Deel 65
65
Dalton keek op en zag Hildemara zijn kantoor binnenschrijden.
Ze droeg een onthullende jurk van goudkleurig satijn met een witte
bies, alsof er iemand geïnteresseerd zou zijn in wat zij te
onthullen had.
Hij stond op achter zijn nieuwe, grote bureau, het soort
waarvan hij nooit had gedacht dat hij zou bezitten.
`Hildemara. Wat leuk dat je even langskomt.'
Ze glimlachte en tuurde naar hem als een hond die een
smakelijk bot ontwaart. Ze wandelde rond zijn bureau om dicht bij
hem te kunnen staan, met haar achterste tegen de rand van het
bureau geleund, zodat ze hem vertrouwelijk kon aankijken.
`Dalton, je ziet er fantastisch uit in dat pak. Nieuw? Vast
wel,' zei ze terwijl ze een vinger langs de geborduurde mouw
haalde. le ziet er ook fantastisch uit in dit kantoor. Beter dan
mijn waardeloze echtgenoot er ooit heeft uitgezien. Jij verleent
er... klasse aan.'
`Dank je, Hildemara Ik moet zeggen dat je er zelf ook
schitterend uitziet.'
Haar glimlach werd breder; van oprecht plezier of van spot,
dat wist hij niet precies. Ze had haar bewondering voor hem sinds
de oude Soeverein was overleden niet onder stoelen of banken
gestoken. Aan de andere kant kende hij haar goed genoeg om zich
niet door haar in slaap te laten sussen en haar nooit zijn rug toe
te draaien, bij wijze van spreken. Hij wist niet of ze hartelijk en
vriendelijk was, of dat ze de bijl van een beul achter haar rug
verborg. Hoe dan ook, hij was op zijn hoede. `De stemmen die in de
stad zijn uitgebracht, zijn geteld en de andere beginnen binnen te
komen met de terugkerende soldaten.'
Nu dacht hij de reden voor haar glimlach te kennen en te weten
wat het resultaat van de stemming was. Maar dat soort dingen kon je
nooit zeker weten.
`En hoe reageren de goede mensen van Anderith op de
uitnodiging van Meester Rahl om zich bij hem aan te
sluiten?'
`Ik ben bang dat Meester Rahl niet tegen jou opgewassen is,
Dalton.' Er begon een aarzelende glimlach door te breken op zijn
gezicht. 'Nee? Hoe overtuigend is het? Als we geen klinkende zege
behalen, vindt Meester Rahl misschien dat hij reden heeft om druk
uit te oefenen.'
Ze haalde plagend haar schouders op. `De mensen uit de stad
geloven Meester Rahl natuurlijk niet zo gemakkelijk. Zeven van de
tien hebben hem een x gegeven.'
Dalton boog zijn hoofd naar achteren, sloot zijn ogen en
slaakte een zucht van verlichting.
`Dank je, Hildemara,' zei hij met een grijns. 'En de
rest?'
`Begint net binnen te komen. Het zal even duren voordat alle
soldaten terug zijn...'
`Maar tot nu toe. Hoe gaat het tot nu toe?'
Ze haalde langzaam een vinger over het bureaublad.
'Verrassend.' Dat bracht hem in verwarring. 'Verrassend.
Hoezo?'
Ze keek met een stralende glimlach naar hem op. 'Het slechtste
resultaat voor ons is dat slechts drie van de vier stemmen voor ons
zijn. In sommige plaatsen zijn er zelfs acht of negen van de tien
die Meester Rahl een x geven.'
Dalton legde een hand op zijn borst en zuchtte nogmaals van
opluchting. 'Ik dacht het wel, maar je kunt het nooit zeker weten
met dat soort dingen.'
`Eenvoudig verbazingwekkend, Dalton. Je bent een wonder.' Ze
draaide haar handpalmen naar boven. 'En je hoefde niet eens te
frauderen. Stel je voor.'
