Deel 7
7
Door de modder ploeterend holden Zedd, Ann, Cara en Kahlan
achter Richard aan, die door de stegen tussen de gepleisterde muren
van de huizen stoof. Kahlan moest haar ogen tot spleet-
jes knijpen om door de plensbui heen te kunnen zien waar ze
liep. De stortregen was zo koud dat het haar de adem benam.
De jagers, hun altijd aanwezige beschermers, verschenen uit
het neerkletterende gordijn van regen om met hen mee te rennen. De
gebouwen die langsflitsten, waren voornamelijk huizen van één kamer
die minstens één gemeenschappelijke muur hadden, maar soms wel
drie. Ze stonden bijeen in een ingewikkelde doolhof waaraan geen
ontwerp ten grondslag leek te liggen.
Ann, die vlak achter Richard holde, verraste Kahlan met haar
snelle gang. Ann zag er niet uit als een vrouw die hard zou kunnen
rennen, maar ze hield de anderen gemakkelijk bij. Zedds knokige
armen pompten in een snel en gelijkmatig ritme op en neer. Cara
holde met haar lange benen naast Kahlan. De sprintende jagers
renden met een moeiteloze gratie. Voorop bood Richard, met zijn
gouden cape die achter hem opbolde, een intimiderende aanblik;
vergeleken met de pezige jagers was hij een beer van een vent, die
als een lawine door de nauwe straatjes denderde. Richard volgde de
kronkelende steeg een stukje voordat hij bij de eerste hoek naar
rechts afsloeg. Een zwarte en twee bruine geiten vonden de haastige
stoet een merkwaardig schouwspel, net als een paar kinderen op
kleine binnenplaatsjes die beplant waren met raapzaad voor de
kippen. Vrouwen stonden hen in deuropeningen met potten kruiden
ernaast verbaasd na te kijken.
Richard sloeg bij de volgende hoek naar links af. Bij de
aanblik van de aanstormende troep mensen trok een jonge vrouw onder
een afdakje een huilend kind in haar armen. Terwijl ze het hoofd
van het jongetje tegen haar schouder drukte, duwde ze met haar rug
tegen de deur om uit de
weg te zijn van de onrust die op haar af denderde. De jongen
jammerde terwijl ze hem probeerde te troosten.
Richard kwam plotseling glijdend tot stilstand, en iedereen
achter hem deed zijn best niet tegen hem op te botsen. De grote,
angstige ogen van de vrouw gingen heen en weer tussen de mensen die
haar plotseling omringden terwijl ze in haar deuropening
stond.
`Wat is er?' vroeg ze. 'Waar hebt u ons voor nodig?'
Richard wilde al weten wat ze had gezegd voordat ze was
uitgesproken. Kahlan drong zich naar voren in de groep. De jongen
die de vrouw in haar armen klemde, zat onder de krassen en
snijwonden, waaruit bloed sijpelde.
`We hoorden uw zoontje schreeuwen.' Teder streelde Kahlan het
haar van het brullende kind. 'We dachten dat er problemen waren. We
maakten ons zorgen over uw zoontje. We zijn gekomen om te helpen.'
Opgelucht liet de vrouw de jongen van haar heup op de grond
glijden. Ze ging op haar hurken zitten en drukte een met bloed
bevlekte lap tegen zijn snijwonden terwijl ze een troostend geluid
maakte om hem te kalmeren.
Ze keek op naar de menigte om haar heen. 'Er is niets aan de
hand met Ungi. Dank u voor uw bezorgdheid, maar hij gedroeg zich
gewoon als een echte jongen. Jongens werken zichzelf in de
problemen.'
Kahlan vertelde de anderen wat de vrouw had gezegd.
`Hoe komt hij zo toegetakeld?' wilde Richard weten.
`Ka chenota,' antwoordde de vrouw toen Kahlan haar Richards
vraag stelde.
`Door een kip,' zei Richard voordat Kahlan hem dat kon
vertellen. Blijkbaar had hij opgevangen dat chenota kip was in de
taal van het Moddervolk. 'Heeft een kip uw zoontje aangevallen? Ka
chenota?'
