Deel 37

 

37
Toen Dalton Campbell zijn arm uitstak om zijn pen in de inkt te dopen, zag hij de benen van een vrouw zijn kantoor binnenlopen. Aan de dikke enkels zag hij voordat hij zijn ogen opsloeg dat het Hildemara Chanboor was. Nooit had hij een vrouw ontmoet met onaantrekkelijker benen.
Hij legde de pen neer en stond glimlachend op. 'Vrouwe Chanboor, komt u alstublieft binnen.'
In het buitenste kantoor viel het licht van de ochtendzon op Rowley, die dienst had en klaarstond om de bodes op te roepen als Dalton hen nodig zou hebben. Dat had hij op dat ogenblik niet, maar nu Hildemara Chanboor hem een bezoekje bracht, werd het waarschijnlijker dat dat later wel het geval zou zijn.
Terwijl ze de deur sloot, liep Dalton om zijn bureau heen en trok uitnodigend een gemakkelijke stoel naar achteren. Ze droeg een wollen strokleurige jurk. De kleur van de jurk gaf haar huid een ziekelijke bleekheid. De zoom kwam tot halverwege de kuiten van haar plompe, rechte, zuilvormige benen.
Hildemara wierp een korte blik op de stoel maar bleef staan. `Het is me een genoegen u te zien, vrouwe Chanboor.'
Ze trok haar gezicht in een glimlach. '0, Dalton, moet je altijd zo vormelijk zijn? We kennen elkaar inmiddels zo lang dat je me best Hildemara kunt noemen.' Hij deed zijn mond open om haar te bedanken, maar ze vervolgde: 'Als we alleen zijn.'
`Natuurlijk, Hildemara.'
Hildemara Chanboor legde nooit bezoekjes af om te informeren naar zoiets alledaags als het werk. Ze kwam alleen binnen als een voorbode, een kille wind die een storm aankondigde. Het leek Dalton het beste om het zware weer maar uit zichzelf te laten aangroeien, zonder zijn hulp, alsof het door een tovenaar werd opgeroepen. Het leek hem ook beter om het onderhoud op een formeel niveau te houden, ondanks haar gunst met betrekking tot haar naam.
Ze fronste haar voorhoofd alsof iets haar aandacht trok. Ze stak haar hand uit om te frunniken aan een mogelijk los draadje op zijn schouder. Het zonlicht dat door de ramen naar binnen scheen, fonkelde in de juwelen aan haar vingers en de bloedrode robijnen halsketting die over de omvangrijke ontblote bovenste helft van haar borst hing. De jurk was lang niet zo laag uitgesneden als de jurken die de laatste tijd bij banketten werden gedragen, maar hij vond het model toch allerminst verfijnd. Met de nauwkeurige gebaren van een vrouw plukte ze en streek ze glad. Dalton wierp een blik op zijn schouder, maar zag niets. Blijkbaar was ze tevreden, want haar hand perste zacht de stof van zijn dunne jasje tegen zijn schouder.
`0, Dalton, wat heb je een fantastische schouders. Zo gespierd en stevig.' Ze keek hem in de ogen. le vrouw heeft maar geluk met een man die zo goed bedeeld is.'
`Dank je, Hildemara.' Hij was te zeer op zijn hoede om verder nog een woord te zeggen.
Haar hand ging naar zijn wang en haar beringde vingers gleden langs de zijkant van zijn gezicht.
la, ze heeft echt geluk.'
`En jouw man heeft ook veel geluk.'
Gnuivend trok ze haar hand terug. la, hij heeft vaak geluk. Maar zoals men zegt is wat meestal wordt beschouwd als geluk vaak eerder het resultaat van voortdurende oefening.'
`Wijze woorden, Hildemara.'
De cynische lach verdween en ze bracht haar hand weer naar zijn kraag en streek die glad, alsof dat nodig was. Haar hand dwaalde naar de zijkant van zijn hals en een vinger streelde langs de rand van zijn oor.
`Ik heb gehoord dat je vrouw je trouw is.'
`Ik ben een fortuinlijk man, vrouwe.'
`En dat jij haar even trouw bent.'
`Ik hou heel veel van haar, en ik eerbiedig de geloften die we hebben afgelegd.'
Wat apart.' Haar glimlach werd breder. Ze gaf hem een kneepje in zijn wang. Hij vond dat ze dat eerder berispend dan speels deed. 'Nou, ik hoop dat ik je op een dag kan overhalen wat minder... laten we zeggen, ouderwets te worden in je gedrag.'
`Als er ook maar één vrouw zou zijn die me zou kunnen overhalen tot vrijzinniger gedrag, Hildemara, zou jij het zijn.'