Dalton balde twee vuisten van opwinding. 'Dank je, Hildemara.
Bedankt dat je me het nieuws bent komen vertellen. Als je me wilt
verontschuldigen, ga ik het meteen aan Teresa vertellen. Ik heb het
zo druk gehad dat ik haar de laatste weken nauwelijks heb gezien.
Ze zal zo blij zijn om het nieuws te horen.'
Hij wilde weglopen, maar Hildemara legde een vinger op zijn
borst om hem tegen te houden. Haar glimlach had weer die dodelijke
scherpte. `Ik denk dat Teresa het al weet.'
Dalton fronste. Wie zou het haar hebben verteld voordat ik het
wist?' `Bertrand heeft het haar vast wel verteld.'
`Bertrand? Waarom zou hij Teresa zulk nieuws vertellen?'
Hildemara meesmuilde. 'Ach, je weet hoe Bertrand praat als hij
tussen de benen ligt van een vrouw die hij opwindend vindt.'
Dalton verstijfde. Er gingen alarmbellen rinkelen in zijn
hoofd bij de herinnering aan alle keren dat hij Teresa alleen had
gelaten sinds Bertrand tot Soeverein was benoemd en de
herinnering aan hoe geïmponeerd Teresa was door het ambt van
Soeverein. Hij herinnerde zich hoe ze de hele nacht had gebeden
nadat ze de oude Soeverein had ontmoet. Hij herinnerde zich haar
ontzag toen Bertrand Soeverein werd.
Hij dwong zichzelf op te houden met dat gespeculeer. Zulke
speculatie was een verraderlijke vijand die je van binnen uit kon
opvreten. Hildemara, die wist hoe druk hij het had gehad, wilde hem
waarschijnlijk alleen maar laten schrikken of problemen
veroorzaken. Dat zou typisch iets voor haar zijn.
`Dat is niet grappig, Hildemara.'
Ze zette één hand op het bureau, boog zich naar hem over en
ging met een vinger van de andere hand langs zijn kaak. `Zo is het
ook niet bedoeld.'
Dalton zweeg en probeerde zorgvuldig geen verkeerde zet te
doen voordat hij wist wat er werkelijk aan de hand was. Dit zou nog
steeds een dom trucje van haar kunnen zijn, alleen om hem kwaad te
maken op Tess, met de gedachte dat dat hem op de een of andere
manier in háár armen zou drijven, of het zou niets meer kunnen zijn
dan een nieuwtje dat ze verkeerd had begrepen. Maar hij wist dat
het niet waarschijnlijk was dat Hildemara dat soort nieuws verkeerd
begreep. Ze had haar eigen bronnen en die waren net zo betrouwbaar
als die van Dalton.
`Hildemara, ik vind niet dat je lasterlijke geruchten moet
herhalen.' `Het is geen gerucht, mijn beste Dalton. Een feit. Ik
heb je goede vrouw uit zijn kamer zien komen.'
le kent Teresa, ze bidt graag...'
`Ik heb Bertrand over haar horen opscheppen tegen
Stein.'
Dalton deinsde bijna achteruit. 'Wat?'
De grijns verbreedde zich in dodelijke perfectie.
`Volgens wat Bertrand Stein vertelde, is ze nogal een
ongeremde minnares en vindt ze het leuk om een heel stout meisje te
zijn in zijn bed.' Dalton voelde het bloed in een hete golf naar
zijn gezicht stromen. Hij overwoog Hildemara ter plekke om te
brengen. Terwijl zijn vinger het gevest van zijn zwaard aanraakte,
overwoog hij het serieus. Uiteindelijk beheerste hij zich, hoewel
hij zijn knieën voelde knikken.
`Ik vond gewoon dat je het moest weten, Dalton,' vervolgde ze.