De vrouw knipperde met haar ogen toen Kahlan Richards vraag
vertaalde. Haar cynische lach schalde door het geroffel van de
regen heen. `Aangevallen door een kip?' Ze maakte een handgebaar en
keek spottend, alsof ze heel even had gedacht dat ze het serieus
meenden. `Ungi denkt dat hij een groot jager is. Hij jaagt op de
kippen. Deze keer heeft hij er een in een hoek gedreven en bang
gemaakt, en toen heeft ze hem gekrabd bij een poging om weg te
komen.'
Richard ging op zijn hurken voor Ungi zitten en haalde zijn
hand vriendelijk door de donkere bos nat haar van de jongen. 'Heb
je achter de kippen aangezeten? Ka chenota? Heb je ze geplaagd? Dat
is niet wat er echt is gebeurd, hè?'
In plaats van Richards vragen te vertalen, liet Kahlan zich
ook op haar hurken zakken en vroeg: 'Richard, waar ben je mee
bezig?'
Richard legde een geruststellende hand op de rug van het kind
terwijl zijn moeder het bloed afveegde dat over zijn borst
liep. 'Kijk eens naar die klauwsporen,' fluisterde Richard. 'De
meeste zitten rond zijn hals.' Kahlan slaakte een geïrriteerde
zucht. 'Hij heeft ongetwijfeld geprobeerd er een op te pakken en
tegen zich aan te houden. De kip was in paniek en wilde gewoon
ontsnappen.'
Met tegenzin gaf Richard toe dat het zo gegaan kon zijn.
`Dit is geen ernstige zaak,' verkondigde Zedd van boven hun
hoofd. 'Laat me de jongen genezen, dan kunnen we voor deze
verdraaide regen schuilen en iets gaan eten. En ik heb nog een
heleboel te vragen.'
Richard, die nog steeds op zijn hurken voor de jongen zat,
stak een vinger op om Zedd de mond te snoeren. Hij keek Kahlan in
de ogen. 'Vraag het hem. Alsjeblieft?'
`Zeg me waarom,' drong Kahlan aan. 'Is dit vanwege wat de
Vogelman heeft gezegd? Gaat het daar echt om? Richard, de man had
gedronken.' `Kijk eens over mijn schouder.'
Kahlan tuurde door het wapperende gordijn van regen. Aan de
overkant van de smalle steeg zat onder de druipende dakrand van
gras op de hoek van een huis een kip met opgezette veren. Het was
er opnieuw een van de gestreepte soort, zoals de meeste kippen van
het Moddervolk.
Kahlan had het koud, voelde zich ellendig en was doorweekt. Ze
begon haar geduld te verliezen terwijl ze Richard weer in zijn
afwachtende ogen keek.
`Een kip die probeert te schuilen voor de regen? Is dat wat je
wilt dat ik zie?'
`Ik weet dat je denkt...'
`Richard!' gromde ze zacht. 'Luister eens naar me.'
Ze zweeg even, omdat ze uitgerekend op Richard niet boos wilde
worden. Ze hield zich voor dat hij alleen bezorgd was over hun
veiligheid. Maar het was misplaatste bezorgdheid. Kahlan dwong
zichzelf diep in te ademen. Ze pakte hem bij zijn schouder en wreef
er met haar duim over.
`Richard, je voelt je gewoon slecht omdat Juni vandaag is
gestorven. Ik heb dat ook. Maar dat betekent nog niet dat zijn dood
een geheimzinnige oorzaak heeft. Misschien is hij gewoon gestorven
van de inspanning van het rennen; ik heb wel vaker gehoord dat dat
met jonge mensen gebeurde. Je moet erkennen dat mensen soms
doodgaan zonder dat we ooit achter de oorzaak komen.'
Richard wierp een blik omhoog naar de anderen. Zedd en Ann
hielden zichzelf bezig met het bewonderen van Ungi's jonge spieren
om maar niet te hoeven luisteren naar wat daar beneden hen verdacht
veel begon te klinken als het gekibbel tussen geliefden. Cara stond
op enige afstand en hield de stegen in de gaten. Een van de jagers
liet Ungi aan de schacht van zijn speer voelen om de jongen af
te leiden terwijl zijn moeder zijn wonden verzorgde.