Ze tikte tegen zijn wang en het cynische lachje kwam terug. '0, Dalton, wat ben je toch een bijzonder mens.'
`Dank je, Hildemara. Uit jouw mond is dat een heel compliment.'
Ze ademde diep in alsof ze de stemming wilde veranderen. 'En je hebt bijzonder werk geleverd met Claudine Winthrop en Directeur Linscott. Ik had nooit gedacht dat iemand zo handig twee vliegen in één klap zou kunnen slaan.'
`Ik doe mijn best voor de Minister en zijn lieftallige echtgenote.'
Ze bekeek hem met een koude, berekenende blik. `De echtgenote van de Minister is nogal gekrenkt door de loslippigheid van die vrouw.'
`Ik denk niet dat ze verder nog...'
`Ik wil dat ze uit de weg wordt geruimd.'
Dalton hield zijn hoofd schuin. 'Pardon?'
De gelaatsuitdrukking van Hildemara Chanboor werd nors. `Dood haar.'
Dalton richtte zich op en sloeg zijn handen achter zijn rug ineen. 'Mag ik informeren naar de reden van een dergelijk verzoek?'
Wat mijn man doet, moet hij zelf weten. De Schepper weet dat hij is wat hij is en dat alleen castratie dat kan veranderen. Maar ik wil niet hebben dat vrouwen mij ten overstaan van het hele huis vernederen door me voor gek te zetten. Discrete pleziertjes zijn één ding, maar in het openbaar praatjes rondstrooien die mij tot mikpunt maken van gefluister en grapjes is iets heel anders.'
`Hildemara, ik geloof niet dat Claudines loslippigheid ook maar in het minst bedoeld was om jou in een slecht daglicht te stellen, dat zou ook niet terecht zijn, maar eerder om Bertrand van ongepast gedrag te beschuldigen. Niettemin kan ik je verzekeren dat haar het zwijgen is opgelegd en dat ze haar vertrouwenspositie in gezaghebbende kringen kwijt is.'
`Dalton toch, wat ben je galant.'
`Helemaal niet, Hildemara. Ik hoop alleen dat ik je kan laten inzien...' Ze pakte hem weer bij zijn kraag, deze keer niet zachtzinnig. `Ze wordt nu vereerd door domme mensen die daadwerkelijk geloven in dat domme geklets over verhongerende kindertjes en mannen die werk krijgen door haar wet. Ze lopen haar deur plat om allerlei gunsten van haar te verkrijgen.
Zo'n verering door het volk is gevaarlijk, Dalton. Het geeft haar macht. Maar ernstiger was de aard van haar beschuldigingen. Ze strooide rond dat Bertrand haar met geweld had genomen. Dat komt neer op verkrachting.'
Hij wist waar ze heen wilde, maar hij had liever dat ze het onder woorden bracht en haar bevelen duidelijk uitsprak. Dat zou hem later meer pijlen geven als hij die nodig mocht hebben en haar minder ruimte tot ontkenning laten, of kans om hem voor de leeuwen te werpen omdat dat haar goed te pas kwam of, erger nog, ze daar gewoon zin in had.
`Een beschuldiging van verkrachting zou de mensen nauwelijks meer dan een geeuw ontlokken,' zei Dalton. 'Ik zou ze gemakkelijk zover kunnen krijgen dat ze zoiets zagen als het privilege van een man met zijn hoge positie, die een eenvoudige en onschuldige manier nodig heeft om zich te ontspannen. Niemand zou hem zo'n daad zonder slachtoffers echt kwalijk nemen. Ik zou gemakkelijk kunnen bewijzen dat de Minister boven dat soort burgerlijke wetten staat.'
Haar vuist balde zich om zijn kraag.
`Maar Claudine zou op het departement van culturele vriendschap kunnen komen en kunnen worden uitgenodigd om te getuigen. De Directeuren vrezen Bertrands macht en vakkundigheid. Ze zijn ook jaloers op mij. Als ze daar zin in hebben, zouden ze zich achter de zaak van de vrouw kunnen scharen als een belediging van de Schepper, ook al zou het burgerlijk wetboek er niets mee van doen hebben.
Zo'n zogenaamde belediging van de Schepper zou betekenen dat Bertrand niet meer in aanmerking kwam voor het Soevereinschap. De Directeuren zouden zich kunnen verenigen en stelling kunnen nemen, waardoor wij plotseling machteloos en aan hen overgeleverd zouden zijn. Voordat we het weten, zouden we allemaal op zoek kunnen zijn naar een nieuw appartement.'
`Hildemara, ik denk...'