'Ik vond het nogal droevig: mijn man neukt jouw vrouw en jij weet
daar niets van. Het zou... gênant kunnen zijn. Je zou jezelf
onbedoeld in verlegenheid kunnen brengen doordat je het niet
wist.'
`Waarom, Hildemara?' bracht hij met moeite uit. 'Waarom
schenkt dit je zoveel bevrediging?'
Eindelijk bloeide haar glimlach op tot waar plezier. 'Omdat ik
altijd een hekel heb gehad aan jouw zelfvoldane superioriteit
over je geloften van trouw, de manier waarop je op anderen
neerkeek en dacht dat jij en je vrouw beter waren dan de rest van
ons.'
Met pure wilskracht beheerste Dalton zich. In tijden van
beproevingen of nood was hij altijd in staat om analytisch te
denken om de beste oplossing te vinden voor de situatie waarmee hij
werd geconfronteerd. Met genadeloze beslistheid deed hij dat nu
ook.
`Dank je voor de informatie, Hildemara. Het had inderdaad
vervelend kunnen zijn.'
`Doe me een plezier en ga hier nu niet over zitten somberen,
Dalton. Je hebt reden om zeer tevreden te zijn. We hebben het hier
over de Soeverein. Het is per slot van rekening voor elke man een
eer om zijn vrouw beschikbaar te stellen aan iemand zo eerwaardig
en verheven als de Soeverein van Anderith. Je zult alleen maar
geliefder en gerespecteerder zijn omdat je vrouw de Soeverein
afleiding biedt van de spanningen van zijn hoge ambt.
Dat zou jij toch moeten weten, Dalton. Per slot van rekening
heb jij de man gemaakt tot wat hij is: de raadsman van de Schepper
in deze wereld. Je vrouw is gewoon een trouwe onderdaan.' Ze
gniffelde. 'Zeer trouw, te oordelen naar wat ik heb gehoord. Er
zullen niet veel vrouwen zijn die haar evenaren.'
Ze boog zich dicht naar hem toe en gaf een kus op zijn oor.
'Maar ik zou het graag proberen, Dalton, schat.' Ze keek hem aan
terwijl ze zich oprichtte. 'Ik ben altijd gefascineerd geweest door
jou. Jij bent de sluwste, gevaarlijkste man die ik ooit heb
ontmoet, en ik heb een paar fraaie exemplaren ontmoet.'
Ze draaide zich om in de deuropening. 'Als je hebt geleerd het
te aanvaarden, zul je merken dat het niet belangrijk is, Dalton. Je
zult het zien. En zal ik dan, zoals je eens hebt gesuggereerd, de
eerste zijn naar wie je toekomt nu je gelofte verbroken is? Vergeet
niet dat je dat hebt beloofd.' Dalton bleef alleen achter in zijn
kantoor, koortsachtig nadenkend over wat hem te doen stond.
Kahlan legde haar armen op zijn schouders en boog zich naar
hem over, met haar wang tegen zijn oor. Dat voelde warm en
troostend, al leidde het hem af. Ze kuste zijn slaap.
`Hoe gaat het?'
Richard rekte zich geeuwend uit. Waar moest hij beginnen? `Er
was een steekje los aan deze man.'
`Hoe bedoel je?'
`Ik moet nog veel vertalen, maar ik begin een beeld te krijgen
van wat er is gebeurd.' Richard wreef zich in zijn ogen. `De
man wordt hierheen gestuurd om de akkoorden uit te bannen. Hij
onderzoekt het probleem nauwkeurig en ziet er een eenvoudige
oplossing voor. De tovenaars in de Burcht vonden die geniaal en
vertelden hem dat.'
`Daar was hij vast trots op,' zei ze, duidelijk het tegendeel
bedoelend. Hij begreep haar sardonische toon en deelde haar
gevoelens. 'Je hebt gelijk, dat was Joseph Ander inderdaad niet.
