31

Later die avond, toen de kinderen sliepen, nam Jack een zaklantaarn en liep naar de vuurtoren. Hij maakte de deur open en scheen om zich heen. Hij had de kisten langs de muren al doorgekeken, maar nu liep hij voorzichtig de gammele trap op. Hij testte elke trede uit voordat hij erop ging staan.

Hij hoorde ritselende pootjes en richtte zijn zaklantaarn nog net op tijd op het geluid om een muis langs zijn voet te zien rennen. Hij liep door; de oude houten trap kraakte onder zijn gewicht. Ten slotte kwam hij op het platform bovenin, recht onder de deur die naar de ruimte leidde waar het lichtmechanisme zich bevond.

Toen Jack om zich heen scheen, zag hij dingen in de duisternis; de beelden vlogen voorbij als een zwart-witfilm uit een oude projector. Hij bleef even staan en liep er toen naartoe. Het was een oude matras. Hij knielde neer en raakte hem aan. Er zat een oude pop op de matras met haar rug tegen de muur van de vuurtoren. Jack reikte omlaag en pakte de pop op. Het haar van de pop was vuil en schimmelig, en het gezichtje was bevlekt met vuil en water. Evengoed keek Jack ernaar alsof de pop een goudstaaf was. Hij wíst dat het Lizzies pop was geweest. Hij had haar met die pop in haar armen gezien op een oude foto van haar als kind.

Hij stond op en scheen nog wat om zich heen. Zijn lichtbundel bleef rusten op een tekening die op de muur was gemaakt met een zwarte markeerstift. Het was een klein meisje met vlechtjes en een gigantische glimlach. Onder de tekening stond de naam ‘Lizzie’. Naast de tekening van het meisje stond er een van de vuurtoren met de straal aan. Daarboven stond het woord ‘hemel’. Jack zag dat de vuurtorenstraal was verlengd om het woord te omvatten.

Hij wilde net verdergaan toen zijn licht op iets anders viel. Hij knielde neer en hield de zaklantaarn dicht bij de muur. De tekening was voor een deel weggeveegd, maar Jack kon nog zien wat het was. Het was een tweede tekening van een klein meisje met vlechtjes. Eerst dacht Jack dat het een tweede portret van Lizzie was, maar toen keek hij wat beter naar de vaag geworden afbeelding en zag hij dat er een groot verschil was. Het kleine meisje op de tekening lachte niet. Haar mondhoeken wezen omlaag.

‘Geen blij meisje,’ fluisterde Jack. Hij keek nog lager en kwam dichterbij om te lezen wat op de muur geschreven was. Drie letters: ‘T-i-l.’

Dat moest Tillie zijn, Lizzies tweelingzusje dat aan meningitis was gestorven. Jack ging op zijn hurken zitten en keek naar de tekening in zijn geheel. De overige letters waren zo vaag geworden dat ze niet meer te lezen waren.

De lichtstraal van de vuurtoren was ook op deze tekening verlengd, maar strekte zich niet zo ver uit dat hij de afbeelding van Tillie omvatte. Ze bleef in het donker.

‘Je hebt de hemel nooit gevonden, Lizzie. En je hebt Tillie nooit gevonden.’

Jack voelde de tranen in zijn ogen, en plotseling konden zijn longen niet genoeg lucht krijgen.

Met de pop onder zijn arm duwde hij de deur open naar het looppad dat aan de buitenkant om de bovenkant van de vuurtoren heen leidde. Jack keek op naar de donkere hemel. De hemel wás ergens daarboven. En Tillie natuurlijk ook.

En nu Lizzie ook.

Hij hield zijn hand omhoog en zwaaide naar haar. Toen voelde hij zich een beetje belachelijk en liet hij zijn hand zakken, maar hij bleef naar boven kijken. Op dat moment leek zijn vrouw zo dicht bij hem. Hij deed zijn ogen dicht en stelde zich haar gezicht voor. Het kon echt niet meer dan zes maanden geleden zijn dat hij haar stem en haar lach had gehoord, haar huid had gevoeld en haar had zien glimlachen.

Het kan onmogelijk zo lang geleden zijn, Lizzie.