Met een gezicht alsof hij geen zin had om ruzie te maken,
streek Richard zijn natte haar naar achteren. 'Ik denk dat het
dezelfde kip is die ik naar buiten heb gejaagd,' fluisterde hij
uiteindelijk. 'Die in het raam zat en waar ik die stok naar heb
gegooid.'
Kahlan zuchtte diep van ergernis. 'Richard, de meeste kippen
van het Moddervolk zien er zo uit.' Ze tuurde weer naar de
overkant, onder de dakrand. 'Bovendien is ze verdwenen.'
Richard keek over zijn schouder om het zelf te zien. Zijn blik
ging door de lege steeg.
Wil je de jongen vragen of hij de kip plaagde, of hij haar
achternazat?' Van onder het afdakje boven de deur had Ungi's
moeder, terwijl ze zijn wonden verzorgde, ook behoedzaam toegekeken
bij het gesprek dat ze niet verstond en dat aan haar voeten werd
gevoerd. Kahlan likte de regen van haar lippen. Als het zo
belangrijk was voor Richard, besloot Kahlan, moest ze het wel voor
hem vragen. Ze raakte de arm van de jongen aan. `Ungi, is het waar
dat je achter de kip aanzat? Probeerde je haar te pakken?'
De jongen, die nog steeds stond te snotteren, schudde zijn
hoofd. Hij wees naar het afdakje. 'Ze besprong me van boven.' Hij
maakte een klauwende beweging in de lucht. 'Ze viel me aan.'
De moeder bukte en gaf hem een klap op zijn billen. 'Vertel
deze mensen de waarheid. Jij en je vriendjes zitten steeds achter
de kippen aan.' Hij knipperde met zijn grote zwarte ogen naar
Richard en Kahlan, die zich allebei op zijn ooghoogte bevonden, in
zijn wereld. 'Ik word een groot jager, net als mijn vader. Hij is
een dappere jager, met littekens van de beesten waarop hij
jaagt.'
Richard glimlachte bij de vertaling. Hij raakte voorzichtig
een van de opengeklauwde wonden aan. 'Hier zul je het litteken van
een jager krijgen, net als je dappere vader heeft. Vertel eens, zat
je achter de kip aan, zoals je moeder zegt? Is dat echt de
waarheid?'
`Ik had honger. Ik was op weg naar huis. De kip viel me aan,'
hield hij vol. Zijn moeder zei berispend zijn naam. Wou ja... ze
zitten altijd op het dak daar.' Hij wees weer naar het afdakje
boven de deur. 'Misschien heb ik haar bang gemaakt toen ik naar
huis kwam rennen, en is ze van het natte dak gegleden en op me
gevallen.'
De moeder deed de deur open en duwde de jongen naar binnen.
'Vergeeft u mijn zoon. Hij is jong en verzint voortdurend verhalen.
Hij zit altijd achter de kippen aan. Dit is niet de eerste keer dat
hij er door een wordt gekrabd. Zijn schouder is al eens opengehaald
door de spoor van een haan. Hij fantaseert dat het adelaars
zijn.
Ungi is een lieve jongen, maar het is en blijft een jongen, en
hij heeft een grote fantasie. Als hij een salamander onder een
rotsblok vindt, komt hij naar huis rennen om me hem te laten zien,
om me te vertellen dat hij een nest met draken heeft gevonden. Dan
wil hij dat zijn vader ze komt verslaan voordat ze ons
opeten.'
Iedereen behalve Richard grinnikte. Toen ze haar hoofd boog en
zich omdraaide om haar huis binnen te gaan, pakte Richard haar
zacht bij haar elleboog om haar tegen te houden terwijl hij tegen
Kahlan sprak. `Zeg tegen haar dat ik het vervelend vind dat haar
zoontje gewond is geraakt. Het was niet Ungi's schuld. Zeg haar
dat. Zeg haar dat het me spijt.'