Hij zegt het hier niet, maar uit wat ik eerder heb gelezen, heb ik
opgemaakt hoe hij denkt. Joseph Ander zou niet trots zijn geweest
op zichzelf omdat hij het doorhad, maar neerkijken op degenen die
dat niet deden.'
`Dus,' zei ze, 'hij had de oplossing. En toen?'
`Ze droegen hem op de zaak onmiddellijk af te handelen.
Blijkbaar hadden ze vergelijkbare problemen met de akkoorden als
wij hebben, en wilden ze ogenblikkelijk een einde aan de dreiging
maken. Hij klaagde dat als ze zo verstandig waren geweest hem te
sturen om ermee af te rekenen, ze hem niet steeds moesten vertellen
wat hij moest doen.'
`Geen goede manier om zijn superieuren in de Burcht te
behandelen.' `Ze smeekten hem om de akkoorden tegen te houden omdat
er mensen stierven. Blijkbaar kenden ze hem goed genoeg om te
beseffen dat ze de man beter niet konden bedreigen, in elk geval
niet zolang er nog een oorlog was om zich zorgen over te maken. Dus
vertelden ze hem dat hij naar eigen inzicht moest handelen, maar
vroegen of hij alsjeblieft wilde opschieten en de zaak oplossen,
zodat de mensen geen gevaar meer liepen.
Met deze boodschap was hij veel tevredener, maar hij gebruikte
hem als stok om de tovenaars in de Burcht de les te gaan
lezen.'
`Waarover?'
Richard haalde zijn vingers door zijn haar. Het viel niet mee
onder woorden te brengen wat Joseph Ander voor een man was
geweest.
`Er valt nog veel te vertalen. Het gaat maar langzaam. Maar ik
denk niet dat dit boek ons zal vertellen hoe we de akkoorden moeten
uitbannen. Zo dacht Joseph Ander gewoon niet... om dat op te
schrijven.'
Kahlan ging rechtop staan en draaide zich om, met haar rug
naar de tafel, zodat ze hem aan kon kijken.
Ze sloeg haar armen over elkaar. 'Hoor eens, Richard, ik ken
je langer dan vandaag. Wat verzwijg je voor me?'
Richard ging staan en draaide haar de rug toe terwijl hij zijn
vingers tegen zijn slaap drukte.
`Richard, vertrouw je me niet?'
Hij keerde zich naar haar terug. Hij pakte haar hand. 'Nee,
nee, dat is het niet. Het is gewoon... gewoon dat ik bij sommige
dingen die hij zegt niet weet waar de waarheid verdwijnt en de
waanzin van Joseph Ander begint. Dit gaat verder dan alles wat ik
ooit heb gehoord, geleerd of geloofd over magie.'
Nu keek ze ongerust. Hij vermoedde dat hij haar in zekere zin
ten onrechte angst aanjoeg. Aan de andere kant joeg het hemzelf
veel meer angst aan dan het haar zou kunnen doen.
`Joseph Ander,' begon hij, 'dacht dat hij gewoon beter was dan
de andere tovenaars.'
`Dat wisten we al.'
`Ja, maar misschien had hij gelijk.'
`Wat?'
`Soms schuilt er genialiteit in waanzin. Kahlan, ik weet niet
waar ik de grens moet trekken. Aan de ene kant is het een beperking
om niets van magie te weten, maar aan de andere kant betekent het
dat ik niet behept ben met vooroordelen, zoals de tovenaars in de.
Burcht, dus kan ik misschien de waarheid in zijn woorden herkennen
waar zij dat niet deden. Zie je, Joseph Ander zag magie niet zozeer
als een reeks vereisten, je weet wel, een snufje van dit, dat woord
driemaal zeggen terwijl je ronddraait op je linkervoet, dat soort
dingen.
Hij zag magie als een vorm van kunst, een
expressiemiddel.'