Hij stak zijn hand weer omhoog. Zijn vinger dekte een ster af die waarschijnlijk een biljoen lichtjaren bij hem vandaan was en zo groot was als de zon. Maar zijn vinger dekte hem helemaal af. Hoe dichtbij moest Lizzie wel niet zijn als hij met zijn vinger een hele ster kon afdekken.

De hemel moet hier dicht boven zijn.

Hij legde de pop voorzichtig neer en haalde de envelop uit zijn zak. Op de buitenkant stond het cijfer 3. Het was de brief van
20 december. Hij wist al wat erin stond. Hij kende alle brieven uit zijn hoofd. Maar als Lizzie ze niet kon lezen, zou hij het voor haar doen.

 

Lieve Lizzie,

 

Over vijf dagen is het Kerstmis en dat is een goede tijd om over het leven na te denken. Dit zal moeilijk worden. Moeilijk voor mij om het te schrijven en moeilijk voor jou om het te lezen, maar het moet worden gezegd. Je bent jong en hebt nog vele jaren voor de boeg. Cory en Jackie zullen nog vele jaren bij je zijn. En zelfs voor Mikki zal het goed zijn. Ik heb het erover dat je iemand anders zult vinden, Lizzie.

Ik weet dat je dat in het begin niet zult willen. Je zult je zelfs schuldig voelen als je aan een andere man in je leven denkt, maar Lizzie, het moet zo gaan. Ik kan niet toestaan dat je de rest van je leven alleen blijft. Dat is niet eerlijk voor jou, en het heeft niets te maken met de liefde die wij voor elkaar hebben. Daar zal het helemaal geen verandering in brengen. Dat kan niet. Onze liefde is te sterk. Die zal eeuwig blijven bestaan. Maar er zijn veel soorten liefde, en mensen zijn in staat om van veel verschillende mensen te houden. Je bent een geweldig mens, Lizzie, en je kunt het leven van iemand anders geweldig maken. Liefde moet worden gedeeld, niet verborgen, niet angstvallig opgepot.

 

Jack zweeg even. Eén enkele traan plofte op het papier.

 

En je hebt veel liefde te geven. Dat betekent niet dat je minder van mij houdt. En ik zou beslist nooit nog meer van je kunnen houden dan ik al doe. Maar in je hart zul je ook liefde voor iemand anders vinden. Je zult hem gelukkig maken en hij zal jou gelukkig maken. En vooral Jackie zal een vader hebben die hem helpt op te groeien tot een goede man. Onze zoon verdient dat. Geloof me, Lizzie, als het anders zou kunnen zijn, zou ik daarvoor zorgen. Maar je moet het leven nemen zoals het is. En ik doe daarvoor mijn best. Ik hou te veel van je om genoegen te kunnen nemen met iets minder dan je volledige en totale geluk.

 

Veel liefs,

Jack

 

Jack stopte de brief in de envelop en deed hem weer in zijn zak. Hij pakte de pop op en keek een hele tijd uit over de zee. Ten slotte liep hij de trap weer af, de vochtige avondlucht in. Hij keek op naar de vuurtoren.

Lizzies Vuurtoren.

Hij liep naar het huis terug, zijn hart vol gedachten aan wat had kunnen zijn.

 

Die Zomer
titlepage.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_000.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_001.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_002.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_003.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_004.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_005.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_006.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_007.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_008.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_009.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_010.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_011.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_012.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_013.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_014.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_015.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_016.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_017.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_018.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_019.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_020.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_021.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_022.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_023.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_024.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_025.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_026.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_027.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_028.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_029.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_030.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_031.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_032.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_033.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_034.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_035.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_036.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_037.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_038.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_039.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_040.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_041.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_042.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_043.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_044.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_045.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_046.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_047.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_048.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_049.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_050.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_051.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_052.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_053.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_054.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_055.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_056.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_057.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_058.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_059.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_060.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_061.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_062.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_063.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_064.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_065.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_066.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_067.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_068.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_069.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_070.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_071.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_072.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_073.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_074.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_075.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_076.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_077.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_078.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_079.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_080.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_081.xhtml
Die_zomer_Baldacci-ebook_split_082.xhtml