Kahlan fronste bij Richards woorden. Ze veranderde ze een
beetje toen ze ze vertaalde, omdat ze anders misschien verkeerd
begrepen zouden worden.
`We vinden het vervelend dat Ungi gewond is geraakt. We hopen
dat hij snel weer geneest. Als dat niet zo is of als er diepe
sneden bij zijn, kom ons dat dan vertellen, dan zal Zedd magie
gebruiken om uw zoontje te genezen.'
De moeder knikte en glimlachte om hen te bedanken voordat ze
hun goedendag wenste en door haar deur naar binnen dook. Kahlan had
niet de indruk dat ze erg enthousiast was over het idee om haar
zoon met magie te laten behandelen.
Nadat ze de deur dicht hadden zien gaan, kneep Kahlan even in
Richards hand. 'Is het zo goed? Ben je ervan overtuigd dat het niet
was wat je vreesde? Dat het niets bijzonders was?'
Hij staarde even de verlaten steeg in. 'Ik dacht alleen...'
Eindelijk gaf hij zich met een schuldbewust glimlachje gewonnen.
'Ik maak me alleen zorgen over jouw veiligheid, dat is
alles.'
`Nu we toch allemaal nat zijn,' gromde Zedd, 'kunnen we net zo
goed even naar Juni's lichaam gaan kijken. Ik ben in elk geval niet
van plan hier in de regen te blijven staan als jullie tweeën gaan
zoenen.'
Zedd gebaarde Richard dat hij de weg moest wijzen en maakte
duidelijk dat hij een beetje voort moest maken. Toen Richard op pad
ging, pakte Zedd Kahlans arm en liet alle anderen voorgaan. Hij
hield haar achter terwijl ze door de modder ploeterden, totdat de
anderen een kleine voorsprong op hen hadden.
Zedd legde een arm om haar schouders en boog zich naar haar
over, hoewel Kahlan er zeker van was dat zijn woorden niet hoorbaar
zouden zijn boven het lawaai van de regen uit. 'Zo, kindje, nu wil
ik weten wat het is dat ik volgens jou niet zou geloven.'
Uit haar ooghoek zag Kahlan zijn serieuze gezicht. Hij meende
het. Ze besloot dat het beter zou zijn om zijn bezorgdheid te
temperen.
`Het is niets. Hij had even een wild idee, maar ik heb hem tot
rede gebracht. Hij is eroverheen.'
Zedd keek haar met half dichtgeknepen ogen aan, wat ze een
verontrustend gezicht vond bij een tovenaar. 'Ik weet dat je niet
dom genoeg bent om dat te geloven, dus waarom zou je denken dat ik
dat wel ben? Hmm? Hij heeft dit bot niet begraven. Hij heeft zich
erin vastgebeten.' Kahlan keek even naar de anderen. Ze waren nog
een paar passen voor hen. Richard zou de weg wijzen, maar Cara was,
beschermend als altijd, voor hem gaan lopen.
Hoewel ze de woorden niet kon verstaan, kon Kahlan zien dat
Ann vrolijk met Richard liep te babbelen. Hoezeer ze elkaar ook
leken te irriteren, als het hun goed uitkwam, werkten Zedd en Ann
net zo moeiteloos samen als de vingers van een hand.
Zedds magere vingers grepen haar arm steviger vast. Richard
was niet de enige die zich ergens in had vastgebeten.
Kahlan slaakte een zucht en vertelde het hem. 'Ik geloof dat
Richard denkt dat er een monsterkip rondloopt.'
Kahlan had haar neus en mond bedekt tegen de stank, maar liet
haar handen langs haar lichaam vallen toen de twee vrouwen opkeken
van hun werk. Ze glimlachten allebei naar de mensen die binnen
kwamen schuifelen, water van zich afschuddend alsof ze in een
rivier waren gevallen.
De twee vrouwen werkten aan het lichaam van Juni; ze
versierden het met patronen van zwarte en witte modder. Ze hadden
al decoratieve banden van gras om zijn polsen en enkels geweven en
hadden een leren band om zijn hoofd geknoopt met gras eronder
geklemd, zoals jagers dat deden als ze op jacht gingen.