Kahlan fronste. 'Ik kan het niet volgen. Ofwel je voert een
bezwering op de juiste manier uit om haar te doen werken, ofwel ze
werkt niet. Zoals ik mijn kracht oproep met een aanraking. Zoals we
de akkoorden hebben opgeroepen door specifieke eisen van de magie
te vervullen, waardoor die werd geactiveerd.'
Hij wist dat ze, met haar magische vermogens, haar achtergrond
en wat ze had geleerd over magie, hetzelfde probleem zou hebben als
de andere tovenaars hadden gehad. Richard voelde een vleugje van de
frustratie die Joseph Ander gevoeld moest hebben. Ook daarin
begreep hij de man nu veel beter, begreep hij een klein beetje van
de frustratie als mensen je vertelden hoe iets in elkaar zat
terwijl je het zelf beter wist, maar je hun het abstracte concept
van het grotere geheel voor hun neus niet aan het verstand kon
brengen.
Net als Joseph Ander wilde ook Richard het opnieuw
proberen.
`Ja, dat weet ik, en ik zeg niet dat dat niet werkt, maar hij
geloofde dat er meer was. Dat magie naar een hoger plan kon worden
getild, naar een niveau boven dat wat de meeste mensen met de gave
gebruikten.' Nu fronste ze echt. 'Richard, dat is waanzin.'
`Nee, dat denk ik niet.' Hij pakte het reisboekje op.
`Dit is een antwoord op iets dat ze vroegen en dat hier niets
mee te maken heeft, maar je moet het horen om te begrijpen hoe
Joseph Ander dacht.'
Hij las haar de essentie van de vertaling voor.
"Een tovenaar die niet waarlijk kan vernietigen, kan niet
waarlijk creëren." ' Richard tikte tegen het boekje. 'Hij had het
hier over een tovenaar zoals de mensen die nu de gave hebben, een
tovenaar met alleen de Additieve kant, zoals Zedd. Ander beschouwde
iemand die niet beide zijden van de magie had, niet eens als iemand
met de gave. Zo'n man vond hij alleen iemand met een afwijking, een
hopeloze tekortkoming.' Richard keek weer in het reisboekje en las
verder.
"'Een tovenaar moet zichzelf kennen, anders loopt hij het
risico slechte magie te bedrijven die zijn eigen vrije wil
schaadt." Dan heeft hij het over de creatieve aspecten van de
magie, die de structuur ervan overstijgen. "Magie intensiveert en
concentreert gevoelens, en versterkt niet alleen zaken als vreugde
maar ook destructieve gevoelens; die kunnen dan obsessies worden,
en ondraaglijk als ze niet worden geuit." '
`Het klinkt alsof hij destructief gedrag probeert te
rechtvaardigen,' zei ze.
`Ik geloof het niet. Ik denk dat hij iets belangrijks op het
spoor is, een hoger evenwicht, als het ware.'
Kahlan schudde haar hoofd; ze zag duidelijk niet wat hij
bedoelde, maar hij kon geen manier bedenken om het haar uit te
leggen, dus las hij verder. `Dit is belangrijk. "Fantasie maakt een
tovenaar groot, want als hij die heeft, is hij in staat om de
beperkingen van de traditie te overstijgen en buiten de nu
bestaande structuur te treden naar het hogere rijk waarin het
weefsel van de magie wordt gecreëerd." '
`Is dat waar je het over had? Dat hij het beschouwde als
een... een vorm van kunst? Een expressiemiddel? Alsof hij de
Schepper Zelf is, die een lap magie weeft uit het niets?'
`Precies. Maar luister hier eens naar. Dit zou weleens het
belangrijkste kunnen zijn dat Joseph Ander te zeggen heeft, denk
ik. Toen de akkoorden geen probleem meer waren, vroegen de andere
tovenaars voorzichtig wat hij had gedaan. Je kunt de ongerustheid
bijna lezen in hun woorden. Dit is zijn bondige antwoord op hun
vraag wat hij met de akkoorden had gedaan.