Ze trok zijn gezicht dichter naar het hare.
`Ik wil haar dood.'
Dalton had altijd gevonden dat de zachtaardige en ruimhartige natuur van een vrouw met een alledaags uiterlijk haar enorm aantrekkelijk kon maken. De andere kant van die medaille was Hildemara; haar zelfzuchtige despotisme en tomeloze haat jegens iedereen die haar ambities in de weg stond bedorven elk aantrekkelijk aspect dat ze had en maakten haar foeilelijk.
`Natuurlijk, Hildemara. Als dat je wens is, dan zal die worden vervuld.' Dalton haalde haar hand voorzichtig van zijn kraag. 'Heb je nog bepaalde instructies over de manier waarop?'
`Ja,' fluisterde ze doordringend. 'Het mag geen ongeluk lijken. Dit is een moord en zo moet het er ook uitzien. De les heeft geen waarde als de andere bedgenotes van mijn man die niet begrijpen.
Ik wil dat het een smerige zaak is. Iets dat vrouwen de ogen zal openen. Er mag geen sprake zijn van vredig overleden in haar slaap.'
`Aha.'
`Wij moeten er volledig onschuldig aan lijken. Onder geen enkele voorwaarde mag de dienst van de Minister onder verdenking vallen... maar ik wil dat het een duidelijk voorbeeld is voor degenen die misschien overwegen uit de school te klappen.'
Dalton had al een plan in gedachten. Het zou aan de voorwaarden voldoen. Niemand zou het als een ongeluk beschouwen, het zou ongetwijfeld smerig zijn, en hij wist precies waar de beschuldigende vingers naar zouden wijzen, als hij die vingers nodig had.
Hij moest toegeven dat Hildemara steekhoudende argumenten had. De Directeuren hadden de glinstering van de bijl van de Minister gezien. Ze zouden kunnen besluiten om in hun eigen belang zelf een bijl te gaan hanteren.
Claudine zou meer problemen kunnen veroorzaken. Het was niet verstandig om zo'n mogelijk gevaar bewust vrij te laten rondlopen. Hij betreurde wat er gedaan moest worden, maar hij kon niet ontkennen dat het moest gebeuren.
`Zoals je wenst, Hildemara.'
Ze verwaardigde zich nog een glimlach.
le bent hier pas kort, Dalton, maar ik ben je talenten hooglijk gaan waarderen. En als er één kant is van Bertrand waarop ik vertrouw, dan is het zijn vermogen om mensen te vinden die een noodzakelijke klus kunnen klaren. Hij moet wel goed zijn in het kiezen van mensen die het werk kunnen doen, snap je, anders zou hij hoogstpersoonlijk voor de zaken moeten zorgen en dat zou hem verplichten zich terug te trekken uit het geslachtsorgaan van degene die hem op dat ogenblik boeide.
Ik neem aan dat je niet terecht bent gekomen waar je nu bent door teergevoelig te zijn, Dalton?'
Hij twijfelde er geen moment aan dat ze heimelijk informatie had ingewonnen over zijn bekwaamheid. Ze wist al dat hij de taak aankon. Bovendien zou ze niet het risico hebben genomen zo'n verzoek te doen als ze er niet zeker van was geweest dat hij het zou honoreren. Er waren anderen tot wie ze zich had kunnen wenden.
Met grote zorgvuldigheid spon hij een nieuwe draad van zijn spinnenweb.
ge hebt me om een gunst gevraagd, Hildemara. Het ligt binnen mijn vermogen je die gunst te verlenen.'
Het was geen gunst, en dat wisten ze allebei; het was een opdracht. Maar hij wilde haar een sterkere binding met de daad geven, al was het maar in haar eigen geest, en zo'n zaadje zou wortel schieten.
Opdracht geven tot een moord was veel erger dan een beschuldiging van verkrachting ooit kon zijn. Op een dag zou hij iets nodig kunnen hebben om invloed op haar uit te oefenen.
Ze glimlachte tevreden en legde haar hand om zijn wang. 'Ik wist wel dat jij de juiste man voor de taak was. Dank je, Dalton.'
Hij boog zijn hoofd.
Alsof de zon achter de wolken verdween, verduisterde haar gezicht. Haar hand ging langs zijn gezicht naar beneden totdat zijn kin met één vinger werd opgetild.
`En vergeet niet dat ik dan misschien niet de macht heb om Bertrand te castreren, maar wel om dat bij jou te doen, Dalton. Wanneer ik maar wil.'
Dalton glimlachte. 'Dan zal ik ervoor zorgen dat u daar geen reden toe hebt, vrouwe.'