Juni lag op een platform van lemen bakstenen; er waren vier
van zulke werktafels. De zijkanten van alle vier waren donker
gevlekt van de vloeistoffen die erlangs waren gedropen. De grond
werd bedekt door een laag stinkend stro. Als er een lichaam werd
binnengebracht, werd het stro tegen de onderkant van het platform
geschopt om lekkende vloeistoffen op te nemen.
In het stro krioelde het van het ongedierte. Als er geen
lichamen lagen, werd de deur opengelaten, zodat de kippen zich te
goed konden doen aan de insecten om zo hun aantal binnen de perken
te houden.
Rechts van de deur was het enige raam. Als er niemand was om
een dode te bezoeken, sloot een soepel hertenvel het licht buiten
zodat de overledene rust kreeg. De vrouwen hadden het hertenvel
opzijgeschoven en het achter een pin in de muur gehaakt om het
weinige licht dat er was binnen te laten dringen in de kleine
ruimte.
Lichamen werden niet 's nachts klaargemaakt, om de rust van de
ziel die overging naar de andere zijde niet te verstoren. Eerbied
voor de heengaande ziel was essentieel voor het Moddervolk; op deze
nieuwe geesten zou op een dag een beroep kunnen worden gedaan om de
levenden van hun volk te helpen.
De beide vrouwen waren al wat ouder en glimlachten alsof hun
zonnige natuur zelfs voor zulk akelig werk niet verborgen kon
worden achter een sombere façade. Kahlan nam aan dat ze deskundig
waren in de taak de doden op gepaste wijze uit te rusten voordat ze
in de grond werden gelegd.
Kahlan kon de aromatische oliën die over het lichaam werden
gewreven zien glanzen waar de modder nog moest worden opgebracht.
De oliën slaagden er niet in de misselijkmakende stank van het
vieze stro en de platforms te verhullen. Ze begeep niet waarom het
stro niet vaker werd ververst. Aan de andere kant, misschien werd
het wel vaak ververst; er viel niet te ontkomen aan de gevolgen van
het proces van dood en verrotting.
Waarschijnlijk om die reden werden de doden snel begraven: op
de dag dat ze stierven of uiterlijk de dag erna. Juni zou niet lang
hoeven wachten voordat hij in de grond werd gelegd. Dan kon zijn
geest, als die had gezien dat alles was zoals het hoorde te zijn,
naar zijn verwanten in de wereld van de geesten vertrekken.
Kahlan boog zich naar de twee vrouwen over. Uit eerbied voor
de doden fluisterde ze. 'Zedd en Ann hier' — ze gebaarde naar de
twee met haar hand — 'willen graag even naar Juni kijken.'
De vrouwen bogen diep en stapten naar achteren terwijl ze met
een vinger hun potten met zwarte en witte modder van het platform
tilden om plaats te maken. Richard keek toe hoe zijn grootvader en
Ann zacht hun handen op Juni legden en hem onderzochten,
ongetwijfeld met behulp van magie. Terwijl Zedd en Ann hun
onderzoek voortzetten en zacht met elkaar overlegden, wendde Kahlan
zich tot de twee vrouwen en vertelde hun hoe goed ze hun taak
vervulden en hoe erg ze het vond dat de jonge jager was
overleden.
Toen hij er genoeg van had om naar zijn dode beschermer te
kijken, voegde Richard zich bij haar. Hij legde een arm om haar
middel en vroeg haar om zijn condoléances over te brengen. Kahlan
voegde zijn woorden bij de hare.
Kort daarna namen Zedd en Ann Richard en Kahlan apart.
Glimlachend gebaarden ze de vrouwen dat ze verder konden gaan met
hun werk. `Zoals jullie al dachten,' fluisterde Zedd, 'is zijn nek
niet gebroken. Ik kon geen verwonding aan zijn hoofd vinden. Ik zou
zeggen dat hij verdronken is.'
`En hoe denk je dat dat heeft kunnen gebeuren?' Er klonk een
vleugje sarcasme door in Richards stem.