"Een Gratie kan ontstaan gehoorzamend aan een inventieve
bezwering."'
Kahlan wreef over haar armen, duidelijk verontrust door het
antwoord. `Goede geesten, wat betekent dat?'
Richard boog zich dichter naar haar toe. 'Ik denk dat het
betekent dat hij iets heeft verzonnen, een nieuwe magie, buiten de
parameters van de oorspronkelijke tovenarij die de akkoorden naar
deze wereld heeft gebracht. Magie die was toegesneden op de
situatie en op hemzelf.
Met andere woorden, Joseph Ander is creatief geworden.'
Kahlans groene ogen keken om zich heen. Hij wist dat ze
nadacht over de diepte van de waanzin waarmee ze van doen hadden.
Dit was de krankzinnige aan wie ze uiteindelijk de akkoorden te
danken hadden.
`De wereld valt uiteen,' fluisterde ze bij zichzelf, 'en jij
praat over Joseph Ander die magie gebruikte als vorm van
kunst?'
`Ik vertel je alleen wat de man heeft gezegd.' Richard
bladerde naar de laatste pagina. 'Ik heb een stuk overgeslagen. Ik
wilde zien wat het laatste was dat hij de tovenaars heeft
geschreven.'
Richard bestudeerde de D'Haraanse woorden weer om zeker te
zijn van de vertaling, en las Joseph Anders woorden toen
voor.
"`Uiteindelijk heb ik de conclusie getrokken dat ik zowel de
Schepper als de Wachter moet verwerpen. In plaats daarvan creëer ik
mijn eigen oplossing, mijn eigen wedergeboorte en dood, en zal
daarmee mijn volk voorgoed beschermen. Vaarwel dus, want ik zal
mijn ziel in troebel water laten rusten en zo voor altijd waken
over dat wat ik zo zorgvuldig heb gewrocht en wat nu beschermd en
intact is." '
Richard keek op. 'Snap je? Begrijp je het?' Hij zag dat dat
niet het geval was. 'Kahlan, ik denk niet dat hij de akkoorden
heeft uitgebannen, zoals de bedoeling was. Ik denk dat hij ze heeft
gebruikt voor zijn eigen plannen.'
Ze trok rimpels in haar neus. 'Gebruikt? Waar kun je de
akkoorden voor gebruiken?'
`Voor de Dominie Dirtch.'
`Wat!' Ze kneep met duim en wijsvinger in haar neuswortel.
'Maar hoe is het dan mogelijk dat wij zulke duidelijke, nauw
omschreven, strikte voorschriften hebben gevolgd en ze daarmee
onbedoeld hebben opgeroepen? Een dergelijke structuur is precies
waar Joseph Ander volgens jou vond dat hij boven stond.'
Richard had precies dat argument verwacht. 'Dat is het
evenwicht. Zie je het niet? Magie moet in evenwicht worden
gehouden. Om iets creatiefs te doen, moest hij dat in evenwicht
brengen met iets dat niet creatief was, een zeer strikte formule.
Dat die zo strikt is in de eisen waaraan moet worden voldaan om de
akkoorden te bevrijden, is op zichzelf al een bewijs van de
creativiteit van wat hij heeft gedaan.'
Hij kende haar goed genoeg om te weten dat ze het niet met hem
eens was, maar niet in de stemming was om te redetwisten. Ze zei
alleen: 'En hoe moeten we de akkoorden nu uitbannen?'
Richard schudde zijn hoofd ten teken dat hij in dat opzicht
verslagen was. 'Dat weet ik niet. Ik vrees dat er geen antwoord op
die vraag is. De tovenaars uit de tijd van Joseph Ander konden ook
niet tegen hem op. Uiteindelijk beschouwden ze dit land gewoon als
verloren voor hen. Ik begin te geloven dat Joseph Ander een
onverbreekbare magie heeft gecreëerd binnen een raadsel zonder
oplossing.'
