de jongens opvoeden. Mikki en hij zouden naar Lizzie toe gaan.
Hij keek weer naar de lucht. Toen er een bliksemschicht omlaag flitste, dacht hij dat hij Lizzies gezicht kon zien, haar hand die naar hem reikte, die naar hem wenkte. Hij kon nu gewoon ophouden met zwemmen. Op dit moment.
‘Papa!’
Jack draaide zich om in het water.
Mikki was amper zeven meter bij hem vandaan. Ditmaal had de beweging van het water hem naar haar toe gevoerd.
Jack vond een restje kracht waarvan hij niet had geweten dat hij het nog had en vloog door het water. De oceaan duwde terug, gooide muur na muur van schuimend zeewater op om hem bij haar vandaan te houden. Hij zwom harder en harder. Zijn armen maaiden door het water en hij vocht tegen elke tegenaanval van de storm.
Een meter. Een halve meter. Tien centimeter. Al Jacks spieren schreeuwden van uitputting, maar hij vocht door de pijn heen.
‘Papa!’ Ze stak haar hand naar hem uit.
‘Mikki!’
Hij stuwde zich zo heftig naar voren dat hij bijna helemaal uit het water kwam. Zijn hand sloot zich als een bankschroef om haar pols, en hij trok zijn dochter naar zich toe.
Ze omhelsde hem. ‘Het spijt me, papa. Het spijt me zo.’
‘Het geeft niet, meisje. Ik heb je. Ga op je rug liggen.’
Ze deed het, en hij legde zijn armen onder haar en gebruikte zijn benen om hen naar het land te stuwen.
Nu hoef ik ons alleen maar terug te brengen, dacht Jack.
Er was wel een probleem. Telkens wanneer Jack probeerde mee te liften met een golf die naar het strand rolde, trok de onderstroom hem terug voordat hij grond onder zijn voeten kon krijgen. Toen duwde een gigantische golf hen beiden onder water. Jack bracht hen weer boven, hoestend en half gestikt. Jack was erg sterk, en toen hij militair was, had hij kilometers gezwommen onder allerlei verschrikkelijke omstandigheden. Maar nooit midden in wat nu waarschijnlijk een orkaan was, terwijl zich ook nog eens iemand aan hem vastklampte. Hij slingerde heen en weer en wist dat hij het niet veel langer kon uithouden. Misschien zou hij in zijn eentje de kust kunnen bereiken, maar hij was bereid samen met zijn dochter te sterven.
‘Jack!’
Hij keek naar het strand. Daar stonden Liam en Sammy met een lang eind touw. Ze riepen naar hem. Aan het eind van het touw was een rode reddingsboei gebonden. Hij bewoog zijn hoofd op en neer om te laten blijken dat hij het begreep. Sammy rolde het touw op en wierp het uit. Het kwam lang niet ver genoeg. Hij trok het terug en probeerde het opnieuw. Nu kwam het dichterbij, maar nog steeds niet dichtbij genoeg.
‘Sammy,’ riep hij. ‘Wacht tot de golven ons naar het strand voeren en gooi dan het touw.’
Sammy knikte, wachtte op het juiste moment en gooide het touw. Nu scheelde het amper een meter. Nog een keer. Jack deed een uitval naar de boei en kreeg hem te pakken. Maar toen stortte zich een monstergolf over hem heen en werd Mikki bij hem vandaan gerukt.
Hij kreeg een mondvol water binnen en spuwde het uit. Toen hij omlaag keek, zag hij Mikki langs hem glijden, bij de kust vandaan, naar zee toe. Alles bewoog in slow motion en voltrok zich in milli-seconden.
‘Nee!’ riep Jack.
Hij liet zijn hand naar beneden schieten en greep het haar van zijn dochter vast voordat ze hem voorbij was en voorgoed verdween. Sammy en Liam trokken uit alle macht aan het touw. Langzaam werden vader en dochter naar de wal getrokken.
Zodra hij grond onder zijn voeten had, droeg Jack zijn dochter bij de beukende golven vandaan. Zijn dochter bewoog niet meer en had haar ogen dicht.
Toen Jack zich bukte, zag hij dat Mikki ook niet ademhaalde. Hij begon meteen met mond-op-mondbeademing. Hij kneep in Mikki’s neus en blies lucht in haar longen. Hij keerde haar om en duwde tegen haar rug om haar longen te laten uitzetten, het water eruit te stuwen.
Sammy belde de nooddiensten, terwijl Jack koortsachtig met zijn dochter bezig bleef.
Even later ging Jack rechtop zitten, moeizaam ademhalend. Hij keek naar Mikki. Ze bewoog niet; in plaats daarvan was haar huid blauw geworden. Zijn dochter was dood.
Hij had haar verloren. Hij had gefaald.
Een bliksemschicht flitste door de nachtelijke hemel, en Jack keek op, misschien naar die ene plek die zijn vrouw al die jaren geleden had geprobeerd te vinden. Met een snik riep hij uit: ‘Help me, Lizzie, help me. Alsjeblieft.’
Hij keek omlaag. Er waren geen wonderen meer. Het enige wonder dat hij ooit voor zichzelf zou hebben, had hij verbruikt.
Liam knielde bij Mikki neer; de tranen liepen over zijn gezicht. Hij raakte Mikki’s haar aan, liet toen zijn gezicht in zijn handen zakken en snikte.
Plotseling voelde Jack een kracht in zijn nek. Eerst dacht hij dat Sammy hem probeerde weg te trekken van zijn dode kind. Maar de kracht trok niet. Hij werd naar haar toe geduwd. Jack bukte zich, haalde enorm diep adem, hield de lucht binnen, legde zijn mond over die van Mikki en blies met alle kracht die hij nog in zijn lichaam had.
Toen de lucht uit hem wegviel en in Mikki stroomde, hield al het andere voor Jack op en was de storm verdwenen. Het was zoals hij zich had voorgesteld dat sterven zou zijn. Stil, vredig, geïsoleerd, alleen. Toen die lucht uit hem weg stroomde, vlogen de gebeurtenissen van het afgelopen jaar ook door zijn hoofd.
En nu dit. Mikki. Dood.
Jack voelde dat hij wegzweefde, alsof hij zich over kalm water bewoog, voortgestuwd naar een andere plaats, hij had geen idee waarheen. Maar hij was alleen. Lizzie was weg, en Mikki nu ook. Hij wilde niet meer leven. Het deed er niet meer toe. Er was vrede. Maar er was niets anders, want hij was alleen.
Het water dat in zijn gezicht sloeg, bracht hem bij zijn positieven. De gedachten aan het verleden trokken zich terug, en hij was weer in het heden. Het regende nog steeds. Maar dat had hem niet getroffen.
Hij keek omlaag. Er ging weer een rilling door Mikki heen en ze hoestte water op dat diep in haar longen had gezeten. Haar ogen gingen open, fladderden, gingen weer open en bleven open. Haar pupillen werden helder, en ze zag haar vader boven zich. Mikki stak haar armen uit en greep de hals van haar vader stevig vast.
‘Papa?’ zei ze met een klein stemmetje.
Jack liet zich zakken en hield haar vast. ‘Ik ben er, meisje. Ik ben er.’