Zedd kneep in Richards schouder. 'Jij bent een keer ziek
geweest en toen viel je flauw. Weet je nog? Daar was niets
geheimzinnigs aan. Heb je je schedel gebroken? Nee. Je zakte in
elkaar op de grond, waar ik je heb gevonden. Weet je nog? Zoiets
eenvoudigs kan het zijn geweest.'
`Maar Juni vertoonde geen tekenen...'
Iedereen draaide zich om toen de oude medicijnvrouw, Nissel,
de deur binnenschuifelde met een klein bundeltje in haar armen. Ze
bleef even staan toen ze al die mensen in de kleine ruimte zag,
voordat ze zich naar een ander platform voor een dode keerde. Ze
legde het bundeltje voorzichtig op het koude steen. Kahlan sloeg
een hand over haar hart toen ze zag dat Nissel een pasgeboren baby
uit de lap wikkelde.
`Wat is er gebeurd?' vroeg Kahlan.
`Niet de gelukkige gebeurtenis die ik had verwacht.' Nissel
keek Kahlan met een verdrietige blik aan. 'Het kind is dood
geboren.'
`Goede geesten,' fluisterde Kahlan, 'wat erg.'
Richard veegde een glanzend groen insect van Kahlans schouder.
Wat is er met de baby gebeurd?'
Nissel haalde haar schouders op toen Kahlan zijn vraag
herhaalde. 'Ik heb de moeder maandenlang in de gaten gehouden.
Alles leek te wijzen op een gelukkige gebeurtenis. Ik voorzag geen
probleem, maar het kind is dood geboren.'
`Hoe gaat het met de moeder?'
Nissel sloeg haar ogen neer. 'Op dit ogenblik huilt ze haar
ogen uit haar hoofd, maar de moeder zal binnenkort hersteld zijn.'
Ze glimlachte geforceerd. 'Het komt voor. Niet alle kinderen zijn
sterk genoeg om te leven. De vrouw zal andere kinderen
krijgen.'
Richard boog zich naar voren toen het gesprek afgelopen leek
te zijn. Wat zei ze?'
Kahlan stampte tweemaal met een voet om een duizendpoot af te
schudden die over haar been omhoogkroop. `De baby was niet sterk
genoeg en is dood geboren.'
Met een frons keek hij naar het hartverscheurende lijkje. Was
niet sterk genoeg...'
Kahlan zag hem naar het roerloze, bloedeloze, onwerkelijk
ogende lijfje kijken. Een nieuw kindje was een uniek, prachtig
individu, maar dit, dat de ziel ontbeerde die zijn moeder het had
gegeven om in deze wereld te blijven, was afschuwelijk om te
zien.
Kahlan vroeg wanneer Juni begraven zou worden. Een van de twee
vrouwen wierp een blik op de kleine dode. 'We zullen er nog een
moeten klaarmaken. Morgen zullen ze allebei voor eeuwig te rusten
worden gelegd.'
Toen ze de deur uitliepen, draaide Richard zich om en keek op
in de waterval van regen. Er zat een kip met opgezette veren op de
lage dakrand boven hen. Richards blik bleef er even op
gevestigd.
Het gepieker dat zo duidelijk op zijn gezicht te lezen was
geweest, veranderde in vastbeslotenheid.
Richard keek door de steeg. Hij floot en wenkte met een arm.
De jagers die hen bewaakten, kwamen naar hen toe.
Toen de jagers hen hadden bereikt, pakte Richard Kahlan met
zijn grote hand bij haar bovenarm. 'Zeg hun dat ik wil dat ze meer
mannen gaan halen. Ik wil dat ze alle kippen verzamelen...'
`Wat?' Kahlan wrong haar arm los. 'Richard, dat ga ik ze niet
vragen. Ze zullen denken dat je gek bent geworden!'
Zedd stak zijn hoofd tussen hen in. Wat is er aan de
hand?'
`Hij wil dat de mannen alle kippen verzamelen, alleen omdat er
een boven de deur zit.'
`Ze zat er niet toen we aankwamen. Ik heb gekeken.'