Kahlan pakte het boek uit zijn handen, sloeg het dicht en
legde het terug op het tafeltje.
`Richard, ik geloof dat je zelf een beetje gek wordt door het
lezen van die krankzinnige wartaal. Zo werkt magie niet.'
Dat is wat de tovenaars in de Burcht Ander hadden verteld, dat
hij een element dat van nature niet onder controle te houden was,
niet kon veranderen en onder controle kon brengen. Maar dat zei
Richard niet tegen Kahlan. Ze was niet bereid om in die termen over
magie te denken. Net zomin als de andere tovenaars dat waren
geweest.
Joseph Ander was er niet blij mee geweest dat zijn ideeën
radicaal van de hand werden gewezen, vandaar zijn definitieve
vaarwel.
Kahlan sloeg haar armen om zijn hals. 'Het spijt me. Ik weet
dat je je best doet. Ik begin alleen zenuwachtig te worden. De
uitslag van de stemming komt eraan.'
Richard legde zijn handen om haar middel. `Kahlan, de mensen
zullen de waarheid inzien. Dat moet toch wel?'
Ze staarde in de verte. 'Richard,' fluisterde ze, 'wil je met
me vrijen?' `Wat?'
Ze keek hem aan. 'Het is zo lang geleden. Vrij met me.'
`Hier? Nu?'
`We kunnen de tent dichtmaken. Er komt toch nooit iemand
binnen zonder toestemming te vragen.' Ze glimlachte. 'Ik beloof dat
ik zachtjes zal doen en je niet in verlegenheid zal brengen.' Met
een vinger tilde ze zijn kin op. 'Ik beloof dat ik het zelfs niet
aan je andere vrouw zal vertellen.' Dat bracht even een glimlach op
Richards gezicht, maar hij kon die niet vasthouden.
`Kahlan, dat kunnen we niet doen.'
`Nou, ik geloof dat ik het best zou kunnen. Ik wed dat ik jou
ook van gedachten zou kunnen doen veranderen.'
Richard tilde het donkere steentje aan haar ketting op.
`Kahlan, de magie is verdwenen. Dit zal niet werken.'
`Dat weet ik. Daarom wil ik het juist.' Ze greep hem bij zijn
overhemd. `Richard, het kan me niet schelen. En als we een baby
maken? Wat dan nog?'
le weet "wat dan nog".'
`Richard, zou het zo erg zijn? Echt?' Haar groene ogen vulden
zich met tranen. 'Zou het zo erg zijn als we samen een kind
maken?'
`Nee, nee, natuurlijk niet, Kahlan. Dat is het niet. Je weet
dat ik het ook wil. Maar niet op dit moment. We kunnen ons nu niet
veroorloven om Shota in elke schaduw te zien staan wachten totdat
ze kan doen wat ze heeft beloofd. We kunnen ons de afleiding van
onze taak niet veroorloven.
`Onze taak. En wij dan? En wat wij willen?'
Richard wendde zich af. `Kahlan, wil je echt een kind in deze
wereld brengen? Wil je een kind in de waanzin van deze wereld
brengen? De waanzin van de akkoorden en een vreselijke oorlog die
ons boven het hoofd hangt?'
`En als ik nu eens ja zei?'
Hij keerde zich weer naar haar om en glimlachte. Hij zag dat
hij haar alleen maar overstuur maakte. Dat Du Chaillu zwanger was,
zette Kahlan waarschijnlijk aan het denken over een eigen
kind.
`Kahlan, ik wil het als jij het wilt. Goed? Wanneer je maar
wilt, zullen we het doen, en ik reken wel met Shota af. Maar zouden
we kunnen wachten totdat we weten of er wel een wereld van het
leven — of een wereld met vrijheid — zal blijven bestaan waar we
ons kind in kunnen brengen?' Eindelijk glimlachte ze. 'Natuurlijk.