Zedd draaide zich om en keek met half dichtgeknepen ogen op
door de regen. 'Welke kip?'
Kahlan en Richard keken allebei. De kip was weg.
`Ze is waarschijnlijk een droger plekje gaan zoeken,' gromde
Kahlan. `Of een rustiger.'
Zedd veegde de regen uit zijn ogen. 'Richard, ik wil weten
waar dit allemaal over gaat.'
`Er was een kip gedood voor het huis van de geesten. Juni
heeft gespogen op de eer van datgene wat de kip had gedood. Niet
lang daarna is Juni overleden. Ik heb een stok naar de kip in het
raam gegooid, en niet lang daarna heeft ze dat jongetje
aangevallen. Het was mijn schuld dat Ungi opengehaald is. Ik wil
dezelfde vergissing niet nog eens maken.' Zedd sprak, tot Kahlans
verrassing, heel rustig. 'Richard, je overbrugt een paar gapende
afgronden met een ragfijne redenering.'
`De Vogelman zei dat een van de kippen geen kip was.'
Zedd fronste. '0 nee?'
`Hij had gedronken,' bracht Kahlan in het midden.
`Zedd, jij hebt me tot Zoeker benoemd. Als je op je keus wilt
terugkomen, doe het dan nu. Zo niet, laat me dan mijn werk doen.
Als ik het mis heb, mogen jullie me later allemaal de les
lezen.'
Richard vatte Zedds zwijgen op als instemming en pakte Kahlan
opnieuw bij de arm, hoewel iets minder hardhandig dan de eerste
keer. Zijn grijze ogen straalden vastberaden.
Kahlan, doe wat ik je vraag. Als ik het mis heb, sta ik voor
gek, maar ik sta liever voor gek dan dat het wel klopt en ik er
niets aan heb gedaan.'
Datgene wat de kip had gedood, had dat vlak buiten het huis
van de geesten gedaan, waar zij was geweest. Dat was de streng
waarmee Richard was begonnen zijn tapijt van dreiging te weven.
Kahlan geloofde in Richard, maar dacht nu dat hij zich liet
meeslepen door zijn bezorgdheid om haar veiligheid.
`Wat wil je dat ik tegen de mannen zeg?'
`Ik wil dat de mannen de kippen verzamelen. Ze naar de
gebouwen brengen die ze leeg laten staan voor de kwade geesten. Ik
wil dat alle kippen daarheen worden gebracht, tot en met de
allerlaatste. Dan kunnen we de Vogelman naar ze laten kijken en kan
hij ons vertellen welke er geen kip is.
Ik wil dat de mannen de kippen voorzichtig en hoffelijk
behandelen. Onder geen beding mag iemand oneerbiedig zijn jegens
een van de kippen.' `Oneerbiedig,' herhaalde Kahlan. 'Tegen een
kip.'
`Inderdaad.' Richard keek naar de wachtende jagers voordat hij
zijn blik op haar vestigde. 'Zeg de mannen dat ik bang ben dat één
kip is bezeten door de kwade geesten die Juni hebben gedood.'
Kahlan wist niet of dat was wat Richard geloofde, maar ze wist
zeker dat de Moddermensen het zouden geloven.
Ze keek naar Zedd om advies, maar dat kwam niet. Anns gezicht
bleef ook uitgestreken. Cara had trouw gezworen aan Richard; hoewel
ze er een gewoonte van maakte bevelen die ze onbelangrijk vond niet
op te volgen, zou ze zich voor hem van een klip storten als Richard
daarop aandrong.
Richard gaf het niet op. Als Kahlan het niet voor hem
vertaalde, zou hij Chandalen gaan halen om het te doen. Als dat ook
niet lukte en het niet anders kon, zou hij de kippen zelf gaan
verzamelen.
Het enige dat ze zou bereiken door niet te doen wat hij vroeg,
was blijk geven van een gebrek aan vertrouwen in hem. Dat gaf voor
haar de doorslag.
Huiverend in de ijskoude regen keek Kahlan nog een laatste
maal in Richards vastberaden grijze ogen voordat ze zich tot de
wachtende jagers wendde.