Je hebt gelijk, Richard. Ik denk dat ik me gewoon... liet
meeslepen. We moeten met de akkoorden afrekenen, en met de
Imperiale Orde...'
Richard nam haar in zijn armen om haar te troosten, toen
kapitein Meiffert van buiten de tent riep. 'Zie je?' fluisterde hij
tegen haar. Ze glimlachte.
Ja, kapitein, komt u binnen.'
De man stapte schoorvoetend naar binnen. Hij keek Richard niet
aan. `Wat is er, kapitein?'
`Eh, Meester Rahl, Biechtmoeder... de stemmen van Schoonveld
zijn geteld. Een paar van onze mannen zijn teruggekeerd met
aantallen. Maar niet allemaal,' voegde hij er snel aan toe. 'Er
moeten er nog meer terugkomen. Het zal een paar dagen duren voordat
ze allemaal terug zijn.' `En, kapitein, wat zijn de
resultaten?'
De man overhandigde Richard een vel papier. Hij las het, maar
het duurde even voordat het tot hem doordrong.
`Zeven op de tien tegen ons,' fluisterde hij.
Kahlan nam het papier zachtjes uit zijn vingers en keek
ernaar. Zonder een woord te zeggen, legde ze het op tafel.
`Goed,' zei hij, 'we weten dat ze al die leugens hebben
verteld in de stad. We moeten beseffen dat het in de rest van het
land anders zal zijn.' `Richard,' fluisterde Kahlan, `ze zullen
dezelfde leugens in de rest van het land hebben
rondgestrooid.'
`Maar we hebben met die mensen gepraat. We hebben tijd met ze
doorgebracht.' Richard wendde zich tot kapitein Meiffert. 'Hoe zit
het met de kleinere plaatsen?'
`Nou...'
`Hoe zit het met, met dat plaatsje...' Richard knipte met zijn
vingers. `Westbeek. Waar we de spullen van Joseph Ander hebben
gezien. Hoe zit het met Westbeek? Is daar al een uitslag
van?'
De man deed een stap achteruit. Ja, Meester Rahl.'
`En hoe luidt die?'
Kahlan legde een hand op zijn arm. 'Richard,' fluisterde ze,
`de kapitein staat aan onze kant.'
Richard drukte zijn vingers tegen zijn slapen en ademde diep
in. Wat is de uitslag van Westbeek, kapitein?'
De man, die heel bleek was geworden, schraapte zijn keel.
'Negen op de tien hebben met een x tegen ons gestemd, Meester
Rahl.'
Richard was verbijsterd. Hij had met die mensen gepraat. Van
sommigen herinnerde hij zich de naam, hun prachtige kinderen.
Hij had het gevoel alsof de grond onder zijn voeten wegzakte,
en hij erdoor viel, de waanzin in. Hij was dag en nacht in touw
geweest in zijn poging deze mensen te helpen om zeggenschap te
krijgen over hun leven, vrijheid te hebben, en nu hadden ze die
verworpen.
`Richard,' zei Kahlan zacht en meelevend, 'het ligt niet aan
wat jij hebt gedaan. Ze hebben die mensen leugens verteld. Ze
hebben de mensen bang gemaakt.'
Richard stak met een vaag gebaar een hand op. 'Maar... ik heb
met ze gepraat, heb ze uitgelegd dat dit voor hén was, voor hun
toekomst, voor de vrijheid van hun kinderen...'
`Ik weet het, Richard.'
Kapitein Meiffert stond er ongemakkelijk bij. Kahlan maakte
hem met een handgebaar duidelijk dat hij kon gaan. Hij boog en liep
geluidloos achterwaarts de tent uit.
`Ik ga een eindje lopen,' fluisterde Richard. 'Ik moet even
alleen zijn.' Hij gebaarde in de richting van de dekens. `Ga maar
vast zonder mij naar bed.'
Richard liep alleen de duisternis in.